Mariken van Nieumeghen,Een mirakelspel uit de vijftiende eeuwInhoud
Proloog: hertog Arend van Gelre is door zoon Adolf gevangen gezet te Grave. Mariken (een weeskind) doet het huishouden bij oom Gijsbrecht (een vrome priester); ze
woont drie mijl van Nijmegen af. Ze moet naar de markt in Nijmegen; vraagt onderdak bij
haar tante ('moeie'), die haar uitscheldt (ze had met andere vrouwen ruzie gehad over
hertog Adolf).
Als ze wanhopig in het donker weer op weg naar huis gaat, ontmoet ze Moenen, de duivel. Ze
wil zijn liefje zijn in ruil voor het leren van de zeven vrije kunsten en vooral de Zwarte
Kunst. Moenen belooft haar alle talen te leren, maar niet de
"nigromantie"(=Zwarte Kunst). Ze moet haar naam veranderen (in Emmeken) en mag
geen kruisteken meer maken. Een en ander heeft te maken met de voorstelling die men zich
in de middeleeuwen maakte van de duivel: deze had altijd een lichaamsgebrek - "Moenen
metten eenen ooghe" - was bang om de naam van God of Maria te horen (dus de naam
Marieken moest veranderd worden).
Ze gaan naar 's-Hertogenbosch. Oom Gijsbrecht gaat Mariken zoeken en bezoekt haar tante.
Dan is er een politieke omwenteling: Graaf Arend komt vrij, tante pleegt uit woede
zelfmoord.
Mariken en Moenen verblijven in herberg 'De Gulden Boom'in Antwerpen; Mariken draagt een
refrein voor (met de 'stockregel': 'Door d'onkonstige gaat die konste verloren').
Jarenlang leiden ze een zondig leven. Na zeven jaar (let op de symboliek van het getal,
evenals in de marialegende Beatrijs) gaat Mariken terug naar Nijmegen. Ze ziet een
wagenspel waarin een zekere Masscheroen een beroep doet op Gods rechtvaardigheid, Marieken
doet een beroep op Gods barmhartigheid.
Mariken krijgt nu berouw - Moenen is kwaad, neemt haar mee hoog de lucht in en gooit haar
naar beneden. Ze wordt gevonden door oom Gijsbrecht, die Moenen verdrijft. (Dit doet hij
met behulp van toverspreuken).
Mariken heeft absolutie nodig: ze gaat naar Nijmegen, Keulen en Rome. Moenen probeert hen
onderweg te doden. Mariken krijgt ijzeren ringen om hals en gaat naar een klooster in
Maastricht om boete te doen.
Na twintig jaren vallen de ringen af en sterft ze.
Opmerking: In de wereldliteratuur komen we vaker het motief tegen van een verbond met
de duivel.
Het bekendst werd het drama Faust door Goethe. |