Boekverslag : Bart Moeyaert - Wespennest
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2580 woorden.

Bibliografie
Uitgave: Jonge Lijsters Nr. 4
Jaartal: 1999
Omslagontwerp: Basisontwerp omslag Hens Bockting (UNA)Fotografie Marten Aukes


Samenvatting
LEZER

ONTSPANNEND LEZEN

1. Titel

Pagina 74:

Als door een wesp gestoken draaide Rudi zich om en beende weg naar de keuken, met een klap van de deur van buiten.

Pagina 91:

Wolf vergelijkt het dorp met een wespennest:

‘Ik wil…’ Wat wil ik? Wat wil ik in hemelsnaam beginnen tegen het hele dorp?
‘Ik kan het niet uitleggen,’ zucht ik. Mijn hand, die tot mijn schrik op zijn been terechtkomt, til ik geschrokken op, maar hij legt er zijn hand overheen en zegt – bloedserieus:
‘Wat wil je in zo’n wespennest?’ Ik zoek zijn ogen in het donker. Ik zoek naar woorden in mijn hoofd. ‘Wespennest?’ zeg ik uiteindelijk.
Hij zet zich af tegen de muur, en gaat op zijn knieën voor me zitten. Even is alleen het gezoem van de muggen te horen, dan weer alles: het geritsel van de bladeren, de muziek uit de hemel.
‘Je kunt kiezen,’ zegt hij. ‘Of je boort je vinger in het nest en je komt onder de bulten te zitten, of je holt heel hard weg.’ Hij buigt zich naar me toe en fluistert: ‘Als ik jou was, zou ik voor het tweede kiezen. Je bent tenslotte alleen, Suzanne.’

Ook kan je het dorp als een wespennest zien omdat iedereen er heel dicht bij elkaar leeft en er heel veel geroddeld wordt (gezoemd).

Pagina 107:

Suzannes hoofd is hier als een wespennest, het zoemt in haar hoofd. Suzanne is de controle over zichzelf verloren, ze is heel erg verward…

Ik weet niet hoe lang ik daar sta. In het zoemende geluid in mijn hoofd vallen gaten, en er komen stemmen en geluiden die ik niet thuis kan brengen voor in de plaats. Ik probeer de stemmen te herkennen, de geluiden thuis te brengen. Ik kan niet uitmaken of het gezoem in mijn oren erbij hoort, en of het wel gezoem is. Of het niet gewoon het geronk van een auto in de verte is.



2. Mooie passage


3. Inhoud

Het leven van de 14-jarige Suzanne Dantine lijkt volledig vastgeroest. Haar vader werd op haar zevende verjaardag gedood door een verdwaalde kogel, wat meteen het einde betekende van haar prinsessenleventje. Haar moeder is nauwelijks in staat om het verlies van haar man te verwerken. Ze wil rust in haar leven en zet voortdurend een masker op voor de buitenwereld. De hele dorpsgemeenschap is achterbaks en intolerant: iedereen roddelt er maar op los en wil zo snel mogelijk de hondenkennel van Heleen en Rudi weg. Het lawaai verstoort immers de rust in het dorpje…

Op een bepaald moment scheurt er een knappe jongeman met zijn scooter over het dorpsplein, hij brengt onrust in het dorpje, maar vooral onrust in het hart van Suzanne. De jongen, Wolf, laat Suzanne de wereld achter het dorp zien en leert haar zelfstandig handelen. Suzanne wil “de vrede” in het dorp herstellen, ze is het voortdurende geruzie over de honden kotsbeu en is de enige die de petitie tegen de hondenkennel weigert te tekenen. Aanvankelijk steunde Edith Heleen (omdat ze weet dat Rudi zich zal wreken op Heleen), maar uiteindelijk loopt ze dan toch mee met de massa.

Op de avond van het bruisende zomerfeest lukt het Suzanne om de hondenhokken open te zetten en drijft ze de meest gehate persoon, Rudi, recht in zijn ongeluk.


4. Personages

Edith
· moeder van Suzanne
· vrouw van Wout
· houdt van eerst en daarna
· hield zielsveel van haar man
· is verbitterd (heeft de dood van haar man nog niet verwerkt)
· wil opkomen voor Heleen, maar bezwijkt onder de druk van het dorp
· kon/kan de opvoeding van Suzanne niet aan
· is haar levenslust verloren, kan niet meer genieten
· hangt de zielige weduwe uit (wil medelijden)
· leest graag romantische boeken

Suzanne
· de dochter van Wout en Edith
· 14 jaar, geboren op 3 oktober om 16.15 u.
· enig kind
· heel emotioneel
· mist haar vader heel erg
· schaamt zich voor haar moeder
· heeft geen echte vrienden/-innen
· verdedigt Heleen en haar honden
· wordt verliefd op Wolf, de jongen met de scooter
· wordt nog als kind beschouwd door het dorp
· is heel hard voor haar moeder

Walda
· buurmeisje van Suzanne
· 18 jaar oud
· Suzanne noemde haar vroeger haar beste vriendin
· bewonderenswaardige grote mond (fig.)
· betweter, ziet zichzelf als volwassene en Suzanne als een kind
· geeft Suzanne een tongkus
· snakt naar vrijheid

Meneer Dantine, Wout
· dierenarts
· vader van Suzanne
· lieve man
· zorgt goed voor zijn vrouw en dochtertje
( samen vormen ze een heel gelukkig gezinnetje )
· wordt doodgeschoten bij de opening van de jacht

Dokter Bock
· dokter van het dorp
· op het ogenblik van de bevalling is hij naar de bridgeclub in de stad
· een heer die het leven ernstig neemt

Wolf(gang)
· lange zwarte haren
· erg mooie jongen
· heeft een scooter

Heleen
· getrouwd met Rudi
· een gelovige vrouw
· vroedvrouw op pensioen
· beste vriendin van Edith
· liefdevol en zorgzaam
· vergevingsgezind
· bezit een hondenkwekerij
· woont bij de boomgaard
· niet gelukkig: haar man slaat haar, ze heeft geen kinderen (Rudi wil er geen)
· wil dat de kennel blijft (Rudi concentreerd zich dan op de honden i.p.v. op Heleen)

Rudi
· man van Heleen
· bruut en ongevoelig
· heeft alleen honden in zijn kop (grote honden, hij wordt zenuwachtig van kleine en als hij kleine groot kon schoppen, schopte hij ze groot)
· agressief, gewelddadig
· slaat zijn vrouw
· harde, koele stem

Amanda
· de sprekende dorpskrant (alles wordt van raam tot raam doorgezegd)
· houdt de dorpswinkel open

Carla
· de moeder van Walda
· de buurvrouw van Edith
· zegt wat ze denkt
· lawaaierig type
· kan goed wafels bakken

Volcker
· jonkheer
· eigenaar van een landhuis met ommuurde tuin en het Volckerbos
· Suzanne heeft hem nog maar een keer in haar leven gezien

Boer Westwei
Melker Bruwaen
Varkensfokker Meerten
David, de weduwnaar
Frieda van de volksdansvereniging
Pastoor Drecht


5. Plaats en tijd

Plaats

Een landelijk gelegen dorpje (Groenendale):
- in het centrum van het dorpje staat een kerk
- er is een dorpswinkel, waar je alles kan kopen
- voor de kerk is er een plein
- alle huizen staan rond het plein
(de huizen staan heel dicht rond de kerk)
- alles wordt van raam tot raam verteld
- links van de kerk is er een grasveldje
- rechts van de kerk is er een kerkhof
- naast het kerkhof is er een pad die de heuvel op loopt
(haar voeten ploegden door de modder van het pad voor wandelaars uit de stad, en halverwege dook ze door een heg. In het weiland liep ze zigzag. Daar waren koeien en koeienvlaaien. Het gras striemde langs haar enkels)

Tijd

Eerste verhaallijn:
de eerste zeven levensjaren van Suzanne Dantine (het verleden)

Tweede verhaallijn:
in de zomer (het heden)

Algemeen:
Er is geen enkele concrete tijdsaanduiding in het boek te vinden. Ik denk dat het verhaal zich ergens in de jaren zeventig afspeelt. Er zijn reeds auto’s en scooters op de markt, maar zo’n dorpje, waar iedereen uit het venster hangt is nu niet meer te vinden. Ook de jongen die de dorpsbewoners komt entertainen met zijn touwtjespoppen hoort niet thuis in onze huidige tijd. Jonkheer


6. Vertelsituatie

Verteltijd

111 bladzijden verdeeld in 19 hoofdstukken:

7 hoofdstukjes uit het verleden (flashbacks) + 12 hoofdstukjes uit het heden
Zeg het hem: het komt. I
Je liep! Je liep! 2
Waar woont Roodkapje? 3
En toch moet je nog groeien. 4
Een verrassing. 5
Zeg dag papa. 6
Jij wil kleuren. 7
8, 9, I0, II en I2



Vertelde tijd:

Het verhaal begint (na een flashback) op een warme zomermiddag, op de dag van het jaarlijkse dorpsfeest, het zogenaamde Zomerfeest. Het eindigt ’s nachts, wanneer Suzanne (terwijl iedereen aan het feesten is) de honden uit hun hokken bevrijdt.
è van ’s middags tot ‘s nachts

Vertelstandpunt:

Personale verteller: het verhaal is in de ik-vorm verteld, Suzanne is aan het woord en we zien alles wat gebeurt als het ware door de ogen van Suzanne, maar eigenlijk weten we meer dan wat zij kan weten. Er wordt ons soms verteld wat andere personen denken, hoe ze zich voelen… en dit is iets wat Suzanne eigenlijk niet kan weten.
Bijvoorbeeld p.10 :
Heleen draaide de kraan dicht. Ze dacht: kijk mij glimlachen. Ik trek mijn mondhoeken in de plooi en kijk: ik glimlach niet meer. Nu past mijn mond bij mijn ogen. Kijk hoe gekrompen ik ben. Kijk mijn schort, te groot. Kijk mijn mouwen, te lang. Kijk mijn handen, hoe pezig.


INTERPRETEREND LEZEN

1. Taalgebruik

Een aantal zinnen uit het boek die ik heel mooi of grappig vind…

2. Bouw

Suggestief, filmisch geschreven in twee tijdlagen.

3. Motieven en thema

Het Thema

puberteit
zelfstandig handelen
haat, woede
roddelen
dood en rouw
gebroken gezin
harde leven
liefde
streven naar rust
de bekrompenheid van sommige dorpen.
agressie in het huwelijk

De motieven

Sprookjesmotieven

Het getal zeven:
Op mijn zevende verjaardag kwamen zeven jagers, zeven honden, veertien drijvers en een jachtmeesteres.

Roodkapje en de wolf:
- bij de geboorte: Oh, wat heeft dat kind grote oren!
- haar moeder vertelde sprookjes voor het slapengaan (o.a. dit sprookje)
- de jongen Wolf(gang)
- haar vader wordt gedood door een jager, roodkapje wordt gered door een jager
- de wolf eet Roodkapje niet op, maar (de) Wolf helpt haar
- het bos waarin Roodkapje verdwaald: het Volckerbos

Honden
- de honden uit de kennel (Rudi’s honden)
- Suzanne wil zo graag een hondje, en haar vader heeft er ooit eentje beloofd
- de kinderen spelen ‘voetbal’ met een weggelopen hond (uit de kennel)

Verliefdheid
Suzanne is direct verliefd op de plotse verschijning van een jongen op een scooter. Misschien gewoon omdat het iemand nieuws is inhet dorp en omdat er eindelijk een beetje verandering in zicht is?

Gezin Feest Vriendschap Grijs Mooi Kleuren

SUZANNE DANTINE WORDT WESPENNEST

Wespennest is een bewerking van het in 1989 bij Averbode verschenen jeugdboek Suzanne Dantine. Een vergelijking tussen beide verhalen maakt de evolutie van Bart Moeyaert duidelijk. Een aantal ingrijpende veranderingen zorgt ervoor dat het niet langer een echte jeugdroman blijft. Op die manier hoopt de Nederlandse uitgeverij Querido een lezerspubliek aan te spreken dat doorgaans massaal afhaakt bij de overstap van de jeugdroman naar de volwassenenliteratuur.

ð In de eerste plaats kregen een aantal personages een andere naam. Zo werd Malmo vervangen door Walda.
ð Daarnaast is het onderscheid tussen heden en verleden veel duidelijker in “Wespennest”. De hoofdstukken zijn niet allemaal getiteld zoals in Suzanne Dantine, maar de flashbacks zijn getiteld en de hoofdstukken over het heden kregen een nummer.
ð Het eerste hoofdstuk van Suzanne Dantine vangt aan met de komst van de jongeman, Wolf (heden). Terwijl “Wespennest” begint met de beschrijving van Suzannes geboorte (flashback). Op die manier wordt er niet langer gemikt op een tienerpubliek, maar op een leeftijdsloos publiek.
ð De epiloog waarin Suzanne, Edith en Heleen verhuizen naar Brussel, werd geschrapt. Zo werd het happy end vervangen door een open einde.
ð De klemtoon ligt niet langer op de relatie van Wolf en Suzanne, maar op de complexe moeder-dochterrelatie.
ð Het verhaal speelt zich niet langer af in Vlaanderen, maar op een neutraler gebied. Dit als gevolg van de overstap van de Vlaamse uitgeverij Averbode naar het Nederlandse Querido.
ð Ook spreekt Heleen niet langer Vlaams, ze heeft AN geleerd.


RECENSIES EN BRONVERMELDING
Heimwee in een feestend dorp door Muriel Boll (De Stem)

Het is een mooi en tegelijkertijd een droevig verhaal, het wordt zo verteld dat je meteen begrijpt waarom alles gaat zoals het gaat. En met dat begrijpen is er direct de heimwee, want het betekent immers ook dat je weet dat het leven niet altijd zo mooi is.

Onrust in het dorp door Bregje Boonstra (De Groene Amsterdammer)

Bart Moeyaert schreef een jongerenroman bij uitstek, maar er is een zwakke opbouw in twee tijdlagen. Suzanne die als klein meisje een stuk van haar eigen levensverhaal vertelt, is ongeloofwaardig en bovendien wordt het ritme van heden en verleden op driekwart van het boek hinderlijk afgebroken. Wezenlijk beter is slot, waar de schrijver scherp inzoomt op Suzanne en haar de macht over de gebeurtenissen en het eigen leven gunt.

Een sprekend puberhart door Marjoleine De Vos (NRC Handelsblad)

Alles is in dit boek begrijpelijk en alles is in dit boek, maar ook alles is bijna verschrikkelijk. Het leven is niet lief. De schrijver beschrijft precies en subtiel het menselijk tekort.

Een jeugdboek wordt volwassen door Karin van Camp

Een vergelijking tussen beide verhalen maakt o.m. duidelijk hoe Moeyaert in die acht jaar geëvolueerd is, en hoe kritisch hij zijn eigen jeugdboek onder de loep heeft genomen.


Literatuur geschiedenis
Bart Moeyaert werd geboren in Brugge op 9 juni 1964. Hij volgde de kunsthumaniora in Gent, en daarna een lerarenopleiding Nederlands, Duits en geschiedenis in Brussel. Maar Bart is niet in het onderwijs gestapt. Hij begon al vroeg te schrijven, en daar maakte hij zijn full-time bezigheid van. Naast zijn boeken schrijft Bart artikels voor tijdschriften, en af en toe iets voor de televisie. Hij doet ook vertaalwerk.

Bart houdt van schrijven (natuurlijk!), lezen, toneel, olieverfschilderen, (onverwachte) feestjes bouwen, zwemmen (nodig tegen het stilzitten), de collectie filmmuziek uitbreiden, lange strand-wandelingen maken (met de hond Echo), in de tuin werken, (lezen over) interieur en design, de spaghetti van een eethuis in Brussel en de gebakken ribbetjes van een restaurant in Antwerpen. Hij gaat ook graag het land uit, of het land in. Tot hiertoe was dat altijd binnen de grenzen van Europa.

Bart zat altijd al met letters in zijn hoofd. Versjes en kortverhalen verzinnen. Hij vrat boeken, vanaf het moment dat hij kon lezen. De kleine Bart dacht dat schrijvers hun boeken helemaal zelf maakten met papier, schaar, lijm, karton en een drukmachientje. Hij deed dat dus ook zo; hij was gek op knutselen en tekenen... Een lange tijd hield hij een dagboek bij, waarin hij vertelde wat hij meemaakte, maar waarin hij ook fantaseerde. Hij praatte met een denkbeeldig vriendinnetje, Judith. Zij werd Liselot in zijn eerste roman, Duet met valse noten. Hij was nog net geen zestien, toen hij dat boek afwerkte. Het verscheen op zijn negentiende. De Lander in het boek is hijzélf. Dit Duet met valse noten (1983) werd met de prijs van de Vlaamse kinderjury in de categorie 13-15 jaar bekroond en maakte Moeyaert meteen tot dé nieuwe belofte van de Vlaamse jeugdliteratuur. Met dit boek 'heeft hij een eigen vorm veroverd', zo meende ook Joke Linders. Vanuit de beleving van de hoofdpersonen Lander en Liselot wordt het verhaal verteld van een idyllische liefde, die door een zwaar ongeluk verstoord wordt.

Terug naar af (1986), over een vijftienjarige dromer die veel moeite heeft weer greep op zijn leven te krijgen nadat hij voor wiskunde is gezakt en daardoor het jaar moet overdoen, was Moeyaerts tweede boek. Over zijn derde boek, Suzanne Dantine uit 1989, heeft hij wel opgemerkt dat hij het beschouwt als zijn echte debuut. De eerdere boeken ziet hij als leergeld. Suzanne Dantine (waarvan de derde, geheel herziene druk in 1997 door Querido werd uitgebracht onder de titel Wespennest) beschrijft één dag uit het leven van een veertienjarig meisje dat in de knoop zit met het verleden en de toekomst en zich verantwoordelijk voelt voor de dreigende sfeer die tijdens het jaarlijkse dorpsfeest ontstaat.

Voor uitgeverij Zwijsen heeft Moeyaert sinds 1989 een aantal boeken geschreven voor de allerjongste groep kinderen: van beginnende lezertjes tot circa achtjarigen. Dat hij er ook uitstekend in slaagt in eenvoudige woorden en korte zinnetjes op een herkenbare manier emoties op te roepen, bewijst onder meer Voor altijd, altijd, in 1992 verschenen in de Bizon- reeks. Het is een gevoelig en poëtisch verhaal over de verwarring van een klein meisje dat met de onomkeerbaarheid van de dood wordt geconfronteerd. Het boek werd in 1993 bekroond met een Boekenwelp.

Een jaar eerder was zijn novelle Kus me bekroond met de Boekenleeuw, de belangrijkste prijs voor jeugdliteratuur in Vlaanderen. Het is het verhaal van vier pubers die elkaar op een hete zomermiddag ontmoeten bij een meer. Ze koesteren allen een geheim en aarzelen of ze dat met de anderen zullen delen. Veelal hebben die geheimen te maken met hun ontluikende seksuele gevoelens. De novelle werd door de critici in Vlaanderen en Nederland op veel lof onthaald. De strakke, filmische opbouw in dertien scènes, de knappe opbouw van de spanning die geheel is terug te voeren tot de verhoudingen tussen de personen en de veranderingen die zich daarin tijdens één middag voltrekken, en de beeldrijke en suggestieve werden alom geprezen.

Tot de meer recente boeken van Moeyaert, die in 1998 genomineerd was voor de Hans Christian Andersen Prijs, behoren Mansoor (1996), een voor de Gouden Uil genomineerd verhaal over twee kinderen die hun nichtje een giftig kruid laten eten, De brief die Rosie vond (1997) en Haas en hond: vriendschap op acht poten (1998), een fraai prentenboek over dieren die onverdraagzaamheid overwinnen.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen