Boekverslag : Tom Lanoye - Het Goddelijke Monster
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 739 woorden.


Samenvatting van het verhaal.




Katrien Deschryver is begin dertig, bezit een goddelijke schoonheid waarvoor iedereen door de knieën gaat en heeft het monsterlijke talent om het noodlot in gang te zetten : kinderen breken hun nek in het zwembad dat Katrien net heeft laten leeglopen, ooms elektrokuteren zichzelf door met een grasmaaier over een draad te maaien die Katrien zeer welwillend maar weinig zichtbaar had verlegd. De mengeling van het raadselachtige met het schone, maakt van Katrien de “femme fatale”. Ze is vanaf haar kindertijd bewonderd, door haar zusje Gudrun, door haar drie in huis wonende kinderloze tantes, door de rest van de aanhangende families. Die kindertijd heeft haar gemaakt tot wat ze is, een automaat die altijd beantwoordde aan wat er van haar verwacht wordt. Ze werd totaal bedorven. De rampen die ze veroorzaakte en de stommiteiten die ze beging, leidden geen lang leven, maar brachten haar periodiek in nood. Dan sloot ze zich in zichzelf op, had onbedaarlijke huilbuien, verborg zich in een hoopje niets en kreeg de “lelijkheid van een kobold”. Hoewel er binnenin een doodgewoon meisje verborgen zat, wilde de buitenwereld haar steeds weer terug in de gedaante van onweerstaanbare engel en ideale buitenkant.


Wanneer Katrien tijdens een jachtpartij in Frankrijk per ongeluk haar echtgenoot de eeuwigheid instuurt gaan de poppen weer aan het dansen. De consequenties van de zoveelste door haar veroorzaakte ramp zijn dit keer echter groter. Haar man, hoogleraar in het belastingsrecht Dirk Vereecken, werd niet voor zijn mooie ogen door vader Deschryver aanvaard. Hij regelde de duistere praktijken van de machtige christen-democratische textielfamilie. Door zijn dood dreigen deze zaken aan het licht te komen en dus moeten er hals over kop bankkluizen worden leeggehaald en blocnotes met zijn aantekeningen veilig worden gesteld. Spil van deze actie is Leo Deschryver, groot geworden met machinaties, zijn grote mond en vast tapijt waarvan hij de Europese handel beheerst. “In hem komen alle kwalen van ons volk tot bloei. Naijver. Kleingeestigheid. Het verheerlijken van wat scabreus is, het koesteren van kitsch, van dialect. Leo zwelgt daarin. Hij is de harde werker maar daarmee is dan ook alles gezegd.” Direct betrokkene is Katriens vader Herman Deschryver, bankier en ooit rechterhand van de eerste minister, een pater familias van de harde hand die toch niet kon voorkomen dat zijn homoseksuele zoon Bruno zich van hem vervreemt, dat zijn zoon Steven weliswaar in zijn vaders voetsporen treedt, maar intussen ook een dubbelleven als homoseksueel leidt, dat zijn dochter Gudrun kort trouwt met een drummer en daarna weer terugkeert naar huis, en dat zijn vrouw zichzelf op de been houdt met een medicijnkast als het formaat van een kleerkast. Zijn drie ongehuwde zusters wonen bij hem in huis, “drie trollen” met niets om handen dan familiale roddels en het verwennen van Jonas, Katriens zoontje voor wie zij nooit iets heeft gevoeld vanaf de dag dat hij geboren werd. Hij is dan ook een kind verwekt tijdens een van haar slippertjes in een lift.


Katrien wordt ingerekend door onderzoeksrechter Willy De Decker, die zich meteen op het dossier stort. Dit is voor hem de uitgelezen kans om de familie Deschryver naar de ondergang te sleuren. Hij ondervindt echter uit alle hoeken tegenwerking, wat voor hem nog maar eens het bewijs is dat heel het Belgische systeem rot is. De Decker houdt echter vol en al terroriserend ondervraagt hij Katrien over de geheime schriftjes van haar man, maar Katrien, gehuld in stilzwijgen, lost niks. Hij achtervolgt haar zelfs tot op de begrafenisplechtigheid waar Katrien plots als een bom ontploft en schreeuwt dat ze hem heeft vermoord en het ook nog fantastisch vond. Ze reageerde opnieuw zoals iedereen het wilde, “iedereen ging ervan uit dat Dirk haar gestolen kon worden, dat ze blij was dat hij niet meer leefde, dat ze blij was dat ze hem had neergeschoten en dat ze dat met opzet had gedaan. Zo was het altijd al gegaan. Ze droegen haar op handen zo lang het goed ging, ze warmden zich aan de gloed die ze haar zelf hadden toegeschreven zonder dat Katrien erom gevraagd had, maar o wee als het fout liep.” Niemand geloofde dat ze echt van Dirk hield. Ze zwierf in een leegte van verdriet rond, een leegte ontstaan door hypocrisie, egoïsme, hebzucht en het “alles-mag-alles-kan-principe”.




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen