Boekverslag : Moliere - Dom Juan
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2181 woorden.

Het verhaal van Dom Juan gaat over Dom Juan. Dom Juan is een rijke man van adellijke afkomst. Hij is getrouwd met de mooie Done Elvire, maar gaat meer vreemd dan dat hij tijd door brengt met Elvire. Dom Juan houdt er van om iedere mooie vrouw die hij tegen komt het hof te maken. Zodra hij zo’n dametje dan heeft vindt hij er niets meer aan en gaat weer gauw verder op zoek naar een ander vrouwtje.



Het boek opent met de scène dat Dom Juan weggelopen is bij Done Elvire en zich ergens op een van zijn landgoederen ophoudt. Done Elvire is hem echter achterna gereisd en eist een verklaring van Dom Juan voor zijn plotse vertrek. Er ontstaat ene soort van woordenwisseling tussen Done Elvire en Dom Juan waarbij Sganarelle – de knecht van Dom Juan – op geraffineerde wijze uit de doeken doet hoe zijn meester werkelijk in elkaar zit. Bovendien dreigen beiden – zowel Done Elvire als Sganarelle – met het feit dat de manier waarop Dom Juan leeft hij ooit gestraft zal worden door God. Dom Juan lacht de bedreigingen een beetje weg en ziet de ernst er niet van in. Door de reacties van Dom Juan voelt Done Elvire zich besodemieterd en vertrekt.



Een aantal uren – misschien zelfs wel minuten – na de ruzie met Done Elvire ziet Dom Juan in het dorp een stelletje lopen, een jongen en een heel mooi meisje, Mathurine. Hij ziet hoe verliefd ze zijn en Dom Juan besluit dat hij de twee uit elkaar wil drijven om het meisje de zijne te maken. Hij bedenkt een list waarbij hij het bootje waarin het stelletje zit om te doen slaan, waarna Dom Juan de heldhaftige redder zal spelen. Hij gaat zelf met een bootje het water op en op het moment dat het stelletje omslaat red hij het mooie meisje uit het water. Uiteraard is zij hem heel dankbaar en als ze dan aan wal staan - en de verloofde van het meisje vertrekt even naar de kroeg – begint Dom Juan het meisje een beetje te paaien. Hij vertelt haar hoe mooi ze is en dat hij met haar zou willen trouwen. Als haar verloofde dan terug komt en dit hoort ontstaat er een opstootje tussen Dom Juan en de verloofde van het meisje. Sganarelle weet het opstootje een beetje te sussen.



Vervolgens komt Dom Juan later een ander mooi meisje tegen, Charlotte, die hij ook begint op te hemelen. Ook aan Charlotte beloofd Dom Juan dat hij met haar zal trouwen en op den duur ontstaat hierover een woordenwisseling tussen Mathurine en Charlotte. Dom Juan weet echter alle vragen van de meisjes af te doen met een smoes en speelt de meisjes eigenlijk een beetje tegen elkaar uit. Uiteindelijk heeft hij beide meisjes er van overtuigd dat hij met haar zal trouwen, terwijl Dom Juan in werkelijkheid aan beide heeft belooft te trouwen.



Direct nadat Dom Juan de onenigheid tussen de meisjes over het trouwen heeft gesust moet Dom Juan vluchten voor de wraakzuchtige broers van Done Elvire. Sganarelle en Dom Juan komen aan het einde van hun vlucht bij het beeld terecht van de door Dom Juan gedode commandeur*. Bij dit beeld krijgen Dom Juan en Sganarelle ruzie over de manier waarop Dom Juan met vrouwen omgaat en wederom dreigt Sganarelle met de toorn van God en wederom doet Dom Juan hier erg luchthartig over. Hij daagt het beeld uit bij hem aan te schuiven tijdens het diner en tot de verbazing van Dom Juan en Sganarelle geeft het beeld nog antwoord ook.



Thuis, komen zijn moeder en Done Elvire langs om hem te vertellen hoe beledigt zij zijn en de moeder van Dom Juan dreigt het geld wat zij Dom Juan geeft stop te zetten en Done Elvire begint nogmaals over de woede van god die Dom zich op de hals haalt. Hierna en ook met het gegeven in het achterhoofd dat het beeld hem geantwoord had zegt Dom Juan dat hij zijn leven wil beteren en berouw wil tonen voor wat hij gedaan heeft. Later vertelt hij echter aan Sganarelle dat hij helemaal niet wil veranderen en de moed zakt Sganarelle in de schoenen. Sganarelle denkt echt dat zijn meester nu naar de hel zal gaan en de eeuwige wraak van God zal moeten voelen.



Dan verschijnt er ineens een soort spookgedaante, het is Done Elvire, die Dom Juan nog één maal komt waarschuwen, want als hij nu geen berouw toont dan zal het slecht met hem aflopen. Zelfs van de waarschuwing van de spookgedaante trekt Dom Juan zich niets aan en neemt zich voor gewoon te doen wat hij altijd doet. Als Dom Juan dan weer bij het beeld van de commandeur* aankomt, wordt hij getroffen door een bliksemschicht, die hem meeneemt naar de hel.



*Commandeur: iemand met een hoge titel / hoge rang.



Verwerkingsopdracht A8 (dagboek van Dom Juan)



Lief dagboek,



Vandaag was weer een veelbewogen dag. Ik ben vandaag aangekomen op mijn landgoed op het platteland, zonder Done Elvire. Nou ja, dat dacht ik dan, want kort na mijn aankomst kwam er een tweede koets voorrijden waaruit Done Elvire stapte, ze moet me gevolgd zijn.



Ik had het in eerste instantie niet zo snel in de gaten dat het Done Elvire was, pas toen Sganarelle me een seintje gaf dat Done Elvire kort achter me stond had ik haar door. Tja, ze zal de discussie tussen mij en Sganarelle wel gehoord hebben. Ze zal wel gehoord hebben wat ik hem verteld heb over al mijn andere mooie veroveringen, want ze was weer niet te genieten. Ze begon een heel verhaal over normen en waarden en dat ik haar onteerd had en haar goede reputatie ten gronde had gericht en als hoogtepunt vertelde ze me dat ik op deze manier de toorn van God over mezelf afriep. Vind je dat geen goede... de toorn van God... sorry hoor maar hier moet ik even om lachen. Het is ook zo’n naïef kippetje, denkt ze nou echt dat er een God bestaat die zich ook maar enigszins om ons bekommerd? Als en ik zeg met heel veel nadruk: ALS er al een God bestaat, dan zal hij zich volgens mij niet druk maken om dat ene dametje meer of minder in mijn bed. God heeft volgens mij wel belangrijkere dingen te doen dan zich druk maken om mijn liefdesleven.



Maar goed, na de ruzie met Done Elvire ben ik even het dorp in gegaan om eens even polshoogte te nemen van al het nieuwe vrouwelijk schoon dat in de tussentijd van mijn afwezigheid in dit dorp is komen wonen. Toen zag ik haar... ze was zo mooi... tja en toen zag ik die vent die bij haar hoorde, toen wist ik het, zij zou de mijne worden, haar wou ik hebben. Ik moest en zou me tussen haar en haar verloofde wurmen en stukmaken wat zij hadden. Zij moest alleen mij nog willen, ze moest naar me verlangen zoals ze nog naar niemand verlangd had.

Even later zag ik dat ze samen met een bootje het meer op waren gegaan en bedacht mijn plannetje om haar voor me te winnen. Ik ging ook het meer op met een bootje en zorgde er voor dat hun bootje omsloeg. Ik zorgde er voor dat haar verloofde niet meer bij het meisje kon, zodat ik haar uit het water kon trekken en zodoende kon “redden”. Eenmaal weer aan wal raakte ik met haar aan de praat en ze vertelde mij dat ze Charlotte heette. Die domme verloofde van haar vertrok naar de kroeg en liet ons zodoende een hele tijd alleen. Wat een pummel was dat zeg en wat een stommeling om mij, Dom Juan, de vrouwenverleider, met zijn verloofde alleen te laten en al helemaal op zo’n ongelukkig tijdstip. Wie laat zijn verloofde nou achter bij een vreemde man, kort nadat het arme kind bijna verdronken was?



In eerste instantie wou ze zich niet overgeven aan mijn charmes, maar toen ik haar beloofde om te trouwen sloeg ze om als een blad aan een boom. Ze zag het al wel helemaal zitten om een dame van stand te worden. Ze zag zichzelf al helemaal lopen in een bontjas met daaronder een mooie jurk van dure stof en daaronder... nou ja, uh... laat ik het daar maar niet over hebben. Enfin, onderweg naar haar tante om toestemming te vragen om met haar te kunnen trouwen zag ik een nog knapper meisje lopen en ik sprak haar aan.

Het bleek Mathurine te zijn, een meisje die ik al eens in mijn bed heb mogen ontvangen. Ik hoopte dat ze het vergeten was, maar helaas bleek dat niet zo te zijn, ze wist zich nog steeds te herinneren dat ik haar ooit eens had beloofd met haar te trouwen en wilde natuurlijk wel eens even weten wie dat andere meisje aan mijn arm was. De hel brak zowat los toen die twee grietjes met elkaar in de clinch gingen over wie nou werkelijk met mij zou trouwen, beiden dachten dat ze het zouden worden. Ik heb ze allebei maar gezegd dat de ander niet helemaal snik was en zich er niets van aan moesten trekken en volgens mij zijn ze er allebei ingetuind. Arme, arme scharreltjes, ze laten zich ook zo makkelijk bedotten. Het was bijna vermakelijk te zien hoe beide meiskes zich om de tuin lieten leiden.



Helaas kwam er aan mijn vermaak voortijdig een eind toen ik tussen de mensen een van de wraakzuchtige broers van Done Elvire zag opduiken. Pas bij het beeld van de door mij omgebrachte commandeur was ik van hem af. Alleen begon op dat moment Sganarelle ineens te zeuren over de wraak van God en dat ik eeuwig in de hel zou branden. Ach, arme, goedgelovige Sganarelle, hij moest beter weten. Toen ik uit spot het beeld van de commandeur vroeg om ’s avonds bij mij te komen eten gaf die ook nog antwoord ook. Nou ja, Sganarelle denkt dat ik niet gemerkt heb dat hij het was die antwoord gaf en dat hij me er op die manier van wilde overtuigen dat er een God bestaat. Af en toe vraag ik me af waarom ik Sganarelle eigenlijk nog in dienst heb. Ik ben zijn meester en ik bepaal dus wat ik doe en het is ronduit beledigend dat Sganarelle me op er op zo’n idiote wijze in wil laten tuinen... maar ja, aan de andere kan, waar vindt ik ooit weer zo’n goede stalknecht, hij is echt goed met de beesten. Ik moet er niet aan denken dat ik dat vieze werk met die beesten zelf op zou moeten knappen.



’s Avonds kreeg ik bezoek van mijn moeder. Ik weet niet wat die vrouwen allemaal hebben op het moment, maar zij begon ook al over mijn gedrag te zeuren. Zijn ze soms allemaal ongesteld of zo? Nou goed, moeder vond dat ik de familie en de familie van Done Elvire te kakken had gezet en dreigde om de toelage die ik van haar krijg stop te zetten. Arme, naïeve moeder, zo goedgelovig, ze tuinde er meteen in toen ik haar zei dat ik mijn leven zou beteren en boete zou gaan doen. Ach, wat is het toch heerlijk als je iedereen om je vinger kunt wikkelen, ze zijn ook allemaal zo dom.

Na moeder kwam Done Elvire nog eens een keer langs en het was weer het zelfde liedje als vanmiddag. Iemand moet die meid toch echt verlossen en een andere plaat opzetten, want dit begint te vervelen.

Hierna heb ik Sganarelle verteld wat mijn ware opzet was van mijn zogenaamde boetedoening die ik zou gaan doen. Ik geloof dat het verzet hem nu eindelijk eens te veel wordt, want hij had niet veel terug te zeggen. Nou, dan wordt het eindelijk ook eens lekker rustig en hoef ik zijn gejammer niet meer hele dagen aan te horen.



Later op de avond verscheen er een spookgedaante aan mij, ze leek wel wat op Done Elvire bedenk ik me nu ineens. Ik weet niet hoe Sganarelle dit voor elkaar heeft gekregen, maar het was zeker de moeite waard om ernaar te kijken. De boodschap die de schim had was wel iets minder interessant, want ook deze ‘schim’ vertelde mij dat ik naar de hel zou gaan en meer van die onzin, maar de verschijning was alleraardigst.



Bij mijn avondwandeling gebeurde er ineens iets vreemds. Bij het beeld van de commandeur aangekomen trof een bliksemschicht mij. Oh, had ik nu maar eerder berouw getoond voor alles wat ik gedaan heb. Vuur en ijs, windstoten en vloedgolven teisteren nu mijn naakte lichaam. Nergens vind ik beschutting. Oh, was mijn trouwe stalknecht maar hier, met zijn dieren, dan kon ik beschutting zoeken tussen de dieren. Oh, waren alle vrouwen die ik ooit bedrogen heb maar hier, dan kon ik me tegen hun warme boezem drukken en troost zoeken in hun bloemig geurende haar. Waren zij allen maar hier, iedereen ooit door mij bedrogen, dan had ik nog wat beschutting, wat warmte. Oh, had ik maar geluisterd...




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen