Boekverslag : Guy Didelez - De Cocon
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1717 woorden.

Titel: De cocon

Auteur: Guy Didelez

Uitgever: ABIMO

Aantal pagina’s: 109



1.Genre of verhaalsoort.

Kortverhaal



2.Onderwerp

Liefde



3.Behandelde problematiek

Liefde, vriendschap, familie, menselijke relaties, schuld



Hoofdthema:

Het gaat over een meisje met een handicap dat verliefd word op een jongen maar haar moeder kan haar niet loslaten en laat dit niet toe.



4. De personages.

4.1 Wie is het hoofdpersonage?

Sarah, een gehandicapt meisje.





4.2 Wat vind je opvallend aan dit personage? Geef de voornaamste

karaktertrekken.

Haar eigen wil om zelf beslissingen te nemen maar vooral haar karakter om door te zetten omdat ze werkelijk van die jongen (Matthieu) houdt.



4.3 Je kent dit personage door:

Rechtstreekse informatie uit de tekst



4.4 Het hoofdpersonage en ik

zouden goed met elkaar kunnen opschieten, wij zouden elkaar goed begrijpen, omdat ik me best wel kan inleven in haar situatie. Ik zou haar ook niet anders behandelen omdat ze gehandicapt is.



4.5 Het hoofdpersonage

Ondergaat de handelingen in het verhaal



Verklaar:

Zij is diegene waarvan haar handen worden afgekapt en zij is diegene die verliefd word. De andere personen in het verhaal zijn eigenlijk medespelers in het verhaal maar zij is echt het hoofdpersonage die alles meemaakt.



5. Ruimte

5.1 Waar spelen de gebeurtenissen zich af?

Land: Niet gegeven

Stad: Niet gegeven

Streek: Niet gegeven

Dorp: Niet gegeven



5.2 Sociaal milieu. Handeling speelt zich af in het milieu van:

Jongeren



6. Tijd

6.1 In welke tijd speelt het gebeuren zich af?

Tegenwoordige Tijd



6.2 Hoe verloopt de handeling?

Chronologisch



7. Stijl

7.1 De zinsbouw:

Korte zinnen

7.2 De woordkeuze:

Goede en duidelijke woordkeuze

7.3 Dialogen:

Vlot

7.4 Toon:

Realistisch



8. De titel van het boek vind ik

Goed gekozen, omdat als je het verhaal hebt gelezen je ook begrijpt waarom ze het boek deze titel hebben gegeven. Sarah zit namelijk in een soort ‘cocon’ door haar moeder en zij probeert daaruit te breken.



9. Het einde was

Verrassend

Ik vond het einde echt mooi, ik dacht dat ze ofwel voor haar ouders ofwel voor Matthieu moest kiezen. Uiteindelijk besef je dat dit niet hoeft en dat ze eindelijk uit haar ‘cocon’ is gebroken en dat ze nu haar vrijheid heeft.



10. Beoordeling.

Het is een boeiend boek. Als je begint te lezen en het word spannend dan zou je het liefst zo snel mogelijk verder willen lezen. Het is ook een aangenaam boek.



11.Citeer een gedachte,een merkwaardige uitdrukking die jou bijzonder getroffen heeft.

Op het einde als Sarah met haar vader mee naar huis gaat en haar vader aan haar vraagt: “En Matthieu?” Zegt ze: “Hij is mijn schaduw. Als ik van hem wegloop zal hij me volgen. Maar als ik hem wil grijpen zal hij me ontvluchten. Dit vind ik erg mooi.



12. Heb jij nog een boodschap na deze leeservaring?

Dat men mensen met een handicap zeker niet anders moet gaan behandelen, dit zijn ook maar mensen net zoals ons.



Samenvatting van de tekst.



Sarah is een 16 – jarig meisje en is gehandicapt.

Ze heeft een stompje (ze heeft geen vingers meer).

Dit is gebeurd op haar vader haar werk toen Sarah nog een klein meisje was.

Toen ze elke keer in de fabriek ging spelen met nog een andere jongen stonden ze beide altijd te kijken naar de papiersnijmachine.

Op een dag legde Sarah haar hand eronder en de jongen drukte op de knop van de machine. Sindsdien heeft haar moeder enorm veel moeite om Sarah los te laten.

Haar moeder heeft ook een leidersfunctie in huis omdat haar vader sinds het ongeluk met een schuldgevoel zit. Hij verwijt zich dat hij beter had moeten opletten zodat dit nooit was gebeurd.

Nu is Sarah 16 jaar en gaat ze naar school.

Op Sarah haar school is er een schoolfuif.

Sarah wilt hier heel graag naar toe maar haar moeder wilt Sarah niet laten gaan. Ze vind dit geen goed idee en vind dat Sarah beter thuis kan blijven. Uiteindelijk overtuigt haar vader dan toch haar moeder en mag ze naar haar eerste fuif. Op deze fuif leert ze Matthieu kennen. Matthieu is een jongen die al veel kent van het uitgaansleven. Hij gaat veel naar fuifen en heeft al vele meisjes gehad. Als hij Sarah leert kennen flirt hij ook met haar. Wanneer ze de fuif moet verlaten laat ze haar nummer en adres bij Matthieu achter. Als hij haar hand ziet dat verminkt is wilt hij zich bedenken om verder kennis te maken met haar en hij wil haar misschien niet meer zien.

Maar hij voelt zich anders bij haar, hij wil haar echt beter leren kennen en laat dit dan ook niet achter zich liggen.

Haar moeder begint ondertussen ook vermoedens te hebben en weet wel dat Sarah een jongen heeft leren kennen. Uiteraard laat ze dit niet toe en wil ze dat Sarah alle contact verbreekt met deze jongen.

Maar omdat Matthieu twijfelde laat hij een tijd niets van zich horen. Dit verbaast Sarah echter wel en het doet haar ook een beetje pijn.

Maar op een dag staat Matthieu aan Sarah’s school.

Ze leren elkaar beter kennen en Sarah’s moeder wilt dit echt niet meer. Dus ze verbiedt Sarah om nog met Matthieu om te gaan.

Maar dit doet ze echter niet.

Dan spreken ze nog eens af.

Ze gaan elkaar zien op een vrijdagavond in de TjifTjaf (een studentencafé).

Haar moeder heeft Sarah door dus ze organiseert een uitstapje naar zee. Haar vader kon hier echt niet onderuit en was mee in het ‘complot’ gesleurd. Haar ouders hebben Sarah opgepikt na school om direct te vertrekken naar zee. Sarah vond dit niet leuk maar ze kon er niets meer aan veranderen, ze is verplicht om mee te gaan. Als ze aan zee zijn is haar moeder heel tevreden maar het is zo’n slecht weer dat Sarah haar moeder probeert te ovetuigen om toch terug naar huis te keren. Haar vader doet mee zijn best. Ze blijven er toch nog op vrijdag waardoor Sarah Matthieu niet kan zien en Matthieu een ander meisje leert kennen in de TjifTjaf. Hij neemt dit meisje naar huis en het meisje besluit om bij hem in te trekken wat Mattieu niet wil (na lang nadenken) omdat hij beseft dat hij van Sarah houdt. Uiteindelijk lukt het haar en haar vader en ze keren terug naar huis, ideaal om Matthieu nog te kunnen zien!

Ze heeft uiteraard al een hele uitleg in elkaar gestoken om aan haar moeder te vertellen zodat ze toch het huis kan verlaten. Als ze thuis zijn mag Sarah niet meer buiten, haar moeder laat dit niet toe.

Sarah begint na te denken maar ze houd het niet uit ze wil Matthieu zien. Dus ze schrijft een briefje naar moeder en ze legt het op haar bureau. Ze gaat naar Matthieu zijn appartement waar haar vader haar naartoe brengt. Hij brengt begrip voor haar op en krijgt ook een nauwere band met haar. Hij zet haar daar af. Ze loopt naar de bel. Ze belt aan en hoort een meisjesstem. Ze gaat dan maar naar binnen en gaat naar de deur van Matthieu zijn appartement. Wanneer ze er belt opent het meisje de deur en ze staat ze daar in Matthieu zijn pyjama. Hier schrikt Sarah van en ze word zo kwaad dat ze zo snel mogelijk terug naar de auto loopt. Wanneer ze buiten wil lopen, loopt ze Matthieu tegen het lijf die ondertussen beschuitjes was gaan halen voor het meisje. Hij wil praten met Sarah maar ze geeft hem de kans er niet toe. Hij loopt achter Sarah maar ziet dan plots dat ze naar een auto loopt. Sarah stapt in de auto en laat Matthieu wezenloos achter in de gietende regen.

Later komen Sarah en Matthieu samen in het appartement (omdat hij haar had opgebeld, hij moest met haar praten).

Hij verteld Sarah dat hij alleen haar wil en dat het meisje in zijn appartement niets voorstelde en dat hij het zou bewijzen. Hij loopt dan samen met haar naar het appartement en hij laat het meisje het appartement verlaten. Hij wil haar er niet meer, hij wil haar buiten.

Dan probeert hij te praten met Sarah en uiteindelijk vallen ze beide in slaap. Matthieu ligt dan in Sarah’s schoot. Hij voelt zich er veilig en geniet van het moment. Thuis bij Sarah heeft haar moeder al lang het papiertje gevonden. Ze begint te paniekeren en wil de politie bellen. Haar vader kan haar overtuigen dit niet te doen en beslist Sarah zelf te gaan zoeken (want hij weet immers waar ze zit). Maar hij verteld gewoon dat haar vriendinnen wel zullen weten waar Matthieu woont.

Als hij terug gaat naar het appartement belt hij aan maar Sarah wil er niet weg maar Matthieu beslist toch haar vader binnen te laten.

Wanneer ze alle drie samen zijn is er een stilte, niemand weet wat te zeggen. Maar haar vader laat de beslissing aan Sarah over. Ofwel gaat ze mee naar huis of blijft ze hier. Wanneer haar vader zijn weg terug naar de auto begeeft, praat Sarah bij met Matthieu. Dan horen ze plots een gekrijs van een vrouw, een hond die blaft en een auto die ineens remt maar met een enorme klap. Sarah en Matthieu schrikken en kijken gauw door de raam en zien dat er een man op de grond ligt voor de auto. Sarah schrikt en loopt razendsnel naar beneden want ze weet dat haar vader daar ligt. Ze heeft schrik dat haar vader doodgaat en ze wil hem liefst van al vasthouden. Wanneer ze beneden komt is haar vader al recht gekomen en hij schudt zijn hoofd. Hij zegt dat alles inorde is maar hij hinkt toch nog wel een beetje. Haar vader gaat naar de auto om richting huis te rijden. Matthieu zegt tegen Sarah dat ze mee moet gaan met haar vader want ze kan hem toch niet zo terug naar haar moeder laten gaan. Sarah draait zich om naar Matthieu kust hem snel op de mond en loopt achter haar vader aan en roept: “Wacht!”.

Haar vader kijkt haar aan en vraagt: “En Matthieu?”.

Sarah vertelt dan tegen haar vader:

“Hij is mijn schaduw. Als ik van hem wegloop zal hij me volgen. Maar als ik hem wil grijpen zal hij me ontvluchten. Samen stappen ze in de auto en vervolgen hun weg naar huis.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen