Boekverslag : Max Von Der Grun - Die Lawine
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2337 woorden. |
Hoofdpersoon: Edmund Wolff > 50 jaar (in de loop van het verhaal wordt ie 51) Bijpersonen: Heinrich Bohmer > 60 jaar. Bijnaam: Gottvater Christa Wolff > kokkin in het huis van Heinrich Bohmer en het buitenechtelijke kind van H. Lars und Sascha (tweelingzonen) > Ze studeren in Munster en Bonn Mathilde Schneider (minnares van Heinrich) > nog erg jong Klemens Bohmer (vader van Heinrich) Herr Bleicher (buurman) Susanne und Nina (vriendinnen van de tweeling) Plaats: de stad Dortmund (soms ook Düsseldorf) en een klein dorpje erbuiten, waar Wolff en z’n vrouw wonen. Op een warme zomerochtend in 1983 staat Herr Edmund Wolff ’s morgens op. Hij gaat naar buiten en kijkt naar de kerktoren een stuk verderop. Daar ziet hij een levensgrote pop; althans hij denkt dat het een pop is. Hij pakt z’n verrekijker en maakt foto’s van de man. Niet veel, want het licht is die dag slecht. Wolff ontdekt dat de man die hij ziet, Heinrich Bohmer is, de vader van zijn vrouw Christa. Hij loopt naar de kerk toe, waar een aantal mensen zich al heeft verzameld. Dan komt de politie die het verder gaat onderzoeken. Eerst wordt aangenomen dat het om zelfmoord gaat, maar dat blijkt toch niet zo te zijn. Hij is namelijk ook nog in z’n kop geraakt. Via een telegram worden Heinrichs zonen, de tweeling Lars & Sascha, en zijn vrouw gewaarschuwd. De tweeling zit op dat moment in Afrika. Op de begrafenis ziet Wolff voor de eerste keer een opvallende vrouw, die hij later nog eens tegenkomt in de stad. Samen gaan ze naar haar appartement. Ze vertelt hem dat ze de minnares was van Heinrich. Hij schonk haar het appartement, veel geld en de huur voor de woning was al voor 10 jaar vooruitbetaald. De minnares heet Mathilde Schneider. Ze wil weten wie Bohmer heeft vermoord. Ze zegt dat hij geen vijanden had en dat hij zeer gerespecteerd werd. Thuis, in zijn prachtige rustig gelegen villa, werden hij en zijn vrouw echter wel geregeld doelwit van vandalen die de ramen van zijn huis ingooiden. Een aantal dagen na de dood komt Wolff – als hij op een morgen de krant gaat halen – Mathilde tegen in het dorpje waar hij woont. Ze zit dan in haar auto, een Ford Fiesta. Later belt Mathilde hem ook nog. Ze wil vergrotingen van de foto’s die Wolff heeft gemaakt van Bohmer die aan de kerktoren hing. Zij vraagt hem of hij ze niet aan de politie moet geven. Wolff wil dit niet. Weer een aantal dagen later krijgt Wolff nóg een belangrijk telefoontje. Dit keer van Sascha (één van de tweelingbroers). Hij wil niet zeggen waar het over gaat. Wolff krijgt het de volgende dag te horen. Er zitten dan 4 mannen tegenover hem, waaronder procuratiehouder Gebhardt, Dokter Pauls (economisch adviseur), advocaat en notaris Wohlfahrt en tenslotte ondernemingsraadgever Zierer. Dan krijgt hij van hen te horen waarvoor hij is gekomen: Bohmer heeft hem verkozen als opvolger binnen zijn bedrijfscomité. De 4 mannen willen Wolff ervan overtuigen dat hij hiervan af moet zien, maar Wolff zelf neemt de baan toch aan. Hij zegt er het beste van proberen te maken. Daarnaa gaat hij naar Mathilde om het verhaal aan haar te vertellen. Meer en meer trekt hij met haar op. Ze gaan er zelfs met kerst samen opuit om foto’s te maken. Met zijn eigen vrouw heeft Wolff weinig te bespreken. De gesprekken gaan altijd over hetzelfde. Hij merkt dat ie steeds meer voor Mathilde begint te voelen. Later gaat Wolff op bezoek bij Mathilde’s vader, die vroeger bij Bohmer werkte. Ze hebben een gesprek over de ‘Grand Dame’ (Bohmers vrouw). Als Wolff tegen zijn vrouw Christa zegt dat hij de baan heeft aangenomen, wordt ze enigszins kwaad en zegt ze dat ze had verwacht dat ie verstandiger zou zijn. Op nieuwjaarsdag komt de ‘Grande Dame’ aan op luchthaven Düsseldorf. Ze wordt daar ontvangen door de tweeling en ze is verre van hartelijk. Ze nodigt Wolff voor een persoonlijke ontmoeting. Ook de andere mannen (Pauls, Klaassen, Gebhardt en Schneider) waren uitgenodigd. Het gesprek gaat over het bedrijf. Gebhardt wordt voor schut gezet door de Grande Dame: ze lacht hem uit. Ze verwijt hem bovendien dat hij het idee van de verkoop van het bedrijf niet uit de hoofden van de tweeling heeft gepraat. Na het gesprek ziet hij Mathilde Schneider op de parkeerplaats en hij gaat mee naar haar huis. Daar ziet hij de foto van een opgehangen Heinrich in de badkamer. Ze zegt dat dit haar helpt het verdriet te verwerken en bovendien gelooft ze dat na verloop van tijd Heinrichs gezicht verandert in dat van zijn moordenaar. Ook zegt Mathilde dat ze niet zeker weet of haar vader wel geschikt is voor de functie van bedrijfsleider. Als Christa die avond thuiskomt, vertelt Edmund van het gesprek in de fabriek met de Grande Dame. Christa wist van niks. Ze leven lang elkaar heen; vertellen elkaar weinig. Later die avond gaat de telefoon. Het is een man die zegt dat Edmund af moet zien van het aanbod van Bohmer. Hij zou er veel geld voor krijgen. Edmund herkent de stem, maar weet niet van wie ie nou daadwerkelijk is. Even later belt Schneider hem, die zo’n zelfde telefoontje heeft ontvangen. Ze maken samen een afspraak voor de volgende dag. Schneider stelt tijdens die afspraak voor, in te breken in de villa van de Bohmers om bewijsmateriaal te zoeken. Schneider verdenkt Gebhardt. Op 1 februari 1984 krijgen alle werknemers van Bohmers bedrijf een brief (een verdrag) over de plannen. Even daarna maakt Mathilde een afspraak met haar vader. Ze geeft hem advies: hij moet een net pak kopen, zodat hij meer respect krijgt. Een paar dagen voor de bedrijfsbijeenkomst werd Edmund door de Grande Dame in haar appartement uitgenodigd, voor een gesprek onder 2 ogen. Ze toont opeens veel interesse in Christa (z’n vrouw) en ze verzekert hem van een toereikend salaris. Op de dag van de bedrijfsbijeenkomst, zitten de honderden werknemers in de hal van het bedrijf, te wachten op de voordracht van Schneider. Achteraf reageert niemand enthousiast op zijn woorden. Iedereen is sceptisch over de nieuwe formule, de nieuwe opzet, van het bedrijf. Maar na de geruststellende woorden van de Grande Dame gaat iedereen – op één bijna gepensioneerde man na – akkoord met de voorwaarden. Edmund kan z’n camera weer ophalen en als hij de winkel uitloopt, ziet hij een man voorbij rennen. Die man had hij ook al bij de kerktoren gezien op de dag van de moord en zelfs op de begrafenis, waar hij zich voordeed als journalist. Opeens weet Edmund het: hij is diegene die hem ’s nachts gebeld had. Hij volgt de man onopgemerkt en maakt een aantal foto’s, die hij later ook aan Mathilde laat zien. Zij schrikt, want hij is precies de figuur die zij ook als moordenaar aanwijst, nadat de foto van Bohmer in de moordenaar was veranderd. Mathilde wil hem – met hulp van Edmund – zelf aan de kerktoren ophangen! Als Edmund aan Christa de foto’s laat zien, komt hij een verhaal te weten. Ze wilde altijd al dat hij afzag van het aanbod binnen het bedrijf, maar met een reden: ze is erachter gekomen (al een hele tijd geleden) dat Bohmer iets met Mathilde had. Ze was bang dat als dit verhaal naar buiten zou komen, niemand zou geloven dat Edmund niks van de affaire af zou weten. Christa dacht bovendien dat Mathilde toneelspeelde en dat ze een ‘instrument’ was van Schneider om zo meer macht van Bohmer in handen te krijgen. Een aantal dagen na het van kracht gaan van het verdrag, heerst er een vreemde stemming op de werkvloer. Hotger komt erachter dat vreemde mensen het personeel aanspreken en ondervragen over de nieuwe arbeidssituatie. De werknemers krijgen door deze vragen angst. Na de zitting waarin dit bekend werd gemaakt, reed Edmund naar Mathilde. Ze vertelt hem dat ze naar het Steigenberger Parkhotel in Düsseldorf is gereden. Ze had zo’n vermoeden dat ze daar Stiftenkopf zou tegenkomen. Na een aantal uren wachten, kwam hij daadwerkelijk. Ze volgde hem en uiteindelijk kwam ze uit bij zijn bedrijf: Diskretservice Siebert. Mathilde wil – nadat ze dit alles aan Edmund heeft verteld – naar Siebert en zijn bedrijf toegaan. Edmund stemt toe en ze bellen even later aan. Stiftenkopf doet open, Mathilde zet hem met behulp van een revolver onder druk: hij moet alles vertellen wat hij weet. Hij zegt dat ze bij Herr Zierer en Herr Wagenfuhr moeten zijn. Verder verklaart hij dat Bohmers dood een ongelukje is, namelijk dat hij met z’n hoofd op de punt van zijn bureau terecht was gekomen. Later zou hij dan naar de kerktoren gesleept zijn. De volgende morgen krijgt hij al vroeg een telefoontje van Schneider. Hij vertelt hem dat de Grande Dame dood is. Ze is gestorven aan een hartinfarct en ze werd gevonden in een parkeergarage op luchthaven Düsseldorf. Vreemd is alleen dat ze geen koffers bij zich had, dat ze 9 uur voordat ze gevonden werd overleed en dat de motor van de auto nog warm was. Edmund besluit Schneider alles te vertellen over het contact met zijn dochter. Schneider wil dat hij voortaan niks meer achter zijn rug om doet. Iets later wordt aan alle werknemers de dood van de Grande Dame bekend gemaakt. Veel mensen vragen zich af hoe het nu verder moet met het bedrijf. Schneider stelt ze gerust. Christa krijgt ook te horen dat de Grande Dame dood is. Ze heeft met d’r te doen. Dan komt opeens de tweeling langs. Ze zeggen dat ze zich volledig op hun studie willen richten en dat ze daarom hun deel in het bedrijf voor de komende 2 jaar aan Edmund willen geven. Hij stemt daar – na overleg met Schneider – mee in. Met Pasen gaat opeens de telefoon in huize Wolff. Het is Mathilde. Ze vraagt Edmund om meteen naar haar toe te komen. Daar aangekomen treft hij een huilende Mathilde aan. Ze laat hem een zojuist gekregen brief zien, waarin staat dat Schneider zijn dochter gebruikte om macht uit te kunnen oefenen op Bohmer. De brief werd naar iedereen uit het bedrijf verstuurd. Mathilde is radeloos en ze vertrekt uit de stad. Edmund gaat samen met Schneider op onderzoek uit en in Gebhardts kantoor vinden ze bewijs: vellen met handtekeningen die mogelijk onder de brief gezet moesten worden. Ze gaan samen naar de post en vragen daar aan de hand van een foto of Gebhardt bij hen die spoedbrieven heeft afgeleverd. Dit blijkt het geval te zijn en ze confronteren Gebhardt hiermee. Deze wordt eerst kwaad en moet later huilen. Hij wordt ontslagen. Edmund moet Schneider beloven, geen stappen meer te nemen zonder overleg te plegen. Het is mei: Christa en Edmund werken in de tuin en hij vertelt haar over Gebhardt. Christa wil dat hij uit het bedrijf stapt. De volgende dag bracht Wolff (Wolffchen genoemd door Mathilde) met Mathilde een bezoek aan Gebhardt. Zijn vrouw wilde hen niet binnenlaten, maar ze gingen toch. Uiteindelijk vertelt Gebhardt hoe alles gegaan is: de Grande Dame was in de villa gestorven toen ze daar over het verhuren van de villa spraken en Wagenfuhr heeft haar uit de weg laten ruimen. Wéér een dag later gaat Edmund met Mathilde naar de villa toe, waar ze Siebert, Wagenfuhr en Zierer tegenkomen. Er ontstaat een woordenwisseling, Siebert poogt te vluchten, maar Mathilde schiet zijn banden lek. Ze eist van Wagenfuhr dat hij zich niet meer met de Lawine bemoeit en dat hij iedereen met rust laat. Hij belooft te zullen gehoorzamen. De volgende dag krijgt Edmund alweer een telefoontje van Schneider. Hij vertelt dat de tweelingen hun aandelen willen verkopen en wel aan Wagenfuhr. Dan vertelt Edmund Schneider over zijn avonturen met Mathilde van de dag ervoor. Schneider is woedend en hij is bang dat de werknemers in paniek zullen raken. Hij is vastbesloten de problemen zo goed en kwaad als het kan op te lossen. In het gesprek met Schneider en Hotger heeft Edmund het geregeld over Mathilde. Christa – die boven op haar kamer zit – hoort dit alles en nadat beide heren zijn vertrokken, komt ze woedend naar beneden. Ze krijgen ruzie, waarop Edmund naar de kroe gaat om rust te zoeken. Als hij thuiskomt, heeft Christa al zijn camera’s kapot gemaakt en heeft ze hun slaapkamerdeur op slot gedraaid. Dan besluit hij om bij Mathilde te gaan wonen, Mathilde trekt dan bij haar vader in en Christa en Wolff gaan uit elkaar. Mathilde maakt een afspraak met Zierer. Deze vertelt hen alles over Wagenfuhrs plannen: de tweeling wil haar aandelen aan Wagenfuhr verkopen; Wagenfuhr koopt ze niet namens zijn bedrijf Worldelectric maar voor zichzelf. Hij wil voor zichzelf beginnen. Hierdoor krijgt hij alleen 40% van de aandelen, en dus een grote macht. Zierer vraagt hierop Mathilde om de tweeling ervan te overtuigen dat ze de aandelen níet aan Wagenfuhr moeten verkopen. Zij belooft dit te zullen proberen. Maar toch vertrouwt ze ook Zierers goede bedoelingen niet helemaal voor 100%. Na een nieuwe vergadering, wordt Edmund door Sascha Bohmer voor een gesprek uitgenodigd in het stadsappartement. Hij neemt Mathilde ook mee, iets wat niet op prijs gesteld wordt. Mathilde en Edmund proberen de tweeling ervan te overtuigen de aandelen niet aan Wagenfuhr, maar aan ‘de Lawine’ te verkopen. Dit zijn ze niet van plan en Mathilde ziet zich genoodzaakt ze te chanteren. Dan zwicht de tweeling uiteindelijk en ze verkopen de aandelen aan Bohmers bedrijf. Via de krant komen alle werknemers van het bedrijf de gebeurtenissen rondom de aandelen te weten en ze eisen een verklaring. Schneider kan ze geruststellen en er wordt een feestmaal georganiseerd. De toekomst van het bedrijf wordt hierbij gevierd. Einde. Titel komt 3x in het boek voor: · Blz 157: ‘Die Lawine wird nicht verkauft.’ Hier is de lawine dus het bedrijf. · Blz 176: ‘In den letzten Wochen hatte ich begonnen, mir Aufzeichnungen uber die Lawine zu machen.’ · Blz 363: ‘Unser Werk wird Lawine genannt. Und Lawinen haben die Eigenschaft, dass sie ins Tal sturzen.’ |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |