Boekverslag : Albert Camus - Jonas Ou L'artiste Au Travail
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1174 woorden.

“Jonas ou l’artiste au travail”

gevolgd door “La pierre qui pousse”

Albert Camus



Jonas ou l’artiste au travail


Zoals de titel al doet vermoeden is de hoofdpersoon in dit verhaal Jonas, Gilbert Jonas. Hij is schilder en heeft zeker talent. In het begin verdient hij ontzettend weinig, behalve dan enige waardering. Maar hij houdt van het schilderen, dus hij gaat ermee door.

Rateau is zijn beste vriend, die hem ook constant blijft steunen, eigenlijk is hij een soort broer voor Jonas.

De vader van Jonas is schrijver en Jonas zelf is ook een aardige schrijver, veel komt hem aanwaaien. Toch is het schilderen zijn grote liefde en heeft hij weinig interesse in meisjes, totdat hij een motorongeluk krijgt. Kort daarna komt hij Louise Poulin tegen, waar hij verliefd op wordt en uiteindelijk ook trouwt. Samen doen ze leuke dingen en ze zorgt heel goed hem. Samen krijgen ze 3 kinderen en in het begin zorgt Jonas voornamelijk voor de kinderen, later verandert dat.

Met een derde kind in aantocht willen ze graag een groter appartement gaan bewonen en hun oog valt op een appartement in de artiestenwijk (van Parijs?). Toch blijkt ook dit huis nog een beetje te klein en gaat het derde kind in het atelier slapen.

Ondertussen wordt Jonas bekender en krijgen ze veel nieuwe vrienden die veelal zelf kunstenaar zijn. Er komen steeds meer mensen over de vloer en er wordt veel gebeld. Hij is blij met al zijn vrienden, maar heeft daardoor wel minder tijd voor zijn kinderen. Af en toe schiet zijn gezin er een beetje bij in en vergeet hij het eten en dat soort zaken. Na verloop van tijd neemt hij een aantal leerlingen onder zijn hoede die tegen hem op kijken en hem nieuwe inzichten geven. Hij geeft ze geen kritiek mee, slechts aanmoedigingen.

Toch verslapt het schilderen, hij vindt het leuker om met vrienden af te spreken. Louise lijdt er een beetje onder, hoewel zij alles doet voor hem en voor zijn werk. Er komen exposities van zijn werk en zijn roem groeit, mensen gaan hem zelfs brieven schrijven. Met de groei van zijn roem komt er ook meer druk om de penselen weer wat intensiever op te pikken. Hij verliest zich in zijn werk en zijn vrienden verwijten hem egoïstisch te zijn.

Op een avond wordt Jonas zelf geschilderd; l’artiste au travail.

Rose, de zus van Louise, komt langs om het gezin wat te helpen. Jonas schildert niet meer, hij verliest zich ditmaal in drank, omdat het hem hetzelfde gevoel geeft als na een dag lang schilderen. Op een gegeven moment raakt hij hierdoor een hoop vrienden kwijt, hij lacht niet meer en zakt steeds verder weg. Hij bedriegt Louise en dat heeft haar pijn gedaan, maar samen komen ze er ook weer bovenop en hij laat de drank achter zich. Hij sluit zich eerst nog op, zit dagenlang met het licht uit in zijn atelier. Louise is verdrietig, maar vertelt Rateau dat ze niet zonder hem of zijn werk kan. Rateau praat met Jonas en de lamp gaat eindelijk weer aan; hij gaat aan zijn laatste schilderij beginnen.

Dan is het schilderij af en Jonas is zo blij om te zien dat de wereld er nog is en dat Louise en zijn kinderen er nog zijn. Hij zal nooit meer schilderen. Wanneer Rateau het schilderij omdraait staat er solidaire, of is het toch solitaire?



In dit boekje komt de filosofie van Camus het duidelijkst naar voren. Zo is er een pagina in het boek gewijd aan het bestaan (p. 44). Volgens Jonas, die de mening van Camus weergeeft, weten artiesten niet of ze wel bestaan. Ook Jonas weet dat niet, maar wat hij wel zeker weet is dat hij bestaan heeft.



La pierre qui pousse

Het begin van “La pierre qui pousse” is uitermate geheimzinnig. Het speelt zich ’s nachts af bij een rivier, waar mannen in de rivier aan het werk zijn. Het verhaal speelt zich af in Brazilië, waar een ingenieur, monsier d’Arrast, werkt. Ze moeten naar Iguape en de negers die aan het werk waren wezen hen de weg. Ze waren uiterst vriendelijk. Socrate is de chauffeur van d’Arrast en eveneens een vriendelijke man. Samen rijden ze door het schitterende landschap. In Iguape worden ze heel gastvrij ontvangen en d’Arrast moet de volgende ochtend al naar de burgemeester om te spreken over zijn opdracht. Hij is daar namelijk heen gestuurd voor het ontwerp van een ziekenhuis. De rechter van het dorpje, monsieur Cavalho, komt er ook bij en met z’n drieën maken ze een praatje.

Iedereen in het dorp is opvallend vriendelijk naar hem toe, alleen wat later de politiechef blijkt te zijn vraagt hem vijandig naar zijn paspoort. De burgemeester vindt dit echter absurd en vindt dat de politiechef een straf verdient en dat d’Arrast die straf mag verzinnen. Dit weigert d’Arrast echter, een straf is volgens hem niet nodig.

D’Arras wil een stukje van het dorp zien en dan vooral de hutjes van de arme mensen die er wonen. Hij vraagt de burgemeester wat voor werk deze mensen doen en de burgemeester antwoordt dat ze alleen werk hebben als de ‘hogeren’ hen nodig hebben.

Dan komt Socrate aan met het verhaal over een steen die ter ere van Jezus in een grot wordt geduwd. Niet veel later komt d’Arrast het echte verhaal te weten als hij aan de praat raakt met een inlander. Deze inlander, die hij later le coq noemt, blijkt deze traditie begonnen te zijn. Het stormde namelijk enorm, terwijl hij op zee was samen met een maat. Zijn maat viel over boord en verdronk, hij bad tot Jezus om te overleven. Als hij het zou overleven zou hij ieder jaar een 50 kilo zware steen op zijn hoofd naar de grot dragen. De zee werd kalm en hij hield zich aan de belofte, dus ook dit jaar. Die dag is bijna aangebroken, maar de avond tevoren is er groot feest. Er wordt veel gedanst, veel gegeten en er zijn veel mooie vrouwen. Vele mensen dansen en raken in een soort trance, waaronder le coq.

D’Arrast loopt even weg van het feest en bedenkt dat hij wel eeuwig in Brazilië zou willen blijven, het is er zo mooi.

Voordat het feest echt gaat beginnen, heeft d’Arrast nog een diner met de burgemeester en enkele andere hoge personen. Langzaamaan stroomt het plein vol en de muziek gaat beginnen. Er komt een vliegtuig over, waar iedereen verbaasd over is en als het weg is ziet men dat er een aantal mensen dood zijn. Lichte paniek breekt uit, maar al snel is dat over.

Het spektakel begint, le coq draagt het blok op zijn hoofd en gaat er mee lopen. D’Arrast vindt het helemaal niet leuk meer en wil dat alles over is. Le coq is afgepeigerd en is al een keer gevallen als d’Arrast hem ziet. Nogmaals valt hij en le coq zegt dat hij echt niet meer kan. D’Arrast neemt uiteindelijk het blok over, waarmee hij wankelend naar de kerk loopt. Dus uiteindelijk is de belofte ook dit jaar weer volbracht.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen