?, Elckerlijc, Een allegorisch spel uit ongeveer 1475
Inhoud
God beklaagt zich over de verdorvenheid van de mensen.
Hij roept de Doot bij zich: Elckerlijc (elk mens, iedereen) moet verantwoording gaan
afleggen van zijn leven. Hij krijgt de opdracht een 'pelgrimage' te ondernemen (d.w.z. hij
krijgt te horen, dat hij moet sterven). Elckerlijc probeert tevergeefs de Doot om te
kopen.
Hij krijgt geen uitstel. Wel mag hij op zijn tocht een reisgenoot meenemen. Elckerlijc
vraagt aan Gheselscap, Maghe, Neve (vrienden en bloedverwanten) en Tgoet (het bezit, geld
en goederen) hem te vergezellen, maar ze laten hem allemaal in de steek.
Doecht (deugd) is te zwak om mee te gaan. Kennisse (berouw inzicht) brengt Elckerlijc bij
Biechte: Elckerlijc doet boete en Doecht herstelt. Scoenheit (schoonheid), Vroescap
(wijsheid, Cracht en Vijf Sinnen (zintuigen) beloven dan met hem mee te gaan. Elckerlijc
maakt zijn testament en ontvangt de laatste sacramenten. Bij het open graf aangekomen,
laten de begeleiders Elckerlijc echter ook in de steek; alleen Doecht gaat mee verder.
Elckerlijc sterft. Kennisse vertelt dat Doecht zich bij God zal melden. Een engel voert
Elckerlijcs ziel naar de hemel.
In de 'Na-prologhe' wordt de moraal verwoord: Alle mensen zouden zuiver voor God moeten
kunnen verschijnen!
Opmerking
Dit is een rederijkersspel geweest, het spel werd opgevoerd ter gelegenheid van een
Landjuweel, dat is een rederijkerswedstrijd.
Elckerlijc is een zogenaamde moraliteit. Men sprak ook wel van 'sinnespel'. Dat betekent
dat de inhoud uitgaat van een uitspraak en dat het een moralistisch karakter bezit.
Het is uniek in zijn oorspronkelijkheid, dit toneelspel. Er zijn talloze bewerkingen want
het thema spreekt immers iedereen aan - ook in deze tijd nog.
Als je dit spel in een moderne vertaling leest bekijk dan wel even heel goed de namen van
de personen zoals ze in de oorspronkelijke middelnederlandse taal waren: het is beter dat
je op een tentamen over gelezen boeken de middelnederlandse namen gebruikt.
Eigenschappen (zoals deugd, berouw) treden hier op als personen: men noemt een werk waarin
dat het geval is een allegorie.
Er bestaat een zeer vroege Engelse vertaling: Everyman.
In de negentiende eeuw schreef Hugo van Hoffmannsthal een Duitse bewerking: Jedermann, die
inhoudelijk vrij sterk afwijkt van het middelnederlandse originele stuk.
Zoals bij veel werken uit de middeleeuwen het geval is, kennen we de auteursnaam niet, wel
wijzen onderzoeking en in de richting van Petrus van Diest, een Vlaamse monnik die rond
1450 leefde. |