Boekverslag : Anke De Vries - Blauwe Plekken
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2277 woorden.

Anke de Vries

Blauwe plekken

Printbare versie


Over dit uittreksel:

Aantal woorden: 2122

Opvragingen deze maand: 13

Toegevoegd op: 08/11/2001

Kwaliteit: 4 uit 5

Gemiddelde waardering: 4 uit 5 (485 stemmen)

Heb je er iets aan gehad? Geef zelf je waardering:

Erg goed bruikbaar

Goed bruikbaar

Bruikbaar

Een beetje bruikbaar

Niks aan gehad


Titels van Anke de Vries:

Belledonne kamer 16

Blauwe plekken

De rode handschoen

Fausto koppie

Het geheim van Mories Besjoer

Kladwerk

Medeplichtig

Memo zwijgt

Opstand

Weg uit het verleden


Nieuwe zoekactie:


Fouten in dit uittreksel? Niet eens met het aantal \'sterren\'? Laat het ons weten! Of stel een vraag op ons Forum.


De schrijfster is Anke de Vries.

Zij is geboren in Sellingen in het jaar 1936.

Ze is getrouwd en heeft een zoon en twee dochters.

Haar favorite schrijver is Guus Kuijer.

Ze schreef o.a.:

Kladwerk,

Medeplichtig,

Opstand en,

Weg uit het verleden.


3. De eerste druk van dit boek was in het jaar 1992.

4. Het genre van het verhaal is psychologisch/ drama.

5. Het taalgebruik is makkelijk en modern.

6. Het boek heeft drieëntwintig hoofdstukken, die stuk voor stuk zijn genummerd.


7. Het boek heft de titel Blauwe plekken, omdat Judith steeds wordt geslagen. Door dat slaan heeft ze bijna altijd blauwe plekken.

8. Het boek gaat over mishandeling.

9. De gebeurtenissenspelen zich in Judith’s huis en op school af.

10. De gebeurtenissen spelen zich in deze tijd af.

A) Je valt midden in de gebeurtenissen.

B) Er zijn geen grote tijdsprongen of terugblikken in het verhaal.

C) De gebeurtenissen duren ongeveer een half jaar tot een jaar.

11. Judith van Gelderen is de hoofdpersoon.

Judith is twaalfjaar oud. Ze wordt zwaar mishandeld door haar moeder.

Judith heeft nog wel een vader, maar die heeft Judith, haar broertje Dennis en haar moeder verlaten toen ze nog klein was.

Andere belangrijke hoofdpersonen zijn:

Judith’s moeder,

Judith’s broertje Dennis,

tante Lies en,

haar meester.


12. Het verhaal is door een hijvorm geschreven.


13. Het verhaal heeft een open eind.


14. Mij spreekt Michiel aan omdat hij Judith probeert te helpen.


15. Ik vind de gebeurtenissen:

logisch, spannend, onvoorspelbaar, realistisch, somber, ingewikkeld en eenvoudig.


16. De samenvatting:


Judith van Gelderen woont samen met haar moeder en broertje in Den Haag. Haar moeder is al twee keer getrouwd geweest en beide keren kort daarna weer gescheiden. Judith’s moeder werkt nu voor de kost en Judith neemt de hele zorg voor haar broertje op zich. Ze probeert alles zo goed mogelijk te doen maar desondanks wordt ze toch vaak door haar moeder geslagen.


Op een dag kwam de moeder van Judith thuis. Ze hoorde al aan het geluid waarop de voordeur dicht werd gesmeten dat het weer mis was. Ze keek haastig om zich heen. Niets mocht opvallen. Ze wilde nog net de radio uitzetten maar het was al te laat. Haar moeder stond al in de deuropening. Nadat haar broertje haar moeder uitbundig begroet had, merkte haar moeder op dat de radio aan stond, terwijl Judith huiswerk aan het maken was. Behendig ontweek Judith vele klappen. Maar op het einde werd ze zo moe dat alle klappen haar raakte. ’s Avonds toen ze in bed lag, deed alles haar pijn. Haar moeder kwam huilend naast haar zitten. Ze begreep zelf niet waarom ze Judith altijd sloeg. Ze zei dat Judith maar een paar dagen thuis moest blijven van school. In ieder geval totdat de blauwe plekken weg waren getrokken.


De volgende dag, deed Judith haar broertje in bad, maar omdat deze niet goed meewerkte viel zijn nieuwe schoentje in het water, net op het moment dat haar moeder naar boven kwam om te kijken hoe het ging. Ze zei dat Judith het expres deed om haar te pesten. Judith probeerde tevergeefs de slagen te ontwijken. Ze zou nu nog langer thuis moeten blijven van school.

Haar moeder was in de 2 weken dat Judith thuis was geweest wel heel aardig voor haar geweest maar ze was toch weer blij dat ze naar school kon. Na school had ze echter een lekke band. Judith schrok, ze zou zeker te laat op de crèche komen als ze zou moeten lopen. Gelukkig bood Michiel, een jongen uit haar klas haar aan om haar band te plakken. Ze ging met Michiel mee. In de tijd dat ze daar was, belde ze Ineke, de begeleidster van de crèche, dat ze Dennis later zou komen ophalen.


Die avond lag Michiel in bed te denken over vroeger, toen hij nog samen met zijn vader in Amerika woonde. Hij kon niet goed leren omdat hij dyslectisch was. Maar het allerergste was dat zijn vader dit niet inzag en hij dus iedere keer op zijn kop kreeg als hij weer een slecht punt haalde. Op een dag liep Michiel weg. De eerste nacht bracht hij door in een auto, waar hij de volgende dag door een vrouw uit werd gehaald. Die vrouw heette Helen. Hij had een heel gesprek met haar gevoerd. Michiel had verteld dat hij dyslectisch was en dat zijn vader dat niet door had. Ook had hij verteld dat hij gym wel heel leuk vond maar dat zijn vader zei dat hij het niet belangrijk vond. Helen die gymlerares was, was het totaal met Michiel eens. Ze had Michiels vader opgebeld en die was hem komen halen. Veel later was tante Elly gekomen. Die besloot na lang geruzie met zijn vader, Michiel mee te nemen naar Nederland. Hier was hij heel gelukkig geworden.


Op een avond kwam Judith’s moeder thuis met een man. Hij scheen Nico te heten. De volgende dag miste haar moeder geld uit haar portemonnee en ze dacht dat Judith het gestolen had. Ze sloeg er op los en Judith had die avond overal pijn. Haar moeder kwam huilend naast haar op bed zitten. Ze begon te snikken. Ze zei: “ik weet zelf ook niet waarom ik het doe. Ik kan mezelf nauwelijks beheersen”. Weer werd Judith ziek gemeld. Michiel wilde bij Judith op bezoek gaan. Hij belde aan maar er deed niemand open, omdat Judith niet open mocht doen van haar moeder. Michiel reed naar de slager op de hoek van de straat. Daar belde hij Judith op. Hij zei zonder op antwoord te wachten dat hij naar haar toe zou komen. Judith schrok. Ze kon nu niet meer doen alsof ze niet thuis was. Toen Michiel weg was deed ze haar uiterste best om alle sporen uit de weg te ruimen. Met een beetje geluk zou haar moeder niets merken. Haar moeder begroette haar toen ze thuis kwam en gaf haar een plastic tas waar een rode trui inzat. Ze ging hem meteen passen en ze was ermee in de wolken. Maar toen ze hem aan haar moeder wilde laten zien werd deze meteen kwaad. “Doe hem uit” snauwde ze. Judith snapte er helemaal niets meer van. Waarom was het humeur van haar moeder ineens zo omgeslagen?


Judith ging na haar eerste bezoek bij Michiel iedere keer tussen de middag bij Michiel thuis eten. Meestal, behalve op dinsdag, reed Michiel met Judith mee naar huis. Judith had hem, toen hij bij haar op bezoek was en haar blauw gezicht en blauwe plekken zag, wijs gemaakt dat een paar jongens bij hen uit de buurt haar zo afgeranseld hadden. Michiel had toen aangeboden om vanaf die dag met haar mee te rijden. Toen Michiel op bezoek kwam omdat Judith weer ziek was mocht hij van Judith’s moeder niet binnen komen. Eenmaal binnen begon Judith’s moeder Judith weer aan te vallen. Zo hevig zelfs dat Judith hersenschudding had en dus een paar dagen thuis moest blijven.


Toen Judith weer op school kwam merkte ze dat Michiels plaats leeg was. Van de meester wist ze dat hij ziek was. Na school hoefde ze Dennis niet op te halen, dus ging ze naar Michiel toe. Michiel vertelde dat zijn vader in Nederland was, dat hij hem ontmoet had en dat zijn vader veel veranderd was, waarschijnlijk door zijn nieuwe vriendin Helen, de vrouw bij wie Michiel in de auto had geslapen toen hij was weggelopen. Tante Lies, een tante van Judith, kwam bij hen logeren. Toen Judith binnenkwam, stelde haar moeder haar voor aan haar tante. Deze gaf haar 2 zoenen en zei: “je lijkt precies op…”. Ze maakte haar zin niet af omdat Judith’s moeder haar onderbrak door te vragen of ze nog thee wilde. Toen begon haar tante weer, niet te geloven, zei ze, zoals jij op…”. Judith’s moeder onderbrak haar weer door te zeggen: “Judith, ga je boven even een andere trui aantrekken?”. Judith ging naar boven. Ondertussen dat zij haar rode trui aan deed, hoorde ze haar moeder uitvallen tegen tante Lies. “Waarom moest je nu daarover beginnen?!”. Judith bond haar haar nog even in een staartje. Toen ze weer naar beneden kwam, schrok haar moeder zo erg dat ze op haar toe kwam gelopen, waarop Judith terugdeinsde. Hierbij stootte Judith per ongeluk een glas om dat kapot op de grond viel. Haar moeder zij dat ze meteen naar boven moest, al begreep Judith niet waarom. Na een tijdje kwam haar tante naar boven en probeerde haar te troosten.


Na een week ging haar tante weer weg. Ze was door haar tante wel achter de reden gekomen waarom haar moeder haar zo vaak sloeg. Haar tante had haar vertelt dat ze erg op Dicky, een broer van haar tante en van haar moeder, leek. Judith’s moeder en haar moeder (Judith’s oma) maakten altijd ruzie terwijl Dicky de lieveling was. Op een dag moest haar moeder tijdens het schaatsen op Dicky passen. Hij was toen door het ijs gezakt en gestorven. Haar moeder had het Judith’s moeder nooit vergeven. Toen zij een dochter kreeg die erg op Dicky leek, kon ze daar niet zo goed tegen en waarschijnlijk werd ze daarom zo vaak geslagen.


Toen Judith’s moeder weer thuis kwam met Nico, zag ze dat Nico iets uit haar moeders tas jatte. De volgende dag, dreigde zij er weer voor op te moeten draaien. Toen had ze verteld wat ze had gezien. Haar moeder werd zo woedend dat ze haar weer begon af te ranselen. Later, toen ze weer met Nico uit was geweest had haar moeder hem betrapt. Judith’s moeder had haar naam op het papieren geld geschreven. De vriendschap was hierdoor snel voorbij.


Judith’s meester belde voor een afspraak te maken, hij maakte zich zorgen over Judith omdat ze zo vaak ziek was. Judith’s moeder probeerde hier onderuit te komen, maar uiteindelijk gaf ze toe. Echter, een paar dagen voor de afspraak belde Judith’s moeder de afspraak af. Met veel moeite werd er een nieuwe afspraak gemaakt, maar Judith’s moeder kwam op die dag niet opdagen. Ze verontschuldigde zich de volgende dag met de smoes dat het haar totaal ontschoten was. Ze wilde geen andere afspraak maken maar beloofde dat ze na de paasvakantie contact op zou nemen met de meester. Voordat Judith’s meester hierop had kunnen reageren, werd de hoorn neergelegd. Tijdens de paasvakantie ging Michiel logeren bij zijn vader in Amerika.

Na de paasvakantie was Judith’s plaats leeg, maar ze was niet afgemeld wegens ziekte of hoofdpijn. De meester vroeg aan Michiel of hij misschien wist waar Judith was. Michiel zei dat hij ook niet wist waar Judith was.


Later op de dag wilde Michiel bij Judith op bezoek gaan. Toen er niemand opendeed zag hij dat de onderbuurvrouw van Judith hem wenkte. Hij belde er aan en na een tijdje werd de deur open gedaan. Daar kreeg hij te horen dat Judith was vertrokken. Ook kreeg hij te horen dat Judith heel vaak door haar moeder geslagen werd, maar als de vrouw in wilde grijpen, mocht het niet van haar man. Michiel begreep niet waarom Judith voor hem verborgen had gehouden dat ze mishandeld werd door haar moeder. Ze had er zelfs over gelogen. De volgende dag vertelde hij aan de meester wat hij had gehoord. De meester belde alle scholen in Den Haag op, maar Judith zat niet meer in Den Haag op school.


Later belde Judith Michiel op. Michiel vroeg waar Judith woonde. In Leiden had ze toen geantwoord. Michiel vertelde de meester dat hij wist waar Judith woonde: in Leiden. Hierop belde de meester alle scholen in Leiden en zodoende kwamen ze te weten waar Judith precies woonde. Kort daarop ging Michiel naar Leiden om Judith op te zoeken. Hij wachtte haar op bij de school, omdat hij bij haar thuis geen kans kreeg als Judith’s moeder thuis was. Ze gingen naar een koffieshop in de stad. Hier vertelde Michiel alles wat hij had gehoord van de onderburen en ook gaf hij haar een beer dat hij voor haar mee had gebracht uit Amerika. Ook zei hij die middag dat ze echt iets tegen haar moeder moest doen.


Het boodschappen doen wat Judith aan haar moeder had beloofd was er totaal bij ingeschoten. Helaas was haar moeder al thuis. Deze merkte de plastic zak die Judith bij zich had direct op. “Wat zit daar in”?, snauwde ze. Ze haalde de beer uit de zak en zei dat ze hem van Michiel had gekregen. Haar moeder zij dat ze loog. Ze zei dat ze de beer van het boodschappengeld gekocht had. Daarna pakte ze een broodmes en hakte meerdere malen in op de beer. Ze kwam met het broodmes voor Judith staan en drukte haar zo hard met haar ribben tegen het aanrecht aan dat Judith bijna stikte. De volgende dag wachtte Judith totdat haar moeder en broertje weg waren, ze pakte de beer uit de vuilnisbak, pakte haar weekendtas en reed met de bus naar het station. Daar kocht ze een kaartje:

ENKELE REIS DEN HAAG

;\n <\/div>
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen