Boekverslag : Onbekend/anoniem - Roman Van Walewein
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3097 woorden.


Penninc & Pieter Vostaert, Roman van Walewein (hertaling R.J. Wols). Utrecht, 1983.



Motivatie boekkeuze

Ik wilde een boek uit de Arthurepiek lezen, want ik had op t.v. een keer een film gezien, ‘Merlin'. Het was de verfilming van een Arthurroman en ik vond het een prachtige film. Niet alleen het verhaal was interessant, ook de sfeer sprak mij erg aan. Dus toen we voor Nederlands een Middelnederlands boek moesten lezen, wist ik meteen in welke richting ik moest gaan zoeken. Toevallig hoorde ik dat het verhaal over Walewein (ook een Arthurroman) goed afliep (dat vind ik toch wel leuker) dus toen heb ik besloten dit boek te lezen.



Korte inhoud

Walewein, de neef van koning Arthur, is een zeer hoofse ridder. Op een dag zitten Arthur, Walewein en een boel andere ridders in een zaal, als er een prachtig schaakbord met zeer kostbare schaakstukken komt binnenvliegen. Na een tijdje vliegt het ook zo weer weg. Arthur wil dit schaakbord graag hebben, dus gaat Walewein het voor hem achterna. Op zijn paard volgt hij het bord een berg in, maar raakt het plotseling kwijt. Dan komt er een draak aan, die het Walewein heel moeilijk maakt. Op het nippertje kan hij aan de dood ontsnappen. Gehavend komt hij bij het kasteel van koning Wonder en zijn zoon Alydrisonder, die hem zeer hoofs ontvangt. Koning Wonder heeft het schaakbord in zijn bezit, maar wil het hem alleen geven als Walewein hem het zwaard met de Twee Ringen brengt. Dus gaat Walewein op zoek. Op zijn tocht komt hij een knaap tegen, die zijn paard als tol heeft moeten afstaan en daardoor te laat komt op een tweegevecht. Walewein geeft hem zijn paard en gaat op zoek naar degene die de knaap zijn paard heeft afgenomen. Hij vermoordt hem en alle mensen in zijn kasteel. Dan gaat hij verder. Hij komt bij koning Amoraen, die het zwaard in zijn bezit heeft. In ruil voor het zwaard wil hij, dat Walewein hem de jonkvrouw Ysabele brengt, die hij al vele jaren bemint. En weer gaat Walewein op zoek. Na even gereisd te hebben, komt hij een rode ridder tegen, die een jonkvrouw heeft geroofd. Hij bevrijdt haar, en verwondt de rode ridder zo, dat hij bijna sterft. Vlak voor zijn dood biecht hij bij Walewein en vraagt hij om vergiffenis. Hij belooft dat Walewein altijd op hulp van hem vanuit het hiernamaals kan rekenen. Walewein brengt de jonkvrouw terug en vervolgt zijn zoektocht. Hij komt bij een rivier met onbeschrijflijk heet water. Achter de rivier ligt het kasteel waarin Ysabele woont, maar hij kan de rivier met geen mogelijkheid oversteken. Dan komt hij een vos tegen, die hem graag wil helpen, mits Walewein hem ook helpt. Hij is namelijk een betoverde prins. Alshij Walewein, Ysabele, koning Wonder en zijn zoon Alydrisonder bij elkaar ziet, zal hij weer mens worden. De vos laat Walewein een ondergrondse gang zien, waardoor hij aan de andere kant van de rivier komt. Hij begint het kasteel in te nemen en slacht daarbij honderden mannen af. Bij de laatste poort wordt hij echter gepakt. Hij woordt voor de koning en zijn dochter gebracht. Als Ysabele en hij elkaar echter zien, zijn ze op slag verliefd. Ze smeekt haar vader dat ze hem een nacht bij zich mag houden, zogenaamd om hem te martelen, want haar vader mag niet weten dat ze van hem houdt. Die nacht proberen ze samen te ontsnappen, maar ze worden gepakt en in de kerker gesmeten. Net als ze de hoop verliezen, verschijnt de dode rode ridder en helpt hen naar buiten. Daar wacht de vos op hun en samen gaan ze weer naar koning Amoraen. Tijdens de reis worden ze echter aangevallen door een jonge ridder. Walewein doodt hem en ze komen aan bij het kasteel van een hertog. Aanvankelijk worden ze zeer gastvrij ontvangen, maar als men erachter komt, dat de jonge ridder de zoon van de hertog was, worden ze na een bloederig gevecht in de kerker gegooid. Ontsnappen is zo goed als onmogelijk, want ze zitten vastgeketend. De bewaker echter slaat Ysabele op haar hand. Hierdoor wordt Walewein zo boos, dat hij de boeien kapottrekt en ze kunnen ontsnappen. Nu komt Walewein voor een moeilijke keuze te staan. Moet hij zijn belofte aan koning Arthur en koning Amoraen breken en kiezen voor Ysabele, of moet hij haar afstaan aan Amoraen en het zwaard bij koning Wonder ruilen voor het schaakbord? Lang hoeft hij hierover niet na te denken, want koning Amoraen is inmiddels gestorven. Walewein, Ysabele en de vos vervolgen hun weg naar koning Wonder, maar plotseling wordt Ysabele ontvoerd door een zwarte ridder. Walewein gaat een gevecht met hem aan en verwondt hem daarbij zeer ernstig. Omdat hij zo'n hoofse ridder is, doodt hij hem niet, maar verzorgt zijn wonden. Als hij de helm van de zwarte ridder afneemt, ziet hij dat het Estor, de broer van Lancelot, een van de ridders van Arthur, is. Hij zorgt ervoor dat Estor weer hersteld. Dan komt hij bij een kasteel, dat van de jonge knaap zonder paard blijkt te zijn. Hij wordt zeer hoofs onthaald, maar dat duurt niet lang, want het leger van de hertog staat voor het kasteel. Ze gaan de strijd aan en winnen. Dan gaat Walewein verder naar koning Wonder. Als de vos hem, Ysabele, koning Wonder en Alydrisonder bij elkaar ziet, wordt hij plotseling weer een knappe prins en keert hij terug naar zijn eigen kasteel. Walewein krijgt zoals beloofd het schaakbord en hij en Ysabele keren terug naar het kasteel van Arthur. Daar worden zij zeer feestelijk onthaald.



Eerste persoonlijke reactie

*ongeloofwaardig: De gebeurtenissen kunnen geen van allen echt gebeurd zijn, terwijl er heel serieus over wordt verteld.

*indrukwekkend: Walewein maakt een heleboel gevaarlijke dingen mee, waarvan je toch wel onder de indruk raakt.

*nieuwsgierigmakend: Er gebeuren een heleboel spannende dingen, waardoor je erg benieuwd bent naar hoe Walewein zich daar weer uit zal redden.

*ingewikkeld: Er lopen drie verhallijnen ‘door elkaar heen': het zoeken naar het schaakbord, naar het zwaard en de jonkvrouw Ysabele.

*niet herkenbaar: Alles draait om eer in het boek, en dat is nu wel anders.



Uitgewerkte persoonlijke reactie

De belangrijkste onderwerpen van het verhaal zijn eer en hoofsheid. Bij alles wat Walewein doet, vraagt hij zich af, of het wel eervol of hoofs is. Op het eerste gezicht lijkt dat heel goed, maar het is erg onrealistisch en soms ook onjuist. Zo redt hij de jonkvrouw omdat dat eervol is voor hem, en niet om haar te helpen. Ook gaat hij op zoek naar het schaakbord omdat hij zich schaamt dat niemand anders het doet, niet omdat hij zo graag koning Arthur wil helpen.

In het boek wordt hoofsheid beschreven als het belangrijkste in het leven. Zolang een ridder maar hoofs praat en zich hoofs gedraagt, is hij een goed mens. De bedoeling van het boek is dan ook, een ideaalbeeld te geven van hoe je moet leven. Mensen die het boek lezen, moeten ervan leren.

Op zich wordt de hoofse boodschap goed uitgewerkt: geen enkel klein detail wordt vergeten. Maar er wordt alleen maar gezegd dat je het moet doen, en niet waarom.

De belangrijkste gebeurtenissen in het boek zijn als hij besluit het schaakbord te gaan halen, als hij met Ysabele ontsnapt uit het kasteel en als hij uiteindelijk het schaakbord in handen krijgt. Deze gebeurtenissen worden goed beschreven, maar wel een beetje oppervlakkig. Je komt niet te weten waarom iets gebeurt, of wat de gevolgen zijn. Dat vind ik wel jammer, want zo heb je niets om over na te denken, of je fantasie op los te laten.

De gebeurtenissen spelen verreweg de belangrijkste rol. Je komt de gedachten en gevoelens van de personages bijna niet te weten. Het lijkt alsof het enige dat ze denken is: "Ik moet hoofs zijn!" Ik vind dat wel een beetje jammer, want daardoor krijgt het toch een enigszins oppervlakkige wending. Het verhaal loopt zo, en niet anders! Er wordt geen ruimte overgelaten voor je fantasie.

De gebeurtenissen zijn wel logisch: het een is een gevolg van de ander. Alleen het zijn er teveel. Walewein heeft een driedubbele missie, maar ik denk dat het boek bij een missie ook al interessant geweest was. Je wordt hierdoor zo overspoeld met de verschillende gebeurtenissen, dat je denkt: rust hij dan nooit uit?

De gebeurtenissen waren allemaal zeer onwaarschijnlijk: het schaakbord dat binnen kwam vliegen, een zwaard dat alles overwint, twaalf poorten en een paar honderd man in je eentje verslaan, een brandende rivier, enz, enz. Op zich is dat niet erg, maar zo wordt het boek misschien minder serieus genomen en komt de hoofse boodschap minder goed over.

Op zich zijn de gebeurtenissen best interessant, behalve alle gevechten. Die worden tot in het kleinste detail beschreven, zoals hoofden die opensplijten, verbrijzelde schedels en afgehakte ledematen. Een keer zou dat misschien nog een beetje boeiend zijn, maar tien keer achter elkaar een aantal pagina's met dit soort gewelddadige uitspattingen is toch een beetje te veel van het goede. En je weet toch wel hoe het afloopt: Walewein overwint altijd.

De hoofdpersoon is zeer zeker een held. Hij is zeer hoofs, dus hij is een goed man, volgens de redenering van de Middeleeuwen. Daarbij is hij ook nog eens supersterk en heldhaftig.

Zijn karaktereigenschappen zijn minder duidelijk. Door zijn hoofse gedrag kom je er niet achter hoe hij echt in elkaar steekt. Het vormt als het ware een prachtig masker waardoor je het echte gezicht niet ziet. Bij dit boek is dat echter niet erg, want in feite draait het niet om Walewein, maar om zijn hoofsheid. Hierdoor zijn de personages ook totaal niet herkenbaar. Mensen die zo puur hoofs zijn, bestaan niet. Ook al zou Walewein wat menselijker zijn, dan nog zou het moeilijk zijn om je met hem te identificeren. Hij leeft op een heel andere manier: hij is een ridder en trekt per paard door allerlei verre landen.

Walewein moet sympathiek overkomen. Ik denk dat voor de Middeleeuwen wel gelukt is. Maar ik als twintigsteeeuwer vind hem extreem gewelddadig en moordzuchtig. Hij heeft in zijn eentje misschien wel 1000 mensen vermoord, maar hij voelt zich totaal niet schuldig ofzo. Ze dachten vroeger zeker wel heel makkelijk over leven en dood!

De opbouw van het verhaal is niet moeilijk. Alles gebeurt in chronologische volgorde. Maar toch is het wel ingewikkeld, doordat er zoveel verschillende dingen gebeuren.

Aan het begin is het verhaal nog wel interessant, maar al gauw weet je dat het toch altijd wel goed zal aflopen. Daardoor is de spanning ook gelijk weg.

Je ziet de gebeurtenissen vanuit de verteller. Die is heel nadrukkelijk aanwezig. Soms stopt het verhaal even, omdat hij zijn mening denkt te moeten geven. Persoonlijk vind ik dat best irritant. De verteller laat het verhaal alleen om Walewein draaien. Van de andere personen kom je vrijwel niets te weten. Misschien heeft de verteller dit wel expres gedaan. Als je de andere personen, voornamelijk ‘slachtoffers' van Walewein, te goed leert kennen, is het erger dat ze door hem gedood worden. Dan zou Walewein weer een stukje wreder en dus minder hoofs lijken. Naar mijn mening is dit wel een beetje een vreemde oplossing, laat Walewein dan maar wat minder mensen vermoorden om minder wreed te lijken!

Het einde wordt naar mijn mening veel te snel afgeraffeld. Het wordt in welgeteld twee pagina's verteld. Walewein keert terug naar huis, wordt onthaald, koning Assentijn vergeeft hem en hij leeft nog lang en gelukkig. Het wordt niet duidelijk wat er met Ysabele gebeurt. Alhoewel zij de belangrijkste vrouw in zijn leven is, wordt ze in het slot helemaal buiten beschouwing gelaten.

Het taalgebruik in het boek is niet moeilijk. Het is wel heel anders dan wat wij in het dagelijks leven gebruiken. Een voorbeeld: koning Arthur vindt het schaakspel heel mooi. Hij zegt: "Dat schaakspel dunkt mij zeer schoon". Zo staat het hele boek vol met deze dingen. Gelukkig stoort dit helemaal niet, het draagt juist bij aan de sfeer van het boek. Wat wel begint te vervelen, zijn de hoofse dialogen. Ze blijven maar zeggen: "Moge God u behoeden" en dat soort dingen. Als koning Wonder hem zijn naam vraagt, antwoordt hij niet gewoon met ‘Walewein', maar begint hij eerst te zwammen over zijn hoofsheid en dat hij nooit als eerste zijn naam zegt enzovoort, en na een lange tijd zegt hij ook nog even snel zijn naam. Na drie van zulke nutteloos lange dialogen heb je het dan ook al gezien, maar er volgen er nog minstens honderd.

"Roman van Walewein" was een mooi boek, maar het was te lang. Er gebeurden teveel verschillende dingen, en waren de dialogen doodsaai. Wat betreft de vorm had er wel wat meer afwisseling in mogen zitten. En het was ontzettend voorspelbaar. Desondanks was de sfeer wel heel mooi, waardoor het toch nog wel heel redelijk te lezen was. Een tip voor de schrijvers (al hebben ze er toch niets meer aan): hou het bij korte verhalen, dat verveelt niet zo gauw!



Verwerking

Literatuur aan het hof

• "Roman van Walewein" was een zeer hoofs boek. Alles wat Walewein deed, was hoofs. Het verschil tussen goed en kwaad lag ook op dit gebied: alle goede mensen waren hoofs, en de slechten waren niet hoofs. Eigenlijk hadden alle gebeurtenissen met de hoofsheid te maken. Maar een passage vond ik toch wel heel opmerkelijk: Walewein wordt zonder reden aangevallen door de Zwarte Ridder. Ze zijn allebei zwaar gewond, maar toch helpt Walewein de Zwarte Ridder eerst: hij verbindt zijn wonden en zorgt dat hij weer opknapt. Wat mij ook opviel, was dat Walwein zoveel mensen heeft gedood. Je zou denken dat bij hoofsheid ook hoort, zo min mogelijk mensen te doden. Nou daar doet Walewein absoluut niet aan. Op een bepaald moment moord hij een heel kasteel uit, inclusief vrouwen en kinderen, met als reden, dat hij niet wilde dat de tolheffing gehandhaafd bleef.

• Dit boek komt uit de Arthurepiek. Het hof van Arthur is de ideale wereld. Walewein is de hoofste van allemaal. In dat opzicht is hij perfect. "Roman van Walewein" is sprookjesachtig (denk maar aan de betoverde vos) en fictief (er komen draken in voor en Walewein overwint in zijn eentje een heel kasteel met meer dan 500 man). Arthur is passief, want hij wil het schaakbord niet zelf gaan halen. Daarom doet ridder Walewein het voor hem. Hij gaat eropuit om het avontuur tijdens zijn ridderlijke zoektocht te volbrengen. Walewein wil de hoofse orde herstellen in de gevaarlijke, niet-hoofse wereld. Daarbij moet hij allerlei barrières doorkruisen. Het verhaal begint aan het hof van Arthur en eindigt er ook. Er komt een schaakbord aanvliegen uit de niet-hoofse wereld, wat de aanleiding is tot het avontuur van Walewein. Kortom: een Arthurroman bij uitstek!

• Het boek heeft als belangrijkste boodschap de hoofse boodschap uit te dragen. Degenen die het lezen, zouden erdoor aan het denken gezet moeten worden, en dan zelf een hoofser leven leiden. Ik vraag me af of dat heeft gewerkt. Kan iemand door het lezen van een aantal boeken ineens hoofs gaan leven? Ze hebben in ieder geval wel een voorbeeld, maar dat is wel zo onrealistisch dat het onmogelijk is hem precies na te leven. Op mij heeft het boek geen enkele invloed gehad. Ik vind dat hoofse gedoe een beetje nep: je laat zo niet zien wie je echt bent. Daarom ben ik ook niet van plan nu ineens hoofs te gaan leven.









Evaluatie

*Mijn mening is iets veranderd na het maken van de verdiepingsopdracht. Ik denk er nu iets negatiever over. Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer slechte kanten ik ontdek.

*Mijn eindoordeel over het boek is: het is een leuk verhaal met veel sfeer, maar de vorm waarin het is verteld is saai en met weinig afwisseling. Ook vind ik het irritant dat het hoofse ideaal zo opgedrongen wordt.

*Ik ben wel tevreden over de beschrijvingsopdracht. Ik denk dat het wel duidelijk is waar het boek over gaat en wat de hoofdzaken zijn.

*Ik ben ook tevreden over de verdiepingsopdracht. Ik denk dat het mij redelijk gelukt is het verhaal in verband te brengen met de theorie.

*Het was niet erg moeilijk om de tekst te lezen. Dat kwam doordat het een vertaling was. De echte Middeleeuwse sfeer is gelukkig wel gehandhaafd.

*Het moeilijkste was het ingewikkelde verhaal: drie zoektochten liepen door elkaar. Gelukkig werd dit wel helder verteld, waardoor het toch redelijk te volgen was.

Verder had ik de neiging om dialogen over te slaan, omdat ze zo vreselijk lang en saai e superhoofs waren.

*Het uitweken van de verdiepingsopdracht was een makkelijke klus, ik ben niet op problemen gestuit.

*Ik bezat de kennis voor het maken van de opdrachten in voldoende mate. Grote problemen waren er niet. De enige keer dat ik iets moest opzoeken, was over de kenmerken van de Arthurepiek, die wist ik nog niet uit mijn hoofd.

*De volgende keer ga ik het precies zo doen. Ik ben tevreden over mijn werkwijze: ik heb alles zorgvuldig gedaan. Ook heb ik het deze keer niet uitgesteld tot het laatste moment, maar ik ben er meteen aan begonnen. Dus de volgende keer ga ik het precies zo doen.




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen