![]() |
Boekverslag : Anoniem, - Karel Ende Elegast
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1307 woorden. |
1° Bibliografische gegevens:Auteur: Herdicht door Clement Vermaere.Clement Vermaere leefde van 26 -08-1919 tot 11-03-1983, hij voltooide kort voor zijn dood deze vrije herdichting van Karel ende Elegast , een meesterwerk uit ons Middelnederlands literair patrimonium. Hij deed het met een grote vaardigheid en met geen andere bedoeling dan een door hem geliefde tekst al hertalend intenser te doorgronden én hem voor anderen makkelijker 'bereikbaar' te maken. De auteur van het origineel werk is onbekend. Titel: Karel ende Elegast Uitgeverij: Davidsfonds, 1986 (eerste druk) 2° Parafrase:Situering : Het verhaal behoort tot het genre van de voorhoofse Frankische ridderepiek. Voorhoofs, omdat het verhaal geschreven is in de volkstaal. Het boekt geeft de beschavingssituatie weer van de 11de en 12de eeuw, dit blijkt uit de brutale gevechten waarin de personages betrokken worden en hun weinig galante omgang met vrouwen. Frankisch, want de stof werd ontleend aan de tijd en geschiedenis van de Karolingers, onder wie Karel de Grote de centrale figuur was. Ridderepiek, want alle personages behoren tot de ridderlijke stand.Op een nacht wordt Karel de Grote in zijn koninklijk paleis te Inghelem tot drie maal toe gewekt door de stem van een engel die hem zegt dat hij onmiddellijk uit stelen moet gaan. Omdat deze stem zegt namens God te spreken, zal Karel doen wat hem wordt opgelegd, ondanks het gevaar en de schande die over hem zal neerdalen als uitgerekend hij betrapt zou worden op stelen. Karel trekt nu terstond zijn beste wapenuitrusting aan en zadelt zijn paard, het mooiste en sterkste paard uit de koninklijke stal. Hij kan zowaar onopgemerkt zijn burcht verlaten, omdat iedereen (de wachten incluis) slaapt. Omdat dit zo'n groot toeval is, komt hij tot de conclusie dat de stem wel degelijk in naam van God sprak, hij is er meer en meer van overtuigd dat hij hulp van bovenaf krijgt. Nu rijdt de koning door een streek die voor hem volstrekt onbekend is. Hij rijdt als een goede ruiter door het bos, en na enkele kilometers ziet hij een andere (compleet in het zwart geklede) ruiter omzichtig passeren. De koning en de vreemde ruiter rijden elkaar zwijgend voorbij. De in het zwart geklede man rijdt enkele ogenblikken later achter de koning aan en gebiedt hem te stoppen en hem zijn naam mee te delen, want Karel droeg natuurlijk ook een helm, waardoor zijn gelaat onzichtbaar is. Vanzelfsprekend weigert de koning dit, en de twee gaan over tot een tweegevecht. Karel wint dit gevecht(hij is een volmaakt ridder). Als de zwarte ruiter hem vertelt wie hij is, zegt Karel, laat hij hem ongemoeid zijn weg vervolgen. De mysterieuze man maakt zich na lang te aarzelen uiteindelijk toch bekend, zijn naam is Elegast. Deze man is beslist geen onbekende voor de koning, omdat hij zijn vroegere vazal Elegast om een geringe oneerlijkheid met zijn familie heeft onterfd en verbannen. Deze vazal is nu een soort van speciale roof-ridder geworden die enkel bij de rijken steelt. Elegast vertelt Karel ook dat hij vanavond noodgedwongen op roof uit moet om zijn bondgenoten in leven te houden. Nieuwsgieriger dan ooit vraagt de overwonnene naar de naam van zijn fortuinlijke tegenstander (hij kan zijn hoofd niet zien door de helm die hij draagt). Karel vertelt hem dan dat hij Adelbrecht heet, een zeer goede en sluwe rover. Elegast en Karel besluiten nu om deze nacht te gaan stelen in het kasteel van Eggeric van Eggermonde (de zwager van de koning !!). Nadat er een gat is gemaakt in de burchtmuur, wordt er overeengekomen dat Elegast naar binnen gaat en de buit aan de buiten wachtende Karel overhandigt. Dit lukt, maar als Elegast buiten komt heeft hij schokkend nieuws voor Karel : Eggeric en zijn kompanen willen de koning morgen tijdens de hofdag vermoorden. Nu wordt alles ineens duidelijk voor Karel: God heeft hem deze opdracht gegeven om te weten te komen dat de man van zijn zus hem wil vermoorden, en in te zien dat Elegast het niet verdiende gestraft te worden (hij is ondanks alles nog zeer trouw aan zijn koning). Karel keert nu naar zijn paleis terug, en als de dag aanbreekt roept hij zijn geheimraad bijeen en vertelt hij ze over Eggeric's snode plannen. Als Eggeric met zijn getrouwen arriveert aan het koninklijk paleis voor de hofdag, wordt hij gefouilleerd en het blijkt dat hij de best gewapende van allen is. Voor de koning en de inmiddels erbij gehaalde Elegast beweert hij bij hoog en bij laag dat hij ten onrechte wordt beschuldigd van misdadige oogmerken. Elegast toont nu iedereen het bloed van Eggeric's vrouw, dat hij had opgevangen in een handschoen (hij sloeg zijn vrouw toen zij zei dat hij haar broer niet mocht vermoorden). Om zijn getuigenis nog meer kracht bij te zetten daagt Elegast Eggeric uit tot een godsoordeel, in dit geval tot een tweegevecht waarbij de verliezer beschouwd wordt als leugenaar. Eggeric neemt deze uitdaging aan, maar in een zeer lang gevecht zal Elegast uiteindelijk overwinnen door zijn tegenstander te onthoofden met een door de koning geschonken zwaard. Eggeric sterft en Elegast wordt in zijn ere hersteld door de koning en mag trouwen met de koning zijn zus, die nu weduwe is geworden. De boodschap is dat alle kwaad steeds vroeg of laat gestraft wordt en dat iemand die onrecht lijdt toch mettertijd beloond wordt. Ik vindt dat dit een té naïeve en té gesimplificieerde voorstelling is van de werkelijkheid, want niet elk kwaad wordt vroeg of laat gestraft en niet iedereen die onrecht geleden heeft,wordt uiteindelijk beloond. 3° Belangrijkste personages:Karel: Uit het gevecht met Elegast blijkt dat hij een zeer goed ridder is. Hij is vergevingsgezind, hij herstelt Elegast immers in zijn ere. In het begin van het verhaal verafschuwd hij rovers, maar naarmate het verhaal vordert, begrijpt hij deze mensen meer en meer (velen stelen uit noodzaak).Elegast: Hij heeft een goed hart en is ondanks alles nog hondstrouw aan zijn koning, hij wil zelfs voor hem zijn leven wagen tijdens een tweestrijd tegen Eggeric. Hij is een sluwe rover die enkel steelt van rijken (bv. bij vazallen en pastoors) en niet van de armen (vergelijking met Robin Hood). Hij beschikt over tovermiddelen, zoals een kruid dat je in staat stelt om de taal van de dieren te begrijpen.Zijn naam betekent elfen-gast. Eggeric van Eggermonde: Hij is een vazal en man van de zus van de koning, die ontrouw is aan de koning ondanks alle genoten gunsten. Hij heeft een heel slecht karakter want hij wil Karel vermoorden. Zijn vrouw wordt door hem ook onheus behandeld; hij slaat haar. Hij is niet of weinig religieus, want voor het voor hem fatale tweegevecht bidt hij (in tegenstelling tot Elegast) niet tot God en Maria. 4° Evaluatie:Ondanks al mijn vooroordelen tegenover dit boek, vond ik het een bijzonder aangenaam boek om te lezen omdat het me niet na enkele bladzijden begon te vervelen. Het verhaal is vrij kort met een enkelvoudige intrige. Er is (bijna) altijd sprake van eindrijm, namelijk GEPAARDE RIJMEN. Vermits het een herdicht is, heb ik mijn hoofd niet moeten breken over het Middelnederlands. Er treden in de vertelling, behalve de engel die na het uitvoeren van zijn opdracht verdwijnt, slechts drie personages op: Karel, Elegast en Eggeric. Echte uitweidingen treft men niet aan, wel zijn de gebeden van Karel en van Elegast vrij uitvoerig weergegeven, evenals de beide duels. De dialogen zijn bijzonder vlot en levendig. Er is sprake van (situatie-)humor: Karel is de onhandige, rijke gelegenheidsdief en Elegast is een ervaren roofridder die de toevallige kompaan wordt van zijn voormalige heer. Ik heb dit boek vrij gemakkelijk begrepen,mede omdat het gebruik van moeilijke woorden vrij beperkt is. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |