Boekverslag : Thea Beckman - De Stomme Van Kampen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 839 woorden.

Uitgegeven bij: Lemniscaat



Inhoud:

Hendrick was doof geboren. Zijn ouders merkten het toen hij twee was. Toen hij vijf jaar was, merkte hij dat hij anders was. Hij vond dit vervelend. Hij kon niet naar school, zijn moeder leerde hem lezen en schrijven. Dit was heel moeilijk, er was in de 17e eeuw niemand die een dove kon leren lezen en schrijven. Hij ging vaak met de huishulp Lientgen de stad Kampen in en ze keken vaak naar de boten. Hendrick vond lezen, schrijven en tekenen heel leuk, maar hij had een probleem: hij kon niet praten. Op zijn dertiende jaar moest hij een leermeester zoeken, die hem een beroep wilde leren. Van zijn moeder moest dit een goed beroep zijn, omdat de familie Avercamp een rijke familie was. Dit was heel moeilijk want niemand wou Hendrick hebben. Op een dag liep hij op de markt met zijn moeder. Hij werd overal uitgescholden voor stomme. Hij hoorde dat niet, maar zijn moeder wel. Ze was diep bedroefd en wilde naar huis. Opeens hield Hendrick de pas in en liep naar een schilder die een portret van een vrouw aan het maken was. Toen de man klaar was met het kunstwerk en hij wilde weggaan, kon dit niet want Hendrick hield hem vast. Hij wees op de man. Zijn moeder vertelde dat hij graag nog meer tekeningen wilde zien. Hendrick zijn moeder liep naar huis en de man liep achter hen aan. Voor de apotheek, het huis van Hendrick, stopten ze. De man vroeg waarom Hendrick zoveel belangstelling had voor zijn tekeningen. Zijn moeder vertelde dat hij ook tekende. De man mocht een paar tekeningen zien en vond dat Hendrick talent had. De man wilde Hendrick helpen beter te leren tekenen en schilderen. De schilder heette Mattheus, zijn bijnaam was de Kladde. Hij woonde alleen in een huis in IJsselmuiden met een hond die Tuck heette. Hendrick ging elke dag naar hem toe totdat Mattheus de pest kreeg en dood ging. Hendrick zijn vader was dokter en stadsapotheker. Hij kreeg ook de pest en overleed, dit gebeurde ook met de knecht van vader: Samuel en de broer van Hendrick: Rutger. Het gezin Avercamp was veel kleiner geworden, ze waren nog maar met z’n zessen. Hendrick had geen leermeester meer. Hij had veel talent en ging naar Amsterdam. Zijn nieuwe leermeester werd David Vinckboons. Hij kreeg daar niet genoeg vrijheid om te schilderen wat hij wilde. Na twee jaar zocht hij een nieuwe leermeester, die heette Pieter Isaacz. Hier kreeg hij meer vrijheid en maakte zijn eerste schilderijen.



Hendrick werd beroemd. Hij ging toen hij klaar was met zijn “studie” weer naar Kampen naar zijn moeder, broertjes en zusje.



Hendrick heeft echt bestaan. Hij heeft ongeveer dertig schilderijen gemaakt. Eén ervan hangt in het Rijksmuseum in Amsterdam. Een ander hangt in het Mauritshuis in Den Haag. Hij heeft veel winterlandschappen geschilderd, met daarop veel mensen op het ijs. Hij heeft ook een paar zomerland-schappen gemaakt. Hij is in Kampen overleden in 1634.





De hoofdpersonen zijn:

Hendrick, Beatrix, Lientgen, Mattheus en David.



Hendrick:

Hij is aan het begin van het boek 2 jaar en aan het eind 23 jaar.

Hij is doof en maakt wel eens gekke geluiden. Hij maakt een ontwikkeling door. Eerst is hij jong en snapt hij niks van de wereld en van schilderen, aan het eind van het boek kon hij heel mooi schilderen en snapt dat hij anders is dan de anderen.



Beatrix:

Ze is de moeder van Hendrick. Ze leert hem lezen en schrijven. Ze is erg behulpzaam en houdt veel van anderen. Ze maakt geen ontwikkelling mee.



Lientgen:

Ze is de hulp/oppas van de familie Avercamp. Is ongeveer 20 jaar. Erg lief en leeft mee met de kinderen.



Mattheus:

Hij is ongeveer 55 jaar oud. Hij was de eerste leermeester van Hendrick. Hij is aardig tegen Hendrick en heeft hem de eerste kneepjes van het vak schilderen geleerd.



David:

Hij is de tweede leermeester van Hendrick. Hij is 30 jaar oud.





Het verhaal speelt zich af in Nederland in Kampen en Amsterdam.





Het verhaal speelt zich af in de 17e eeuw, om precies te zijn van 1587 tot 1608. Ik weet dit door de tekening voor op de kaft en door de twee verschillende delen die in het boek zitten en daar staat op deel 1 Kampen

1587-1603 en deel 2 Amsterdam 1603-1608.

Het verhaal wordt verteld in chronologische volgorde.





Het verhaal begint bij het begin van alle gebeurtenissen.





De betekenis van de titel is dat Hendrick de stomme van Kampen is, want hij kan niet praten.





Beoordeling:

Ik vond het een heel mooi boek. Ik vond het heel apart dat het verhaal in de 17e eeuw speelde. Het boek was spannend en ik kon het boek in één adem uitlezen. Het was ook leerzaam, want nu weet ik hoe een schilder in de 17e eeuw leefde. Wat ik zo leuk vond dat was dat de spanning tot het laatste toe bewaard bleef. Als ik het boek een cijfer zou mogen geven, zou ik een 8 geven.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen