Boekverslag : Anoniem, - Het Heksershol
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2208 woorden.

Dit verslag heeft 2 sterren = goed boekverslag, redelijk compleet!



Joost Hiddes Halbertsma, Het Heksershol



Thema

Het thema is de relatie tussen de duivel en de mens. Gosse heeft geen geld en de duivel helpt hem, maar daardoor zit Gosse zijn hele leven aan hem vast. Als Gosse de duivel in de maling neemt, maakt die hem het leven zuur.



Vertelwijze

Er wordt gebruik gemaakt van veel dialogen en beschrijvingen. Het verhaal is geschreven in de verleden tijd. Het is niet moeilijk om het verhaal te lezen.



Titelverklaring

Toen Keimpe(de duivel) een heks stuurde in de gedaante van Ingel kregen Gosse en de heks negen dochters. Die dochters waren allemaal van het heksersgilde. Vandaar de naam Het Heksershol.



Ondertitel

De ondertitel is een kleine samenvatting van het verhaal.



Hoe Gosse Knop uit Molkwerum

zich aan de duivel verkocht,

welke zonderlinge

gevallen hem op zijn levensreis

door het Oude Friesland

wedervoeren,

wat voor schelmstukken hij begin,

en hoe hij

een slecht eind vond.

Dit alles in het Nederlands overgebracht door Theun de Vries.



Opbouw

Het verhaal is opgebouwd uit zes hoofdstukken in dichtvorm plus een nawoord.

Het eerst en het vijfde hoofdstuk heeft geen titel. Het verhaal heeft 44 bladzijden.

1 -

2 Na heel wat omzwervingen komt Gosse terecht op Ameland

3 Tante Wypk

4 Na velerlei oponthoud belandt Gosse tenslotte weer in Molkwerum

5 -

6 Slot



Samenvatting



1

In Molkwerum heeft een huwelijk plaatsgevonden. Uit dit huwelijk kwam een kind voort dat een geur van zwavel om zich heen had bij de geboorte. Het kind heette Gosse Knop. Gosse werd een grof creatuur. Gosse gaat op zijn twintigste naar Amsterdam en van daaruit naar Oudorp. In Oudorp gaat hij naar de kerk en hij gaat mee met de dominee. Gosse liegt tegen de dominee dat hij een veekoper uit Molkwerum is en dat hij door de kerkraad gehoord moet worden. Hij blijft drie weken logeren en profiteert van de dominee. De dominee had een huismeid en werd zwanger van Gosse.

Als er echte veekopers denkt Gosse dat hij verraden zou worden dus hij vertrekt. Hij krijgt geld mee en gaat naar Den Helder. Elisabeth, de huismeid, verdrinkt zichzelf.



2.

Gosse gaat naar Ameland. Hij heeft geen geld meer en kan nergens heen. Een vissersmeisje vraagt hem wat er is en ze leidt hem naar een verlaten huis bij Ballum. Als hij alleen is, maakt hij een strop en wou van de trap springen want hij wou niet meer in armoede leven. Net als hij wil springen komt er iemand aan. De man stelt zich voor als Keimpe Jakkeles.en hij werkt voor de firma Pik & Zonen. Keimpe heeft twee compagnons, een jeneverstoker en een debutant in de loterij. Keimpe geeft Gosse geld, maar Gosse moet daarvoor wel een kwitantie tekenen. Gosse verkoopt zijn ziel aan de duivel(Keimpe).

Keimpe zet een pispot buiten en vangt regenwater op waarin dukaten zitten.

Als ze ergens overnachten wil Gosse zijn kwitantie terug pakken, maar hij ziet dan dat de horrelvoet van Keimpe een paardenpoot is en onder de deken vandaan hangt een varkensstaart. Keimpe was de duivel en Gosse weet dat hij dit blok voor eeuwig aan zijn been zal hebben.



3.

Gosse had een tante in Welsrijp, tante Wypk. Op weg naar Molkwerum gaat hij bij haar langs. Tante had een dienstmeid waar hij zich wel mee kon vermaken. Daar aangekomen hoort hij dat tante Wypk overleden is. Gosse logeert bij twee familie leden, Foâke Tjommes en Jelle Pibes. Tante Wypk had een groot kapitaal, maar het was niet te vinden. Ze denken dat de huismeid het heeft gestolen. Meisje stelen meestal voor iemand anders. Men kijkt een mens wel op de kop, maar niet in de krop. Fod de meid weet waar het geld is, maar heeft beloofd niks te zeggen dus zegt Gosse dat ze het op moet schrijven. Vlak voor haar dood schenkt Wypk de 600 gulden aan Fod waar ze om gevraagd had. Ze slikt 25 dukaten in en de landobligaties gaan mee haar kist in zodat haar neven niks krijgen. Als de neven dit te horen krijgen gaan ze de kist open maken en ze halen de landobligaties uit de kist en de dukaten uit haar buik. Daarna hijsen ze de kist op de mestwagen en ze legen een emmer drek boven tante. Alledrie, Gosse, Foake en Jelle, leggen een verdronken kat in de kist. Soort bij soort.



4.

Gosse belandt weer in Molkwerum. In Molkwerum woont een smid, Sibe Doitzes. Sibe heeft een dochter, Ingel, die door Gosse begeerd wordt. Gosse vraagt Sibe om haar hand, maar het probleem is dat hij het boerenvak niet kan. Sibe stuurt hem weg, maar Gosse is hardnekkig. Gosse kan heel goed kraaien. Als hij tweemaal kraait gaan de acht hanen uit Molkwerum ook kraaien. Gosse vraagt aan Keimpe om vee en gereedschap. Voor het kraaien van de haan moet Keimpe alles in orde hebben, anders is de kwitantie, die inmiddels verhoogd is, niet meer geldig. ’s Avonds gaan ze met zijn drieën naar een leegstaand boerenhuis. Toen ze binnen waren maakte Keimpe wat bewegingen en bromde wat. Zo verschenen er melkvaten, kneedvaten enz. Daarna kwam het vee. Er moest nog iets aan het huis gebeuren en voor dat Keimpe dat kon veranderen gaat Gosse kraaien waardoor de andere hanen ook gaan kraaien. Keimpe had de weddenschap verloren en barstte met verschrikkelijke stank uit elkaar boosheid. Ingel en Gosse gingen trouwen en na de dood van Sibe erfde Ingel het goed en het land. Ingel kreeg een tweeling, een jongen en een meisje. Na vijfkwart jaar stierven de tweelingen.

Men beweerde dat de bakker ze vergiftigd had. Ingel was helemaal overstuur en toen ze hoorde dat Gosse ook nog de jongste meid had proberen te verleiden kon ze het allemaal niet meer aan. Ze wou ook naar hemel, naar haar vader en haar kinderen. Ze ging weg en keerde niet meer terug. Men vond haar pantoffels terug op de muur van de sluis in Molkwerum.



5.

Na zeven dagen komt Ingel weer terug. Gosse moet ophouden met vloeken. Voor de dood van haar kinderen was Ingel degelijk, maar nu was ze veranderd. Ze ging Gosse niet meer intomen. Het ging slecht met de zaak en overal krioelden schuldeisers. Dan valt de oudste meid met een melkkan en Gosse scheld haar uit. Ingel wordt kwaad en gaat naar de melkkamer. Als Gosse gaat kijken vindt hij alleen een hoopje kleren. Twintig jaar later kwam het uit.

Ingel had zich zelf verdronken en Keimpe had een heks gestuurd in de gedaante van Ingel.

De negen dochters die uit het nest voortkwamen waren allemaal van het heksersgilde. De twee compagnons van de firma Pik & Zonen bieden Gosse een verkeerd baantje aan waardoor hij nog meer in de schulden komt.



6.

Gosse leert bittere armoede kennen. Het komt van kwaad tot erger. Na een gevangenisstraf van vijf jaar ontmoet hij Rynk Ockes. Ze hokten samen zonder dat er een dominee aan te pas kwam. In de winter hebben ze geen onderdak en ze belanden in Harlingen. Gosse is helemaal uitgeteerd en gaat bijna dood, maar hij komt er weer bovenop. Het leven van Gosse moet zo lang mogelijk en ellendig zijn volgens Keimpe. Op een dag gaan Gosse en Rynk schaatsen. Door de zon zien ze het wak niet en Rynk schaatst recht het wak in en ze verdrinkt.

Gosse moet nacht waken bij een oude man. Een vrijster schreeuwt in een put en Gosse gaat kijken. Het is Betteke van Oudorp en Gosse vlucht weg. Hij wordt helemaal gek en moet naar het dolhuis in Sneek. Dit is echter niet meer nodig want Gosse overlijdt.

Een schurk minder volgens de mensen die hem kenden.



Over de auteur

Joost Hiddes Halbertsma is geboren op 23 oktober 1789 en overleden in 1869. Hij ging naar de Franse en Latijnse school en later ging hij in Amsterdam godgeleerdheid studeren. Hij was dominee, maar ook een sprookjes dichter met soms grimmige Cimmerische fantasie. Hij vertaalt het evangelie van Matthaüs in het Fries en werkt lange jaren aan een woordenboek van de Fries taal. Het verzamelwerk Rimen en Teltjes heeft Joost Hiddes Halbertsma samen met zijn broer Eeltje Halbertsma geschreven.



Stijl

In het werk van Halbertsma komt het gevoel voor het grandioze, dichterlijke en onvervangbare van het volksidioom naar voren. Er wordt gebruik gemaakt van boerenbeeldspraak en Friesche humor die mild noch verfijnd, open en hard is. Het proza is plastisch. Het is een spotverhaal. Het draagt wel kenmerken uit de Romantiek, maar mist vals romantiek en uitweidingen op gebied van moraal. Het is volkspoëzie. Het bijgeloof is belangrijk voor het verhaal.



Personages

- Gosse is van nature een beul, hij ziet er grof uit. Zijn vader was kofschipper en gereformeerd. Zijn moeder was een mooie jongen vrouw. Gosse is schijnheilig en heeft geen geld. Hij is slim en gebruikt mensen want zonder geld kan hij toch steeds weer aan eten komen. De duivel, Keimpe, maakt hem het leven zuur en na de dood van Ingel gaat het bergafwaarts met Gosse.

- Keimpe Jakkeles is een fabrikant uit Zuid-Holland waar hij voor de firma Pik & Zonen werkt. Hij heeft twee compagnons. In werkelijkheid is Keimpe de duivel en Gosse heeft zijn ziel aan hem verkocht. Keimpe is slim, maar met de belofte dat hij voor het kraaien van de haan de hele boerderij afheeft, verkijkt hij zich toch even. Hij kan niet hebben dat Gosse hem te snel af is.

- Tante Wypk was de tante van Gosse en ze was erg rijk. Gosse wil graag geld van haar erven nu ze dood is, maar ze wou haar geld niet aan haar neven schenken en heeft het geld opgeslikt. Haar neven geven niks om haar en willen alleen haar geld.

- Fod was de meid van Tante Wypk. De neven Foâke Tjommes en Jelle Pibes dachten dat Fod het geld van Wypk had gestolen. Gosse krijgt het voor elkaar om er achter te komen wat Fod weet over het geld.

- Ingel is de vrouw van Gosse en ze is de dochter van de smid Sibe Doitzes. Uiteindelijk staat Sibe toe dat Ingel met Gosse gaat trouwen. Ingel is degelijk en ze houdt Gosse in toom en zorgt dat alles goed gaat. De dood van haar kinderen kan ze niet aan en ze wil ook dood. Ze verdrinkt zich zelf.

- Rynk is een vrouw die tegelijk met Gosse uit de gevangenis is ontslagen en ze gaan samenwonen. Rynk was de enige waar Gosse nog mee kon praten na de dood van Ingel.



Historische tijd

Het speelt zich waarschijnlijk af in de Middeleeuwen of in de zeventiende eeuw. In die tijd had Molkwerum verbinding met open zee. Joost Hiddes liet het verhaal in het verleden spelen. De tijd is wel belangrijk voor het verhaal want de interesse in het verleden is belangrijk in de Romantiek en in de tijd waarin Joost Hiddes Halbertsma leeft gelooft men niet meer in de duivel.



Plaats en ruimte

Het verhaal speelt zich af in Molkwerum, Amsterdam, Oudorp, Welsrijp, Harlingen en op Ameland. De plaatsen zijn tamelijk willekeurig gekozen. Gosse reist veel en komt dus langs verschillende plaatsen.



Tijdsduur

Het verhaal neemt het hele leven van Gosse in beslag. Tijdens de jeugd van Gosse is er sprake van een versnelling. Zijn jeugd wordt versneld omdat die, afgezien van het feit dat Gosse bij de geboorte naar zwavel stonk, niet zo belangrijk is voor het verhaal. Vanaf de ontmoeting met Keimpe zijn er geen versnellingen meer.



Tijdsvolgorde

Het verhaal is chronologische verteld. De lezer volgt het leven van Gosse.



Perspectief

Er is gebruik gemaakt van een alwetende verteller die het meest over Gosse weet. Sommige stukjes worden duidelijk uit de ogen van de schrijver gezien en schrijft de schrijver in de ik-vorm. Hij vertelt dan zelf iets aan de schrijver en niet via Gosse.



Idee

De bedoeling van dit boek is om de relatie ‘mens-duivel’, maar ook het geloof spottend weer te geven. De kenmerken van de Romantiek hebben invloed gehad op het verhaal.



Eigen mening

In het begin van het verhaal dacht ik dat Gosse de duivel was omdat hij naar zwavel rook bij zijn geboorte. Als Gosse Keimpe voor het eerst tegenkomt heb je niet meteen door dat hij de duivel is. Het is dus in het begin van het verhaal nog niet helemaal duidelijk wie nou de duivel is en daardoor wil je verder lezen. Het verhaal is grappig, maar soms ook een beetje smerig want ze behandelen Tante Wypk wel heel erg gemeen.

Ik kon me niet goed inleven in Gosse omdat hij een vreemd leven leidt in het verhaal. Ik kon wel met Gosse meeleven want ik was benieuwd of Gosse zijn geld terug zou krijgen. Gosse heeft zelf niet echt een goed karakter, maar je gaat toch hopen dat hij de duivel te slim af is. Op zich is het verhaal goed te begrijpen, maar de dubbelzinnige en spottend stukjes komen niet duidelijk naar voren omdat ik daar niet genoeg kennis van heb.

Het Heksershol is geschreven in de Romantiek, maar dat is minder duidelijk te zien dan zoals bij Jaromir. De sommige kenmerken van de Romantiek komen wel terug in het verhaal zoals de reizen die Gosse maakt. Het verhaal is sprookjesachtig en de duivel lijkt op een kwaadaardige tovenaar.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen