Boekverslag : Lydia Rood - Een Mond Vol Dons
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3070 woorden.

EEN MOND VOL DONS



Lydia Rood



1.Samenvatting



Soof en Marjan tot de zesdeklas dikke vriendinnen. Ze woonden naast elkaar en ze hielden alle twee van avonturen, vooral klimmen. Omdat de slaapkamermuur tussen de twee hartsvriendinnen dun was, hadden ze een kloptaal bedacht. Als Soof een keer straf had ging Marjan via het dak naar haar raam en klom naar binnen. Ze beleefden veel avonturen zoals het onderschilderen van de muur van de school Soof had het vast over Marjan's vader en dat zij hem later zouden gaan opzoeken.



Soof had weer eens huisarrest (zoals zo vaak). Ze mocht de hele zomer alleen nog met Famke spelen en niet met Marjan. Het was een rotzomer voor Marjan zonder Soof. Toen de school weer was begonnen, leek het of alles weer was zoals vroeger. Ze liepen weer samen naar school, alleen Soof van vroeger was het niet meer. Marjan mocht ook weer bij Soof komen spelen.



Later hield Marjan een slaapfeestje en iedereen uit de klas kwam, behalve Soof. Ze mocht niet komen omdat haar oma dood was. Laat op de avond begon Soof te kloppen op de muur die de slaapkamers scheidde. Marjan was haar vergeten en Soof klopte MIJN OMA IS DOOD, JULLIE LOL, GEMEEN. 's Avonds kwam Soof toch nog door het raam naar binnen en toen hadden ze weer veel lol. Er werd sneeuw gemaakt van dons uit de kussens en het kriebelde in Marjan's neus en gezicht. Dagen later vertelede Soof een droom van haar, dat deed ze vaak, in die droom dwarrelt er ook dons in haar mond en ze kreeg het gevoel of ze stikte. Soof werd steeds stiekemer. Ze stal bijvoorbeeld geld van haar ouders waarvan ze dan drop kocht. Haar ouders kwamen daar achter en ze kreeg weer straf.



Toen Merel Marjan en Soof ophaalde van acrobatiekles waar ze helemaal dol op waren, zag ze haar ex weer, Harko, en het was weer aan. Want Harko was degene die les gaf. Het kwam zelfs zo ver dat Merel wou verhuizen naar Harko in de stad maar Marjan verbood het. Marjan wou dan liever bij Soof wonen, gelukkig gin ghet niet door. Op een keer toen Merel en Harko 's nachts aan het stadten waren, gingen Marjan en Soof 's nachts wandelen en kwamen ze bij een rivier. Soof dacht eerst dat ze zwarte zwanen zag. Later bleek dat het witte waren. Soof begon te zingen zwarte zwanen witte zwanen wie gaat er mee naar Engeland varen. Soof had het wel eens over Marjan's vader. Toen vroeg Marjan waarom haar vader altijd zover weg was in Soofs verhalen. Soof gaf daarop als antwoord: Dat is iemand die vrij is en dat wil ik ook zijn. Ze hielden de tijd niet in de gaten en kwamen te laat thuis. Zo laat dat Merel en Harko al thuis waren een gezien hadden dat Marjan uit bed was en ze waren razend op de meisjes.



Toen kwam het, ze gingen op vakantie met z'n allen: Marjan, Merel, Harko, Kasper, Lilian, famke en Soof!!! Ze gingen in een oud boederijtje vakantie vieren. Harko had die van een vriend geleend, gratis maar dan moesten ze wel klusjes opknappen in en om de boerderij. Er waren ook kersenbomen bij het huis en dat bracht Soof en Marjan op een idee. Ze plukten kersen en van de pitten maakten ze een mozaiek in een bak met cement, elke dag werd hij groter. Tot het op een gegeven moment een echte mozaiek werd. Omdat het een nogal krakkemikkig boederijtje was, mocht er niemand op het deel aan de andere kant komen en dus ook niet op de zolder. Maar, Soof en Marjan hadden ondekt dat er vleermuizen op de zolder zaten. Soof vond ze zo mooi dat ze er elke dag naar de zolder wilde om ze te bekijken. Omdat het een hele (best gevaarlijke) klim- partij was, zeiden ze er niks over tegen hun ouders, anders zouden ze het zeker verbieden. Soof vond de vleermuizen zo mooi dat ze er, samen met Marjan een werkstuk over schreef waarin ze steeds vertelde hoe mooi ze vleermuizen wel niet vond.



Soof begon zich steeds meer raar te gedragen, ze pikte ideeen van Marjan in en de vleermuizen waren opeens haar vleermuizen geworden terwijl ze ze samen hadden gevonden en ook het mozaiek was ineens van haar terwijl ze hem samen hadden gemaakt. Marjan begon een beetje een hekel aan Soof te krijgen maat toen Marjan een touwladder had gemaakt om naar de vleermuizen op zolder te klimmen en Soof het gezien had vroeg ze of ze weer vriendinnetjes waren. 's Nachts probeerden ze meteen de touwladder uit. Soof en Marjan waren weer vriendinnen maar ze vertrouwden elkaar niet meer zo erg. Ze zagen elkaar als twee aparte mensen met een eigen plan. De zomer van de vleermuizen was de grens werden volwassen, Soof werd alleen sneller volwassen en anders. Ook op de middelbare school, ze gebruikte woorden als XTC en tampon en ze beschouwde Marjan als een dom onbeholpen meisje dat altijd netjes haar huiswerk maakt en zich aan de regels hield. En later op school in de laatste tien minuten voordat het vakantie was kregen ze hun rapport. Soof had een raar rapport met vier vijven en de rest achten, negens en zelfs een tien voor tekenen, toch bleef ze zitten omdat ze er met de pet naar gegooid had. Die avond probeerde Soof weg te lopen. Maar de volgende dag was ze gewoon weer op school. Maar Marjan kreeg steeds meer het gevoel dat Marjan zou gaan weglopen en Marjan die het niet wou weten ging maar gewoon met Soof om. En om nog een beetje bijelkaar te horen had Marjan samen met Soof hun haren afgeschoren. Toen Soof een voorspelling had gedaan zag Soof , Marjan met met het Diploma, een mooie jongen met rood haar (Teun) voor een huis staan, autootje voor het huis en zelfs een kinderwagen. Marjan zei meteen dat ze zo niet ging leven. Ze zouden nog een wereldreis maken om Marjan's vader te vinden. Maar als het aan Soof lag, ging dat mooi niet meer door. Soof wou vrij zijn als een jonge vleermuis die voor het winter wordt haar ouders velaat. Ze liep dus weg. Na veel huilen van Kasper en Lilian en de politie helemaal plat gelopen te hebben en maar zo goed op te letten waar Famke was en Famke helemaal gek was geworden, vond Marjan een kaart in de la van haar moeder. Er stond een vleermuis op en meteen dacht Marjan aan Soof. Er zat ook een stempel op van Amsterdam nu wist Marjan wat ze ging doen, ze ging Soof zoeken en vroeg of Teun meeging. Het mocht en daar gingen Teun en Marjan naar Amsterdam. Ze konden bij een broer van Teun slapen. Toen ze aan het rondlopen waren, zagen ze een kaart met een vleermuis, precies dezelfde als de kaart van Soof. Ze renden naar binnen en stelden de verkoper een aantal vragen, ze werden er niet veel weizer van. Pas nadat Marjan de volgende dag aan een sticker zat te prunikken bleek het een sticker te zijn van een vleermuis, gemaakt door Soof. Er stond een adres onder maar door het gepulk van Marjan kon je niet lezen maar ze wisten Soof kon niet ver weg zijn. Toen ze naar veel zoeken weer dezelfde sticker vonder met een adres "Tattoo Studio" gingen ze meteen naar het adres en vonden, jawel, Soof. Soof werkte in een Tattoo winkel als hulpje van een man, Jip. Dat bleek de vader van Marjan te zijn. Soof had nooit verteld dat ze vriendin was van Jips dochter Marjan's vader was dus tatoeeerder geworden samen met Soof. Soof had Marjan's vader gevonden in het telefoonboek. Soof woonde nu samen bij Jip boven de zaak in een huisje. Soof was nu wat ze wilde: vrij zijn, net zoals Jip. Nadat Soof en Marjan boven wat gekletst hadden werd het voor Marjan helemaal te gek. Soof dacht alleen aan haar eigen en niet aan Kasper en Lilian die nachten hebben liggen huilen en Famke die helemaal gek is geworden. En besloot om maar weer naar huis te gaan. Marjan mocht alleen vertellen dat ze Soof had gevonden maar niet waar. Toch vertelde Marjan alles aan Merel, tegen Kasper en Lilian en zie Soof niet veel. Toen Marjan nog een keer terug kwam, vroeg ze aan Soof of ze iets wou tatoeeeren. Marjan wist niet wat het werd. Pas s' avonds op bed haalde ze de pleister van de getatoeeerde plek af en het was een vleermuis met dichte vleugels. De vleermuis op Soofs borst was ook een vleermuis maar dan met open vleugels……



2 titelverklaring:



De titel wijst naar een diepere betekenis. 'Een Mond Vol Dons' is een psychologische titel. Je moet het boek gelezen hebben om de titel te begrijpen. 'Een Mond Vol Dons' slaat op Sophie. Zo denkt Sophie. Haar ouders worden nooit boos, ze zijn alleen erg teleurgesteld als er iets gebeurd en praten haar dan schuldgevoelens in. Sophie d'r ouders geloven in stilte. Je mag nooit schreeuwen als je boos bent en moet overal over praten. Daar houdt Sophie niet van en daarom loopt ze weg. Ze kan er niet meer tegen. 'Een Mond Vol Dons' betekent dus eigenlijk, zachte woorden in je mond.



De titel wordt pas duidelijk in het midden van het boek. Totdat je dat gelezen hebt, snap je de titel niet.



3. SCHRIJVER



Lydia Rood wordt op donderdag 23 mei 1957 geboren in Velp. Daar groeit ze op samen met haar vier broers en haar zusje. Haar ouders zijn katholiek. Als oudste van het stel wordt van haar verwacht dat ze zich als voorbeeldig meisje gedraagt, lief en rustig, wat haar niet altijd zo best af gaat. Lydia is druk, eigenwijs en avontuurlijk en voelt zich best thuis



tussen jongens. Bomen klimmen achter in de tuin, vuurtjes stoken in het bos (die tot haar ergernis steeds worden uitgetrapt door overijverige padvinders) en voetballen met haar broers zijn activiteiten die aan haar besteed zijn. Toch kan ze zich ook uren vermaken met het bouwen van kartonnen poppenhuizen, die ze heel creatief van inrichting voorziet. Maar



getut is niets voor haar en beperkingen van haar vrijheid beantwoordt ze met driftbuien.



Eigenlijk wil ze altijd al schrijfster worden, dan kan ze alles laten gebeuren zoals zij het wil. Ze schrijft rond haar vijfde jaar haar eerste gedicht :



GEDGT



DWINT RUIST



DOOR DBOOMEN



DSNEEUW



Behalve schrijfster wil ze ook wel ontdekkingsreiziger worden, of stewardess, of ... non in Afrika! In elk geval, de wijde wereld in. Ze gaat naar de Montessori lagere school en vervolgens naar het Rhedens Lyceum, waar ze



het gymnasium doet en samen met vriendinnen tijdens sommige schoolfeesten de boel op stelten zet.



Ze gaat met een vriendin dingen doen zoals, door van maillots de voeten af te knippen en ze dan zonder rok te dragen met alleen een trui, wat in die tijd de nodige opschudding veroorzaakte. Lydia gaat niet ongezien voorbij. Daarom zegt ze ook te schrijven, om gezien te worden, dan voelt ze dat ze leeft. Als kind schrijft ze hele dagboeken vol en verhalen voor haar broers en zusje, die ze hun voorleest, ook al vallen ze daar soms bij in slaap. Gelukkig geeft ze niet snel op. Haar vader, zelf leraar Nederlands, geeft haar opstellen te schrijven, die hij beoordeelt met een cijfer. Omdat ze goed schrijft ziet Lydia hierin een manier om de aandacht en liefde van haar ouders voor zich te winnen. De voorstelling van de liefde die ze van haar moeder verwacht, komt niet overeen met hoe ze die in de realiteit ervaart en dat stelt haar teleur. Zo schrijft zo Lydia jarenlang voor haar moeder, telkens weer in afwachting van haar bevestiging en goedkeuring, tot ze eindelijk beseft dat het er eigenlijk niet toe doet, zolang zij er zelf maar gelukkig mee is. In de roman Offerande (1995) schrijft ze over deze strijd om bemind te worden door haar ouders.



Uiteraard houdt ze als kind al veel van lezen en verslindt ze heel wat sprookjesboeken en vele kinderboeken van o.a. Tonke Dragt, haar grote voorbeeld en Astrid Lidgren. Pippi Langkous is een tijdje haar heldin. Haar eigenzinnigheid, hang



naar vrijheid, ongekunstelde oprechtheid en haar avontuurlijke inslag heeft ze nog steeds gemeen met haar jeugdheldin. Altijd opkomend voor het recht van de minder bedeelden in de samenleving steekt ze haar mening nooit onder stoelen of banken. Tegen onrecht kan ze eenvoudig niet en daar zal ze tegenin gaan, zonder zich te laten weerhouden door eventuele risico's.



Zo demonstreerde ze in 1995 op Tahiti tegen de kernproeven van Frankrijk in Mururoa, door letterlijk met haar billen bloot te gaan staan voor de gehele pers. Vervolgens werd ze met haar mededemonstrant gearresteerd en zat ze daar 22 uur vast.



Nog meer kwam ze op voor de zogenaamde 'witte illegalen', door zich bij hen te voegen en zelf ook in hongerstaking te gaan. Ook als het publieke oog niet meekijkt, komt ze voor andere op.



Op het Rhedens Lyceum zit ook haar jeugdliefde. Hun relatie begint in 1975 en zal twintig jaar duren. De laatste drie jaren daarvan zijn ze getrouwd. Na het behalen van haar VWO diploma in 1975 gaat ze Spaans studeren aan de Universiteit van Amsterdam en journalistiek in Utrecht. Het is haar broer Niels, met wie ze sinds haar jeugd al veel over boeken spreekt, die haar stimuleert om haar eerste boek uit te geven. Het is een verhaal dat ze voor de lol heeft geschreven op zo maar een een achternamiddag. Het eindresultaat is een kinderboek en heet: Een geheim pad naar gisteren. Het wordt gepubliceerd in 1982.



In 1984 studeert ze af voor journalistiek en wordt redacteur buitenland bij de Volkskrant, waardoor ze haar enorme nieuwsgierigheid naar het 'echte leven' enigszins kan bevredigen. In 1985 krijgt ze haar enige dochter, Roosmarijn, over wie ze verschillende kleuterboeken schrijft, zoals bijvoorbeeld Torren onder de bank in 1991. De verhaaltjes, waarin gewone dagelijkse gebeurtenissen afgewisseld worden met grappige kleuterfantasieën , worden vaak door Lydia aan haar voorgelezen voor ze in een boek komen. Als ze bij Roosmarijn in de smaak vallen, zijn ze goed. In 1985 wordt Lydia ook eindredacteur binnenland bij de Volkskrant en blijft daar werken tot 1991. Ondertussen verschijnen er van haar hand steeds meer boeken, waarin familie en vriendschap net als in haar leven vaak een belangrijke rol spelen. Ook haar avontuurlijke natuur is altijd duidelijk in haar boeken terug te vinden.



In 1987 verhuist ze met haar vriend en dochter naar Marken. Lekker rustig en bijna geen auto's. Volgens critici krijgen vanaf nu haar boeken meer diepgang en worden de personages levensechter. Het gaat meestal over mensen, die anders willen zijn, dan er van ze verwacht wordt, zoals ze dat zelf heeft ervaren in haar jeugd. In 1988 behaalt ze cum laude haar doctoraaldiploma Spaanse taal-en letterkunde. Lydia wordt langzaamaan steeds sterker en onafhankelijker. Haar kijk op haar relatie verandert daardoor ook en deze raakt in een crisis. Alle zeilen moeten bijgezet worden om de relatie te redden. Maar de relatie strandt na twintig jaar in 1995.



In 1990 verschijnen de eerste twee thrillers voor volwassenen, Banden en Eenling, die ze samen met haar broer Niels heeft geschreven. Er komen tot 1999 nog vijf andere thrillers voort uit dit co-auteurschap. In datzelfde jaar ontvangt ze ook een Vlag-en-Wimpel voor het jeugdboek Maanzaad.



In 1991 kiest Lydia definitief voor het schrijverschap, maar blijft daarnaast als freelance journalist nog interviews, columns, reportages en verhalen schrijven voor o.a. de Volkskrant, Marie-Claire, Playboy, Elle en Viva. Wat ze vroeger voor de krant deed, doet ze nu voor haar boeken. Ze neust overal rond om informatie te vergaren. Ze reist ook regelmatig voor haar boeken, om zich in te leven, om dingen mee te maken. Zoals laatst nog naar Ghana, voor haar nieuwe voetbalboek Nframa, zwarte ster. Haar dochter ging deze keer mee op reis, hoewel dat niet altijd kan natuurlijk. Lydia houdt zich niet alleen bij kleuter-, kinder- en jeugdboeken. Er zijn ook geluidscassettes, toneelstukken, filmbewerkingen en leesboekjes voor de basisschool van haar gepubliceerd. Bovendien schrijft ze romans en erotische verhalen voor volwassenen en zoals genoemd thrillers met haar broer Niels. Ze heeft zelfs een kookboek, Koken op haar naam. Het boek Job is het (auto)biografische verhaal over haar autistische broer Job, gepubliceerd in 1994 en hoog geprezen door de pers. Maureen, een Surinaamse in Nederland van 1998 is een geschreven portret. Voor Een mond vol dons krijgt ze in 1994 een Zilveren Griffel. Het liefst heeft ze voor haar kinderboeken een prijs van de kinderen zelf, want dan weet ze dat haar werk echt gewaardeerd wordt. Daarom was ze ook erg blij met de tip van de Kinderjury in datzelfde jaar voor haar kinderboek Het ware verhaal van Marietje Appelgat en haar vieze vrienden.



Omdat schrijven Lydia's grote liefde is en omdat ze altijd boordevol ideeën zit moet ze hard werken om het allemaal bij te houden. Als je haar op de computer hoort, ratelt het aan een stuk door, zonder nadenken lijkt 't wel. Ze ziet het gewoon voor zich gebeuren en schrijft het rechtsreeks op.



Op al haar boeken blijft ze altijd een beetje verliefd en eigenlijk schrijft ze ze voor zichzelf. Zelf vindt Lydia de kinderboeken Erin de Enige en Weg van de zon erg mooi. Grappig vindt ze het kleuterboek Ik kan ik kan wat jij niet kan.



Heel lief vindt ze Ridder gezocht, een voorleesboekje voor school.



Kinderen schijnen het meest te houden van het vieze meisje Marietje Appelgat. Over Het boek Job en Offerande is ze zelf erg tevreden. Lydia heeft ondertussen al meer dan veertig boeken op haar naam staan en er komen er ongetwijfeld nog vele bij, want als het niet hoeft, zal ze nooit stoppen met schrijven.



Mening:



Het was een erg leuk boek om te lezen. De vertelwijze was wel moeilijk want opeens zat je weer iets te lezen in het verleden maar, later in het boek raakte je er wel aan gewend dus ging het wel makkelijker. Ik kon me bij geen enkel persoon herkennen,want ik kan me niet herkennen in Soof want ik zou nooit weg lopen van huis,ik kan me ook niet herkennen in Marjan want ik ben geen meeloper als Marjan.Ik raad dit boek aan iedereen aan want het sleept je echt mee en het is zeer verrassend want je weet nooit wat er gaat gebeuren.



Umran Mercankaya


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen