Boekverslag : Gie Laenen - De Erfenis
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1436 woorden.

Boekverslag de Erfenis



A De titel: De Erfenis

De schrijver: Gie Laenen

De uitgever: Lanno

Het jaartal van uitgave: 1996

De druk: 90-209-2859-7



B geleend bij de openbare bibliotheek



C samenvatting



Wat doe je als je vader ‘s avonds van zijn werk thuiskomt en verteld dat hij een landgoed heeft gekocht. Je verklaart hem voor gek en krijgt medelijden als hij een foto ervan laat zien. Je vindt dat de grap lang genoeg heeft geduurd en besluit huiswerk te gaan maken. En als je vader zegt dat je morgen samen met hem naar het kasteel gaat en hij je een dag vrij van school geeft weet je helemaal niet meer wat je ervan moet denken.



Als ze de volgende morgen aankomen gaan ze per koets naar het kasteel dat er oud en verweerd uit ziet. Het kost miljoenen om het op te knappen. Maar dat heeft tante Ifigenea wel. Ze is een rare vrouw die zuur ruikt maar veel geld heeft. De bus is al weg en Tom en z’n vader kunnen blijven logeren bij de buren. De heer van het kasteel woont alleen met zijn trouwe dienaar Georgi. ‘s Avonds verblijven ze in de kamer met de lelies.

S’ochtends als ze wakker worden verteld zijn vader een raar verhaal. Zijn vader droomde dat hij een vlinder was en vloog. Vloog als een mens of toch als een vlinder. Tom is pas echt wakker als hij denkt aan school, het kasteel en de oude heer Gilles. Zijn vader en moeder.



Wat doe je als je die ochtend je eigen tante Ifigenea tegenkomt. Ze zegt dat je op school moet zitten en dat ze zich schaamt voor je vader.

Wat doe je als je hoort dat je een wees bent en niet eens naar de begrafenis mag. Je moeder is omgekomen bij een vliegtuig ongeluk en je vader is dood gevonden na een mislukte vlucht op een vliegend tapijtje. Je bent eigenaar van het kasteel en moet bij je tante en al haar “hummeltjes” (stenen beeldjes van kinderen) gaan wonen. Je vindt een briefje van je vader met daarop “ik zie je nog wel”.



Tante Ifigenea erft het kasteel tot Tom 18 is en besluit samen met heer Charpentier ,haar bediende er een kostschool van te maken. Het Helena F instituut, vernoemd naar Toms moeder. Als Tom een klusje moet doen in de kelder hoort hij een Opera-Aria en denkt meteen aan Georgi. Hij zong die opera-arie de ochtend van hun bezoek.

Al snel zijn alle plaatsen bezet. Hannie en Johnny, een verwende tweeling. De neefjes Jack en Jerrie wiens vaders bij het leger zitten. Rigobert met zijn vader die een nachtclub bezit. De nichtjes Louise en Loekie. De zoon van een bankdirecteur Theofiel. Maggie een tennis talent, Bertha met haar gouvernante. Ottokar en als laatste freule Zenobie die van adel is.

Tom wordt al snel als hun knechtje beschouwd. Ook ontdekt Tom in de kelder het woord “kasan” en verdenkt zijn tante ervan dat hij heer Gilles vasthoud samen met nog iemand. Tom besluit naar het kasteel van Gilles te gaan maar kan de weg niet meer vinden. Tot zijn grote verbazing wordt hij als ware opgetild en stond hij ineens voor het kasteel. In het kasteel komt hij Georgi tegen.

Terug in zijn eigen kasteel werkt hij samen met Bertha, haar gouvernante en Ottokar. Er is ook een onderaardse gang tussen de twee kastelen. Samen maken ze een plan om heer Gilles, zijn helper en Georgi. te bevrijden.



Wat doe je als je tante heel aardig tegen je doet als je de klas uit bent gestuurd. Je verdenkt haar meteen. Samen met heer Charpentier wil ze Tom adopteren, alleen om de kostschool in handen te krijgen.

Wat doe je als je op een nachtelijke tocht naar het andere kasteel betrapt wordt door Jack en Jerrie die zeggen dat ze je willen helpen. Als je dan ook nog Charpentier tegenkomt is het helemaal slecht.

Je komt erachter dat er een heel complot tegen je is maar toch weet je te ontsnappen. Als je dan toch met z’n viertjes (jij, Bertha met haar gouvernante en Ottokar) opgesloten wordt , vind je een brief van Gilles.

Wat doe je als je tante verteld wat er echt aan de hand is. De kostschool is een dekmantel voor mensen die het vliegende tapijt willen. Tante denkt dat heer Gilles een echt vliegend tapijt kan maken. En als je tante jou als testpiloot wil hebben. Je overmeestert je tante door haar beeldjes te gijzelen en bevrijd Gilles en Georgi.

Wat doe je als Gilles verteld dat je vader niet dood is maar naar het nabije verleden is teruggekeerd. Je besluit ook te gaan. Je zit op het kasan kleedje en wordt wakker in de kamer met de lelies













Het nabije verleden



Tom’s vader is met de tapijtbaas een nieuwe zaak gestart en de kastelen zijn verbouwd tot een rustplaats voor oudere kunstenaars en een schuiloord voor Tom en zijn vrienden. Tante heeft haar hummeltjes geschonken aan de Efteling. Georgi heeft een theehuisje en ook is er een reisbureau. De baas daarvan heeft een zoon die Ottokar heet.

Ook is er een modezaak waarboven Bertha woont.

Morgen wordt Tom 13, hij krijgt het boek “De Erfenis”, het eerste boek op een kasan tapijtje geschreven.



D verhaalanalyse



Het boek is een roman en de hoofdpersoon is Tom. Hij is een jongen van 13.

Hij is al jong wees, erft een kasteel en wordt opgevoed in een kostschool. Over zijn uiterlijk is niet veel te zeggen behalve dat hij een schooluniform draagt. Een wijnrood jasje en een grijze broek. Zijn karakter is ook goed, hij is aardig een goed.

De hoofdpersoon Tom is ook sympathiek. Hij trekt het lot van anderen aan die in problemen zitten en vecht als’t ware tegen de slechten.

Ik kan me inleven in de hoofdpersoon. De meeste beslissingen die hij neemt zou ik ook zo gemaakt hebben.

De onderlinge verhoudingen zijn met sommigen goed, met anderen slecht. Hij kan het goed vinden met zijn vrienden, meneer Gilles en Georgi. Maar met zijn tante en meneer Charpentier kan hij het heel slecht vinden.

De opbouw van het boek is in hoofdstukken en deels in dagboek vorm. De stijl is apart; de tekst begint met “Wat doe je”. Dat is dus een vraag waarop je verder in het verhaal antwoord krijgt. Verder heeft de tekst een gewone zinslengte.

Het verhaal heeft actie en gevoelens in zich. In het dagboek staan de gevoelens van Tom. De actie zit vooral in de nachtelijke gebeurtenissen. Er is een belangrijk terugkeerde handeling. Dat is als Tom in het boek voor de tweede keer ontwaakt in de kamer met de lelies. Het boek begint opnieuw alleen dan met andere gebeurtenissen. Het verhaal speelt zich voornamelijk af op een kostschool maar ook in het kasteel van de heer Gilles. De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is de tegenwoordige tijd.

Ik ben het eens met de afloop, die loopt goed af en daar hou ik van.

Ik vind het verhaal niet helemaal waarschijnlijk . Ik denk dat je je leven keer op keer kunt beleven zonder dat je dat zelf weet omdat je dan andere beslissingen maakt die beter zijn. Ik denk alleen niet dat je op een kleedje naar een ander leven kunt gaan en dan niks meer weet wat je daarvoor deed.

Het verhaal wordt verteld door de schrijver in de je- vorm. Het dagboek wordt verteld door Tom.

Er zit een boodschap in het verhaal en dat is het briefje dat Toms vader voor hem schreef.

Als je niet doet wat je moet doen ben je minder dan niets. Dit is een zinnetje uit je lievelingsboek “de gebroeders leeuwenhart van Astrid Lingren.” Ik heb je dat al vaak voorgehouden.- Denk eraan: niet alles is wat het schijnt. Het mag je een werkelijke troost zijn. Geloof niet te vlug wat mensen allemaal vertellen (blz. 40).

Dit stukje vind ik de boodschap van het boek.

Ik ben het in de meeste gevallen eens met de schrijver. Het goede overwint het kwaad. Een gelukkig einde!



E Mijn mening



Ik vond het een leuk, spannend boek. Omdat het goed te lezen was en ik kon mij er goed in kan verplaatsen. Ook gebeurde er steeds dingen die je niet had voorzien. Zoals het einde, dan begint het boek eigenlijk weer. Alleen dan hoe het gegaan zal zijn als Toms vader een hele andere beslissing had genomen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen