Boekverslag : Thea Beckman - Kruistocht In Spijkerbroek
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1897 woorden.

Uitgever: Lemniscaat

Illustrator: F. van Vliet

Jaar van uitgave: 1995, vijfde druk

Aantal bladzijden: 307



2. Hoofdpersonen

1. Dolf (Rudolf van Amstelveen), ongeveer 16 jaar oud. Hij is erg avontuurlijk want hij wil erg graag terug in de tijd gaan maar dit is toch erg gevaarlijk vinden de profesoren. Dolf is ook erg dapper want als hij op een gegeven moment ziet dat een man (Leonardo) wordt aangevallen door twee struikrovers dan gaat hij de man meteen helpen en doodt hij één van de struikrovers. Hij kan ook goed leiding geven want hij regelt bijna heel de kinderkruistocht en zorgt ervoor dat veel kinderen de tocht overleven. Hij zorgt er bijvoorbeeld voor dat er aparte groepen kinderen komen die voor de levensvoorzieningen van heel het leger zorgen. Hij durft risico's te nemen want als op een gegeven moment een ander kind wordt teruggeflitst dan neemt hij de beslissing om met het kinderleger mee te gaan. Hij kiest er voor om te blijven. Want als hij weggaat kunnen de wetenschappers er niet achterkomen waar hij heengaat.



2. Leonardo Fibonacci, is een student. Zijn ouders komen uit Pisa. Hij kan erg goed met een knots vechten, hij is ook niet bang en komt zijn beloftes na . Dit is zo omdat hij eerst een van de struikrovers doodslaat en later in het verhaal een beer verjaagt. Hij had aan de kinderen belooft dat als er een beer het kamp zou binnenvallen hij hem zou verjagen en dit deed hij. Leonardo is ook snel van begrip. Als Dolf hem de Arabische rekenkunde probeert uit te leggen snapt hij dit al heel snel. Hij durft ook verantwoording op zich te nemen want hij komt op een gegeven moment terug van zijn ouders om de kinderen te helpen.



3. Nicolaas denkt dat hij een heilige is omdat hij op een nacht een engel heeft gehoord en nog meer van dat soort dingen. Hij denkt ook dat god alles voor hem doet. Hij mag Dolf niet, want hij spant ook een keer een rechtszaak tegen hem aan. Hij vertrouwt volkomen op de monniken Anselmus en Johannis. Hij heeft niet door dat dit misdadigers zijn.



4. Dom Anselmus. Hij is niet aardig voor de kinderen, hij wil alleen maar dat de kinderen snel in Genua komen zodat hij veel geld kan verdienen als de kinderen als slaven worden weggevoerd naar Afrika. Hij bekommert zich er ook niet om of veel van de kinderen Genua halen. Hij heeft toch alleen maar de sterkste nodig.



5. Dom Johannis. Hij is erg aardig voor de kinderen en als er een paar ziek zijn probeert hij ze gerust te stellen. Hij is een monnik die toen hij geen geld meer had Anselmus tegenkwam. Die kende een paar mannen die wel slaven naar Afrika wilde vervoeren. De twee monniken moesten dan kinderen verzamelen en zeggen dat ze naar Jeruzalem gingen om de stad te bevrijden. Johannis vindt dit baantje eerst wel leuk maar aan het eind van het verhaal kan hij er niet tegen om te zien hoe al die kinderen als slaaf zouden moeten werken. Hij vertelt het verhaal aan Dolf en die vergaf de nep monnik al zijn zonden.



3. Perspectief

Het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van Dolf. Want af en toe kan je lezen wat Dolf denkt. Als Carolus bijvoorbeeld dood is dan had hij liever gehad dat Nicolaas dood was gegaan. Want hij mocht Carolus meer dan Nicolaas. Als hij aan het eind van het verhaal wordt teruggeflitst dan lees je ook de gevoelens van Dolf. Hij wil zich tegen iedereen verzetten omdat hij heel graag naar huis toe wil.



4. Samenvatting

Dolf woont in Amstelveen. Zijn vader kent twee professoren. DoIf gaat bij hun op bezoek, ze zijn bezig met een tijdmachine. Dolf wil graag zelf wel terug in de tijd. Dolf weet de professoren over te halen. Na een aantal voorbereidingen zal hij naar Frankrijk in de Middeleeuwen gaan. Maar door een foutje in de tijdmachine komt hij in Duitsland . Ze hebben afgesproken om Dol na een paar uur terug te flitsen. Hij moet dan op precies dezelfde plek staan, daarom markeert Dolf de steen waarop hij staat met zwart en geel krijt. Dolf gaat op weg naar het stadje in de verte. Na een paar honderd meter ziet hij drie mannen vechten. Het zijn twee mannen op paarden die een derde man op een ezel aanvallen. De man met de ezel heeft een grote knuppel waarmee hij zich aardig goed verdedigt. Dolf besluit de man met de ezel te helpen omdat hij het erg oneerlijk vindt dat 2 mannen tegen 1 man vechten. Samen verslaan ze de twee struikrovers. Samen lopen ze naar een plaats in het bos. De man met de ezel zegt dat hij Leonardo heet. Dolf stelt zich voor als Rudolf van Amstelveen. Ze kunnen elkaar niet gemakkelijk verstaan want Leonardo spreekt een oude taal die lijkt op oud Nederlands en op het Duits. Dolf leert Leonardo de Arabische rekenkunde. Na een tijdje praten ziet Dolf op zijn horloge dat hij terug moet gaan. Maar als hij terugloopt ziet hij op de weg alleen maar kinderen. Hij zoekt naar de steen. Opeens ziet hij een jongen staan op de plaats die hij gemarkeerd heeft. Hij probeert de jongen weg te krijgen maar hij wil niet weg. Plotseling is de jongen verdwenen. Dolf begrijpt dat het te laat is. Toch wachtte hij nog een tijd op de gemarkeerde steen. Er gebeurt niks. Nadat hij het verwerkt heeft dat een andere jongen is weggeflitst en niet hij, en dat hij niet terugkan naar zijn eigen tijd, gaat hij Leonardo zoeken. Als hij Leonardo gevonden heeft, besluiten ze samen met de kruistocht mee te gaan naar Spiers. Dolf en Leonardo zien hoe erg het met de kinderen is, kinderen met bloedkorsten op hun blote voeten en kinderen die van uitputting langs de kant van de weg sterven. Ze vragen aan kinderen waarom ze deze tocht ondernemen. De kinderen zeggen dat ze onderweg zijn om Jeruzalem te veroveren in opdracht van God. Ook zeggen ze dat Nicolaas uitverkoren is om de kruistocht te leiden. Als ze 's avonds bij Spiers aankomen doen de bewoners van Spiers de poort niet open om het kinderleger binnen te laten. Het kinderleger moet dus buiten in het open veld overnachten. 's Nachts breekt er een hevig onweer los en een deel van de stad Spiers verbrandt omdat de bliksem inslaat. De inwoners zijn er van overtuigd dat het een straf van God is omdat ze het heilige kinderleger niet hebben binnen gelaten en komen de volgende ochtend met voedsel naar de plaats waar het kinderleger overnacht. Na een "goede" maaltijd gaan de kinderen op weg. Dolf en Leonardo lopen in de achterhoede om uitgeputte kinderen op te pikken en die zetten e dan op de ezel van Leonardo. Dolf vraagt verder over de heilige zending. De kinderen vertellen dat een van de monniken genaamd Anselmus zegt dat de zee zal wijken net zoals hij dat deed voor Mozes. Dolf vindt dat de hele kruistocht niet goed geregeld is, daarom gaat hij naar de leiding daar vindt hij de twee monniken , Nicolaas en enkel baronnenkinderen. Hij zegt dat het beter kan en vertelt dat als je het in groepen verdeelt het veel beter gaat. Vooral Dom Anselmus is het niet eens met zijn plan maar omdat de andere monnik, genaamd Johannes, hem om weet te praten, mag Dolf zijn plan uitvoeren. Nadat hij de kinderen in groepen heeft verdeeld gaat het veel beter. Er sterven veel minder kinderen, er is meer voedsel en minder ruzie. Als ze aankomen in Rottweil worden ze niet echt gastvrij ontvangen. Er is niet veel voedsel meer. Dolf bedenkt dat hij nog Nederlands geldt heeft. Dit geld gaar hij wisselen voor de gangbare munt. Voor het geld wat hij krijgt koopt hij broden voor het kinderleger. Er worden ook een paar kinderen ziek. Ze blijken te lijden aan Scharlaken Dood (Pest). Hierdoor moet het leger een tijd bij Rottweil blijven. Dolf zorgt ervoor dat na een tijdje niemand meer aan de pest lijdt. Dom Anselmus wil om over de Alpen te komen een gevaarlijke route nemen, maar Dolf weet hem ervan te overtuigen dat ze beter een iets langere, maar veel minder gevaarlijke route kunnen nemen. Eerst steken ze het Karwendel gebergte over. Hierbij sterven veel kinderen. Als ze het Karwendel zijn gepasseerd komen ze in een gebied van een roofridder. Er worden ongeveer vijftig kinderen weggeroofd. Maar met een slimme list weten Dolf en 17 andere kinderen de geroofde kinderen te bevrijden. Daarna vervolgen ze hun weg en na een aantal dagen komen de Alpen in zicht. Ook de Alpen eisen weer veel slachtoffers. Na de Alpen denken veel kinderen dat ze bij de zee zouden komen, maar tot hun grote teleurstelling komen ze op een grote kale vlakte. Als ze op de Po-vlakte zijn sterft Carolus. Hij was voorbestemd om koning van Jeruzalem te worden. Tijdens de reis over die vlakte blijven veel kinderen in plaatsen waar het kinderleger langskomt. Ook Leonardo neemt afscheidt omdat hij naar zijn ouders in Pisa gaat. Met nog maar een groep van ongeveer 1500 kinderen bereiken ze de zee. De avond dat ze daar overnachten vertelt Dom Johannes dat de hele kruistocht een leugen is en dat als de zee niet zal wijken voor Nicolaas er schepen komen die de kinderen naar Afrika brengen om ze daar te verkopen als slaven. Die ochtend als het Nicolaas niet lukt de zee te latenwijken worden de kinderen zo boos op Nicolaas dat ze hem aanvallen en dat ze hem bijna vermoorden. Dolf weet de kinderen tegen te houden om mee te gaan op de boten die zogenaamd naar Jeruzalem gaan. Ook Leonardo duikt weer op, hij is de kruistocht achterna gekomen. Samen met Dolf probeert hij de kinderen te kalmeren. Een aantal kinderen wil toch nog door naar Jeruzalem. Dolf en Leonardo besluiten om samen met hen die verder willen verder te gaan naar Bari, een plaats in de punt van Italië. Daar aangekomen kunnen de kinderen met schepen naar Venetië, om daar de winter door te brengen en daarna weer verder te trekken. In Bari heeft Leonardo een bericht uit de toekomst gevonden, hij weet dit echter niet. Als ze in Brindisi zijn geeft hij het aan Dolf. Dolf is dolgelukkig en zegt tegen de kinderen dat als ze zo'n koker vinden het gelijk aan hem moeten geven. In Brindisi vindt Frank zo'n koker. Hij geeft hem gelijk aan Dolf. Dolf legt de koker op dezelfde plaats terug en het wordt teruggeflitst. Hij weet dat hij 24 uur later zal worden teruggeflitst. Als het de volgende dag bijna tijd is om te worden teruggeflitst komt er een stoet met mensen aan. Net als hij dreigt aan de kant te worden geduwd wordt hij teruggeflitst.



5. Eigen mening

Ik vind dit een leuk boek maar het enig nadeel is dat de schrijfster veel in herhaling valt. Als de kinderen ergens aankomen richten ze hun kamp op, eten ze en vertrekken ze. Dit is heel de tijd hetzelfde. Het boek is verder erg spannend, want ik hou wel van avontuur/oorlogsboeken. Het is niet zo voorspelbaar als ander boeken.



Titelverklaring:

Dolf is een jongen die in een kruistocht terecht komt met zijn kleren uit de twintigste eeuw. Dit is onder andere een spijkerbroek.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen