Boekverslag : Carry Slee - Moederkruid
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2218 woorden.

Gegevens over het boek.



De titel van het boek is Moederkruid. Moederkruid is afgeleid van onkruid maar dan in de relatie tussen moeder en kind die niet helemaal lekker loopt. Enerzijds heeft onkruid iets van wat er altijd is en zal zijn, net als die relatie. Anderzijds is onkruid een last net zoals kinderen soms kunnen zijn.

Carry Slee is de schrijfster van het boek, zij heeft heel veel boeken geschreven. Voorbeelden hiervan zijn: Spijt, Razend, Paniek, Pijnstillers enzovoort. Ik vind dat deze boeken op zich wel een verband hebben en dat is dat het allemaal probleem boeken zijn.

De 1e druk verscheen in 2001, maar ik heb de 3e gelezen en die verscheen ook in 2001. De uitgever van het boek is Prometheus, Amsterdam & de illustrator is Mariska Cock.



Inhoud & opbouw



1. typering

Het boek is een psychologische roman, het is heel psychisch wat er allemaal in het boek gebeurt. De moeder van de twee kinderen is psychisch niet helemaal gezond. En het is ook een biografische roman. Carry Slee had voeger een moeder die psychisch was.



2. Samenvatting

Het boek is geschreven in drie delen. Het eerste deel is een inleiding op het eigenlijke verhaal, het vertelt hoe de ouders van het meisje en haar zusje bij elkaar kwamen. Hun moeder is nog maar 17 als ze in het naaiatelier van de vader van de meisjes komt te werken. Haar baas wordt verliefd op haar en verlaat zijn vrouw.



In het tweede deel hebben het meisje (de ik-figuur) en haar zusje het moeilijk. Dit komt voornamelijk door hun ouders. De vader van het meisje ziet het meisje als zijn zoon omdat hij geen tweede dochter wil en ze zijn net met het hele gezin verhuisd, omdat de zaak van hun vader (een kleermakersatelier) failliet is gegaan. Volgens hun moeder horen ze niet in deze buurt thuis en daarom mogen ze niet buiten spelen. Niets in deze buurt deugt en de meisjes moeten dan ook naar een school die behoorlijk uit de buurt ligt, het is een halfuur lopen en hun moeder brengt ze, want ze mogen niet alleen. Ook zijn de meeste winkels in de buurt niet goed genoeg. Na een tijdje blijkt dat ze voorlopig niet weg zullen komen uit de buurt, en mogen de twee zusjes buiten en bij hun vriendinnetjes gaan spelen. Er wordt hen (door hun moeder) wel verboden om iets te eten als ze bij iemand thuis zijn of zelfs maar op de wc-bril te gaan zitten. Bij het eerste bezoek van het meisje aan het huis van Ada (een vriendinnetje) is het al mis; ze gaat op de wc-bril zitten. Als haar moeder er achter komt slaat ze door en gaat direct van alles ontsmetten. Een tijdje nadat dit allemaal gebeurt, moet het meisje naar de dokter omdat ze bloed in haar plas heeft. Het blijkt dat ze een zeer ernstige nierbekken ontsteking heeft en daarom zes weken in bed moet liggen en thuis verpleegd moet worden. Ook moet ze volkomen zoutloos eten. Haar moeder vindt het allemaal vooral erg vervelend voor zichzelf, omdat ze nu helemaal naar de winkel moet waar ze zoutloos brood verkopen en apart voor haar jongste dochter moet koken. Daarnaast vindt ze dat niemand mag weten wat er met het meisje aan de hand is.



Langzaamaan verslechtert de relatie tussen de beide ouders. Als na een tijdje ook nog eens de deurwaarder voor de deur staat omdat de zaak van de vader failliet is gegaan, slaan bij de moeder de stoppen door, vooral omdat zij zelf van niets wist. De vader besluit opnieuw te beginnen, en wel in de slaapkamer van het huis, waardoor het bed dus naar de huiskamer verplaatst moet worden, want de moeder wil absoluut niet in een naaiatelier slapen. Binnen een maand zit het atelier vol met naaisters, waaronder eentje waar de vader verliefd op wordt, wat natuurlijk weer leidt tot allerlei ruzies. Als de moeder, de vader betrapt met één van de werkneemsters slaan de stoppen door.



Een tijdje daarna vertelt de vader aan het meisje dat hij bij hen weggaat, omdat het zo echt niet langer door kan gaan. Als ze dit aan haar vriendinnetjes vertelt, vinden die het natuurlijk allemaal vervelend voor haar, maar in die buurt gebeurt het veel vaker dat ouders gaan scheiden. Als de vader niet dezelfde dag al weggaat en er zelfs een paar dagen later nog steeds is, krijgt ze ruzie met haar vriendinnen, omdat ze denken dat ze alles verzonnen heeft.



Hier begint deel drie. Een paar jaar later. De zusjes worden midden in de nacht wakker gemaakt door hun vader die hen vertelt dat er iets mis is met hun moeder en dat de dokter niet wil komen. Als de meisjes de volgende dag hun moeder gaan wekken om hen naar school te brengen, vertelt ze hen dat ze maar alleen moet gaan, omdat ze zeer ernstig ziek is. Na een paar dagen is het nog niet over en uiteindelijk krijgt de moeder een verwijsbrief voor de psychiater. Als de zusjes uit school komen, wordt het meisje opgewacht door Kitty, een meisje uit de straat dat op een fietsenstalling past. Dat deed ze eerst met een vriendin, maar nu die verhuisd is, moet iemand anders haar helpen. Daar heeft ze het meisje voor uitgekozen. Het meisje heeft eigenlijk niet zoveel tijd, want ze moet naar haar school die ver weg is en bovendien moet ze elke week voor haar moeder een nummertje halen bij de psychiater, omdat de moeder niks anders doet dan in bed liggen en vindt dat ze zelf absoluut geen nummertje kan gaan halen. Na een paar weken mag ze Kitty ook niet meer helpen, omdat ze verliefd op haar is. Met haar moeder gaat het steeds slechter; ze moet steeds zwaardere medicijnen hebben. Ondertussen wordt de vader verliefd op het nieuwe benedenbuurmeisje, dat door de moeder voor hoer wordt uitgemaakt. Daardoor wordt de vader van het benedenbuurmeisje zo boos, dat hij begint de moeder van het meisje te bedreigen. Daarom gaat de deur op allerlei manieren van binnenuit op slot en moeten de zusjes zich aan een belcode houden. Als hun moeder op een dag niet opendoet rennen ze naar het atelier van hun vader, dat inmiddels verplaatst is naar de andere kant van de straat. Hij gaat naar binnen een ontdekt dat de moeder een zelfmoordpoging heeft gedaan, ze heeft haar polsen geprobeerd door te snijden. Als ze weer terugkomt uit het ziekenhuis heeft ze van de psychiater een urgentieverklaring gekregen om in een andere buurt te gaan wonen, omdat deze buurt haar gek gemaakt heeft. Het slot is letterlijk: “We stonden voor ons nieuwe huis. Voor het raam van de tweede verdieping zag ik een vrouw. Ze zwaaide naar ons. Ik wilde terugzwaaien. ‘Geen aandacht aan besteden.’ Mama duwde me gauw het trapportaal in. ‘Denk erom, we bemoeien ons met niemand. Met helemaal niemand.



3. thema

Het Thema is vrouwen. Hoe zij met het leven omgaan en hoe zij op elkaar inspelen.

De rol van problemen, frustraties en zwakheden worden in dit boek heel duidelijk naar voren gebracht. Ook is duidelijk hoe problemen generaties lang een rol spelen door de voorbeeldfunctie van de ouders.



4. verhaalfiguren

Het meisje: Zij is een rustig meisje, dat door de verboden omgang met mensen, haast geen vriendinnen heeft. De vriendinnen die ze heeft, worden door haar moeder afgekeurd omdat ze niet van hun ‘soort’ zijn. Haar enige vriendin is eigenlijk haar zusje. Haar moeder verbiedt haar ook om voedsel/goederen te gebruiken van anderen ( smetvrees ). Wanneer ze dit wel heeft gedaan, probeert haar moeder er alles aan te doen om haar onmiddellijk te ontsmetten. Doordat het meisje eigenlijk als een jongetje wordt gezien door haar vader, heeft ze een hele andere band met haar vader dan de meeste meisjes hebben. Ze komt, wanneer ze wat ouder is, erachter dat ze wat voelt voor vrouwen en dit levert wat problemen op bij haar vriendinnetjes.



Elsje ( het zusje ): Elsje, de zus van het meisje, is 2 jaar ouder dan het meisje. Ze heeft een hechtere band met haar vader dan met haar moeder. Ze is vrij rustig en verbergt het dan ook goed als ze een aantal keren wordt misbruikt door haar vader. Alleen het meisje weet het. Ze kan het goed vinden met haar zus. Ze hebben dan ook nooit ruzie, want als ze ruzie maken, wordt hun moeder weer kwaad.



De vader : Hij wordt ook wel de versierder van de buurt genoemd. Hij houdt niet van lange relaties blijkt uit het boek, want voor de moeder van de meisjes heeft hij een vrouw gedumpt, tijdens de relatie met de moeder gaat hij vreemd en hij is er later vandoor gegaan met de buurvrouw. Hij laat de moeder en de meisjes in de steek. Hij is erg handtastelijk, niet alleen met de vrouwen die hij heeft gehad, maar ook zijn dochter ( Elsje ) misbruikt hij een aantal keren. Hij wordt een beetje moe van het gezeur van de moeder. Zij heeft volgens hem altijd ergens last van en bemoeit zich daarom ook niet echt met haar, wat hij eigenlijk ook niet met zijn dochters doet. Hij heeft alleen maar oog voor vrouwen en zijn naaiatelier.



De moeder: Ze was 17 toen ze de vader van de meisjes leerde kennen. Ze kwam werken in het naaiatelier waar de vader de baas van was. Hij werd verliefd op haar en zij ook wel op hem. Toen ze eenmaal kinderen kreeg, stond ze er helemaal alleen voor. De vader was namelijk te druk bezig met zijn naaiatelier en met andere vrouwen. Als ze terechtkomen in een buurt die haar helemaal niet goed ligt, gaat het bergafwaarts met haar gezondheid. Ook haar relatie met haar man gaat kapot. Dit allemaal veroorzaakt veel problemen bij haar en ze besluit daarom ook om een zelfmoordpoging te ondernemen, wat uiteindelijk mislukt.



5. tijd

In welk jaartal het verhaal zich precies afspeelt wordt niet duidelijk. Wat je wel weet is dat het na de oorlog is, want in het begin wordt gezegd dat zij (de ik persoon en haar zusje) nooit oorlog hebben meegemaakt. Wel is er een flashback waarin iets wordt verteld wat in de oorlog is gebeurd.

Behalve van de flashback in het begin van het verhaal naar het gewone verhaal, zijn er niet grote sprongen gemaakt waar heel veel jaar werd overgeslagen.

Er waren wel een paar kleien flashbacks, maar geen flashforwards.



6. plaats

Het grootste deel speelt zich af in de flat waar de hoofdpersonen wonen. Ze komen ook niet veel buiten de plaats waar ze wonen, wel gaan ze een eind van thuis naar school, en gaan de kinderen een aantal keer naar de kerk. Ze komen zo weinig van huis, omdat de moeder vindt dat het nergens netjes is.

De schrijver besteedt veel aandacht aan de ruimte, dit kom je te weten, omdat er veel gezegd wordt over hoe het er uitziet (niet netjes).

Hieruit kan je opmaken dat het verhaal zich in het verleden speelt.



7. vertelwijze

Het verhaal is in het ik-verhaal geschreven. Dit zie je doordat er veel ik instaat, en er wordt vaak gepraat over mijn vader en mijn moeder (dit is vooral in het begin van het tweede deel zo). De ik persoon is een meisje, die de leeftijd heeft van een kind dat naar de basisschool gaat.

Er zijn ook stukken in het ik perspectief geschreven zijn, maar die niet door het meisje verteld worden. Dit zijn de stukken dat de moeder vertelt over vroeger, in het eerste deel bijvoorbeeld over hoe zij en hun vader samen zijn gekomen.



8. wat voor begin

Het boek begint informatief, want het eerste hoofdstuk is een inleiding.



9. wat voor eind

Het verhaal eindigt met een gesloten einde, het is duidelijk wat er allemaal gebeurt is en er hoeft niet meer verder verteld te worden. Maar het kan ook gezien worden als een open einde, want het kan allemaal weer opnieuw beginnen.



Conclusie



Ik vond het verhaal erg interessant, omdat ik nog nooit eerder een boek over dit onderwerp heb gelezen. Ik vind het ook erg indrukwekkend omdat er zoveel erge dingen gebeuren in het boek, zoals dat het meisje nieuwe schoenen mag kopen en dat ze dan zo graag het blauwe paar wil maar omdat haar moeder beweerd dat ze daar niet goed op kan lopen moet ze schoenen die ze helemaal niet mooi vind. Ook dat ze speelkleren krijgt van haar moeder en dat ze geen eten mag aannemen van ‘vreemde’ mensen vind ik erg. Het verhaal heeft me ook erg aan het denken gezet, ik dacht vooral aan of dit ook in het echt gebeurde. Omdat het een dialoog is, zijn er wel bepaalde dingen echt gebeurt maar ook een aantal dingen verzonnen. Het verhaal is ook erg werkelijk omdat het over ‘gewone’ mensen gaat en er gebeuren ook dingen die in het gewone leven ook gewoon gebeuren. Hierdoor is het verhaal ook erg geloofwaardig. Ook vind ik het boek er zielig, vooral voor de twee zusjes, omdat zij in het begin niet buiten mogen spelen en hun vriendinnetjes wel, en later omdat hun dan met een gestoorde moeder moeten leven en een vader die er bijna geen zorgen om maakt en doorgaat met zijn eigen leven. Dat de moeder in haar polsen heeft gesneden en dat ze een paar keer zegt dat ze aan de gaskraan gaat liggen vind erg shockerend. Want zoiets zeg je toch niet tegen je kinderen!
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen