![]() |
Boekverslag : - Moord In Ommoord
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 6151 woorden. |
Roel Westland is 17 jaar en zit in klas H4B van het Reviuscollege die grenst aan de twee Rotterdamse buitenwijken: Ommoord en Zevenkamp. Roel zijn mentor is: Meneer van der Steen. Roel doet de 4e klas voor de tweede keer omdat hij het vorige jaar liever naar de politieradio luisterde, dan zijn huiswerk maakte. Waar zijn moeder echt een hekel aanhad, die vaak genoeg zei: Roel zet dat ding nou eens uit en ga je huiswerk maken. Maar Roel ga dan een grote mond terug. En zodoende is Roel blijven zitten. Maar omdat het veel geld kost om een kind naar school te doen, moest Roel zijn vakantiegeld dat hij verdiende met zijn bijbaantje in de supermarkt afstaan aan zijn ouders. Roel heeft bijzondere aandacht voor één meisje uit zijn klas: Ingrid van der Heiden. Bolhaar( Leraar Nederlands) had vertelt over de verliefdheid van zijn jeugd. Dat gevoel heeft Roel al gauw als hij naast Ingrid zit tijdens de les van wiskunde. Toen ze allebei alleen zaten ging Roel naast Ingrid zitten en had gezegd: alleen in ook maar alleen. Meneer van der Steen vertelt dat ze in de voorjaarsvakantie op stage moeten en er een verslag van moeten maken. Roel moest 2 beroepen opgeven, wat hem wel interessant leek. Allereerst was dat de politie en als tweede werd het: verpleger in een psychiatrisch ziekenhuis. Als van der Steen iedereen heeft voorgelezen en heeft verteld waar ze heen moesten. Was Roel er egt niet tevreden mee : Het Delta Ziekenhuis Portugaal. Hij liep naar van der Steen en zei: meneer kan het egt niet bij de politie? Van der Steen zegt: Roel ik heb het geprobeerd maar ik kon het niet voor elkaar krijgen. Dus heb het met je tweede keus gedaan. Roel vraagt als hij het nou zelf eens gaat proberen misschien hij het wel voor elkaar krijgt. Van der Steen zegt: je probeert het maar Roel. Tevreden loopt Roel naar zijn plaats. Ingrid wil de verpleging in ze zegt dat ze het nog wel eng vind. Aan het eind van de dag fietst Roel een eindje met Ingrid naar huis toe. En vertelt haar zijn plan, ze wenst hem succes en scheiden dan van elkaar. Als Roel dan bij Flip den Hollander aan de deur komt, vertelt een klein knulletje dat zijn pappa nachtdienst heeft en slaapt. Maar Flip komt er al aan met een flodderige pyjamabroek aan. En vraagt wat er is. Roel vertelt zijn verhaal en Flip doet ook zijn verhaal. Als Flip zijn baas Karels na een tijdje heeft opgebeld en die er akkoord mee gaat gooit Flip op. En zegt tegen Roel dat zijn mentor maar even naar Karels moet bellen en maar moet zeggen dat Roel in de voorjaarsvakantie wel met Flip mee mag lopen. Roel bedankt Flip en gaat er dan gauw vandoor met een fijn gevoel. Als ze in huize Westland aan het eten zijn vertelt Roel over zijn aanstaande stage zijn ouders vinden het geweldig voor hem. Na het eten kijkt Roel nog gauw even de koppen van de krant door en dan valt zijn oog op het kopje: ORANJE AVOND IN DE LAURENS, Meteen denkt hij aan Ingrid en er spookt al een heel plan door zijn hoofd, en rent dan al een haas naar boven. In zijn gedachten spoken maar: Ingrid, Stage, oranjeavond, Laurenskerk, Ingrid………. Diezelfde avond belt Roel Ingrid nog op en doet een kort verslag over het bezoek aan Flip en dat van der Steen die andere stage maar moet afzeggen. Dan waagt Roel het er op en zegt: “heb je de krant al gelezen?” “Nee wat dan?” “Nou er staat een advertentie in over een oranjeconcert, heb je zin om met me daar naar toe te gaan?” “ja, maar kan ik dan met jou meerijden?” “Oké is goed” “ik kijk er nou al naar uit” “doei” “doei”!! Mevrouw Heringa- van Teteringen heeft die avond zin in een kopje thee, als ze het kookapparaat aan heeft gezet en de koekjestrommel gepakt heeft kiest ze vandaag maar eens: Earl Grey Thee. Dan belt Hanneke en babbelen zo nog wat, maar dan gaat plotseling de bel ze hangen gauw op. Wie zou dat zijn?? Vrijdagsmorgen loopt Roel gelijk als hij op school komt door naar de docentenkamer en ziet dat van der Steen met Brekelmans in gesprek is. Maar hij gaat toch naar binnen en vertelt aan van der Steen dat hij stage mag lopen bij de politie in Ommoord, aan de Heeseplaats. Roel vraagt of meneer van der Steen nog even naar baas Karels wil bellen. Van der Steen belooft dat hij dat zal doen. Wim Groenendijk die de leesmap bezorgt en op weg is naar Cordell Hullplaats ziet op nummer 618 geen tasje hangen, Wim vindt het maar vreemd van mevr. Heringa- van Teteringen, na twee keer op de bel geduwd te hebben, begint het hem wel te irriteren. Het lijkt er op dat ze niet thuis is, Wim sprint naar zijn Opeltje en rijdt dan met een vaart weg. In het winkelcentrum is het overal erg druk, qua de kortingen. Ook vinden de mensen het erg opvallend, want er worden heel wat Heringa van Teteringen,dit is erg merkwaardig. Als Roel die maandag morgen gepoetst en geschoren in de hal van het politiebureau staat, en vraagt naar Flip den Hollander die er net aankomt lopen. Ze wouden net beginnen met de briefing. Roel stelt hem aan iedereen voor. Vervolgens word er voorgelezen wat er het afgelopen weekend allemaal is gebeurd. Natuurlijke dood word er zelfs genoemd. Als dat achter de rug is gaan Roel en Flip even naar Karels een formulier tekenen. En Karels vraagt of Roel ook een stageverslag moet maken, Roel zegt dat hij dat moet, en Karels vraagt of hij er ook eentje mag hebben als Roel hem af heeft. Het gezin van Haarlem is onderweg naar oma in Rotterdam. Het is net 10 uur geweest als ze de parkeerplaats bij oma op rijden. Tim loopt toch nog even mee naar oma, daarna moet hij naar een vergadering ook in Rotterdam. Oma doet niet open, en Hanneke is haar sleutels vergeten, ook de buurvrouw Alblas heeft geen sleutel van haar. Het is allemaal wel erg vreemd. Tim klimt over de schutting maar hij komt krijtwit terug. Hij zegt : “ze ligt met haar hoofd in een plas bloed” en begint dan te huilen en Hanneke begint hard te gillen : nee, nee, nee gilt ze zeg dat het niet waar is!! Het is wel waar zegt Tim. Iedereen is er beroerd van, Tim vind het beter dat de ze de politie gaan bellen. Even later komt Tim via via in de politiemeldkamer in Rotterdam en vertelt het verhaal, als hij klaar is loopt hij naar Hanneke en mevr. Alblas die verslagen voor hun uit kijken. In de auto van Flip, Marcel en Roel klinkt net: “0608 over”,Flip meld zich en hoort dat hij naar het station Alexander moet gaan, “vrouw onwel geworden, ambulance word ook gestuurd”. “begrepen” Als ze bij het station komen staat er een man van de spoorwegen en zegt dat de ambulance net is weg gereden. Flip meld het verhaal bij de meldkamer. Een poosje later gaat zijn telefoon “Flip er belde net een één of ander meneer van Haarlem in Cordell Hullplaats nummer 616, en die naar zijn schoonmoeder wou gaan en ziet dat ze in een plas bloed ligt, ze ligt er al even” “onderweg”. Als ze bij Cordell Hullplaats nummer 616 zijn, gaan Flip en Marcel naar binnen, maar komen algauw weer terug , hun gezichten staan ernstig. Uw moeder lijkt overleden, en volgens ons is hier spraken van zware misdrijf. Ik was er al bang voor zegt Tim. “ Ik zal een recherche bellen en Marcel schrijf jij even alle namen en tijdstippen op?”. Flip mompelt tegen Marcel dat Roel dat tijdens zijn 1e stage al mee moet maken. Als Karels ook is gekomen en zonder moeite de deur los te krijgen en naar binnen zijn gegaan, zien ze mevrouw Heringa van Teteringen op de grond liggen in een plas bloed, dood. Het lijkt er op dat ze haar zo bij de hersenen hebben ingeslagen. Als Roel even langs de brede rug van Flip heen kijkt, voelt hij hem beroerd worden en gaat even naar buiten en haalt diep adem. Karels belt de wachtcommandant en vertelt kort en zakelijk wat er is gebeurd, daarna belt hij de recherche de Tee-Er ( Technische Recherchedienst) en de politiearts. Er wordt onderzoek gedaan, Flip vraagt aan Karels of Roel die ook mee mag maken, als Flip terug komt en zegt dat Roel mee mag is hij diep verrast. Maar ze moeten nog even wachten en Flip legt Roel uit dat er nu sprake is van pee-dee dat is een plaats waar het misdrijf is gebeurd. Roel begrijpt wel dat dit de 1e lessen van de recherchetechniek zijn hij maak te er wat aantekeningen van. Dan komt er met snelheid een rode Volkswagen Golf de parkeerplaats van de flat op. Er stappen twee rechercheurs een jonge Kaapverdiaanse en een fris ogende jonge vrouw met een blonde staart uit. De jongen is Vargas en de vrouw is Lisette. Ze stellen zich aan elkaar voor. Flip en Marcel gaan naar het bureau om een procesverbaal te maken. Roel mag nog blijven om het nog helemaal te volgen. Dan komen er 2 Tee-Er’ s aan en de politiearts met allemaal apparatuur en koffers bij hun. Dan komen er nog een paar politieauto’s langs kijken uit nieuwsgierigheid. De politiearts heeft vastgesteld dat mevrouw Heringa van Teteringen overleden is. Dan bellen ze de begrafenisondernemer. Als ze die avond aan tafel zitten en Roel vertelt wat hij heeft meegemaakt, stopt zijn moeder ineens met eten. Ook zijn zusje Arja vraagt de oren van Roel af maar dan zegt Roel : “kleine meisjes mogen wel alles eten maar niet alles weten” Arja zegt: “ je moet niet denken dat je alles bent hoor” maar dan ziet Roel dat het zijn vader begint te irriteren en stopt er mee. Na het eten gaat Roel even een krant kopen en leest het kopje en het verslag : oude dame in woning vermoord. En fietst dan richting de Alexanderpolder waar Ingrid woont, maar die is niet thuis. Haar vader zegt: “ze is naar de bibliotheek” Als Roel daar binnen komt en hij Ingrid ziet, loopt hij even met haar mee en fietsen dan samen naar huis wat veel te snel gaat naar de zin van Roel. Ingrid gaat even naar binnen en zegt dat ze met Roel aan het praten is , maar even later fietsen langs het riviertje de Rotte. Zo vertellen ze elkaar wat ze hebben beleefd die dag en stoppen dan bij een aanlegsteigertje om uit te rusten. Als ze terug komen staat de band van Ingrid plat. Ingrid zegt : “dat word lopen” maar Roel zegt: “ga maar bij mij achterop dan houd ik je fiets wel vast” even later houd Ingrid Roel goed om zijn middel vast, wat Roel een warm gevoel geeft. Dit vind hij de mooiste afsluiting. Als ze thuis komen wil Roel Ingrid’ s band wel plakken maar wil hij eerst even naar huis bellen anders weten ze niet waar hij blijft. Als Roel klaar is krijgt hij twee dikke zoenen van haar met het commentaar: “Agent dan moet je nu snel naar huis gaan”! Roel juicht van binnen. De volgende morgen mar Roel een kijkje nemen in de politiekeuken, hij kan daar zien hoe de politie ernstige misdrijven onderzoekt. Daarna maakt hij kennis met meneer van Buuren. Die hem vertelt met wie hij de komende dagen mee mag: Duo Penotti. Roel prakkedenkt wie dat zouden zijn, maar twee tellen later stappen Lisette en Vargas binnen die zeggen dat Roel met hen mee mag lopen. Vargas legt uit dat ze hen ook wel Black- White duo noemen. Inmiddels zijn er meer rechercheurs binnengekomen. Dan doet van Buuren de deur dicht en vertelt hij het een en ander en dat Lisette en Vargas Roel mee willen nemen. Ook leest hij een paar feiten op over de dood van mevrouw Heringa van Teteringen.
Dan gaat er een video aan die de TEE-ER’ s hebben gemaakt. Aan het einde van de video worden de taken van de dag verdeeld. Lisette Vargas en Roel gaan leiding geven aan een zoekactie in de omgeving van mevrouw Heringa van Teteringen. Met een iedereen veel succes hebben toegewenst besluit meneer van Buuren de briefing. Lisette vertelt Roel er ME’ers komen en dat die de omgeving van mevrouw Heringa van Teteringen minutieus gaan komen. Roel mag ook mee en hem word uitgelegd wat hij moet doen. Maar gaat eerst zijn regenpak van thuis ophalen. Hij komt precies op tijd terug om de voorbespreking nog mee te maken Na een klein half uurtje loopt Rel tussen twintig ME’ers de bosjes en de struiken af te struinen. En het is hard gaan regenen, het druipt Roel in de nek,ook zijn sportschoenen en zijn sokken worden steeds natter. Het is onvoorstelbaar wat ze al hebben gevonden: 2 portemonnees een aansteker en een horloge. Het heeft niet egt een effect gehad, alle rechercheurs zijn weer op het bureau en de ME’ers zijn weer weg. Als iedereen is voorzien van koffie of thee komt de briefing. Mevrouw Heringa van Teteringen is doodgeslagen met een scherp voorwerp want haar voorhoofd is verbrijzeld. Vargas vertelt dat twee buurtbewoners vrijdagmorgen een jongeman over de galerij zagen lopen. En weer wegrijden in een groene auto. Van Buuren heeft contact gehad met de schoonzoon van mevrouw Heringa van Teteringen, hij heeft alles doorgespit maar heeft de bankpas niet gevonden en hij zal morgen naar het schilderij gaan zoeken. Maar de belangrijke vraag voor morgen is: wie is de man in de groene auto? Lisette en Vargas leggen Roel nog wat uit waar hij aantekeningen van maakt. Als hij klaar is groet hij iedereen met een tot morgen en verlaat dan het bureau. Als Roel langs de snackbar komt krijgt hij ineens zin in een milkshake en bestelt er een. Al slurpend zuigt Roel het naar binnen en ziet dan een paar kledingbakken staan en daar op: HUMANA KLEDING VOOR POLEN. Dan komt er een bestelbusje van HUMANA KLEDING VOOR POLEN aan en rolt een container uit de bus en doet de kastjes van de kledingbakken open. Als Roel weg wil lopen ziet Roel dat de man er ook een hamer tussen uit haalt en gooit hem 50m verderop in de afvalbakken. Roel pakt zijn fiets en rijd richting huis met zijn hoofd vol met indrukken. Die avond werkt Roel de aantekeningen die hij heeft gemaakt uit en tikt in: het moordwapen is waarschijnlijk een stomp voorwerp. Zijn gedachten werken op volle toeren. Hij sluit de computer af en racet naar de Heesseplaats waar de kledingbakken staan. Het is al aardig donker geworden maar Roel kan het nog redelijk zien. Hij rijd naar de afvalbak en haalt de hamer er uit, bekijkt hem op de kop zitten donkere plekken. BINGO mompelt hij……. Als Roel naar huis fietst met één hand aan het stuur en ondertussen zijn veter om zijn trapper draait kan hij niet meer verder fietsen en valt. Er gaat een pijnscheut door zijn been en zijn neus doet ook zeer. Als hij thuis komt zegt zijn moeder: “Je bent ook net zo’n jonge hond!” Even later belt hij Flip die één en al oor enthousiast is. Flip zegt dat Roel de hamer er beter had kunnen laten liggen. En hij beloofd dat hij de hamer binnen een half uurtje komt ophalen. Even later stopt er een hondenwagen voor huize Westland en de brigadier stapt er uit met een zwart koffertje in z’n hand. En Roel vertelt hem het verhaal óók nog een keer en de brigadier schrijft een aantal belangrijke dingen op een kartonnen labeltje. En neemt de hamer mee die Roel morgen weer terug ziet op het bureau. Als hij weg gaat zegt hij nog tegen Roel: als ik jou was zou ik me neus maar niet meer zo diep in die afvalbakken steken!! En verdwijnt dan. Als Roel later met een glas cola op de bank neerploft zegt hij dat hij echt helemaal is verkocht en dat hij er echt wil gaan werken. Zo praten ze nog even maar zegt z’n ouders dan welterusten en gaat naar boven. Als Roel de volgende dag op het werk komt en het verhaal van de hamer nog een keer moet vertellen aan van Buuren hangen alle rechercheurs aan z’n lippen. Als hij is uitgepraat zegt van Buuren: Roel mag straks even mee naar het Gerechtelijk Laboratorium de hamer weg brengen. Maar de vraag van gister is nog: wie was de man in de groene auto?? Ook zullen we de afvalbakken in het winkelcentrum ook na moeten checken want de moordenaar is ook in het winkelcentrum geweest. Als van Buuren de taken heeft verdeeld mag Roel met Lisette mee. Dan steekt Lisette haar vinger op en zegt: “ik weet nog een naam voor het team!!” het hamerteam! Dankzij Roel! en iedereen is er mee eens. Brigadier Vierhuizen heeft het met grote krulletters op een A-5 je uitgeprint en heeft het op de deur geplakt. Even later zijn Lisette en Roel op weg naar Rijswijk waar ze de hamer zullen afgeven aan het Gerechtelijk Laboratorium, die zeggen dat ze het aan het eind van de dag misschien weten. Lisette heeft het gevoel dat ze goed zitten. Roel zegt: “dan zullen we daar maar op vertrouwen” Ook van Buuren in enthousiast met de hamer en loopt neuriënd rond maar houd op als zijn telefoon gaat. “met van Buuren, recherche” “Ja met Tim van Haarlem” “Goedemorgen, hoe is het” “ach, ja naar omstandigheden wel goed maar ik heb een paar goede mededelingen voor u” “ nou vertel” “ik heb net gezocht naar de pas maar kan hem niet vinden komt net de post binnen waar een rekening van de bank tussen zit en waar bijna ƒ3000,- is afgeschreven vanaf vrijdag á zaterdag” “iemand heeft gewoonde code van de pas en loopt daar gewoon een beetje te shoppen, ik heb u als eerste gebeld maar ga nu eerst de pas blokkeren.” “meneer van Haarlem wilt u daar nog even meer wachten? Dan bel ik Lisette op en die komt dan even bij u” met een “ik wacht af”word het gesprek beëindigd. Dan tikt van Buuren het GSM nummer van Lisette in. De telefoon van Lisette gaat : “Hallo met Lisette” “ja met mij zijn jullie al klaar” “we rijden net de parkeerplaats af” “rij dan al een speer naar het huis van mevrouw Heringa van Teteringen, haar schoonzoon zit op jullie te wachten, ik heb gezegd dat jullie er binnen een kwartiertje zijn.” “ja maar we rijden nog in Rijswijk” “maakt niet uit, zie dat je er op tijd bent en rij snel en goed”. 13 minuten later komen ze aan. Als ze tegenover Tim van Haarlem zitten en Tim de bankrekeningen laat zien, zien ze dat mevrouw Heringa zelf donderdagavond nog ƒ 125.- heeft opgehaald, maar na de donderdag was er bij de HEMA ƒ 175,80 en bij de Albert Heijn in Capelle aan de IJssel ƒ 215,87 gepind. Meneer van Haarlem wil direct de pas blokkeren maar daar steekt Lisette en voetje voor. Van Haarlem zegt: “als ik dat ongeluk in mijn vingers krijg” Lisette belt met van Buuren en van Buuren zegt: dat van Haarlem de pas niet moet blokkeren, want dan is er meer kans dat de dader word gepakt” “Als van Haarlem dat goed vind kom dan gelijk hierheen “ “Oké ik probeer wat” Als Lisette het aan van Haarlem vertelt laat hij zich op de bank vallen en zegt: “ik laat alles aan jullie over” “Pakt zijn jas en zegt: morgen wordt ze begraven dus ik ben hier niet eerder dan volgende week, jullie hebben een sleutel?! Tot ziens” Roel en Lisette gaan van Buuren blij maken en nemen de bankafschriften mee. Van Buuren is blij als hij de bankafschriften ziet, na het eten is er meteen een briefing: Vincent zegt: “vrijdagmorgen zagen er een paar er één over de galerij lopen, dat was dus de leesmapbezorger: Wim Groenendijk. Dus de vraag van gister is opgelost : de leesmapbezorger : Wim Groenendijk. Na de briefing mag Roel met Vargas mee de winkels bezoeken en kijken waar er is betaald met de pinpas van mevrouw Heringa -van Teteringen. Eerst gaan ze naar de HEMA, waar een Joop de Zwaan aan komt die Jeanet weer oproept. Zij kan zo achterhalen wat er is gekocht maar dat is wel een uurtje werk , dus moeten ze straks even terug komen! Als ze even later naar de boetiek lopen ziet Roel Ingrid ineens ergens in een winkel staan en grijpt haar bij de enkels, waarvan Ingrid geweldig schrikt. Roel vraat: “ hoe hij dit goed kan maken”. Ze stelt voor: “om vanavond nog een eindje te gaan fietsen, wat Roel goed vind”. “Om half 8 ben ik bij je”. Maar dan zegt Varcas: Roel, als je bij de politie wilt werken, gaan deze zaken vóór de meisjes!! Ze groeten elkaar en Varcas en Roel gaan bij de boetiek naar binnen. Waar het allemaal minder gesmeerd loopt. In het winkeltje staat een vrouw van middelbare leeftijd die vraagt: “heren kan ik iets voor jullie doen?? Vargas laat zijn politiebewijs zien en stelt zich voor. En vraagt dan: “kan ik u misschien even onder vier ogen spreken?” De vrouw doet er erg moeilijk over en zegt: “ik heb wel meer te doen, kom maar een andere keer weer!” Vargas legt uit: “ Mevrouw we zijn bezig met een moordonderzoek, en dat uw winkel er ook bij betrokken is” de mevrouw schrikt ervan en neemt hen mee naar haar kantoortje. Er blijkt dat er voor ƒ180 aan kleren is gekocht om 16:30 uur. De vrouw heeft zelf zaterdag niet gewerkt maar gaat contact met degene die zaterdag heeft gewerkt opnemen. Vargas laat een visitekaartje achter en ze gaan dan naar de HEMA waar ze al op hun wachten. “Wij hebben goed nieuws! Want wij weten wat er is gekocht!” Dan zien Vargas en Roel de uitgeprinte bon waar de dingen op staan:
Vargas krijgt er een fotokopij van mee en mag ook een frituurpan en een beautycase meenemen en laat ook daar een visitekaartje achter. Aan het einde van de dag zet van Buuren alles op het bord:
Ook het Laboratorium heeft net gebeld, inderdaad zaten er spatten bloed op de kop van de hamer. Iedereen kijkt naar Roel en klapt voor hem. Mensen morgen gaan we weer verder met het onderzoek. Die avond zitten Roel en Ingrid aan een ijsje te likken, als Ingrid zegt: “Roel ik vind je maar saai” Maar dan komt er een motorbootje aan en Ingrid zegt: “Dat lijkt mij ook echt leuk” Het duurt niet lang of ze zitten zelf in zo’n bootje. Als ze een eindje op weg zijn zegt Roel: “Ik ga nu een liefdesgedicht maken” en fluistert Ingrid in haar oor: “Je bent gewoon een lieve meid” en geeft haar dan een zoen op haar wang. Ingrid vind het een mooi gedicht en geeft hem zijn zoen terug . Als Lisette en Roel die volgende morgen bij de centrale kantoor Thuiszorg aan Bolkruid 314 aankomen krijgen ze gelijk een kop koffie van mevrouw Hogeboezem. Waar Roel nog steeds aan wennen moet. Mevrouw Hogeboezem is zelf een weekje ziek geweest maar ze kijkt even wie er die dag bij mevrouw Heringa van Teteringen is geweest, ze heeft het algauw gevonden: Hermien Zwart ze werkt hier nu vier werken, is getrouwd en heeft geen kinderen. Ze bedanken mevrouw Hogeboezem en gaan dan op weg naar Hermien Zwart. Als ze daar tegen half elf komen stelt Lisette Hermien een paar vragen, waar Hermien goed op kan antwoorden. Daarna vraagt Lisette of Hermien s ’middags even naar het bureau wil komen om een getuigenverklaring te ondertekenen. Maar dan begint Hermien te huilen en vertelt nog het één en ander. Als Lisette en Roel weer in de auto zitten zegt Roel: “Wat een toestand hé? Lisette vind het zo vreemd dat mevrouw Heringa van Teteringen maandag is gevonden en Hermien het de volgende dag al hoorde. Ze moet het vanmiddag nog maar een keer uit leggen. Lisette vind het maar vaag worden en gaan dan opzoek naar van Buuren ,die er niet is weet Vincent te vertellen dat hij naar de begrafenis van mevrouw Heringa van Teteringen is. Als ze willen gaan eten en Roel bid voor zijn eten vraagt Lisette hem daar een paar vragen over. Waarom en zo. Ze zegt: “ik leerde vroeger altijd het opzeggen van: HEERE zegen dit eten om Jezus wil Amen”. Maar dan staat Vargas in de deuropening en zegt: “Lisette er is telefoon voor je” ze loopt meteen weg. Als ze terug komt zegt ze: “Je raad nooit wie dat was!: Hermien Zwart, ze vertelde dat ze het allemaal te emotioneel vind en het niet aankan, en dat ze dan vanmiddag liever niet komt.” Ze zegt: “ Ik vertrouw Hermien voor géén meter!” Na het eten gaan ze naar van Buuren en willen daar hun verslag over het bezoek aan Hermien Zwart doen. Als ze bij hem binnen komen zit hij aan de telefoon. Als hij de telefoon heeft neer gegooid en Lisette vertelt over de belevenissen, van Buuren vraagt : “heeft ze nog ascendanten?” “ja, een winkeldiefstal in 1985” Maar dan gaat de telefoon weer: “Met van Buuren, recherche goedemiddag, Vargas ja interessant ja ik zie je zo!” En hangt dan weer op. Vargas is bij de boetiek geweest waar de verkoopster van zaterdag nu werkt, die een goede beschrijving heeft gegeven van het echtpaar dat tegen sluitingstijd in de winkel was. Van Buuren is in z’n nopjes. Vargas komt er meteen aan, en Lisette legt Roel nog wat uit en Roel maakt er aantekeningen van. Als Vargas binnenkomt en eerst een kopje koffie pakt, begint even later de twee mensen te beschrijven, de vrouw had heel lang krullend haar +/- 40 jaar. Lisette kijkt Roel aan en zegt: “Hermien heeft blond haar maar niet zo lang, dus. De man wist ze niet zo goed meer. Dan gaat de tel van van Buuren weer en de receptioniste zegt: “Er staat een vrouw hier beneden in de hal die een afspraak met Lisette heeft. Vincent vraagt: “Is ze blond? “ja inderdaad” Vargas bedankt haar en gooit op. Hij zegt tegen Lisette en Roel: “beneden staat de moordenaar op jullie te wachten” Lisette en Roel lopen naar beneden en Lisette gaat achter de computer zitten en stelt Lisette nog een paar vragen: wanneer ze het hoorde dat mevrouw Heringa van Teteringen was overleden: “maandagmorgen” maar vanmorgen vertelde je dat je het de volgende dag hoorde. Hermien schrikt er van dat ze dat heeft gezegd. Hermien heeft gezegd dat ze het van een collega hoorde, dan vraagt Lisette aan haar : “van welke collega hoorde je het?” “van Nathalie van Zwietsen”. Als ze weg is zegt Roel: “ik vind het nog een vreemd typisch figuur”. Hij zegt: “ik heb het ook gehoord dat ze zei: “ik hoorde het de volgende dag” Als ze de teamkamer binnenkomen kijkt iedereen hun verwachtingsvol aan. Meneer van Buuren leest de verklaring voor, en Piet Vierhuizen is bang dat hij de pave nog niet kan sluiten zo en zegt: “Lisette jij moet Nathalie zo snel mogelijk bellen en vragen of ze het Hermien inderdaad ook die volgende dag heeft verteld” Lisette pakt de telefoon en zoekt contact met mevrouw Hogeboezem maar die heeft een vergadering. Lisette zegt: “ik moet haar toch echt spreken” vijf minuten later komt ze aan de telefoon en ze verbind Lisette door naar Nathalie. Nathalie zegt: “Een buurvrouw heeft het verteld” Lisette bedankt Nathalie en hangt dan op. Van Buuren geeft wat commentaar, maar dan gaat de telefoon weer, deze keer voor Vargas. Vargas vraagt direct aandacht en zet de telefoon op speaker. Een vrouwelijke stem zegt: “ Ze is het echt ik weet het 100% zeker, ze keek hier naar binnen en loopt nu naar de richting van het metrostation, de kleding: bruine lange jas, ja we komen er aan, en ze heeft nu kort haar en zaterdag was dat lang, ze is het echt!!”Vargas gooit op en zegt: “dat was Miep van de Boetiek” hij vertelt het verhaal nog een keer en grist dan de sleutels van het bord, Edwin en Vincent willen er als eerst zijn, Roel gaat achter Vargas en Lisette aan naar beneden en komen als eerste met gierende banden bij het station aan. Vargas rent direct naar de boetiek, Roel moet bij Lisette blijven die zegt: “Ik vrees dat het Hermien is” Maar Roel kan dat niet begrijpen. 20 minuten later komt Vargas er aan en zegt dat ze al te laat waren. Ook zegt Lisette tegen hem: “ik heb het gevoel dat het Hermien is” Vargas voelt met haar mee. Als ze terug rijden en Vargas achteromkijkend het verhaal vertelt moet hij plotseling remmen, maar komen toch nog veilig bij de binnenplaats aan. Van Buuren heeft het hele team bij elkaar geroepen voor de krijgsraad, de meerderheid van het team vind dat Hermien zo snel mogelijk gepakt moet worden, Lisette zegt: Ik lust haar rauw!” Van Buuren vind dat ze nog te weinig bewijs om haar te pakken. Lisette zegt: “ 1= Ze is als laatste in het huis van Heringa van Teteringen geweest. 2= Ze verspreekt haar zelf als beste in het verhoor. 3= Ze ontkent dat ze haar heeft versproken. 4= Ze belt onmiddellijk na het verhoor haar vriendin op. 5= Ze word herkend in het winkelcentrum die met de gestolen pas het vest heeft gekocht. Nog niet genoeg” van Buuren zegt: “we hebben wel genoeg aanwijzingen maar geen bewijs, dus dat moet eerst komen” iedereen is het ook met van Buuren eens. Vargas zegt: “ik heb er eens over nagedacht en heb de lijst compleet in totaal is het: ƒ 2975,50, ook zijn er garderobehaken gekocht, als we er nu eens vanuit gaan dat ze alles eerst heeft uitgepakt en daarna de verpakkingen en de bonnen direct heeft weggegooid dan moeten we dat huisvuil in handen krijgen en uitzoeken!!” Iedereen is enthousiast. Even later belt Vargas ROTEB de Rotterdamse vuilnisophaaldienst op en spreken zo het één en ander af dat het vuil uit Hermien ’s container word gehaald, in de lege container word gedaan en in de loods aan de Boezemtocht word leeggemaakt. Van Buuren is trots op Vargas, Roel en ik gaan verkleed als vuilnisman mee in de vuilniswagen”. Morgen gaan ze weer verder. Roel moet morgen om 7:00 op het bureau zijn dan gaan ze meteen weg. ’s Avonds tikt Roel de aantekeningen uit want morgen is zijn laatst stagedag. Als hij klaar is belt hij Ingrid nog even op en gaat dan nog even naar de supermarkt voor z’n moeder, als hij in de supermarkt voor de kassa staat en naar buiten kijkt stopt er een witte auto en er stapt een echtpaar uit, een man pakt een tas en loopt naar de glasbak daarachter staat de klerenkast voor Polen. Zijn vrouw kijkt om haar heen doet de klep open en de man gooit dan de tas in de bak. ƒ 1,99 alstublieft meneer hoort Roel de caissière zeggen. Roel rekent af en loopt weg. Als de witte auto weg rijd ziet Roel nog net dat het Hermien is die in de auto zit, Roel loopt ook naar de kast en gooit er een krant in en denkt: ‘de tas ligt onder de krant’ Als de recherche morgen wel wil kijken kan hij zeggen : de tas die Hermien er in heeft gegooid ligt onder de krant. Als ze de volgende morgen in de auto zitten en voor een verkeerslicht moeten wachten kijkt Roel een zijstraat in. Hij ziet ook de supermarkt waar hij gister de broodjes voor zijn moeder heeft gekocht. Ook denkt hij aan het voorval met Hermien en de tas. Roel vertelt het aan Vargas die gelijk een takelwagen besteld die de kast weg haalt waar die tas de vorige avond in gedumpt is en zegt: “loos de kast maar in de loods aan de Boezembocht waar ook het huisval gebracht zal worden”. Daarna rijden ze pijlsnel naar ROTEB waar Geertsema kleding voor hun heeft klaarliggen. Dan gaan ze met Piet van de Werken mee in de vuilnisauto. Waar ze even later de container van Hermien Zwart in de ‘lege’ vuilniswagen doen en weg rijden naar de hal bij het politiebureau aan de Boezembocht. De inhoud word op de grond gestort en de vuilniswagen rijd weer weg met Vargas, Roel gaat vast de ‘bende’ een beetje sorteren en Vargas gaat zich wisselen van vuilnisman naar recherche. In de hal waar Roel de ‘bende’ een beetje aan het sorteren is, ziet hij een kartonnen doos liggen met de verpakking “HEMA, friteuse” maar dan word er geklopt op de deur. Roel vraagt: “Wie is daar” “Van Buuren” klinkt het aan de andere kant. Roel moet even zoeken naar de knop hoe de deur open gaat maar het lukt hem toch. Van Buuren vraagt : “is Vargas er niet” “Nee, die is de auto aan het ophalen bij ROTEB ” Van Buuren knikt instemmend. Roel laat zien wat hij al heeft gevonden van Buuren zegt “dat het de moeite toch wel waar zal zijn.” En ziet dan de kast staan: “HUMANA KLEREN VOOR POLEN” hij vraagt wat die kast hier moet, en Roel vertelt wat hij gister heeft meegemaakt en ze breken daarna de kast open. Bovenop de kranten ligt niks meer, Roel vermoed dat er niets meer in de kast is gegooid nadat hij de kranten er heeft ingegooid. Als ze de kast open hebben gebroken komt er niet veel uit: ‘een beige broek een blauw shirt en een goed als nieuw zomerjurkje’ van Buuren vind het niet echt iets bijzonders maar Roel vraagt of hij het jurkje even mag zien en laat dan het labeltje zien waar op staat: “HEMA” hij kijkt van Buuren aan en zegt: “ bij de HEMA was met de pas gestolen: een frituurpan een beautycase en een zomerjurkje”. “Verdraaid je hebt gelijk’’ Maar dan komt Vargas weer binnen en ze laten de spullen zien. Volgens Vargas kunnen ze het beste de beige broek en het blauwe shirt opsturen naar de technische recherche, misschien zitten er nog wel sporen of zo op. Van Buuren pakt de broek en loopt er mee naar buiten de rest volgt hem. Als ze de broek hebben bekeken besluit van Buuren naar het bureau te gaan en de officier te bellen om morgen het echtpaar naar binnen te roeien. Op Koninginnedag? Vraagt Vargas. “Sorry, Vargas foutje.” Als van Buuren naar het bureau gaat pluizen Vargas en Roel het vuil nog even uit. Ze vinden nog een paar kassabonden en een tasje waar opstaat: ‘Boetiek Green Wave’ als Vargas in het tasje kijkt ziet hij dat er alle kassabonnen in zitten waarvan alle aankopen met de pas van mevrouw Heringa van Teteringen zijn. Ze krijgen Hermien zo steeds meer in de tang en gaan dan weer terug naar het bureau maar kopen ondertussen nog een lekker punt waar ze likkend aan naar het bureau terug gaan. Als ze bij het bureau aan komen is het net tijd voor de gebruikelijke briefing. Vargas vertelt alles en er is zelfs een kassabon van de Albert Heijn boven gekomen! Ook Roel vertelt het van de klerenkast. Ook Lisette heeft nog een nieuwtje er was een afspraak bij de Fortisbank en er is weer een afschrijving geweest bij : ‘Piets Haarsalon’ er is waarschijnlijk iemand naar de kapper geweest. Van Buuren vertelt “dat hij vanmiddag contact heeft gehad met mevrouw Broekman die graag zo snel mogelijk een boef op haar kantoor wil hebben. Mensen morgen halen we het echtpaar op en brengen we ze naar het bureau, ik verwacht dat jullie hier tussen vijf uur en half zes zijn. Dan gaan we samen naar de Bolkruid, behalve Piet Vierhuizen die blijft hier. Vargas en Lisette gaan met Roel de aanhouding doen en Vincent en Bert blijven aan de achterkant vooronderstel dat ze er wel vandoor willen gaan. En Vargas moet van vandaag nog zijn bevindingen op papier zetten en er moet een getuigenverklaring van Roel op papier worden gezet vb.: wat hij vandaag heeft gevonden en wat hij gisteravond heeft gezien. Zijn er nog vragen? Nee? Oké tot morgen. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |