Boekverslag : Patrick Lagrou - Het Monster Uit De Diepte
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1372 woorden.

Titel: Het monster uit de diepte

Naam van de auteur: Patrick Lagrou



Het verhaal begint op zaterdag 18 maart en eindigt op 31 maart. Het speelt zich af op Long Islands. Het is een avonturen verhaal. Marijn is samen met zijn dolfijn Derby de hoofdpersoon. Het is jongen die wel van uitdaging houdt.



Blondy ( een zwarte met blonde haren) ging de zee op om kreeften te vangen. Wat hij onderwater zag die dag vergat hij nooit meer.

De vader van Marijn ( Ben Jansen) moest weg voor een project in de Stille Oceaan. Zijn moeder was ook weg met vriendinnen naar New York.

Toen hij zijn vader had uitgezwaaid op het vliegveld ging hij naar huis. In het dorp kwam hij niemand tegen. Daarom ging hij naar het politiebureau. Daar was ook niemand behalve één gevangene Percy ( de grootste zuiplap van het eiland). Samen met hem ging hij naar zee. Met de sloep van Percy gingen ze naar de dorpsgenoten die een heel eind verderop waren. Vrouwen en kinderen waren kleren uit de zee aan het halen. De mannen haalden allemaal whisky uit het schip.

Marijn ging met zijn dolfijn Derby in het water duiken. Daar zag hij de naam van het schip ( Comberbach) maar het was een raadsel hoe het schip gezonken was. Marijn dook ook nog in één van de blauwe gaten die daar veel voorkomen in zee. Daar zag hij een watervliegtuig met twee lijken erin.

Hij vertelde dit allemaal aan Roby. Toen Roby dit hoorde was hij sprakeloos.

Een paar dagen later werd Marijn opgebeld door professor Polype. Marijn ging meedoen aan een wetenschappelijk project. Tenminste dat dacht hij.

‘s Avonds zag Marijn een vuur. Hij ging er naartoe en kwam bij een blauw gat uit. In ééns kwam het water omhoog. Hij denkt dat er iets gevaarlijks in het water zit.

De volgende dag ging hij naar Roby, want die had nieuws voor hem. Toen hij het trapje afrende stond daar voor de derde keer een opengesneden sinaasappel, overgegoten met honing met daarin een stukje geknoopt koord en twee briefjes. Op het ene stond zijn naam en op het andere een T.

Roby die vertelde Marijn dat het watervliegtuig uit Brazilië kwam.

Diezelfde dag kwam professor Polype met de ‘Leviathan’ een heel luxe schip.

Marijn werd rond geleid door hem. Hij maakte meteen kennis met Yaël. Ze is een gemeen meisje, want ze haalt altijd gemene streken uit. Marijn moet samen met haar duiken.

Toen Marijn weer naar huis ging op zijn fiets kwam hij Yaël tegen. Zij zat op haar scooter. Ze zaten elkaar een beetje uit te dagen. Ze kwamen uit op een oude begraafplaats. Daar was ook een grot. Ze gingen daar naar binnen. Yaël pakte Marijn toen terug. Aan het eind hoorden ze water klotsen en een gil. Ze maakten dat ze weg kwamen.

Het was al laat toen Marijn thuis kwam. Thuis zat een oude vrouw ( Mama Loeka). Ze zou over vreemde krachten beschikken volgens de eilandbewoners. Mama Loeka waarschuwde Marijn. Het zou van diep komen en hem niet sparen.

De volgende dag ging Marijn samen met Yaël duiken. Ze gingen heel diep en zagen bijna niks. Toen ze op de bodem waren gingen ze verder over de bodem. Ze kwamen allemaal rode garnalen tegen wat Marijn heel vreemd vond. Plotseling voelden ze een soort stroming en zagen een reusachtig wit lichaam in de verte verdwijnen. Ze wilden weer naar boven. Na een tijd gezwommen te hebben kwamen ze erachter dat ze nog in de soort grot zaten. Yaël had niet genoeg lucht meer om naar boven te gaan dus kreeg ze lucht van Marijn die nog wel genoeg had. Toen ze bijna boven waren kwamen zagen ze het witte beest weer. Ze zagen dat het een blinde zeeschildpad was.

Later op de dag gingen ze weer duiken. Yaël ging op haar waterscooter en Marijn had zijn dolfijn. Ze mochten deze keer geen ‘grotten’ binnengaan. Ze moesten wel fluoresceïnepoeder loslaten. Zo konden ze zien of de gaten met elkaar in verbinding staan. Toen ze al weer een paar meter waren gestegen kwam er een school tarponvissen langs hen heen. Ze waren op de vlucht.

‘s Avonds kwam Roby langs. Hij had weer nieuws. Ene John Stevens had het watervliegtuig gecharterd. Verder wist hij niks. Toen Roby weg waas hoorde hij een jeep. Hij achtervolgde de jeep. In de jeep zaten drie bemanningsleden van de ‘Leviathan’. De mannen gingen naar de oude begraafplaats en naar de grot die daar is. Op het kerkhof was ook nog een meisje. Na een paar minuten vertrokken de mannen weer. Marijn achtervolgde het meisje. Ze kwam uit bij een hut. Marijn wist toen wie daar woonde ( Mama Loeka).

De volgende morgen werd Marijn wakker door een helikopter. Hij had zich expres verslapen, omdat hij niet meer mee wilde doen aan het project. Maar de professor had Derby al verplaatst naar de plek waar ze vandaag gingen duiken. Toen kon Marijn niet meer weigeren. Hij moest samen met Yaël de ‘grotten’ verkennen. Ze werden vastgemaakt aan een touw.

Yaël had na een tijdje niet meer zoveel lucht dus ging Marijn alleen met Derby verder. Na een tijdje was de lijn van hem doorgebeten. De andere bemanningsleden konden hem niet gaan zoeken, omdat het water te troebel was.

Derby was in één keer heel hard gaan zwemmen met Marijn. Daarom had hij ook niks van het touw gemerkt. Toen kwam hij in een ruimte waar een roze dolfijn was. Daar zag hij ook dat meisje weer. Ze heet Talitha. Zij wees hem de weg. Die kwam uit in de grot bij de graftombe. Hij mocht niks vertellen over de roze dolfijn en dat deed hij ook niet.

Talitha ging Marijn waarschuwen dat de roze dolfijn in gevaar was. Ze gingen naar de plek toe waar hij zat. Duikers waren al bezig met hem. Ze waren net te laat om hem te redden.



Marijn en Talitha konden niet meer uit de grot komen en ze moesten diep duiken om toch nog bij een uitgang te komen. Marijn raakte verstrengeld en raakte buiten bewustzijn. Toen Marijn weer bij kwam was hij bij Talitha. Daar was ook een overlevende van de schipbreuk. Jean-Baptiste was zijn naam. Hij had ook het watervliegtuig gezien en vertelde alles daarover aan Marijn. Marijn wist nou waar hij Derby en de roze dolfijn konden vinden.

Marijn ging samen met Talitha naar Los Angeles. Daar was het complex waar de dolfijnen moesten zijn. Voordat ze gingen had Mama Loeka hen nog gewaarschuwd voor het monster dat zou gaan ontwaken.

Toen ze eenmaal in het complex waren hadden ze al gauw de dolfijnen gevonden. Ze kwamen ook nog Yaël tegen. Zij had hen niet gezien. Ze achtervolgden haar. Zo kwamen ze in een kamer waar geen onbevoegden mochten komen.

In één keer zaten ze in een soort betovering. Alles ging vanzelf. Ze gingen naar het strand. Daar kwamen ze ene Dick tegen. Hij ging walvissen kijken in zee. Marijn en Talitha mochten mee. Toen de walvissen er waren konden ze er van alles mee doen. Ze lieten de walvissen tegen de netten aanzwemmen. Zo konden er al wat dieren vrijuit gaan. De aarde beefde al elke keer. Daardoor ontstonden er scheuren in het gebouw waar water uitliep. Die schokken werden veroorzaakt door ‘het monster’.

Marijn en Talitha konden net optijdt alle dieren bevrijden. Daarna stortte het gebouw in. Ze gingen terug naar de boot. Nou zat er nog een andere man bij in de boot. Het was de vader van Marijn. Toen ze allemaal in de boot zaten kwam er nog een tsunami. Die hadden ze wel overleefd.

Ze zaten op hulp te wachten. Ondertussen vertelden ze elkaar wat ze wisten. Zo werd alles duidelijk.

Jean-Baptiste vertelde dat de roze dolfijn aan boord was bij het watervliegtuig. De dolfijn was vrijgekomen toen het vliegtuig het ongeluk kreeg.

Ben Jansen was in het complex bewaker.

De reddingswerkers hadden het over een roze dolfijn. Toen wisten Marijn en Talitha dat de dolfijnen het hadden overleefd, want Derby hadden ze al gezien.



Mening:

Ik vond het wel een leuk boek, want er gebeurde heel veel in. Soms vond ik het wel spannend. Vooral op het laatst in het complex. Het boek heeft me niet aan het denken gezet. Je kon niet echt met de persoon meeleven. Het verhaal was niet in de ik- vorm geschreven.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen