Boekverslag : Yvonne Keuls - Jan Rap En Z'n Maat
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2928 woorden.

A.

1. titel: Jan rap en z’n maat

2. schrijver: Yvonne Keuls

3. eerste druk: 1977



B.

realistisch roman



C.

Ik vond het boek heel interessant, omdat het over probleemkinderen gaat en ik dat een interessant onderwerp vind. Ook vond ik het grappig, sommig taalgebruik was erg lachwekkend. Ook sommige gebeurtenissen waren lachwekkend. Zoals de dag waarop Charrie zich verslaapt voor zijn werk en Gemma hem met bed en al uit zijn kamer sleurt.



D.

Het taalgebruik was simpel, het las heel lekker. In sommige dialogen werd grof taalgebruik gebruikt, maar dat hoort bij de personages uit het boek.



E.

De schrijver heeft aandacht willen bereiken met het boek.

Jan rap en z’n maat is uit woede ontstaan: “Als jullie niet naar me willen luisteren, laat ik het iedereen wel lezen!”

“Het opvanghuis, waar Yvonne in Jan rap en z’n maat over heeft geschreven, is in werkelijkheid door haar met een aantal vrijwilligers opgericht: Nieboereg 125 te ’s-Gravenhage (op 1 november 1973). Na het faillissement wijdde een commissie zich aan een onderzoek naar de wenselijkheid van een nieuw jongerenopvangcentrum in Den Haag. Geen van de stafleden van het vorige huis werd uitgenodigd zitting te nemen in deze commissie, tot grote woede van Yvonne Keuls. Zij vond juist dat de ervaringen die zij gedurende het experiment hadden opgedaan niet zo maar weggegooid konden worden. Zij is begonnen met het publiceren van stukken uit haar dagboek in De Tijd en daaruit is het boek Jan Rap en z’n maat gegroeid. Er zijn nu twee opvanghuizen voor weggelopen jongeren in ’s-Gravenhage, nl. ‘De Schuilplaats’ en ‘Onderdakscentrum voor Jongeren’. Na het publiceren van haar dagboekfragmenten werd Yvonne Keuls trouwens wel gevraagd voor de commissie die de wenselijkheid moest onderzoeken van een nieuw jongerenopvangcentrum.”



F.

De personages:



- Joop: Na vele pleeggezinnen en tehuizen, twee mislukte zelfmoordpogingen is hij in het opvanghuis terechtgekomen met een tijdelijk verlamt aan één arm. Hij doet ontzettend zijn best om zijn arm weer te kunnen bewegen maar als hem dat is gelukt ziet hij het niet meer zitten en voelt zich nutteloos. Hij is erg verbonden met de ikpersoon, Yvonne. Hij is 22 jaar oud.





- Janneke: Is na mishandelingen van haar vriend in het opvanghuis terechtgekomen om 'even op adem te komen'. Ze is zwanger van haar vriend maar weet niet of ze het wil houden. Na een tijdje gaat ze toch met Ben mee terug. Zij is met niemand echt verbonden maar heeft wel het meest gepraat met Yvonne.



- Gemma: Vrolijke, aanwezige meid die moeite heeft om met mensen om te gaan. Heeft al veel tehuizen afgewerkt en is pijngedaan omdat haar moeder niets van zich heeft laten horen en ze niemand echt kon vertrouwen. Zij vertrouwt Yvonne het meest.



- Charrie: Is een 16-jarige jongen die door zijn moeder is afgestaan en daardoor in verschillende tehuizen terecht is gekomen. Zijn moeder wil hem terug maar zijn stiefvader niet. Hij stottert veel en vind het moeilijk om iemand te vertrouwen, hij wil graag iets met paarden doen. Hij is erg gehecht aan Tim, Yvonne en Gemma.



- Klaasje: Is na vele tehuizen en pleeggezinnen bij een vrouw terechtgekomen die hem op het laatst niet meer aan kon en mishandelde door hem te slaan en een pakje shag op te laten eten. Hij heeft soms last van woedeaanvallen en wil graag metselaar worden. Hij is 16 jaar oud.



- Lenny: Is 26 jaar oud en na problemen thuis 2 jaar geleden in een inrichting geplaatst. Daar is ze vaak gestraft en meer doorgedraaid. Ze heeft drugs gebruikt en loopt met zelfmoordplannen. Ze hangt erg aan Ina en Klaasje. Ze heeft last van hysterische aanvallen.



- Pieter Juweel: Is een 22-jarige jongen die veel steelt en ook veel kindertehuizen versleten. Een tijd gezworven over straat en deed soms wat aan drugs. Hij is erg gehecht aan



- Derek: Is een beetje aandachtzieke homofiel die niet goed thuis werd geaccepteerd. Was verslaafd aan de drank en wil graag erkenning van iedereen. Hij is snel op 'z'n teentjes getrapt'. Hij is niet aan een speciaal iemand gehecht maar kan wel goed praten met Yvonne.



- Ali: Is een 16-jarig meisje dat weggelopen uit een kindertehuis. Ze reageert erg agressief. Ze is erg gehecht aan Chiel. En ze kan er absoluut niet tegen als ze opgesloten wordt.



- Cor: Is een 19-jarige jongen uit een asociaal gezin. Heeft moeilijkheden met de ouders van zijn vriendinnetje en is daarom op de straat gezet en pillen geslikt. Hij is op straat onwel geworden en door de GGD naar het opvanghuis gebracht. Hij wil niks zeggen en slaapt in de woonkamer, dicht bij zijn bezittingen.



- Mia: Is een 22-jarig meisje dat door ziektes erg verzwakt is en haar studie niet goed meer aankan. Haar ouders hielden haar heel goed in de gaten omdat ze binnen een jaar al twee zelfmoordpogingen heeft gedaan. Ze gaat bijna direct naar het crisiscentrum dus komt ze weinig in het verhaal voor.



- Laura & Maaike: Zijn twee zusjes van 18 en 17 jaar oud. Zijn weggelopen van huis omdat de situatie met de vader niet meer te houden was. Laura wil haar studie graag afmaken en dan met Maaike op zichzelf gaan wonen. Maaike heeft een abortus gehad en is bang dat haar Surinaamse ex-vriend haar komt opzoeken en haar wat aandoet.



- Nico: Is een 18-jarige jongen die niet kan hebben dat zijn vader na de dood van zijn moeder naar de hoeren gaat. Hij is snel boos en dreigt dan met van alles en nog wat. Hij is niet erg gehecht aan iemand speciaal.



- Hannes & Hanneke: Zijn een stel van 18 en 16 jaar oud. Hanneke is zwanger en ze zijn weggelopen omdat er te veel druk van Hannekes ouders op hun stond. Hannes doet het woord en Hanneke loopt een beetje aan zijn hand rond.



- Arnold: Is een jongen uit Den Haag die na een zelfmoordpoging door het JAC is doorgestuurd naar het opvangcentrum. Hij kon namelijk niet terug naar zijn werk en vrienden. Hij gaat veel om met Derek omdat hij zich aan Arnold opdringt.



- Edje: Is een jongen van bijna 16 jaar oud die al diverse malen met de politie in aanraking is gekomen voor diefstal. Zijn moeder kon hem niet meer aan dus is naar een internaat gestuurd. Daar is hij weggelopen en zit een tijdje in het opvanghuis voor een 'afkoelingsperiode'.



- Thomas: Is een 18-jarige jongen in de vijfde klas van het Atheneum en voelt zich verlaten door zijn ouders omdat ze zijn verhuisd naar het buitenland. Hij gebruikte drugs en voelde zich onbegrepen door zijn voogd. Hij is erg gehecht aan Bas.



- Louis: Is een jongen van 19 jaar oud die is weggelopen van huis omdat hij niet met zijn moeder en oma kon opschieten. Hij is erg agressief en is al in een paar tehuizen en inrichtingen geweest. Hij vertrouwt Tim erg goed.



- De personages waren erg realistisch. Ik kon me erg goed inleven in de personages omdat ze zo realistisch zijn beschreven en je duidelijk de gevoelens van hun komt te weten



Er zijn ook nog 13 leiders met ieder zijn eigen karakter en problemen:



- Yvonne: Zij is de schrijfster en ikpersoon in het verhaal. Zij is zorgzaam, vertrouwend, betrouwbaar en doeltreffend. Ze voelt zich erg betrokken bij de ontwikkelingen in het huis en vooral met Gemma, Charrie, Louis en Klaasje. Met bijna iedereen kan ze het goed vinden alleen met Ina niet echt.



- Tymen: Is de coördinator in het huis en wil graag dat alles wordt overlegd met de groep voordat er iets wordt ondernomen. Hij wil graag dat alles georganiseerd is en gladjes verloopt wat soms wel wat problemen geeft met de andere leiders en de cliënten. Hij is 26 jaar oud.



- Bas: Is ook de coördinator van het huis en is een sociaal werker. Hij 46 jaar oud en vind dat alles wel overlegd moet worden als het kan. Hij is ook erg betrokken met de cliënten en het opvanghuis.



- Klaas: Is eigenlijk de onderhoudsman maar omdat hij zelf ook een rotte jeugd heeft begrijpt hij veel en kan de cliënten goed helpen. Hij kan het goed met Klaasje vinden. Klaasje mag hem graag omdat ze dezelfde naam hebben.



- Ruud: Hij heeft zelf ook een drugsverleden en kan dus drugsverslaafden erg goed adviseren bij het afkicken en opnieuw beginnen van je leven.



- Rem: Loopt stage in het opvanghuis. Hij wil graag na z'n studie nog een jaar in het huis blijven.



- Koen: Is een 'meester in de rechten' en een knuffelbeer. Hij is erg lief. Ook hij is erg begaan met de cliënten.



- Tim: Is een tengere 'jongen' van ongeveer 40 jaar. Hij heeft veel buurtwerk gedaan en heeft dus veel ervaring. Hij vindt dat sommige beslissingen op het moment moeten worden genomen.



- Elly: Is iemand van de Sociale Academie.



- Chiel: Is de kok en een stoere bink met een gouden hartje. Hij is erg zorgzaam en erg gesteld op Ali.



- Lissy: Is de verpleegster en erg laconiek.



- Anke: Is voor de administratie en heeft altijd tijd voor iedereen.



- Ina: Is de irritatie bron van Yvonne en Yvonne voor haar. Ze laat zich snel ompraten maar weet wel haar grenzen.



Er zijn eigenlijk geen echte hoofdpersonen. De patienten die mij het belangrijkste voor het verhaal leken waren Gemma, Charrie, Derek, Lenny, Klaasje en Louisse. De belangrijkste leiders lijken mij Yvonne, Klaas enTim.



De meeste patienten zijn roundcharracters.

Over de meeste leiders krijg je niet zo veel te weten, wel over hoe ze denken over het opvangtehuis, maar over hun eigen leven krijg je niet veel te weten. Dat zijn dus flatcharracters.



Sommige patienten worden zelfstandiger, minder machteloos. Maar toch blijven ze terugkomen naar het opvangtehuis. Ze veranderen niet heel veel.



G.

Het boek wordt verteld in de ik-vorm.

De ik-verteller is een bijfiguur, iemand die je alleen van buitenaf leert kennen. Ze verteld over de gebeurtenissen in het opvanguis. Slechts af en toe kom je iets te weten over haarzelf



H.

Het boek speelt zich af in het opvangtehuis.



I.

“Jan rap en zijn maat” wordt in het Nederlands vaak gebruikt voor een groep mensen, waar men liever niets mee te maken heeft. De uitdrukking betekent volgens het “Klein Spreekwoordenboek der Nederlandse taal” gespuis, gepeupel. Volgens van Dale betekent het: het gemene volk, janhagel, gespuis, de grote hoop, iedereen.

“Met een ballpoint liep ze de vragen na. Halverwege het blad bleef haar ballpont rusten. ‘Moet je nou komen kijken,’ riep ze naar mij, ‘vraag 6a: door wie bent u opgevoed? Háhá…. door wie ik ben opgevoed?? Door Jan Rap en z’n maat…. wacht effe, zal het gelijk effe invullen….”

Gemma bedoelt hier dat ze door iedereen is opgevoed, gezien haar weg langs vele kindertehuizen. Yvonne Keuls zegt hierover: ‘Wij noemen die kinderen Jan Rap en z’n maat, het vulles, het gemene volk, zoals dat in Van Dale staat. Maar het curieuze is dat die kinderen ons zo noemen, want wij hebben volgens hun normen niet voldaan aan de voorwaarden die zij aan een opvoeder stellen; in hun ogen zijn wij het vullis en het gemene volk’. (de arrogantie van de macht, p.67)

De titel laat ook zien wie de hoofdrol speelt in het boek. In Jan rap en z’n maat is dat een groepje jongeren, dat geen vaste plaats heeft in de maatschappij.



J.

Yvonne gebruikte het boek Jan rap en z’n maat om haar mening over te laten komen. “Als jullie niet naar me willen luisteren, laat ik het iedereen wel lezen!”. Ook de andere boeken die ze geschreven heeft gebruikte ze met hetzelfde doel. Ze gebruikt de macht van het geschreven woord. En macht staat tegenover machteloosheid. De kinderen uit Jan rap en z’n maat staan tegenover de macht van de Politie, Justitie, Kinderbescherming en ouders. Zij hebben zelf niets in te brengen.

“Klaas ging naar Lenny toe, die bovenaan de trap zat, de emoties waren haar te veel. GGD, politie, voor haar was het allemaal hetzelfde, ze hadden de macht om haar af te leveren in een inrichting. Trillend ging ze met Klaas mee de keuken in. ‘Kom maar,’zei hij ‘dan gaan we allemaal thee drinken hier, kom maar… pakken we allemaal een krukkie.’ (p.58)

In het opvanghuis leren ze te kiezen en neemt hun machteloosheid langzamerhand af:

“Als ik nu mijn ouders zie… ik weet precies hoe het dan gaat… zij huilen, ik huilen…. en dan kom ik er toch niet toe om te zeggen wat ik graag wil… hoe ik het wil in de toekomst, bedoel ik… en in een paar minuten is het dan weer net als vroeger… Ik vind dat ik nu een kans heb gekregen… ik moet daar mee door gaan…. begrijp je dat?” (p.216)



K.

Het boek is een verslag van de gebeurtenissen gedurende 56 dagen in het opvanghuis, in de vorm van een dagboek. Het dagboek begint op 1 december en eindigt op 18 maart, de datum staat steeds weer vermeld.

De eerste dag is in de tegenwoordige tijd geschreven. De tweede dag gaat ze over in de verleden tijd, waarschijnlijk omdat ze zo inbeslag wordt genomen door de gebeurtenissen dat ze het pas een tijd ater kan opschrijven.

De maand februari ontbreekt in het dagboek. Begin december nemen de beschrijven van de gebeurtenissen ongeveer één of twee bladzijden per dag in beslag. Hoe meer de scrhijfster bij de bebeurtenissen betrokken raakt, hoe langer de beschrijvingen worden. In december en januari valt is er nog regelmaat in de werkweek, in maart kan je aan de data af lezen wat het verhaal vertelt: niemand kan meer vrij nemen en bijna iedereen draait volledig door. Ze werkt van 1 t/m 18 maart, met slechts twee vrije dagen.

samenvatting:



In ‘Jan Rap en z’n maat’ wordt een periode uit het leven van Yvonne Keuls beschreven, van 1 december tot 19 maart, het jaar wordt niet genoemd. Gedurende deze periode is zij als vrijwilligster werkzaam met een groep van 13 mensen. Zij willen onderdak bieden aan jonge mensen, die het om welke reden dan ook moeilijk hebben en tijdelijk geen verblijfplaats kunnen vinden. De eerste medewerkers in het opvanghuis, dat ze samen oprichten, zijn Rem, Ruud en Koen, later komen daar nog meer mensen bij.

Charrie en Chemma zijn de eerste vaste gasten. Charrie is weggelopen uit een kindertehuis, hij stottert en is erg nerveus. Gemma is op het oog een vrolijke, volkse meid met een grote mond. Zij heeft een hele serie kindertehuizen afgewerkt en wil graag naar een pleeggezin. Dan doet Lenny haar intrede, weggelopen uit een psychiatrische inrichting. De kinderbescherming komt Klaasje brengen, die een nicotinevergiftiging heeft opgelopen bij zijn zoveelste pleegmoeder.

Gemma wordt in een pleeggezin geplaatst, maar is na één dag al weer terug: de pleegouders wilden haar voor de prostitutie gebruiken.

De gasten in het huis blijken véél aandacht nodig te hebben: het dienstrooster dreigt uit de hand te lopen, de medewerkers worden te zwaar belast. De klusjesman Klaas wordt steeds meer bij de begeleiding ingeschakeld.

Allerlei gasten doen voor kortere of langere tijd hun intrede:

- Joop: geen opvang na twee zelfmoordpogingen

- Pieter Juweel: zit onder de luizen en leeft van het stelen van spullen

- Derek: een jongen die homo is en zelf geen onderdak kan vinden, hij bemoeit zich met iedereen in het huis en wil iedereen verzorgen

- Ali: 16 jaar, agressief en weggelopen uit een kindertehuis

- Louis: lijdt aan epilepsie en is erg agressief

- nog enkele anderen

Voor de problemen van de jongeren worden oplossingen gezocht:

Gemma ontmoet haar moeder, zodat ze iets te weten kan komen over haar afkomst en gaat in therapie.

Voor Charrie wordt een baantje gezocht op de manege.

Joop krijgt een kamer en wil samen met Derek in de verpleging gaan werken.

De medewerkers proberen bij de begeleiding medewerking van de politie te krijgen, maar de politie weigert het.

De staf werkt veel te veel. Zelfs de kok Chiel moet bij de begeleiding betrokken worden. Voor de jongeren van het huis probeert men opnieuw oplossingen te zoeken. De stafleden gaan steeds meer dingen op eigen houtje regelen, wat tot onvrede leidt.

Nieuwe jongeren komen binnen, allemaal met hun eigen problemen, er gaat zelden iemand weg. De termijn van veertien dagen wordt door iedereen genegeerd. De staf vraagt zich af wat ze nu eigenlijk zijn: opvanghuis, behandelingstehuis of crisisinterventiecentrum.

Het gaat niet goed met de jongeren in het huis:

Joop doet opnieuw een zelfmoordpoging.

Gemma loopt weg uit haar therapie

Derek wil niet aan zijn opleiding tot ziekenverzorgen beginnen.

Charrie loopt zijn baantje in de manege door zijn eigen schuld mis.

Meer nieuwe jongeren melden zich met problemen met drugs, medicijnen, zwangerschap, incest, enzovoort.

Gemma gaat toch terug naar de therapie in Bloemendaal. Het ‘witte’ huis, waarin jongeren zelfstandig gingen wonen, begeleid door Koen, wordt steeds viezer en vuiler. Veel jongeren komen steeds terug naar het opvanghuis, dat ze als hun tehuis gaan beschouwen.

Koen stort als eerste begeleider in, Mieke neemt zijn taak over in het ‘witte’ huis. Het rooster is dan alleen te vullen als iedereen zijn vrije dagen opgeeft. Als de kok zich ook ziek meldt, wordt de zaak met de dag hopelozer.

Na een feest, waarop met wijn de geboorte van het kind van Hannes en Hanneke gevierd wordt, slaat Louise alles kort en klein. Hij wordt naar het Krisiscentrum gebracht en daarna, tegen alle beloftes in, platgespoten en opgenomen in de Ramaerkliniek.

De staf is ontmoedigd, iedereen is bekaf of ziek. Er wordt besloten dat ze zo niet verder kunnen gaan: het huis wordt, voorlopig, gesloten. Voor iedereen wordt een tijdelijke oplossting bedacht:

Charrie gaat naar ‘De viersprong’.

Hannes en Hanneke gaan in het ‘witte’ huis samen wonen.

Derek besluit de schuur van Yvonne bewoonbaar te maken en neemt daar zijn intrek tot de nieuwe cursus ziekenverzorging begint.

Yvonne wacht Gemma op, die eindelijk een weekend naar huis mag vanuit Bloemendaal. Gemma is woedend omdat het huis gesloten is, maar beseft dan dat het de eerste keer in haar leven is dat er iemand op haar wachtte.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen