Boekverslag : William Shakespeare - Julius Caeser
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1394 woorden. |
Samenvatting Boekbespreking: 1. Titel. Alle gebeurtenissen in het toneelstuk draaien om Julius Caesar. Daarom is het stuk naar hem genoemd. 2. Motto. Er is geen motto. 3. Genre. Het is een toneelstuk. 4. Personages. -De belangrijkste persoon is keizer Julius Caesar. Hij heerst over het Romeinse rijk. Het volk wil hem graag als koning, maar tot drie keer toe wijst hij dit af, ook al kost het hem moeite. Hij wil niet een koning worden, omdat hij de democratie wil behouden, zegt hij. Maar diep in zijn hart zou hij wel graag koning willen worden. Caesar doet zich erg groots voor, maar hij blijkt uiteindelijk, net als iedereen een sterfelijk mens te zijn. -Brutus is de aanvoerder van de groep samenzweerders tegen Caesar die een moordaanslag op hem beraamt. Hij is een idealist en maakt vouten door te denken dat iedereen even nobel is als hij. Op het eind van het stuk pleegt hij zelfmoord, omdat al zijn plannen zijn mislukt. Hij heeft Caesar wel laten vermoorden, maar hij ziet nu in dat hij toch een goed man was. Nu rukken de troepen van Caesar medestanders naar zijn legertje op en hij weet dat hij niet kan winnen. Het enige eervolle dat een Romein dan nog kan doen is zelfmoord plegen. 5. Tijd. -Het verhaal is chronologisch verteld. -Er verlopen ongeveer twee weken. Er zijn geen flashbacks of vooruitblikken en geen grote sprongen in de tijd. 6. Vertelsituatie. Het verhaal wordt verteld door een alwetende verteller. 7. Ruimte. Het verhaal speelt in Rome, in verschillende wijken en huizen van de personen die in het verhaal voorkomen. 8. Opbouw. -Het verhaal begint ab ovo, als Caesar een overwinning viert. -De climax ligt op het moment dat de verliezende medestanders van Brutus en hijzelf zelfmoord plegen. 9. Thema en motieven. -Het thema is de relatie tussen de heerser en het volk. -Motieven: voorspellingen om op te passen voor de Idus van Maart, politiek leiderschap (Caesar en Brutus zijn hierin zeer verschillend, Brutus is er niet geschikt voor). 10. Bedoeling. Ik denk niet dat Shakespeare een bedoeling had met dit toneelstuk. In totaal heeft hij drie stukken over de Romeinse tijd geschreven. 11. Taal. Het taalgebruik is oud, het leest erg moeilijk. De toneelvorm draagt, vind ik, ook niet bij aan een makkelijke leesbaarheid. C. Mening. Ik vond het boek niet zo makkelijk te lezen. Doordat het een toneelstuk is, verslapte mijn aandacht snel. Ook vond ik deze vorm een beetje saai, waardoor het boek niet zo'n succes was. De Engelse taal is heel erg moeilijke n bijna onbegrijpelijk, omdat het dichterlijk verteld is en oud Engels is. Ik heb daarom een Nederlandse en een Engelse vertaling gecombineerd. Zo kon ik het verhaal tenminste begrijpen. Doordat alles in dialoogvorm wordt verteld, kan er niet veel gezegd worden over het karakter van de personages. Dat blijft allemaal erg oppervlakkig. Dat vind ik wel een nadeel. Ik las alleen de gebeurtenissen en daar omheen was verder niet veel. D. Informatie over de schrijver. William Shakespeare (Stratford-on-Avon 23? april 1564 – aldaar 23 april 1616), Engels acteur, dichter en toneelschrijver, werd reeds tijdens zijn leven erkend als de grootste van het twintigtal auteurs die de schouwburgen in het Elizabethaanse Londen van 60 à 70 stukken per jaar voorzagen. 1. Leven Zijn vader John Shakespeare was waarschijnlijk rooms-katholiek en vrij zeker analfabeet. Hij was een zakentalent, die opklom van eenvoudig agrariër via handschoenmaker en huidenkoper tot raadslid en burgemeester van Stratford. Zijn moeder Mary Arden was dochter van een aanzienlijk landeigenaar. Hoewel toneelstukken niet beschouwd werden als serieuze literatuur, en toneelschrijvers, in tegenstelling tot toneelspelers, nauwelijks bekendheid genoten, is over Shakespeares leven relatief veel bekend. Volgens een uitlating van zijn vriend en geleerde collega Ben Jonson beheerste hij enig Latijn en Grieks. Een klassieke vorming blijkt bovendien uit de brede kennis van de anglicaans-humanistische oudheid die uit zijn oeuvre spreekt. Op 25 nov. 1582 trouwde Shakespeare met Anne Hathaway, dochter van een herenboer; zes maanden later werd hun dochter Susanna geboren en in 1585 de tweeling Hamnet en Judith. Over de periode daarna zijn geen biografische gegevens bekend tot aan een dagboeknotitie van de Londense bordeel- en schouwburgeigenaar Henslowe over een opvoering van Henry VI in maart 1592. In 1587 nam Richard Field, een stad- en leeftijdgenoot, in Londen een drukkersbedrijf over. Dit bedrijf vervulde de functie van een soort intellectuele vakbeurs, die door geleerden en in de kunsten en wetenschappen geïnteresseerde edelen werd bezocht. Hier heeft Shakespeare waarschijnlijk zijn latere patroon, Henry Wriothesley, graaf van Southampton, ontmoet, aan wie hij in 1593 zijn (uit 1194 versregels bestaande) erotische gedicht Venus and Adonis opdroeg en in 1594 het (1855 regels tellende) niet minder erotische Rape of Lucrece. Beide direct succesvolle uitgaven zijn gedrukt bij Field en als ‘eerstelingen’ door Shakespeare gesigneerd. Dat de opdracht aan de graaf in het eerste dichtwerk formeel en onderdanig was, maar in het tweede hartelijk en persoonlijk, wijst er kennelijk op dat Shakespeare dankzij deze imitaties van Marlowes Hero and Leander-bewerking van Ovidius, zijn entree tot de grote wereld had gevonden. Het driedelige Henry VI, het oudst bekende stuk dat met Shakespeare als toneelschrijver wordt geassocieerd, is waarschijnlijk niet het eerste van zijn hand. Samen met het Marloweske koningsdrama Richard III, het Plautinische blijspel The comedy of errors en de Senecaanse tragedie Titus Andronicus behoort het in elk geval tot zijn vroegste werk, hoewel zijn naam pas in 1598 op de titelpagina van het ironische Love's labour's lost verscheen. In datzelfde jaar publiceerde de schrijvende dominee Francis Meeres zijn Palladis Tamia: wit's treasury, waarin de Engelse dichters met de klassieke dichters worden vergeleken en Shakespeare (als auteur van blijspelen, treurspelen, epische dichtwerken en ‘gesuikerde sonnetten voor zijn privérelaties’) uitzonderlijk verrijkend voor de Engelse taal wordt genoemd. Als toneelspeler blijkt Shakespeare volgens bepaalde aanwijzingen lid te zijn geweest van de gezelschappen van resp. de graven van Pembroke en Sussex voor hij – in 1594 – toetrad tot de in dat jaar gevormde troep van de Lord Chamberlain's Men onder leiding van Richard Burbage. Met Burbage en met de bekende komiek William Kempe behoorde de 30-jarige Shakespeare toen tot de oudste leden en (vervolgens) aandeelhouders van het gezelschap, een positie die hij tot zijn dood toe behield. Zijn hele oeuvre is voor de Lord Chamberlain's Men geschreven, waarbij hun verheffing tot King's Men bij de troonsbestijging van Jacobus I in 1603 een erkenning was voor hun prominente positie. Ook financieel ging het Shakespeare goed. In 1596 verhuisde hij van het noordelijk deel van Londen naar de zuidelijke oever van de Theems, omdat de Lord Chamberlain's Men het nieuwe Swan Theatre daar bespeelden. Tussen 1602 en 1604 woonde Shakespeare gedurende het speelseizoen op kamers bij een pruikenmaker, de hugenoot Mountjoy. In 1596 wist Shakespeare de oude aanvraag van zijn vader voor de titel van ‘gentleman’-met-eigen-wapenschild door het College of Heralds gehonoreerd te krijgen. In dat jaar stierf tevens zijn zoon Hamnet. In hoeverre de cyclus sonnetten die hij in deze jaren schreef (en die in 1609 ongeautoriseerd verscheen) op biografische werkelijkheid stoelen, is nooit uitgemaakt. Zeker is dat het ‘second-best bed’ dat hij in zijn testament aan zijn echtgenote vermaakte, niet beschouwd dient te worden als een teken van ontrouw. In 1597 kocht hij een groot huis te Stratford; juridische stukken over landaankopen wijzen op zijn geregelde aanwezigheid aldaar, terwijl bovendien zijn dochters in Stratford goede huwelijken sloten. In Shakespeares schrijversloopbaan volgde vanaf zijn dertigste jaar het ene succes op het andere. Met name in de eerste twaalf jaar van de 17de eeuw schreef hij zijn grootste werken: As you like it, Twelfth night, Julius Caesar, Hamlet, Othello, Macbeth en King Lear, en alle beleefden hun première in het Globe Theatre, dat het gezelschap in 1598 vlak bij het Swan Theatre had gebouwd. Verschillende stukken van Shakespeare werden door reizende troepen tot diep in Europa in het Engels opgevoerd. Toen Shakespeare zich in 1613 in Stratford terugtrok en in 1616 stierf, was hij een vermogend en alom geacht man, die zijn gezin welverzorgd achterliet. In de parochiekerk werd een borstbeeld (door Gheerart Janssen) van hem aangebracht; zijn collegae Heming en Condell bezorgden in 1623 de eerste uitgave (de First Folio) van zijn verzamelde werken met frontispice door Martin Droeshout – samen met de Works van Ben Jonson, een uniek feit in de toneelgeschiedenis. Met de dood van Elizabeth in 1670, zijn enige in leven gebleven kleinkind, stierf zijn geslacht uit. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |