Boekverslag : Boudewijn Büch - Het Dolhuis
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2654 woorden.

Gegevens boek.

Titel : Het Dolhuis
Auteur : Boudewijn Buch
Uitgeverij : De Arbeidspers
Gelezen druk : 1987
Aantal pagina's : 186

Korte berschrijving inhoud.

Ik wist bij dit boek niet echt precies hoe ik de inhoud weer moest geven en aangezien het een mondeling wordt heb ik het op twee manieren weer gegeven: een echte samenvatting, en een beschrijving per hoofdstuk.

Het dolhuis is een roman over hoe een levenslustig, vrolijk en onschuldig kind terechtkomt in een krankzinnigeninrichting en daar nog tot ver in zijn latere leven de pijnlijke gevolgen van ondervindt. Want al is hij dan rond de veertig jaar oud en maatschappelijk meer dan geslaagd, Winkler Brockhaus wordt nog dagelijks achtervolgd door een hardnekkige depressies : 'zelfs in mijn slaap ben ik somber,' bekent hij tegen een vriendin.
De behandeling die hij jaren geleden in Huize Kindervrede kreeg was er niet bepaald op gericht om hem geestelijk snel weer op de been te helpen, eigenlijk was hij ook helemaal niet gek. Maar het waren de jaren vijftig en de toen had men nog andere opvattingen over de psychiatrie.

Beschrijving per hoofdstuk.

Winkler wordt door mevrouw Sprong naar een >vakantie oord= gebracht, zo wordt hem tenminste verteld. Hij gaat echter naar Huize Kindervrede, een huis voor gekke, gestoorde kinderen. Winkler weet niet waarom hij daar zit en vindt het helemaal niet leuk. De zusters zijn gemeen en hij mag nooit iets doen of zeggen wat je wilt. De zusters bepalen alles, wat zij zeggen is waar en ze hebben altijd gelijk, ook al is het niet zo of is Winkler het er niet mee eens. Ze zeggen altijd dat de kinderen gek zijn en dat ze, als ze goed naar de zusters luisteren misschien ooit nog goed terecht kunnen komen. Als je iets verkeerd doet of niet luistert wordt dat gemeen en streng afgestraft. Zo worden de kinderen geslagen en moeten ze naakt in de ijskoude badkamer staan. Kinderen kunnen zich daar niet goed ontwikkelen en worden daar vanzelf wel echt gek, of houden er traumatische ervaringen aan over. Zo valt Tommy in een kokend hete pan als hij en Winkler aan het aardappels schillen zijn voor straf. De zusters geven Winkler de schuld van Tommy zijn dood, maar het is zijn schuld niet. Het trappetje waar Tommy op moest klimmen om de aardappels in de pan te gooien was gewoon gammel en veel te glad. Winkler schrijft wel veel naar huis, hij krijgt echter nooit antwoord. De zusters lazen eerst de brieven en wat ze niet goed vinden moest Winkler dan uitknippen en de rest mocht hij een brief van maken. Later blijkt echter dat deze brieven nooit verstuurd zijn, maar gewoon daar bewaard werden. Door een soort psychiater in dat tehuis, waar de kinderen veel heen moeten, om hun geest op te ruimen.
Na een jaar mag Winkler weer naar huis.Zijn vrijheid is gek voor hem. Zo merkt hij als hij op het station staat dat niemand op hem let en gaat hij keihard gillen. Als niemand hem raar aankijkt of er iets van zegt stopt hij er maar mee en gaat weer verder, al genietend van zijn vrijheid. Thuis blijkt er dan wel veel veranderd te zijn. Zijn familie doet anders tegen hem en de mensen uit het dorp ook. Winkler weet niet waarom.
Nu 30 jaar later beheerst zijn trieste jeugd en alle herinneringen en vragen nog steeds zijn leven. Hij wil bepaalde dingen weten en dezelfde vragen spoken steeds door zijn hoofd. Zelfs als hij seks heeft denkt hij nog terug aan zijn treurige jeugd en gekkenhuis, zoals hij dat noemt. Hij wil het gewoon weten. Als zijn vader is overleden gaat hij naar mevrouw Sprong toe. Zij vertelt hem alles.
Dat hij niet naar het gekkenhuis was gestuurd omdat hij echt gek was, maar om hem bij zijn vader weg te halen. Zijn vader wilde zijn moeder kapot maken en daarvoor gebruikte hij Winkler, om hem vervolgens ook kapot te maken. Hij misbruikte Winkler en zijn moeder en het hele dorp wisten ervan. Dat kon allemaal niet en daarom werd Winkler weggestuurd om hem ver bij zijn vader vandaan te houden.
Tussen zijn vader en hem was de relatie dus incestueus.
Mevrouw Sprong woonde bij hen in, maar had ook een relatie met zijn vader gehad, zijn moeder wist hiervan. Winklers vader woonde vroeger, voordat hij trouwde bij mevrouw Sprong in en had toen al een relatie met haar. Het was vanzelfsprekend dat ze ook later gewoon bij hen zou blijven wonen.
Zijn moeder was nooit bij zijn vader weggegaan omdat ze bang voor hem was en hem toch op de een of andere manier nodig had. Winkler krijgt dus op al zijn vragen antwoord. Je zou denken dat het hem oplucht en hij het nu kan verwerken, maar niets is minder waar.
Hij gaat ook nog naar zijn moeder. Eerst wil deze niet praten, uit schaamte en schuldgevoel, maar ze doet dat later toch. Winkler doet heel vijandig tegen haar, alsof hij haar alles verwijt. Maar dat zou hij juist zijn vader moeten verwijten, maar over de doden niks slechts
Zijn moeder vertelt ook dat ze, toen zijn vader nog bij mevrouw Sprong woonde als hoer had gewerkt. Zijn vader had haar daar uit gehaald. Dat was ook de reden waarom ze niet bij hem weg kon gaan. Als ze dat zou doen dan zou hij het hele dorp vertellen dat zij een grote hoer was, en dat wilde ze niet.
Toen Winkler naar het gekkenhuis ging wilde zijn vader hem ook liever niet meer terugzien. Voor hem was hij op, gebruikt, een beetje dood zelfs.
Winkler zet het daarna weer op een drinken in het Drinkpaleis bij Göttge en hij wil dood, zegt hij. Maar dit wilde hij al zo vaak. Solange die ook met hem in het café zit zegt dan ook >Jezus, wat zal die verzekeringsmaatschappij van jou blij zijn dat je maar één keertje kan overlijden. Die firma zou van jou over de kop zijn gegaan.=

Het thema en de motieven.

Het thema van dit boek is volgens mij: relatie=s, alles heeft met, al dan niet verstoorde, relatie=s te maken ook als je kijkt naar de motieven zul je zien dat dit het juiste thema is. Alle relaties die in het boek voorkomen zijn bijna slecht, worden slecht, of zijn al kapot.
Vader-zoon relatie: De relatie tussen Winkler en zijn vader is incestueus dit komt steeds weer naar voren in het verhaal. Winkler is weg gestuurd voor zijn vader. Zijn moeder die eraan kapot gaat. Alles verwijst terug naar die relatie. De rol van zijn vader is heel belangrijk voor de verdere ontwikkeling van Winkler.
Angst:Winkler heeft wel een zekere angst voor zijn vader en de relatie berust ook op seks (incest). Winkler is ook onzeker, dat is een ander motief hierbij. Doordat hij onzeker is stelt hij zich kwetsbaar en als een makkelijke prooi op.
De natuur: Hij en zijn vader gaan vissen in de natuur en dat maakt hun band zo sterk, dat komt omdat dat het moment is waarop zijn vader met hem kan doen wat hij wilt. Hij wordt ook geoloog. Winkler houdt van reizen om de natuur en de cultuur ergens anders te zien.
Eenzaamheid: Toen hij klein was was Winkler al eenzaam. Omdat hij anders was dan andere kinderen van zijn leeftijd. In het gekkenhuis is hij helemaal eenzaam en zo voelt hij zich ook. In de steek gelaten door alles en iedereen. In zijn latere leven is hij ook erg eenzaam en kan hij de draai in zijn leven niet echt goed vinden. Eenzaamheid loopt als een rode draad door zijn leven.
Dood: De dood komt veelvuldig voor. Tommy die in de kokend hete pan valt, zijn vader die overlijdt als Winkler 22 is en mevrouw Sprong die ook overlijdt. Zelf wil Winkler ook vaak dood. De dood trekt zijn aandacht. De angst voor de dood en dan soms weer de drang om te willen weten hoe het is om dood te zijn.

Het perspektief.

Het boek is in een personaal perspektief geschreven, soms komt hier echter een vertelleres perspektief doorheen. Er is dus sprake van een wisselend perspektief. Normaal geef ik er een citaat bij waar dat uit blijkt, maar we moesten het boek al inleveren dus dat lukte niet....

De personages.

Winkler:
Winkler Brockhaus: Toen, een jongetje van 10 jaar, die door zijn ouders naar een gesticht >Huize Kindervrede= werd gestuurd in Brabant. Hij is een klein ventje met te korte benen. Soms praat hij rap, maar doordat hij stottert kan hij meestal zijn gedachten niet snel genoeg verwoorden. Hij is daardoor een vlotte denker geworden die alles in een dagboek opschrijft. Hij is een nieuwsgierig jongetje dat graag achter alles het >waarom= wil weten, een klein wijsneusje. Hij is een beetje brutaal en heeft overal wel wat op te zeggen. De zusters in >Huize Kindervrede= maken daar snel een eind aan. Ze straften zijn brutaliteit af met strenge straffen.
Het gezin waar Winkler uit komt bestaat uit een vader, moeder en nog drie broers. De oudste heet Brit en dan nog twee jongere: Meyer en Laroux. Er woont ook nog een oudere dame bij hen in huis, mevrouw Sprong.
Ze woonden met zijn allen in een klein dorpje dichtbij Den Haag gelegen. De vader-zoon relatie tussen Winkler en zijn vader was geen gewone, er was sprake van incest.
Nu bijna 30 jaar later is Winkler geoloog. Hij houdt van reizen, schrijven, drinken en seks. Hij probeert altijd zijn romans te slijten bij een uitgever, deze heeft daar echter geen interesse in. Dat maakt Winkler wel eens moedeloos, vooral als hij toch al niet in een goed humeur is.
Gefrustreerd door zijn trieste jeugd is hij altijd somber. Zijn mislukte relatie met Solange zit hem dwars, hij denkt aan haar als hij toch al in een dipje zit. Hij wordt dagelijks achtervolgd door treurigheid. Hij drinkt te veel in de bar bij Göttge, waar hij geen vaste relatie mee heeft, maar wel seks. Hij scheldt haar vaak uit en behandelt haar een beetje als een stuk vuil.
Veel vragen over vroeger spoken door zijn hoofd. In hoeverre was hij eigenlijk gek geweest? En wat was er nu precies tussen hem en zijn vader voor gevallen? Welke rol had mevrouw Sprong in hun gezin gespeeld? En waarom was zijn moeder nooit bij zijn vader weggegaan als deze haar het leven echt zo zuur maakte? Zal hij op deze vragen ooit antwoord krijgen?
Winkler is een round character(een open verhaal figuur), je komt gedurende het verhaal steeds meer over hem te weten.Hij ontwikkeld zich van een nieuwschierig, onschuldig jongetje tot een depressieve man
De vader van winkler:
Een man die veel macht wil hebben. Hij is psychriatisch gestoord door de oorlog en draagt dit met zich mee. Hij wil veel macht hebben, dat is een soort kick voor hem. Hij wil dat mensen hem aardig behandelen, maar zelf kwetst hij mensen. Hij gebruikt sex en vreemdgaan als een middel voor onderdrukking, hij is een egoist.
Hij gaat altijd met Winkler naar de duinen en daar misbruikt hij hem. Winkler ziet dat niet zo, hij houdt van zijn vader. Hij heeft ook een relatie met mevrouw Sprong gehad.
Hij behandelt de moeder van Winkler oneerlijk en doet haar veel pijn. Dit weet hij en daarom gaat hij er juist mee door. Voor zijn kinderen is hij wel aardig. Hij laat mensen graag zien dat ze afhankelijk van hem zijn en hij niet van hen. Hij is sadistisch en maakt mensen graag kapot ( van binnen).Winkler is 22 als zijn vader overlijdt.
Je zou kunnen zeggen dat de vader van winkler ook eenround character is, je komt steeds meer over hem te weten, hij ontwikkeld zich. Maar dit is meer vanuit winklers Aoogpunt@ en daarom denk ik dat de vader een flat-character is.
Moeder van Winkler:
Een zorgzame en volgzame vrouw. Ze weet waar haar man mee bezig is, maar doet er niks aan. Ze blijft bij hem en doet net of er niets aan de hand is.
Ze is trouw en naïef. Ze wil niets aan anderen laten blijken, maar van binnen maakt haar man haar echt helemaal kapot. Ze wil de waarheid ook niet onder ogen zien, zelfs als Winkler daar op latere leeftijd naar vraagt. Vooral op het einde kom je veel meer over haar en haar gevoelens te weten. Ze is geen open figuur, geen open karakter.

De rest van de personen zijn volgens mij veel minder belangrijk, omdat de rest van het leven van winkler worst bepaald door wat in zijn verleden in gebeurt. Ik weet niet precies of mevrouw Sprong en het vriedje van winkler in het Adolhuis@ ook belangrijke personen zijn.

Kenmerken van Buch.
Boudewijn Büch schrijft autobiografisch, makkelijk leesbaar proza. Hij overdrijft veel om medegevoel op te wekken. In dit boek wordt veel gescholden, ik weet niet of hij dat in al zijn boeken doet. Er wordt verdriet en humor tegelijk in het verhaal verwerkt. De opbouw is wel wat rommelig, het heden en verleden door elkaar. Een gedeelte van wat in het boek beschreven wordt heeft de schrijver zelf ook meegemaakt, maar je weet niet precies wat hij nu wel en niet heeft meegemaakt:@hij zet de werkelijkheid naar zijn hand@. Dat emoties vaak een beetje worden overdreven zie je ook terug in dit boek.

De verdiepingsopdracht.

Ik heb individueel vijf vragen gemaakt:
  1. Wat is de invloed van het dolhuis op de ontwikkeling van de hoofdpersoon?
    mede hierdoor veranderd de hoofdpersoon van een nieuwschierig, onschuldig kind in een depressief iemand, die de grootste moeite heeft met relatie=s.
  2. Is hier sprake van een gethematiseerde ruimte?
    Het Dolhuis heeft min of meer een centrale rol in het verhaal, het dolhuis is de thematische ruimte.
  3. Veranderd de houding van Winkler t.o.v zijn vader in de loop der jaren?
    hij begint zijn vader steeds meer te haten, eerst kan hij wel Agoed@ opschieten met zijn vader, maar des te ouder hij wordt, en hoe meer hij over zijn vader te weten komt, des te meer hij een hekel aan zijn vader krijgt.
  4. Wat was de rol van mevrouw spong?
    In de eerste jaren is zij een "moederfiguur" voor Winkler. Van zijn moeder hoeft hij geen liefde enz. te krijgen. En mevrouw spong is zeg maar de vervanger van zijn moeder. Later krijgt hij van haar ook nog de waarheid te horen, hoe het nu precies allemaal zat.
  5. Wat was het perspektief en waarom heeft de schrijver voor dit perspektief gekozen?
    Er was sprake van eeen personaal perspektief met afwisselend een vertellersperspektief tussendoor. De schrijver wilde het verhaal vanuit Winkler vertellen, maar had soms ook het vertellers perspektief nodig om bepaalde dingen uitteleggen en een beetje structuur in het verhaal aan te brengen.

Eigen mening.

Ik vond het een meeslepend boek. Ik heb het tot het eind toe geboeid gelezen en vond het niet saai. Op sommige stukken wel wat langdradig, maar dat hoeft niet saai te zijn. Omdat ik wilde weten hoe alles verder zou gaan las ik zelfs de langdradige stukken met plezier. Soms was het wat overdreven, maar dat is zijn manier van schrijven. Je leeft wel met Winkler mee. Ook de directe manier van schrijven sprak me aan, buch schrijft precies wat hij bedoelt en draait er niet omheen .Door het hele boek is er een soort spanning over het leven van Winkler.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen