1. Isabelle
De Arbeiderspers, Amsterdam (1989)
Thema:
Het thema van het boek is de vrouwelijke schoonheid. De schrijfster wil duidelijk maken dat het uiterlijk een belangrijke factor is bij de karaktervorming en op de verdere levensloop. De tegenstelling tussen de twee hoofdpersonages wordt dik in de verf gezet. Jeanne is aartslelijk en daardoor ook erg verbitterd. Isabelle daarentegen is en succesvolle filmster, door vele mannen aanbeden. Deze zwart-wit voorstelling vinden we zelf terug in de naamgeving: Isabelle Amable: mooi (belle) en lieflijk (aimable); Jeanne Bitor: reiger (bitor, een verbastering van het Franse \"bitor\"). Jaloezie en obsessie voor schoonheid drijft Jeanne tot waanzin: ze ontvoert Isabelle en hongert haar uit. Zo wil ze een reeks schilderijen maken die de vergankelijkheid van de schoonheid uitbeelden. Het is de onrechtvaardigheid van het lot: Isabelle heeft het geluk gehad om als mooie persoon door het leven te gaan en Jeanne niet. De machtsstrijd tussen de twee vrouwen komt hier ook sterk naar voren: Isabelle heeft haar schoonheid en Jeanne heeft haar honden die Isabelle in bedwang houden: beiden bevinden ze zich daardoor in een machtspositie tegenover elkaar.
Korte inhoud:
Op een dag verdwijnt de filmster Isabelle Amable in Auvergne, een streek in Frankrijk. De verscheidene zoekacties leveren niets op. Jeanne Bitor, een lelijke en verbitterde vrouw heeft haar gekidnapt omwille van de jaloezie op haar schoonheid. Ze mergelt Isabelle mentaal en fysiek uit en wil haar schilderen gedurende het aftakelingsproces. Door gebruik te maken van haar acteerprestaties weet Isabelle Jeanne te manipuleren en kan ze uiteindelijk ontsnappen. Maar niet zonder de hulp van Bernard Buffon, die al jaren hopeloos verliefd is op de schoonheid. Toch wil Isabelle geen wraak nemen op haar gijzelaarster omdat zij begrip heeft gekregen voor haar situatie.
2. Het rookoffer
Bibliografie:
De titel van het boek is: \"Het rookoffer\". Het werd geschreven door Tessa de Loo. De eerste druk is verschenen in maart 1987 als Boekenweekgeschenk. Ik heb de tweede druk gelezen, die in maart 1992 verschenen is te Amsterdam bij de uitgeverij \"De arbeidspers\".
Het ISBN-nummer van dit boek is 90 295 2906 7/cip.
Korte inhoud:
Deze novelle vertelt de liefdesgeschiedenis tussen een 36-jarige, gescheiden lerares Frans, Barbara Rozemeyer, en één van haar leerlingen, de briljante en beeldschone Guido Maenhout.
Ze leren elkaar beter kennen wanneer ze in de regen naar huis terugkeren. Door hun gemeenschappelijke interesse voor de Franse literatuur geraken ze met elkaar bevriend en hier vloeit een liefdesrelatie uit voort.
Maar hun relatie kent veel tegenwerking. Een jaloerse collega, Beverman genaamd, ontdekt hun verhouding en openbaart dit tijdens een lerarenvergadering waardoor Barbara ontslagen wordt en zo strandt uiteindelijk hun relatie. Wanneer Guido geslaagd is en naar een andere stad verhuist om een toneelopleiding te volgen, komt hij afscheid nemen en voert voor de laatste keer voor haar een scène uit hun geliefkoosde toneelstuk \"Chéri\" op.
Zo blijft Barabara verloren en geminacht door heel de maatschappij achter.
Thema:
Het hoofdthema in dit boek is de onmogelijke liefde tussen een leerling en een lerares. Het schetst de onmogelijkheid van deze relatie binnen het schoolmilieu en de houding die de omgeving inneemt ten opzichte van Barbara.
Tessa de Loo wil haar verhaal vertellen uit het standpunt van de vrouw, daarom is het hoofdpersonage een vrouw. Barabara blijft immers gekwetst achter en niemand heeft daar oog voor. Door de gedachten en gevoelens van Barbara te verhalen dwingt ze respect af bij het lezerspubliek voor vrouwen zoals Barbara. De vrouw wordt beschreven als slachtoffer van een slecht huwelijk, een onbegrijpende omgeving,… Dit zorgt voor een isolatie van de maatschappij. Ze wordt niet begrepen
De vrouw staat dus degelijk centraal in dit verhaal en de auteur komt op voor de rechten van de vrouw.
Genre:
In deze novelle wordt het maatschappij-kritische aspect en een liefdesgeschiedenis gecombineerd. De auteur belicht uitgebreid het leed van het slachtoffer verwijst op zo naar onze maatschappij. Ze ijvert voor het lot van vrouwen door de strijd aan te gaan met deugd en fatsoen.
Titelverklaringen:
· Het rookoffer verwijst naar Barbara omdat zij ten onder gaat ten gevolge van het roken van Guido.
· De titel verwijst ook naar de ideologie, die zij opgeeft. Juist zij, als vechter tegen het roken op school, neemt het op voor een jongen, die op school rookt.
· De titel verwijst ook naar Guido, die op het balkon van Barbara gaat roken, waardoor hun relatie wordt opgemerkt.
Stijl en taalgebruik:
Het verhaal wordt verteld in omgekeerde volgorde, men begint met het einde van hun romance en het boek eindigt met hun kennismaking. Dit eenvoudig verhaal wordt dus wel op een speciale manier verteld. Tessa de Loo heeft wel degelijk aandacht voor de vertelstijl.
De woordenschat daarentegen is wel beperkt. Ze schrijft in het hedendaags Nederlands, zonder veel moeilijke woorden en zinsconstructies. Er komen wel veel (vertaalde) citaten uit Franse toneelstukken (van Colette en Sartre) en uit Franse liedteksten ( Jacques Brel) in voor.
Naar de mening van K.L. Poll** geeft het boek de werkelijkheid niet goed weer, omdat de dialogen onecht worden, door de slechte vertalingen. Guido komt zo dom over, terwijl hij juist intelligent moet zijn.
De auteur heeft aandacht voor de taal en ze wil verschillende taalvormen gebruiken (o.a. vertaalde toneeldialogen), maar dit wordt negatief bekritiseerd.
De schrijfster gebruikt heel plastische beschrijvingen, die zijn naar mijn mening niet misplaatst. De fijngevoeligheid die ze aan de dag legt is dan ook werkelijk subliem. Dit is typisch vrouwelijk. Ze schrijft uit haar eigen lichamelijke gewaarwordingen en gevoelens.
3.De meisjes van de suikerwerkfabriek
Inhoud:
« De meisjes van de suikerwerkfabriek » is een bundel van zes verhalen :
1. Muziekles
2. De meisjes van de suikerwerkfabriek
3. Rose met bizarre stukjes geel ertussen
4. De grote moeder
5. Op hoge hakken
6. Mottenballen en parfum
In wat volgt ga ik me vooral concentreren op het titelverhaal « De meisjes van de suikerwerkfabriek ».
Vier vrouwen, Cora, Trix, Lien en de ik-figuur, reizen op maandag naar hun werk : de suikerwerkfabriek. Het zijn vier vrouwen die, op hun job na, één ding gemeen hebben : ze hebben allemaal problemen met mannen. Cora\'s echtgenoot, die de ziekte van Parkinson heeft, moet constant verzorgd worden. Trix\' echtgenoot slaat en verkracht haar soms. Lien voelt zich gedwongen haar echtgenoot altijd te vergezellen naar sportevenementen, al was het maar om hem in de gaten te houden. Ook de ik-figuur heeft geen prettige ervaringen met mannen. Ze wordt doodmoe van haar dominante, belerende vader, die haar moeder volledig onder de duim houdt, én bovendien was haar « eerste keer » alles behalve aangenaam te noemen. De 4 vrouwen hebben zich, omdat ze al zo\'n lange tijd met de trein reizen een eigen treincoupé toegekend. Op een dag komt er een nieuwe treinconducteur de kaartjes controleren. Eén van de vrouwen heeft haar maandabonnement nog niet verlengd en dit wordt, anders dan de dames gewend zijn, niet door de vingers gezien. De nieuwkomer eist de aanschaf van een kaartje en schrijft een boete uit. De vrouwen reageren woedend, nemen eerst de man zijn pet af en kleden hem vervolgens beetje bij beetje uit. Wanneer hij helemaal naakt is verandert het gevoel van wraak in liefkozingen, waarop de man een erectie krijgt en hulpeloos begint te huilen. De vrouwen, geschrokken van hun eigen gedrag, laten hem gaan en de conducteur loopt volledig verbouwereerd en poedelnaakt het perron op.
Thema:
In « De meisjes van de suikerwerkfabriek » ligt een conflict tussen goed en kwaad, macht en onmacht aan de basis. De vrouwen worden allemaal misbruikt en onderdrukt door mannen. Ze zijn in hun dagelijks leven machteloos tegenover het machtsvertoon van de man. De vrouwen nemen nu wraak door zelf macht uit te oefenen op de conducteur. De relatie man - vrouw is dus zeker een van de thema\'s.
Zo ook in het verhaal « Op hoge hakken », dat vertelt over een koppel, Richard en Berber, die samen op vakantie zijn naar Korfoe. Hierin neemt Tessa De Loo je mee in de gedachtenwereld van de vrouw, en in mindere mate van de man. Ze belicht de denkwijze van Berber, die net zoals zovele hedendaagse vrouwen een groot zelfcomplex heeft. Ze heeft voortdurend schrik dat ze niet knap genoeg is en betrekt alles wat haar vriend zegt daarop.
In « Mottenballen en parfum » gaat het dan weer over een vrouw die steeds klaagt over een man die haar zogezegd lastigvalt, maar met wie ze, zo blijkt later, toch wel graag het bed induikt.
Veel van de verhalen zijn geschreven vanuit het gezichtspunt van een kind en laten duidelijk merken hoe groot de kloof is met de volwassen wereld en ook de kloof tussen ouders-kind. In « De meisjes van de suikerwerkfabriek » is dit terug te vinden in de strubbelingen tussen de ik-figuur en haar vader, die vooral voortspruiten uit onbegrip en het stellen van te hoge verwachtingen aan het kind. Dit laatste thema komt nog duidelijker naar voren in « Muziekles », waarin een vader zijn zoon uit alle macht gitaar wil leren spelen.
Ook « De grote moeder », « Rose, met bizarre stukjes geel ertussen », en « Mottenballen en parfum », gaan over kinderen die zich onbegrepen voelen door hun ouders, hun gedrag echt niet begrijpen en ouders die te weinig aandacht hebben voor hun kroost.
4.De tweeling
De Arbeiderspers Amsterdam-Antwerpen1998 - 38ste druk
Samenvatting :
Anna en Lotte zijn Duitse tweelingzusjes die door de dood van hun ouders op zesjarige leeftijd van elkaar worden gescheiden. Anna komt terecht bij haar grootvader en diens zoon in Duitsland, en Lotte bij een oudtante in Nederland doordat ze met TBC was besmet.
Na ongeveer 70 jaar komen de zussen elkaar terug tegen in een kuuroord in Spa waar ze beide in behandeling zijn tegen artrose. Tijdens hun verblijf in Spa vertellen ze elkaar over hun leven toentertijd en dat gaat niet zonder problemen.
Het is sinds de oorlog geleden dat Anna en Lotte elkaar hebben gezien. Lotte kan moeilijk begrip opbrengen voor de Duitsers die in haar ogen de schuld van alles zijn. Anna probeert Lotte ervan te overtuigen dat het leven van de gewone Duitser ook niet makkelijk was, maar dat valt haar erg zwaar. De meningsverschillen dreigen hen steeds verder uit elkaar te drijven.
Als Lotte in bad zit, hoort ze opeens roepen. Haar zus overleed terwijl ze een bad nam. En dit op het moment dat Lotte haar eindelijk als een zus begon te aanvaarden.
Thema:
· De meningsverschillen tussen Anna en Lotte komen duidelijk naar voren. Volgens Lotte treffen alle Duitsers schuld aan de oorlog. Anna blijft dat echter ontkennen en probeert Lotte duidelijk te maken dat het voor de gewone Duitse bevolking even moeilijk was.
· Die meningsverschillen komen ook tot uiting in het verschil in waarden en normen tussen de twee zussen.
· Door het feit dat we met een tweeling te maken hebben, wordt doorheen het ganse boek de verschillen tussen de beide zussen uitgelegd. Er wordt altijd vergeleken wat Anna deed en wat Lotte deed.
· Een ander thema is natuurlijk ook de oorlog ( de tweeling is een oorlogsroman) en de maatschappij. ;\n <\/div> |