Boekverslag : Onbekend/anoniem - Au Pair
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2987 woorden.


1989




1 Titelverklaring


De titel heeft betrekking op het doel waarvoor Paulina naar Parijs gaat. Ze wil Frans en kunstgeschiedenis studeren en denkt haar studie te kunnen betalen met het geld dat ze verdient als au pair.




2 Samenvatting


De hoofdpersoon is Paulina. Ze is erg lang (1.92m), woont in Vlissingen en wil na de middelbare school in Parijs Frans en kunstgeschiedenis gaan studeren. De schrijver typeert haar als een Diana-figuur (‘vriendelijk optreden, lieve blauwe ogen, lange blonde haren’). Ze is met haar ouders en haar broertje elke zomer naar hun vakantiehuisje in Frankrijk geweest en spreekt behoorlijk Frans. Haar ouders geven er de voorkeur aan dat ze, evenals haar nichtje Klara, in Amsterdam gaat studeren. Klara woont met een vriend in een kraakpand; de woonomstandigheden zijn zeer primitief. Na een bezoek aan Klara heeft Paulina argumenten genoeg om in Parijs te gaan studeren in plaats van in Amsterdam.


Ze laat zich inschrijven aan de universiteit en gaat au pair wonen bij de familie Pauchard. Meneer en mevrouw zijn advocaat en hebben een zoontje van dertien: Hughes.


Haar kamer is op de zolderverdieping, waar ook ‘zwarten en Arabieren’ wonen. De deur kan niet op slot en er is erg weinig comfort. Paulina kan ‘meegenieten’ van allerlei soorten muziek. In de weekenden zijn de Pauchards naar hun huis in Quiberon. Het huis in de rue Verniquet wordt bewaakt door de conciërge.


In het trappenhuis wordt ze geconfronteerd met een scheldende Rus. Een grote neger blijkt zeer hulpvaardig te zijn. ‘s Nachts kan ze niet slapen door de muziek. De volgende morgen komt de neger zijn beloning halen. Paulina scheept hem af en gaat naar het Louvre. Daar ontmoet ze een klasgenote van het gymnasium: Ada Langmuur. Deze ontmoeting leidt niet tot verdere contacten. Als ze op haar kamer komt, ligt de neger in haar bed. Ze slaapt die nacht in een hotelletje.


De eerste dag bij de Pauchards verloopt niet zonder problemen. Mevrouw en meneer lopen spiernaakt in het huis rond. Zowel mevrouw als de zoon hebben diarree. Hoewel Hughes pas dertien is, is hij kolossaal groot. Hij verwacht dat Paulina bij hem in bed komt. Als de au pair weigert, komt de moeder plotseling tevoorschijn.


Paulina besluit te vertrekken. Mevrouw Pauchard ziet haar graag gaan, omdat – naar ze zegt – Paulina haar zoon ‘probeert op te winden’. Als Paulina op haar kamer komt, zijn haar koffers opengebroken. Ze gaat naar het bureau, waar adressen voor studenten die zich als au pair aanbieden, te verkrijgen zijn. Ze krijgt het adres van de gepensioneerde generaal de Lune, die schatrijk is. Op weg naar het huis van de generaal ontmoet ze een niet zo jonge Nederlandse meneer. Hij is erg vriendelijk en voorspelt haar dat veel dingen beter zullen gaan; hij heeft het beste met haar voor.


De butler ontvangt en brengt haar naar haar luxueze kamer en badkamer. In een envelop vindt ze vijf biljetten van vijfhonderd franc: een voorschot op haar toelage. De huishoudster, mevrouw le Dantec, brengt eten. Ze vestigt Paulina’s aandacht op de wandversiering: prenten van Constantin Guys, een kunstenaar die in Vlissingen is geboren. Hij leefde van 1805 tot 1892. De generaal heeft grote belangstelling voor Guys en is erg beniewd of Paulina het werk herkent. De au pair raadpleegt de encyclopedie die op haar kamer staat en komt tot de conclusie dat de prenten betrekking hebben op de Krimoorlog. Ze gaat eerst naar een boekwinkel en daarna naar een antiquariaat om een boek over Guys te kopen. Het lukt haar niet. Wel komt ze erachter dat Baudelaire over Guys heeft geschreven.


Als ze thuiskomt, wordt ze opgewacht door een zeer lange man. Het is Armand, een zoon van de generaal, die met zijn vrouw Jacqueline op de vijfde verdieping woont. Armand was dichter en criticus. Aangezien hij met zijn literaire werk weinig succes had, heeft hij nu een kantoorbaantje bij de elektriciteitsmaatschappij. Jacqueline is erg klein en kan ongelofelijk zeuren.


Armand en Jacqueline, die veel drinken, wonen in een zeer groot appartement, dat wordt verbouwd. Zij hebben één zoon, Edouard, die erg lang is en economie heeft gestudeerd. Hij laat weinig van zich horen en heeft nog geen echtgenote. Zijn ouders vinden dat hij maar eens naar het buitenland moet gaan om een vrouw te zoeken die qua lengte bij hem past. Paulina voelt zich erg opgelaten. Het gesprek met de generaal gaat alleen maar over Constantin Guys. De oude man praat wat mediterend voor zich uit. Toen in 1854 de Krimoorlog uitbrak, ging Guys er als tekenaar-verslaggever naartoe. Hij schreef ook teksten bij de tekeningen. Verder tekende hij rijtuigen en meisjes van plezier. Een aantal van deze kunstwerken is in het bezit van de generaal.


Bij het diner is ook Germaine, de vrouw van de generaal, aanwezig. Zij heeft een grote verering voor maarschalk Pétain, de man die in de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met Hitler. De generaal heeft ook een zoon die Michel heet (‘de pianist in opkomst’). Hij heeft de lengte van een reus en woont met zijn huishoudster, mevrouw Tourbier, in het huis van zijn vader. Hij wijdt zijn leven aan de muziek en heeft een grote bewondering voor de negentiende-eeuwse pianist en componist Alkan. Paulina en Michel eten samen in het restaurant Le Mange Tout. Michel vertelt dat zijn vader zo rijk is geworden door zijn aandelen Suezkanaal op het juiste moment te verkopen. Paulina merkt op dat ze niet van plan is te trouwen (‘ik ben het liefst alleen, met mijn neus in de boeken’). Als ze thuiskomt, vindt ze op haar kamer een complete verzameling cosmetica-artikelen. ‘s Nachts droomt ze naar en moet ze overgeven.


De volgende dag koopt Paulina een uitgave van het werk van Baudelaire en leest het hoofdstukje ‘Eloge du maquillage’. Ze gaat naar een warenhuis, waar ze wat informatie krijgt over huidverzorging. Aarzelend gaat ze ertoe over parfum te gebruiken


Armand en Jacqueline organiseren een ontvangst, omdat de verbouwing van hun appartement voltooid is. Tijdens deze bijeenkomst ontmoet Paulina Edouard. Ook hij is erg lang. Hij heeft medelijden met zijn ouders en omdat hij bang is zijn mond voorbij te praten, komt hij niet vaak bij hen.


Op een vraag van Edouard vertelt Paulina dat ze een vriend in Holland heeft; hij is docent Frans aan de universiteit en vervult momenteel zijn dienstplicht bij de marine.


Edouard heeft alleen belangstelling voor geld en het beleggen ervan. Hij vertelt Paulina dat zijn grootvader niet alleen grote interesse heeft voor Constantin Guys, maar ook voor de filosoof Kant. Hij leest een stukje voor uit het werk van de Duitse wijsgeer, dat handelt over een probleem waar de generaal mee worstelt. In de oorlog heeft een rijkaard van joodse komaf, wiens vrouw halfjoods is, hem waardepapieren en en een grote som geld in bewaring gegeven. De vrouw is in 1944 gestorven en van de man is na de oorlog nooit meer iets vernomen. Er is slechts één erfgenaam: Müller, een halfbroer van de vrouw. Deze man was SS’er en is veroordeeld wegens oorlogsmisdaden. De generaal, een oorlogsheld, is zeer anti-Duits. Hij moet kiezen uit twee kwaden: het geld houden of het uitbetalen aan de enige rechtmatige erfgenaam: de jodenhater Müller.


Edouard heeft ervoor gezorgd dat het kapitaal in de afgelopen vijf jaar door verstandige belegging zes maal zo groot is geworden.


Paulina vindt Edouard heel aardig, maar omdat hij alleen maar belangstelling heeft voor geld, komt hij niet in aanmerking om met haar te trouwen.


Als ze twee dagen later bij de generaal komt, hoort ze het verhaal over het tragische lot van het echtpaar Crémieux ook uit zijn mond. Als hij wil vertellen over de erfgenaam, wordt hij getroffen door een benauwdheid. Paulina verlaat zijn kamer en krijgt geen uitnodiging meer om bij hem te komen. Ook met de overige huisgenoten heeft ze sindsdien haast geen omgang meer. Wel krijgt ze een grote kleurentelevisie op haar kamer. Ze begint steeds meer aandacht te besteden aan haar uiterlijk en haar kleding.


Als ze op een dag uit de Bilbliothèque National komt, pikt Edouard haar met ‘de oude Salmson van opa’ op. Ze gaan samen eten en praten over de kwestie van de joodse erfenis. Omdat de generaal bang is dat Müller beter op de hoogte is dan het lijkt, heeft de familie de Lune een plan bedacht. Ze willen het kapitaal schenken aan een joodse organisatie voor kinderbescherming in Israël. Paulina biedt aan het geld in een koffertje naar Zwitserland te brengen.


De zaak wordt nog dezelfde dag met notaris Corde geregeld. Ze vindt de notaris maar een domme man. In de wachtkamer ontmoet ze tot haar grote schrik madame Pauchard van haar eerst au pair-adres. De juriste ziet Paulina overigens aan voor iemand anders.


Ongeveer tien dagen later haalt Edouard Paulina af van college. Hij legt uit wat de blonde Hollandse met de koffer moet doen en wat er met het kapitaal gaat gebeuren. Alles moet natuurlijk geheim blijven. Paulina zal zeggen dat ze een paar dagen naar Nederland gaat. Ze krijgt de indruk dat Edouard haar heel aardig vindt.


Op de avond voor de tocht naar Bazel neemt Michel Paulina mee naar de opera (Gluck’s Orpheus en Euridice). Het thema van de opera (Orpheus onderneemt een hachelijke tocht die mislukt) wijst vooruit naar de gevaarlijke onderneming van Paulina.


Na afloop van het muziekdrama onthult Michel dat ze al eerder twee andere au pairs met een koffer op pad hebben gestuurd. Zonder succes evenwel. Hij laat Paulina opnamen van zijn pianospel horen. Hoewel ze weinig van muziek weet, hoort de Vlissingse wel dat Michel bij het spelen een fout heeft gemaakt. Hij bekent dat zijn vrouw bij hem is weggelopen, omdat ze zijn muziek niet om aan te horen vond. Als hij wat intiemer wil worden, houdt Paulina hem op afstand.


De volgende ochtend brengt Edouard Paulina naar de notaris. De secretaresse overhandigt haar vijftig reischeques van honderd dollar elk, de koffer en de inventarislijst. De notaris geeft Paulina het sleuteltje, maar ze heeft geen tijd meer om in de koffer te kijken. Nu pas komt ze erachter dat ze niet naar Bazel moet, maar naar Luxemburg. Omdat de taxi’s staken, brengt de chauffeur van de generaal haar naar het station.


Op het perron trekt een kleine man haar aandacht. Hij draag een jasje van rood en groen geruite stof en stelt haar een vraag over de trein naar Bazel.


Als Paulina in Luxemburg aankomt, blijkt het mannetje ook in de trein te zitten. Voor de douane heeft ze slechts één koffer moeten openen: haar eigen koffer en gelukkig niet die met het geld. Ze gaat naar Hôtel International, waar de heer Heinerscheid haar ophaalt. In de Banque Gallé-Faber laat men haar erg lang wachten. Als Paulina in de vergaderzaal komt, is daar ook een oude kolonel aanwezig. Hij is kennelijk getroffen door een aangezichtsverlamming. De sleutel die Paulina van de notaris heeft gekregen, blijkt niet op het slot van de koffer te passen. Een vrouw die ook in de zaal aanwezig is, haalt een sleutel uit haar tas tevoorschijn die wel past. Tussen de effecten blijkt een tekening van Guys te liggen. De kolonel en de bankier tekenen de inventarislijst; daarna geeft de bankbediende een kopie aan Paulina. Ze staat er echter op dat ze het origineel krijgt. Ze wordt naar het hotel teruggebracht. Omdat ze meent dat ze de generaal van een moreel dilemma heeft verlost, krijgt ze het gevoel dat haar reis een groot succes is geworden.


In het hotel ontmoet ze weer de man in het geruite jasje. Hij blijkt een broer te zijn van de secretaresse van notaris Corde en is ervan op de hoogte dat ze de koffer oorspronkelijk naar Bazel had moeten brengen.


Michel is ook naar Luxemburg gereisd. Hij vertelt Paulina dat de man in het geruite jasje eropuit is gestuurd om haar te schaduwen en in geval van nood te helpen en nodigt haar uit voor een diner in Hôtel Kons. Tijdens de maaltijd biedt hij haar een gouden ketting aan.


De volgende ochtend belt Paulina in een verliefde bui Edouard op. Eerst krijgt ze Eliane aan de telefoon en na een poosje Edouard; hij beledigt haar diep.


Michel nodigt haar uit om een paar dagen naar Londen te gaan. Ze logeren in het chique Dorchester-hotel, waar ze de beroemde bariton Guido Previtali ontmoeten. Ze hebben samen één kamer. Paulina stelt zich veel voor van het nachtelijk samenzijn, maar het wordt een terleurstelling.


Michel verneemt dat zijn vader ernstig ziek is en dat de oude generaal nooit zal weten dat de koffer met geld niet is overgedragen aan een joodse vereniging, maar aan de voormalige officier bij de SS Müller. Notaris Corde wilde het zo, omdat hij bang was anders in grote moeilijkheden te komen.


Ook Michels moeder maakt het slecht.


‘s Morgens hoort Paulina van Previtali, dat Michel eigenlijk niet zo dol is op vrouwen. Ze blijft nog vijf dagen in Londen. Op het vliegveld komt ze Ada Langmuur weer tegen, die haar over een Duits meisje vertelt dat als au pair ergens een koffer met oude kranten moest afleveren. In de koffer zat ook een foto van haarzelf, spiernaakt in de badkamer. De spiegels waren aan een zijde doorzichtig en boden de heer des huizes de gelegenheid de au pair te begluren.


Op de televisie ziet Paulina dat de generaal met nationale eer in het Pantheon wordt bijgezet. Binnen een week vindt ze een kamertje tegen een zeer hoge huur.


Als ze bij Armand en Jacqueline op bezoek is, krijgt het echtpaar een geweldige ruzie over de schuldvraag van het mislukte transport van de koffer met geld. Armand vindt dat Edouard de schuldige is, terwijl zijn vrouw Michel in staat van beschuldiging stelt. Er ontwikkelt zich een gevecht; zowel Jacqueline als Armand komen op de grond terecht.


Na de worsteling wordt het Paulina duidelijk dat het geld wel naar Müller moest gaan. Hij had immers een holografisch testament dat door Crémieux zelf was geschreven. Müller had zijn joodse zwager in de oorlog namelijk diensten bewezen.


In het laatste hoofdstuk ontmoet Paulina in een café een bejaarde Nederlandse meneer. Naar aanleiding van de roman Madame Bovary van Gustave Flaubert spreken ze over de macht van een auteur; hij kan aan het eind van zijn boek binnentreden om zijn hoofdfiguur te redden.


Laat de auteur Hermans zijn hoofdfiguur een verhouding beginnen met de Nederlander? Nee, ze moet haar studie afmaken en wil verder geen contact met haar landgenoot (‘t was of haar dijen verliefd op elkaar waren en elkander hadden beloofd nooit uit elkaar te gaan’).


Paulina blijft de maagdelijke Diana die ze aan het begin van het boek ook is.




3 Personages


In Au pair komen we geen uitgewerkte karakterbeschrijvingen tegen. Ook is er nauwelijks sprake van karakterontwikkeling. De belangrijkste figuren zijn flat characters, typen die soms karikaturale trekjes vertonen.


Paulina is vriendelijk, knap, intelligent en onbevangen. Hermans typeert haar als een kuise Diana-figuur. Bij de oude Romeinen was Diana de beschermster van kuisheid, de godin van de jacht en de godin van de maan (= la lune in het Frans; zie de naam van de generaal).


Generaal de Lune is een Franse officier, strak maar wel hoffelijk. Hij heeft zijn sporen verdiend in het verzet tegen de Duitsers. Opvallend is zijn belangstelling voor de prenten van Constantin Guys, een negentien-eeuwse kunstenaar die in Vlissingen is geboren. Zijn prenten hebben niet alleen betrekking op de Krimoorlog, maar ook op lichte vrouwen.


De generaal begluurt Paulina in de badkamer, die is voorzien van spiegels, die aan één kant doorzichtig zijn.


Armand en Jacqueline zijn mislukte en gefrustreerde artiesten. De laatste heeft een sterke moederbinding. Vlak voordat hij met de lieftallige Paulina gemeenschap zal hebben, stapt hij uit bed om zijn zieke moeder te gaan bezoeken. Edouard is de enige materialist in het gezelschap. Geld verdienen is voor hem het belangrijkst in het leven. En juist op hem wordt Paulina, die haar leven aan de kunst wil wijden, verliefd.




4 Thematiek


Het centrale thema in Au pair is de vraag: wat is goed en wat is slecht? Paulina is eerlijk, oprecht en hulpvaardig, en toch raakt ze verzeild in een affaire waar bedenkelijke kanten aan zitten. Je zou Au pair een ethische roman kunnen noemen. We leren Hermans in dit werk kennen als een nihilist; dat wil zeggen als iemand die ervan uitgaat dat er geen vaststaande zedelijke normen zijn.




5 Tijd/ruimte


Het verhaal speelt zich af in het jaar 1984 in een periode van enkele maanden. Het wordt chronologisch verteld.


Het verhaal speelt zich voor het grootste gedeelte af in Parijs. De schrijver geeft ons een nauwkeurige beschrijving van straten en gebouwen in het centrum van de Franse hoofdstad.




6 Motieven


- de ontwikkeling van scholier tot volwassene ( je zou Au pair ook als zogenaamde Bildungsroman kunnen zien)


- de beslissende rol van het toeval


- het verliefd worden op iemand die totaal niet bij je past


- de tegenstelling tussen de schone schijn en de minder fraaie werkelijkheid


- dromen als uitingen van een onbewust verlangen


- de doorzichtige spiegel


- de godin Diana en de kuisheid




7 Vertelinstantie


Er is sprake van een auctoriële vertelsituatie. De schrijver is de alwetende verteller die zijn verhaal af en toe voorziet van commentaar. Op een aantal plaatsen in het boek geeft Hermans ongezouten kritiek op de Nederlandse samenleving. Het is zelfs zo dat de auteur op twee plaatsen in het verhaal persoonlijk optreedt en Paulina toespreekt:


a. In hoofdstuk 20 ontmoet het Zeeuwse meisje een ‘niet zo jonge meneer’. Het is een man die


een uiterlijk heeft dat erg aan dat van Hermans doet denken. ‘Zijn gezicht was er niet en


dat van nature erg vriendelijk stond.’


b. Als Paulina in hoofdstuk 96 in een café zit te lezen in de beroemde roman Madame Bovary,


strijkt er een bejaarde meneer tegenover haar neer. Hij begint een gesprek over het


meesterwerk van Gustave Flaubert en verkondigt als zijn mening dat de schrijver zijn


hoofdpersoon had kunnen redden door zijn boek binnen te stappen en een verhouding met


haar te beginnen.




8 Eigen mening


Ik vond het een erg leuk boek, ik had het zo uit. Ik vond het wel verwarrend af en toe met dat koffertje.




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen