a Tessa de Loo
b Een varken in het paleis, de arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen. 1998-4, 265 blz. (eerste druk 1998)
c Reisverhaal, romaneske avontuur, biografie en historische documentaire.
a We moesten een boek van na 1993 lezen en de titel sprak me wel aan en de titel maakte me nieuwsgierig.
b Het is een leuk en mooi boek. Tessa neemt je mee op reis en als je het leest beleef je mee en zie je het allemaal voor je.
3. a Het verhaal gaat over de Engelsman Lord Byron, hij maakt zoals gebruikelijk in Engelse hoge kringen, een rei ter afsluiting van zijn studie. Eigenzinnig, zoals Lord Byron zelf is, maakt hij een reis van Griekenland naar Albanië.
Als Ali Pasja, een aanzienlijke man in de streek, hoort dat er een Engelse Lord op zijn landgoed is, nodigt Ali Pasja Lord Byron en zijn metgezellen op Ali s paleis uit.
Hobbhouse, de reisgids van Lord Byron schrijft een verslag van de reis, en Lord Byron schrijft een brief naar zijn moeder die bijna twee eeuwen later door Tessa de Loo wordt gelezen. Tessa de Loo wordt daar zo door gegrepen en besluit om in de herfst van 1996 diezelfde reis te maken.
Het verhaal begint in falmouth vanwaar Tessa de Loo en haar metgezel: Daniël de reisgids van Tessa de Loo, die er de hele reis bij is gebleven. Anderen waren er maar voor een stuk van de route. Vandaar gaat Tessa naar Lissabon. Dan verplaatst het verhaal zich naar Griekenland waar het verhaal pas eigenlijk begint. Tessa de Loo wil dezelfde route en vervoersmiddelen als Lord Byron en zijn metgezellen zoals: Hobbhouse, Joe Murray en William Fletcher nemen. In Griekenland start Tessa de Loo in Ioanina en gaat dan naar Zitsa. Van Zitsa gaat ze naar Delvináki, en daarna gaat ze naar Glinë. Van Libohovë naar Qestorat waar ze langs de plaatsjes Antigone, waar ze ten huwelijk word gevraag door een oude bewoner van het dorp, Saraqinishtë en Qesarat komt, waar ze met de dorpelingen praat over Lord Byron die ze bijna allemaal nog kennen en anekdotes van hebben en in de cafeetjes in die dorpen iets drinkt. Van daaruit gaat ze naar Tepelenë waar de eindbestemming van de reis is. Tijdens de reis heeft ze veel met de dorpelingen gepraat. De gesprekken eindigden in de meeste gevallen met veel gelach en drank. Tessa de Loo kreeg op de helft van de reis last van haar buik door het vele eten en mierzoete eten, maar heeft toch de reis voortgezet.
Op het eind van de reis is Tessa de Loo verbaasd over de houding van de Grieken tegenover de Albaniërs en omgekeerd. En dat er zoveel verwoest is in Albanië uit de tijd van de Turkse bezetting, die tot 1913 duurde. Het meest opmerkelijke vond Tessa de Loo nog wel dat de route voor het merendeels nog bestond en zoals het in het reisverslag beschreven staat.
b 1 Verhalend
2 Griekenland, Albanië
3 Lord Byron: Een Engelse Lord, dichter en schrijver die op tien jarige leeftijd zijn vaders
titel erfde. Hij was een vreemd man, vond men.
Hobbhouse: Reisgids van Lord Byron. Hij hield het verloop van de reis bij en maakte
verslagen van de reis
Joe Murray: Oude familiebediende.
William Fletcher: Lijfknecht van Lord Byron
Ali Pasja: Een grootgrondbezitter met veel aanzien die hij met wrede daden heeft
vergaard.
Tessa de Loo: Is de schrijver van het boek en ze maakt het verhaal mee als hoofdpersoon.
Ze leest een brief van Lord Byron die hij heeft geschreven in de tijd van de reis aan zijn
moeder. Ze raakt geïnteresseerd en besluit om diezelfde reis te maken.
Daniël: De reisgids die heel de reis bij Tessa de Loo is gebleven.
4 Vergelijkend met de tijd toen Lord Byron er ook was.
Voorbeeld: Een brug die er in de tijd van Lord Byron ook was, als Tessa de Loo op
dezelfde plek aankomen ligt die brug er nog en wil ze er ondanks de brug er niet echt
stevig uit ziet overheen om dezelfde route als Lord Byron te nemen.
5 Het is een ik-verhaal (als Tessa de Loo aan het woord is) en personaal (als het over Lord
Byron gaat).
c 1 Dezelfde reis maken als Lord Byron heeft gedaan.
2 Het hele verhaal minus de eerste en de laatste hoofdstuk
3 Het verband is de levenswijze van Lord Byron dat op dat van een varken leek en de
uitnodiging van Ali Pasja om Lord Byron in zijn paleis te hebben.
d 1 In 1998 is het voor het eerst gepubliceerd
2 Pseudoniem van: Tineke Duyvené de Wit
Geboren: 15 oktober 1946
Debuut: De meisjes van de suikerwerkfabriek (1983, verhalen)
Genres: Roman, kort verhaal
Bijzonderheid: Woont in Portugal
Citaat: \'Het isolement dat ermee gepaard gaat, vind ik heel zwaar. Ook fysiek vind ik
het zwaar: het zitten. Ik ben nogal een beweeglijk mens. Schrijven is hard labeur.\'
(Knack 18, 24-2-1987)
Recent werk: De tweeling (1993, roman), Alle verhalen tot morgen (1995, verhalen),
Toen zat Lorelei nog op de rots (1997, essay)
Bibliografie:1983 De meisjes van de suikerwerkfabriek (verhalen)
1986 Meander (roman)
1987 Het rookoffer (Boekenweekgeschenk)
1988 Het mirakel van de hond (novelle)
1989 Isabelle (roman)
1993 De tweeling (roman)
1995 Alle verhalen tot morgen (bevat: De meisjes van de suikerwerkfabriek,
Het rookoffer, Het mirakel van de hond, Isabelle en het verhaal De
vuurdoop)
1997 Toen zat Lorelei nog op de rots (essay)
3 Het is in1996, romans.
4 Ja. Tessa de Loo heeft bijna alleen maar romans geschreven en dat is ook een genre van
dit boek.
5 Dit is ook een roman die in die tijd veel werden geschreven.
4. Ik vind het een mooi boek. Ik vind het goed dat Tessa de Loo de twee tijden zo duidelijk gescheiden heeft gehouden en tot aan het eind toe boeiend geschreven heeft. Het meest interessante van het boek zijn de beschrijvingen van de personages en de verhouding die Tessa de Loo krijgt met de dorpelingen waar ze mee eet en waar ze mee praat tijdens de reis. ;\n <\/div> |