Boekverslag : Joost Heyink - De Indringer
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 710 woorden.

Dit is een boekverslag gebaseerd op hoofdpersonen, citaten, voorbeelden, hoofdprobleem, oplossing en tijd/plaats bepaling.

In dit boekverslag word niet duidelijk verklaard hoe precies het verhaal loopt, alleen in korte zinnen.



De hoofdpersoon

In het boek de indringer is er duidelijk één hoofdrolspeler. Het boekt denkt, doet en ziet alles zoals Floris dat doet. Floris is een chagrijnige jongen maar is toch ook erg gevoelig. Hij is mager, heeft bruine ogen, maar zou liever blauwe ogen willen. Kenmerkend aan zijn halflang blond haar met net genoeg haar voor een staartje, maar dat wil hij liever niet. Floris’ vader is overleden toen hij nog maar klein was, daarom heeft hij erg veel nare gevoelens. Deze roeit hij weg in de sportschool, daar gaat hij elke week naar toe(soms meerdere keren). Floris is ook erg boos omdat zijn moeder een nieuwe vriend heeft. Hij zoekt hulp bij een meisje uit de sportschool, waarmee hij later verkering krijgt. Floris spijbelt nooit. Ook zet hij vaak een negatieve bril op over mensen. Dit is eigenlijk niet waar, maar veel vrienden zeggen dit over hem. Later zal hij daar achterkomen. Vroeger was Floris pizzacoureur. Hij kent de stad waarin hij woont erg goed. Ook is hij erg behulpzaam.



Een citaat en een voorbeeld

Een kenmerkend citaat over het uiterlijk van mijn persoon, zijn de 2 zinnen op bladzijde 8, regel 4 en 5, “Bruine ogen; liever had hij blauwe gehad. Halflang blond haar, genoeg voor een staartje, maar daar begon hij niet aan”

Op de voorkant van het boek de indringer staat een jongen met halflang blond haar en bruine ogen. Dit is typisch een voorbeeld voor Floris. Op bladzijde 9 ontmoet hij een vrouw die zwanger is, daar doet hij erg chagrijnig tegen. Ook tegen het meisje wat hij ontmoet doet hij erg chagrijnig. Zie zin 9 van onderen, “Zijn kop stond even niet naar de lachende meisjes”.



Begin, hoofdprobleem en afloop

De indringer, waar moet dit boek beginnen?

Het verhaal over ‘de indringer’ heeft vooral de eerste 2 pagina’s nodig, de proloog. Hierdoor word het verhaal erg spannend gemaakt. Ondanks dat het verhaal nog niet echt begint in de sportzaal, is de informatie die hier door hem word opgedaan erg belangrijk omdat deze later nog terug komt. Sterker; het meisje wat hij ontmoet word zijn vriendin! Daarom denk ik dat er geen stuk van het boek weggelaten zou moeten worden, maar als het moest zou voor mij het boek pas beginnen op pagina 14. Hier word echt duidelijk waar dit verhaal over gaat. Ook de proloog is hier bij nodig.



Het hoofdprobleem in dit boek is de nieuwe vriend van zijn moeder. Floris’ vader is dood gegaan toen hij nog jong was. Zijn moeder heeft nu een nieuwe vriend gekregen, maar Floris heeft een raar gevoel over die nieuwe vriend. Wat zou er aan de hand zijn?



De afloop van het hoofdprobleem word pas echt duidelijk in de laatste paar bladzijdes. Floris heeft het hele verhaal lang gezocht naar de ware identiteit van de nieuwe vriend van zijn moeder. Via een zakdoek vind hij die identiteit. De zakdoek leid naar een gestoorde crimineel! Hij gaat zelf op pad, red zijn moeder van de dood en de vriend van zijn moeder sterft door een soort moeras waar hij en zijn moeder invallen. Zijn moeder geloofde hem de hele tijd niet, uiteindelijk moest dat er wel van komen. Nu zijn ze blij dat die vreselijke man weg is! Er had nog iets veel ergers gebeurd kunnen zijn.

Het boek “de indringer” heeft een gesloten eind. Het eind is duidelijk voor de lezer. Alles komt goed en er zal geen gevolg meer zijn van enkele spannende gebeurtenissen. Alles word afgerond op een ‘rustige’ manier.



Waar speelt het boek zich af? In welke tijd/plaats?

Floris woont op de Julianalaan 9. De stad waarin het zich afspeelt is niet bekend. Er word wel gepraat over Oosterhout waar hij naar toe gefietst zou zijn. Dat was ongeveer 15 km verwijderd van zijn dorp/stad. Ook speelt het grootste gedeelte zich af in het dorp, park, het plaatselijke café, de sportschool en bij zijn huis.

Dit verhaal speelt zich af in de moderne tijd. Op bladzijde 48 word gepraat over het maken van muziek. “Muziek erbij, mixen, klaar”. Op bladzijde 76 word ook gezegd “Zijn nieuwe mobiel had camerafunctie”. Dit is typisch voor de moderne tijd.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen