Boekverslag : Maarten 't Hart - De Jacobsladder
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1270 woorden.

Samenvatting
Deel 1. Verhaalanalyse.

Complete titelbeschrijving.
De volledige titel van het boek is ‘De jacobsladder’, geschreven door Maarten ‘t Hart. Het boek is uitgegeven in Amsterdam, door Uitgeverij De Arbeiderspers. De eerste druk, gebonden, was in augustus 1986. De tweede druk, ingenaaid, was ook in augustus 1986. Het boek dat ik heb gebruikt is de zeventiende druk.
De omslag is door J.B. Jongkind. Het is een schilderij, genaamd Gezicht op Delft, en deze hangt in het gemeentemuseum in Den Haag. De foto is genomen door Nico Richter.
Deze druk is gedrukt bij Geuze & Co’s Drukkerij B.V., Dordrecht.

Auteursinformatie.
Maarten ‘t Hart is geboren op 25 november 1944 in Maassluis. Hij studeerde biologie in Leiden en werkte als docent in de dierethologie aan de Leidse universiteit. Hij debuteerde onder het pseudoniem Martin Hart met ‘Stenen voor een ransuil’ in 1971. Andere werken van ’t Hart zijn Het vrome volk, een vlucht regenwulpen, De aansprekers en De unster.

Titelverklaring.
Voorin het boek staan de betekenissen van jacobsladder, volgens de Van Dale. Ik denk dat in deze context de betekenis van jacobsladder moet zijn: een hele rij van klachten, een lang en vervelend verhaal. Dit klopt wel, want dit slaat terug op de boetedoening die Adriaan voor zijn gevoel moet doen gedurende tien jaar.

Samenvatting.
Het boek begint als Adriaan Vroklage naar een verre tante wordt gestuurd om melk en eieren te halen. Daar ontmoet hij Klaske, een verre nicht en zij beloven elkaar om later met elkaar te trouwen. Als hij daar gegeten heeft, gaat hij met de veerboot terug. Daar ziet hij allemaal oproer bij een aangemeerd fregat. Thuisgekomen denken zijn ouders dat hij tussen wal en schip is geraakt en helemaal vermorzeld is. Maar dan blijkt dat de dode jongen Jan Ruygveen is. Hij voelt zich schuldig, omdat hij niet dood is gegaan. Vanaf dan sluit hij uit boetedoening vriendschap met Anton Ruygveen, Jan’s broer. Eenmaal op de LTS, loopt de vriendschap tussen hem en Anton stuk; hun interesses verschillen te veel. Hendrikje, Anton’s zus, loopt van huis weg, omdat ze veel te streng behandeld werd door haar ouders. Als Adriaan van de LTS afkomt, wordt hij universeel- slijper. Daar gaat alles fout; een man overlijdt en Adriaan krijgt de schuld. Dan krijgt hij te horen dat Job, Anton’s oudere broer, zelfmoord heeft gepleegd, omdat het verlies van Hendrikje hem teveel werd. Adriaan gaat daarna bij de marine als wasser en maakt een tocht met een onderzeebootjager naar de West. Teruggekomen in Maassluis komt hij Klaske weer tegen, die verpleegster is. Via haar wordt Adriaan ook verpleger. Het boek eindigt ermee dat Adriaan in het verpleegtehuis
dhr. Ruygveen tegenkomt, die hem verteld dat zijn vrouw is overleden en dat Jan’s dood geen ongeluk was, maar zelfmoord. Dan beseft Adriaan dat hij tien jaar lang voor niets boete heeft gedaan.
Het hele boek is doordrenkt van het geloof. Er vinden allerlei kerkscheuringen en –samenvoegingen plaats.

Motto.
Er staat geen motto in het boek.

Genre.
Het boek is een psychologische roman.

Thema en motieven.
Het hoofdthema is de verhouding tussen hemel en aarde. De andere thema’s zijn vriendschap en verval. Het ontstaan van de vriendschap tussen Adriaan en de familie Ruygveen. Het boek handelt ook over de opkomst van de familie Ruygveen, die een eigen kerkgenootschap stichten en hun ondergang, door de strenge eisen die het hoofd van het gezin aan zijn gezin stelt. De motieven in het boek zijn liefde, verdriet, verbazing en ironie.

Idee.
Het idee van de auteur is de beschrijving, verklaring en toelichting over een buitengewoon strenge, compromisloze vorm van calvinisme, wat de auteur beschrijft met opmerkelijk veel waardering, met een ondertoon van verbazing en ironie.

Opbouw/ structuur.
Het boek telt 206 bladzijdes, en uitgaande van een verteltijd van 40 bladzijdes per uur, is dit boek te lezen in ruim vijf uur.
Het boek is in chronologische wijze verteld.
Het boek telt 2 delen:
1. Een noodwoning voor God; dit deel telt 13 hoofdstukken.
2. Een marktgrond vol roerdompen: dit deel telt 14 hoofdstukken.

Personages.
De hoofdpersoon in het boek is Adriaan Vroklage. Een vrolijke jongen met een sterk gevoel voor goed en fout, die, te, hoge morele eisen aan zichzelf stelt.
De bijpersonen zijn Adriaan’s vader, moeder en opa, Klaske, Hendrikje, Anton en dhr. Ruygveen.
Adriaan’s moeder is een lieve, hardwerkende vrouw.
Adriaan’s vader is priester, maar wordt bij de kerkscheuring ontslagen.
Adriaan’s opa is een stevige, evenwichtige man met opvattingen die eigenlijk niet in die tijd thuis horen.
Klaske is Adriaan’s verre nicht, op wie hij heimelijk verliefd is, maar wat hij niet durft toe te geven aan zich zelf.
Anton is Adriaan’s ( enige ) vriend. Hij is een stille en introverte jongen die graag bij de rest wil horen.
Hendrikje is Anton’s zus, die Adriaan ook heel erg leuk vind, maar Hendrikje kan het thuis niet uithouden en loopt weg naar Den Haag, waar ze prostitué wordt.
Dhr. Ruygveen is een extreem dominante man, die, zonder dat het zijn bedoeling is, met zijn hoge eisen zijn familie ten val brengt.

Tijd.
Het verhaal speelt zich vermoedelijk af in de jaren ’60. In het boek verstrijkt tien jaar. De verteltijd is korter dan de vertelde tijd.

Tijdsvolgorde.
De tijdsvolgorde is chronologisch.
Het verhaal zou echt gebeurd kunnen zijn, en dit is dan ook gebaseerd op waargebeurde feiten. Het verhaal zou zich vandaag de dag niet kunnen afspelen, omdat nog maar weinig mensen zo ( streng ) gelovig zijn.

Ruimte.
Het verhaal speelt zich grotendeels af in Maassluis.

Bronvermelding.
Ik heb mijn informatie uit:
Het boek “de Jacobsladder”.
Het boek “Op niveau Literair”.
Leesdossier “De ontdekking van de hemel”.
Internetpagina www.scholieren.com .

Deel 2. Persoonlijke tekstbeleving.


Ik vind het heel moeilijk om dit boek te beoordelen.
Het is op zich goed geschreven, maar ik kan me er heel moeilijk in verplaatsen, omdat je dit verhaal eigenlijk niet in deze tijd kan plaatsen.
Zelf ben ik wel gelovig, maar wij kerken thuis niet.
En van wat ik verder in mijn omgeving hoor en zie is dat niemand gelovig is of bijna niet.
Dus het is heel erg moeilijk om je in zo’n streng gelovige situatie te verplaatsen.
Ik ben wel erg gelovig, en daarom vond ik het ook een leuk boek om te lezen, maar er zijn meer aspecten van het boek die niet in deze tijd passen.
Zoals de boetedoening van Adriaan.
Zoiets zal je tegenwoordig niet zo gauw tegenkomen.
Ik denk dat dit vooral komt door het geweld waaraan we tegenwoordig worden blootgesteld. Overal zie je geweld, en dan vooral op TV.
Als er iemand overlijdt op een verschrikkelijke manier, dan vinden we dat heel erg en gaan vervolgens gewoon weer verder met roddelen.
Dus dat iemand de dood van een bijna onbekende zich zo aantrekt, door tien jaar lang boete te doen, is een beetje onbegrijpelijk.
Zodoende kan ik me eigenlijk in geen van de karakters inleven of mee sympathiseren.
De stijl van Maarten ‘t Hart trekt mij niet erg aan.
Hij schrijft zo uitgebreid dat het langdradig is, terwijl zijn onderwerpen boeiend zijn.
Maar van zijn onderwerpen moet je ook maar net houden.
Maar het gecompliceerde taalgebruik, in combinatie met het gebruikte dialect, zorgen er toch wel voor dat het moeilijk wordt om geconcentreerd te blijven lezen.
En vooral al dat gezeur over de bijbel.
Ik denk dat ik nu zo langzamerhand alle bijbelboeken wel uit mijn hoofd ken.
En dan nog grotendeels in het oud- Nederlands.
Dat is dus zo’n beetje het saaiste aspect van het boek.
Maar verder kan ik dit boek nou niet aanraden aan mijn mede- leeftijdgenoten.
Hoogstens van de mensen van de oudere generaties, die nog streng gelovig.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen