Boekverslag : Elizabeth Laird - Wij Zijn Koerdistan
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1578 woorden.

Het verslag



Tara is een meisje van 12 jaar. Aan het einde van het boek is ze 18 jaar. Haar moeder heet Teriska Khan, haar vader heet Kak Soran, haar broer heet Ashti en haar kleine zusje van drie jaar oud heet Hero. Ze woont in Soelaimanya in Koerdistan. Koerdistan ligt in Irak, Iran, Turkije, U.S.S.R. en in Syrië. Koerdistan wil graag een apart land waar de Koerden kunnen wonen. Haar vader heeft een goede baan in een fabriek. Ze woont in een mooi huis. Ze zijn een van de rijkere mensen in de stad. Tara heeft een vriendinnetje, Leila. Zij is een katholiek meisje en Tara zelf is een Moslima. Tara’s lievelingsvak is wiskunde en haar minst favoriete vak is Engels.



Op een dag als Leila en Tara uit school komen gaan ze nog even naar het dorp. Tara wil nog iets voor haar kleine zusje Hero kopen. Er staat er een officier van het Irakese legervoor de moskee. Hij heeft een geweer en de Mollah, een soort priester van de moskee, in zijn handen. Achter de Mollah staan 4 studenten. Wat daarna gebeurt wil Tara niet zien. Opeens hoort ze een harde knal. De Mollah en 4 studenten liggen dood op de grond.



Tara komt thuis en dan vertelt ze het hele verhaal aan haar moeder. Teriska Khan schrikt er niet van. Dan begint ze te vertellen. Dat ze haar wilden beschermen tegen de politiek en wat er gaande is met de Koerden, dat de Peshmerga’s tegen Saddam Hoessein vechten en dat haar vader banden heeft met het Koerdisch verzet.



Op een dag komt de politie aan huis. Tara doet de deur open. Ze zijn opzoek naar Tara’s vader. Kak Soran is niet thuis dus ze komen later terug. Die avond als Kak Soran thuis is komt er een collega van hem langs. Hij vertelde dat de politie had gebeld en dat hij terug moest bellen als Kak Soran thuis kwam. Maar dat heeft hij niet gedaan.



Als de volgende avond Kak Sorans neef, Rostam langs komt heeft hij een bloedende arm. Er zat een kogel in. Dit was doorslaggevend. De familie gaat verhuizen naar de bergen. Daar woont oom Rostam.



De volgende dag komt komt de politie langs. Ze vragen naar Kak Soran. Maar die zit in de bergen. Ook is Ashti daar. Die is bij de Peshmerga’s. Tara gaat vlug naar Leila, haar vriendin en buurmeisje. Leila’s moeder brengt Hero, Teriska Khan en Tara naar een taxibedrijf en vanaf daar gaan ze naar de bergen. Voorgoed weg van Soelaimanya.



Het leven in de bergen is niet leuk. Ze slapen in tenten, moeten hun kleren in een rivier wassen en het is daar ook niet echt veilig. Op een dag als Tara zit te lezen horen ze opeens laagvliegende vliegtuigen over vliegen. En daarna horen ze harde knallen. Die waren dicht bij. Ze horen een mevrouw zeggen dat de Irakezen de geheime plek voor de wapens ooit een keer moest ontdekken.



De familie besluit ’s nachts over de grens naar Iran te vertrekken zodat ze daar naar een vluchtelingenkamp kunnen. Dat lukt, maar in het vluchtelingenkamp is het verschrikkelijk. De vrouwen mogen niet met de mannen praten en andersom en het is niet zeker of ze er wel kunnen blijven. Ook liggen ze met zijn achten in een hutje van 4m2 op elkaar en ze moeten één stuk brood met zijn allen delen. Ook moeten Teriska Khan en Tara een hoofddoek dragen omdat Iran een moslimland is. Dat is verschrikkelijk vindt Tara. Na een nacht in het vluchtelingen kamp geslapen blijkt dat Ashti terug naar de bergen is gegaan. Teriska Khan is er helemaal kapot van en ze wordt erg ziek.



De familie mag naar een ander, beter kamp. Als ze daar aan komen worden al de een aantal bezittingen afgenomen. De dure spullen en geld. Gelukkig was de familie zo slim om een aantal dingen te verstoppen.



In het kamp hebben ze een hutje voor zichzelf en ze hebben dekens. Het is winter en het is erg koud. Ze zitten nu al meer dan een jaar in het vluchtelingenkamp. Het is moeilijk om te overleven want ze krijgen maar weinig te eten. Gelukkig mogen ze wel eens weg uit het kamp. De familie heeft een broer, Rezgar, en zijn familie in Teheran wonen, de hoofdstad van Iran, wonen en daar zijn ze van harte welkom. Ze krijgen elke keer een lekker maal voordat ze weer terug gaan naar het kamp.



Ze wonen nu ongeveer 3 jaar in een vluchtelingenkamp, maar het is verschrikkelijk. De familie wil met het laatste beetje geld vluchten naar een ander land. Eerst denken ze aan Canada maar dat is te ver en daar hebben ze ook niet genoeg geld voor. Kak Soran vraagt aan zijn broer hulp. Hij heeft een neef in Engeland zitten die daar studeert. Misschien mogen ze daar logeren.



Een paar weken later is het geregeld. Ze kunnen vluchten naar Engeland. Ze maken wel een tussenstop in Duitsland…



Als ze in Engeland is het nog maar de vraag of ze daar mogen blijven. Want ze zijn nog steeds vluchtelingen. Ze kunnen ook teruggestuurd worden naar Duitsland. Gelukkig is dat niet het geval en kunnen ze daar blijven. Eerst moeten ze twee dagen in een soort van gevangenis zitten. En daarna mogen ze weg.



Latif, de neef van Rezgar, heeft een klein appartementje. Gelukkig kan de familie er wel slapen en wonen. Het is erg wennen en even wil Tara terug naar naar Koerdistan want daar kennen ze mensen en ze spreken die taal. Engels was al niet haar sterkste kant en nu zit ze zelfs in Engeland.



Als Tara, Teriska Khan en Hero in een winkel staan weten ze niet wat ze moeten halen. Ze kunnen niets lezen en weten niet wat alles is. Teriska Khan vraagt gewoon in het Koerdisch waar de suiker staat. Dat besefte ze helemaal niet. Ze heeft geluk de man spreek ook Koerdisch. Dan komen Latif en Kak Soran binnen stormen. Ze hebben goed nieuws. Ashti komt naar Engeland.



Een paar dagen later komt Ashti aan op het vliegveld. Als hij zijn familie ziet komt hij er meteen op afgerend. Hij vliegt ze om de hals en hij zegt: “Wij zijn Koerdistan.”



Hoofdpersonen:



Tara: Zij is een Koerdisch meisje dat moet vluchten voor Saddam Hoessein.

Kak Soran: Hij is de vader van Tara. Hij heeft een baan in een fabriek in de stad.

Teriska Khan: Zij is de moeder van Tara. Ze is huisvrouw

Hero: Zij is het kleine driejarige zusje van Tara.

Ashti: Hij is de oudere broer van Tara. Hij zit later in het Koerdisch verzet.



Bijpersonen:



Latif: Hij studeert in Engeland en hij is een neef van de broer van Kak Soran. Als de familie in Engeland is logeren ze bij Latif.

Rostam: Hij is de neef van Kak Soran. Door hem gaan ze vluchten.

Leila: De vriendin van Tara.

De moeder van Leila: Zij helpt de familie met vluchten.

Rezgar: Hij is de broer van Kak Soran. Hij helpt de familie met vluchten naar Engeland.



Mijn Mening



Ik vond het een erg leuk boek. Ik wilde steeds doorlezen. Soms lag ik nog om half elf te lezen doordat het zo’n was. Het is een boek voor jongens en voor meisjes. Het verhaal wordt wel gezien door de ogen van een meisje, maar het is toch ook wel voor jongens. Het verhaal is erg logisch opgebouwd. Maar het is niet zo dat ik denk: Nu komt er dit en nu komt er dat. Nee, dat is niet zo. Het boek wordt ook erg gedetailleerd beschreven. Het is niet langdradig. Het is duidelijk uitgelegd. Het is niet een moeilijk boek. Ik zou het zelf als 10 jarige het nog niet lezen. Daar is het boek wel te moeilijk voor. Maar op deze leeftijd is het een goed, leuk en niet te moeilijk boek. Ik zou een 9- geven als punt voor dit boek!



Over Elizabeth Laird



Elizabeth Laird werd geboren in Nieuw-Zeeland in Wellington, 1943. Ze verhuisde naar Engeland toen ze drie jaar was. Ze gaf een jaar Engelse les in Maleisië en begon toen aan de universiteit van Bristol en Edinburgh aan een talenstudie. Een aantal jaar heeft ze overal gewoond. Ze woonde na haar huwelijk in Wenen, Bagdad en Beiroet.

Haar doorbraak kwam door het boek Anna. Dat is geschreven in 1989. Het is autobiografisch verhaal over haar gehandicapte broer, die maar kort heeft geleefd. Ze laat zien wat de komst van zo’n zwaar gehandicapt kind en zijn dood betekent voor de overige gezinsleden. Het boek werd genomineerd voor de Carnegie Medal. Ook heeft ze andere goede boeken geschreven. In Wij zijn Koerdistan. Het boek is geschreven in 1991. Wij zijn Koerdistan, waar mijn boekverslag over gaat vertelt zij over een Koerdisch gezin dat moet vluchten uit Irak voor de terreur van Saddam Hoessein. Voor dit boek ontving ze in 1993 de Glazen Globe. In De toren van Jacob (2003) kiest ze voor een jongen die zwaar mishandeld wordt door zijn stiefvader. Het boek werd genomineerd voor de Carnegie Medal en de Guardian Children’s Fiction Award. In het boek Avondklok in Ramallah, dat geschreven is in 2004, vertelt Elizabeth over de familie Aboudi, die in de Palestijnse stad Ramallah woont en geconfronteerd wordt met de Israëlische bezetting. Elizabeth Laird verbleef lange tijd in Afrika, waaronder twee jaar in Ethiopië. Daar gaf ze les op een school die verbonden was met de universiteit van Addis Abeba. Begin 2004 ontving ze voor haar boek The Garbage King, dat zich in Ethiopië afspeelt, de Childrens Book of the Year Award.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen