Boekverslag : Maarten 't Hart - De Jacobsladder
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 997 woorden.

Auteur: Maarten ‘t Hart

Titel: De Jacobsladder

Uitgever: De Arbeiderspers

Plaats van uitgave: Amsterdam

Jaar van uitgave: 1998

Druk: 1

Aantal bladzijden: 206

Aantal episodes: 2 onderverdeeld in 13 en 14 hoofdstukken

Jaar van eerste uitgave: 1998



Ik heb dit boek gelezen omdat ik eens iets wilde lezen van Maarten ’t Hart. Ik had in de krant iets over hem gelezen. Ik ben naar de bibliotheek gegaan en heb daar één van zijn vele boeken gekozen. Het was eigenlijk een “wilde” gok, die aardig gelukt is.



De Jacobsladder

Op een dag wordt Adriaan Vroklage, de hoofdpersoon, door zijn moeder naar een tante gestuurd om melk en eieren te halen. Daar ontmoet hij Klaske, een nichtje. Hij wordt op slag verliefd. Als hij ’s avonds thuiskomt, krijgt hij te horen dat iedereen denkt dat hij verdronken is. Aangezien hij nog in leven is, blijkt dat het een andere jongen is geweest. Het is Jan Ruygveen. Hij heeft, net als Adriaan, staan kijken naar een fregat dat zou uitvaren. Hij is toen gevallen en tussen de wal en het schip terecht gekomen. Gek genoeg krijgt Adriaan een schuldgevoel. Hij besluit, om zijn schuld te “vereffenen”, vriendschap te sluiten met de broer van Jan, Anton. De vriendschap ontstaat op het moment dat Anton een vlek veroorzaakt in z’n schrift en straf dreigt te krijgen. Zijn meester was nogal streng. Adriaan neemt het op krijgt de meester rustig.

Anton komt uit een streng christelijk gezin. Volgens zijn vader mag er in kerk geen genade gepreekt worden. Ze mogen thuis ook helemaal niets. Niet schaken, waarin Anton heel goed in blijkt te zijn later in het verhaal, fotograferen etc. Adriaan en Anton gaan steeds meer met elkaar om. Hij gaat zelfs een paar keer met Anton en z’n familie naar de kerk in Delft.

Adriaans vader is koster in de gereformeerde kerk. Er komt in de kerk een nieuwe dominee, die rare gewoontes blijkt te hebben. De kerkleden reageren hier “woedend” op. Er ontstaat verdeeldheid. En daarop komt er een kerkscheuring. De vader van Adriaan heeft de oude dominee gesteund en daarom wordt die ontslagen.

Ruygveen scheidt zich af van zijn kerkgemeente en sticht een nieuw kerkgenootschap. Adriaan gaat naar de LTS. De vriendschap met Adriaan neemt af en als hij erachter komt dat Adriaan condooms koopt van een klasgenoot schrikt hij heel erg. Het blijkt dat Adriaan en z’n broer Job “oefenen” op Hendrikje, hun zus(je). Adriaan gaat aan het werk als slijper. Hij heeft een sterk gevoel voor goed en fout wat komt door zijn schuldgevoel. Het werk bij de slijper bevalt hem niet. Hij heeft ook geen vrienden meer en daarom rijdt hij vaak op z’n racefiets.

Adriaan hoort dat Hendrikje is weggelopen. Adriaan gaat op verzoek van Anton op zoek naar Hendrikje. Hij vindt haar, in Delft, als prostituee. Adriaan vertelt het aan Anton. Hij moet beloven dat hij het niet aan Job vertelt, want die is er helemaal kapot omdat Hendrikje weggelopen is. Adriaan doet het wel waarna Job zich ophangt.

Adriaan krijgt op een dag een oproep voor de marine. Hij gaat daarheen en wil dolgraag bij de marine, want het bevalt hem niks bij de slijper. Op de dag van de keuring gaat er iets fout in de fabriek. Een medewerker raakt gewond. Adriaan krijgt hier de schuld van.

Hij wordt voor een nieuwe keuring opgeroepen. Hij wordt aangenomen als wasser en kan na een bepaalde periode bij de marine komen. In de tussen tijd moet hij nog bij de slijper werken. Daar gaat er weer wat fout. De collega die eerder al verwond was, heeft nu de magneet van een machine niet aanstaan waardoor de beitels door de ruimte vliegen. De collega wordt geraakt door een van de beitels waarna hij sterft. Weer krijgt Anton de schuld.

Adriaan komt te werken op een onderzeeër. Daar ontmoet hij sergeant-majoor Terwal. De sergeant is erg trots op de wapens op boot. Adriaan vraagt hem hoe hij nu trots kan zijn op wapens. Terwal wordt hier zo door geraakt dat hij zelfmoord pleegt. Als Adriaan weer in Nederland aankomt staat zijn familie en Anton hem op te wachten.

Adriaan gaat niet weer terug naar de marine. Hij blijft een tijd werkloos en gaat fietsen. Bij één van z’n tochten ontmoet hij een meisje die hem niet kent. Het is Klaske. Ze worden verliefd. Anton mag dit van zichzelf niet laten merken door zijn schuldgevoel.

In het huis wordt hij aangenomen als manusje van alles, maar wanneer hij een beresterke man bedaard die de boel kort en klein wil slaan nemen ze hem aan als assistent.

In het huis woont ook de vader van Anton. Ruygveen is helemaal gek geworden. Zijn vrouw is gestorven, zijn andere dochter (Ruth) is getrouwd met een (vervloekte) katholiek en Anton wil naar het buitenland emigreren. Ruygveen biecht op dat Jan niet zomaar in het water is gevallen maar zelfmoord heeft gepleegd. Jan had een brief achtergelaten waarin stond dat hij geen zin meer in het leven had omdat hij geen vrienden had. Adriaan schrikt hiervan, zijn schuldgevoel is helemaal voor niets geweest.



Mening

Ik vond het een leuk boek. In het begin was het wat saai en wat langdradig, maar ik wilde het uitlezen omdat er ook wel weer iets boeiends in zit. Het heeft veel extreme situaties, van zelfmoorden tot het weerzien van een “vergeten” vriendin. De godsdienst speelt een belangrijke rol in het boek, maar dat is geloof ik in alle boeken van Maarten ’t Hart het geval. De kerkgebeurtenissen waren ook wel weer erg humoristisch. De nieuwe dominee schepte drie keer water op als er iemand gedoopt moest worden. De oude burgemeester deed dat niet en dat was al één van de dingen waarover de familie van Adriaan erg gepikeerd was (Wat een drukte je al niet kan hebben om een beetje water). Wat mij ook opviel waren de vele (zelf)moorden. Adriaan trok ze zich allemaal aan, wat ik een beetje te overdreven vond.

Al met al een leuk boek dat ik zeker mensen kan aanraden als ze eens een boek van Maarten ’t Hart willen lezen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen