Boekverslag : Bart Moeyaert - Wespennest
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1363 woorden.

De hoofdpersoon is Suzanne Dantine. Ze is 14 jaar oud en is een bijhoorlijke puber.

De belangrijkste bijpersonen zijn: Wolfgang, Suzanne is verliefd op hem. Hij komt niet uit het dorp waar Suzanne woont. Carla, de moeder van Walda. Walda, was vroeger een vriendin van Suzanne. Edith, Suzannes moeder, Suzanne had soms een hekel aan haar. Heleen, een buurvrouw en vriendin van Suzanne. Rudi, de man van Heleen. Westwei, een boer die verderop woont.

Het boek heeft een ikperspectief.

Het verhaal speelt zich af in het boerendorp waar Suzanne woont.

Het grootste probleem speelt rond de honden van Rudi en Heleen, want de mensen in het dorp vinden dat de honden teveel lawaai maken en dat ze weg moeten. Hoe het precies afloopt weet ik niet, want het boek heeft een open einde.

De betekenis van de titel is, dat Suzanne eigenlijk heel tegendraads is en als ze er iets tegen doet is het dus alsof ze in een wespennest zit met haar vinger, want dan krijgt ze steken, maar ze kan zich ook omdraaien en weglopen.

Het boek is best realistisch, want de dingen die er in voorkwamen kunnen ook in het dagelijks leven gebeuren.

Suzanne woont in een klein dorp en heeft het daar niet zo naar haar zin. Er wonen weinig kinderen van haar leeftijd, behalve Walda. Maar met haar is ze allang geen vriendinnen meer, omdat toen ze een jaar of zeven was (ze is nu veertien) had Walda haar een tongzoen gegeven en Suzanne had haar daarna in haar tong gebeten.

Op een dag rijdt er een scooter door het dorp. Het stopte midden op het plein en de berijder riep om volk. Als Suzannes moeder gaat kijken moet Suzanne van haar blijven zitten. Suzanne luistert niet en gaat toch kijken. Dan ziet ze buiten op het plein een jongen staan (Hij heet Wolfgang). Hij speelt met twee marionetten en iedereen die kijkt mag zeggen wat de poppen doen. Maar dan trekt Suzannes moeder haar bij het raam vandaan en roept dat het genoeg is. Er ontstaat een ruzie tussen Carla en Suzannes moeder. De jongen wil niet de oorzaak van de ruzie zijn en gaat daarom weg. Maar de ruzie gaat door zo erg zelfs dat Suzannes moeder naar Carla gaat. Daar staan ze binnen eerst te ruziën, maar dan houdt de ruzie op. Walda zegt dat Suzannes moeder de petitie ondertekend heeft. De petitie was al door iedereen in het dorp ondertekend, alleen Suzanne en haar moeder hadden dat nog niet gedaan. De petitie was opgesteld door Carla, het hield in dat iedereen in het dorp ermee eens was dat de honden Rudi en Heleen weg moesten, omdat ze teveel herrie maakten. Toen Suzanne dit hoorde werd ze woedend. En ze weet ook direct dat ze er alleen voor staat met het verdedigen van de honden.

Even later komen een aantal kinderen roepend de straat binnen. Ze zijn helemaal opgewonden, omdat de tent voor het feest voor die avond er is.

Er moest geholpen worden bij het opzetten van de tent. Suzanne en haar moeder moesten de paal omhoog duwen met de rest van alle kinderen. Daarna moesten de zijkanten van de tent aan het plafond worden vastgemaakt.

Als Suzanne tijdens het vastknopen aan haar moeder vraagt wat ze moet zeggen als Heleen vraagt over die petitie komt er geen reactie. Haar moeder is weggelopen.

Opeens komt het jongste kind van Westwei aanfietsen, hij rijdt keihard en schreeuwt. Er rijden nog meer kinderen achter hem aan. Dan stappen ze af en schoppen en slaan in op iets. Het was een hond van Heleen.

Westwei grijpt in en trekt de kinderen van de hond weg. Die haastig wegvlucht naar het huis van Heleen. Als dan ook Suzanne naar Heleen toe wil gaan wordt ze tegen gehouden door Carla, die zegt dat ze Walda moet gaan helpen met het zoeken van brandhout voor het grote vuur voor die avond.

Suzanne wil het Volckerbos niet in, omdat toen ze op haar zevende verjaardag met haar ouders door het bos gingen wandelen werd, toen haar vader zich verstopte om verstoppertje te spelen, haar vader dood geschoten door jagers. Maar dan gaat ze toch maar door het hek heen en gaat het Volckerbos in. Als Walda haar ziet vraagt ze haar om het kleinste kind van Westwei te gaan zoeken, als ze dat doet ziet ze in de bosjes Wolf zitten met het jongste kind van Westwei. Wolf probeert Westweis jongste marionetten spelen te leren.

Ze gaat met hem weg en verteld aan hem waarom ze nooit in het Volckerbos komt. Nadat ze hem dat verteld had bracht hij haar op zijn scooter naar huis. Ze nodigt hem uit om ook op het feest te komen.

Suzanne gaat naar Heleen toe. Wat haar meteen opviel was dat de honden niet blaften, omdat het gewoon te heet voor ze was. Heleen gaat koffie zetten en daarna gaan ze in het schuurtje en laten hun voeten in het ijskoude water hangen. Suzanne vertelt alles aan Heleen over de ruzie en dat haar moeder de petitie ondertekend had. Heleen doet er niet zo moeilijk over. Ze zegt dat Suzanne haar moeder moet begrijpen dat ze niet anders kon.

Dan komt Suzannes moeder bij het huis van Heleen, om te vragen of Suzanne bij haar is. Als ze haar ziet zitten vraagt ze of ze meegaat. Edith was expres door het tuinpoortje gekomen in de hoop dat de honden niet zouden gaan blaffen. Om haar moeder voor schut te zetten neemt Suzanne haar mee langs de honden om terug te gaan. Edith voelt zich behoorlijk voor schut staan dat ze voor niets was omgelopen.

Suzanne heeft een bad genomen en kleed zich om in het jurkje dat haar moeder het lelijkst vindt, omdat het zo kort is.

Na een tijdje gaat ze dansen, een aantal polka’s. Daarna danst ze met Wolf die ook gekomen is. Ze vraagt hem te komen achter de kerk. Ze vraagt hem wat ze moet beginnen tegen het hele dorp. Hij vertelt haar over het wespennest. Het dorp is een wespennest en als je er met je vinger in poort dan steken de wespen je, maar je kan ook jezelf omdraaien en er niets aan doen.

Als Wolf weg is ziet Suzanne Heleen bij het graf van Suzannes vader. Ze wil niet gezien worden en drukt zich tegen de muur. Dan krijgt ze een idee en gaat naar het huis van Heleen waar Rudi zit.

Als ze daar aankomt ziet ze door het raam Rudi zitten. Ze belt aan. Rudi doet open en vraagt haar wat ze komt doen. Ze zegt dat ze een hond wil en wel vanavond omdat haar moeder anders weer nee zal zeggen. Hij stemt toe en laat haar het nieuwe nest zien. Hij geeft haar de sleutels en vraagt waar haar moeder is. Als hij weet dat ze op het feest is gaat hij naar haar toe. En laat hij Suzanne alleen achter bij de honden met de sleutel die op alle hokken past. Als hij weg is komt Suzanne op een nog beter idee en laat drie honden uit de hokken. De beesten zijn erg wild.

Opeens is Heleen terug en vraagt Suzanne angstvallig waar Rudi en de honden zijn. Als ze vertelt dat ze in het dorp zijn rent Heleen weg en zegt tegen Suzanne dat ze daar moest blijven, maar dat doet ze niet en gaat naar het dorp toe. Onderweg wordt ze bang voor wat er gebeurd zou kunnen zijn.

Als ze in het dorp aankomt ziet ze boven aan de trappen van de kerk drie honden vastgebonden liggen. Er is niets ernstigs gebeurd. Wolf zit onder aan de trappen op het zadel van zijn scooter. Hij weet dat zij de honden heeft losgelaten. Dan rijdt hij weg.

Suzanne gaat naar haar moeder, die ligt op bed en Suzanne gaat bij haar liggen.



In het begin van het boek staat hoe Suzanne geboren werd. Haar moeder liep naar de deur en riep naar Walda dat het kind kwam en dat ze meneer Dantine moest gaan halen. Deze haalde Heleen weer op en deze hielp weer bij de bevalling.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen