Boekverslag : Lieneke Dijkzeul - Hou Je Taai!
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1373 woorden.

A: Zakelijke gegevens.



Titel:Hou je taai!

Auteur:Vrouw; Lieneke Dijkzeul

1e uitgave:1990

Aantal hoofdstukken:31

Aantal bladzijden:160



B. Samenvatting



Als Daan thuis komt merkt hij dat hij zijn sleutels is vergeten. Hij denkt: “Zal ik aanbellen bij de buurvrouw?” Maar voordat hij met zijn vinger op de bel drukt, denkt hij: “Nee, ze kan altijd zo erg zeuren!” Dan ziet hij aan het einde van de straat het kasteel en denkt: “Zal ik daar naar toe lopen?” en hij loopt daar naar toe.



Als hij daar aankomt, ziet hij dat het kasteel bewoond is en dat is al heel erg lang geleden. Hij kijkt tussen de spijlen van het hek door en ziet dat er een meisje aan komt lopen. Hij maakt kennis met haar en vraagt waar ze op school gaat. Het blijkt dat het dezelfde school is als waar hij op school zit. Ze spreken af om samen naar school te gaan. Dan komt de moeder van Eva en ze gaat weg in een gloednieuwe, rode, sportauto. Dan loopt hij weer terug naar huis en als hij thuiskomt, vertelt hij alles aan zijn moeder die terug is gekomen van de bloemenwinkel waar ze werkt.



Een paar dagen later als hij op school komt, komt Eva bij hem in de klas. De meester zegt dat Eva naast Daan moet gaan zitten. Tijdens spelling en ontleden, vindt Eva het erg lastig om de volgorde te onthouden en hoe je moet ontleden. Ze schrijft een briefje naar Daan en vraagt of hij haar wil helpen vanmiddag. Hij schrijft terug dat hij vanmiddag niet kan, omdat hij naar zijn opa in het bejaardentehuis gaat, maar morgen kan hij wel. En ze spreken voor morgen af.



Als ze de volgende dag klaar zijn met spelling, dan gaan ze samen naar de opa van Daan en drinken daar gezellig thee. Zijn opa vertelt dat er de laatste tijd erg veel gestolen wordt bij de mensen in Zonnegloren. Daan en Eva vragen of dat er al iets aan gedaan wordt. “Nee,” zegt opa, “de directie van Zonnegloren zegt dat ze er niets aan kunnen doen.”



Als Daan en Eva weer thuis aankomen, spreken ze af dat zij er iets aan zullen doen. Ze gaan alles opschrijven bij wie er wat is gestolen en op welke dag. Als ze dat lijstje maken, merken ze dat het alleen op de dagen gebeurt als Bert er is. En dat is erg opvallend. Ze spreken af om nu vaker naar opa toe te gaan om in de gaten te houden wat er allemaal gestolen wordt. Daan vraagt of ze het tegen opa zullen vertellen. Eva vindt dat geen goed idee, hoe minder mensen er vanaf weten hoe beter. Daan voelt zich beledigd, omdat hij denkt dat Eva opa ook als een verdachte ziet.



Een paar dagen later, als ze weer bij opa zijn, vertelt hij dat er weer is gestolen. Dit keer bij mevrouw Versteeg. Er is een armband en een portemonnee gestolen. En deze keer is het gebeurd op een dag dat Bert er niet is.



Thuis schrijven ze het weer op het kladblok. En ze vinden het raar dat het nu is gebeurd op een dag dat Bert er niet is, maar ze gaan toch kijken of Bert het heeft gedaan.



De volgende dag, als ze bij opa komen, hebben ze een heel plan gemaakt om de banden van de auto van Bert lek te steken. Ze gaan in de bosjes zitten wachten tot Bert weg wil rijden, maar ze hebben het verkeerd gedaan, want ze hebben maar één band lek geprikt en hij heeft een reserveband. Als hij de band heeft verwisseld rijdt hij weg. Eva en Daan rijden er achter aan met de fiets. Als ze aankomen bij de flat van Bert kijken ze op welk nummer hij woont. Ze bellen bij een ander nummer aan en gaan naar boven. Het was niet de bedoeling om Bert tegen te komen, maar ze komen ‘m toch tegen. Bert vraagt of ze iets te drinken willen en ze gaan mee naar binnen. Eva vraagt of ze naar de wc mag, maar ze gaat niet naar de wc, ze gaat kijken of er ergens gestolen spullen in het huis liggen.



Als ze samen weer buiten staan, vraagt Daan of ze iets gevonden heeft. Maar nee, alleen de leren jassen die eerst in zijn auto lagen en een kast die op slot zat.



Een paar dagen later gaat Daan naar opa. Hij vraagt of er nog meer gestolen is, maar opa zegt van niet. Daan stelt voor om samen een plan te verzinnen om de dief te vinden. Ze maken een plan en dat is: ze zeggen tegen iedereen in bejaardentehuis Zonnegloren dat ze samen een dagje uit gaan naar de dierentuin enz. Opa moet dat tegen iedereen vertellen en Daan zorgt dat Eva beneden staat als de dief er vandoor wil gaan en hij zorgt voor lokaas.



Als Daan en opa weg gaan, klimmen ze door het raam weer terug naar opa’s kamer. Eva staat beneden en zorgt ervoor dat de dader niet weg kan lopen. Daan en opa zetten de val klaar en wachten tot de dief komt opdagen. Na twee uur is de dader nog niet gekomen en opa moet erg naar de wc. Hij gaat naar de wc en op dat moment komt de dader binnen. Daan zit achter de keukendeur en schrikt. “Mevrouw Versteeg!!!???”, Daan rent naar d’r toe, maar mevrouw Versteeg rent weg. Eva komt net naar binnen lopen en Daan roept net: “Houd de dief!”. Eva steekt d’r voet uit en mevrouw Versteeg valt.



Een paar dagen later, als Daan, Eva en opa op visite gaan bij mevrouw Versteeg, in het ziekenhuis, vragen ze waarom ze dat allemaal heeft gedaan. Ze vertelt dat ze ’t deed omdat er nooit iets gebeurde in Zonnegloren en dat ze ’t erg saai begon te vinden. Ze belooft om ’t nooit meer te doen en al de spullen terug te geven. En ze heeft er echt heel veel spijt van.



Als mevrouw Versteeg weer in Zonnegloren komt, hebben ze iets bedacht; meer recreatie en nooit meer saai.



C. Overige gegevens.



Tijd(en): Nu; van deze tijd



Plaats/ruimte: Kan in Nederland zijn



Hoofdpersoon: Daan



Probleemschets: Daan woont samen met zijn

moeder In een flat. Zijn moeder studeert Engels en daar is ze al heel vaak voor gezakt. Zijn opa zit in een bejaardentehuis en daar wordt erg veel gestolen.



Andere karakters: Moeder, opa, Eva, meester Neteman, Bert (klusjesman), opoe Roos, mijnheer Fabricius, opa Baas, mevrouw De Vries, mevrouw Versteeg



Thema/onderwerp: Diefstal



D. Mening.



Drie beoordelingswoorden: echt, mooi en spannend



Drie argumenten: echt – omdat het een waar

gebeurd verhaal kan zijn.

mooi – omdat het een mooi verhaal is.

spannend – omdat het spannend is of de dader gevonden wordt.



Fragment (pagina opgave) pagina 120;



Eva zuchtte overdreven. “Ik weet heus wel wat ik doen moet. Ga nou maar.” Ze stompte hem tegen zijn arm. “Succes hè!” “Joe.” Met grote wijde stappen liep Daan naar binnen. Hij hoopte dat Eva hem nakeek, zodat ze zou zien wat een vastberaden indruk hij maakt. Hij beende de ingang door, om zich heen kijkend of hij iemand zag, maar er was geen mens te zien. Voor opa’s deur bleef hij staan. Hij hief zijn hand op om een roffel te geven, toen de deur ernaast openging. “Dag Daan,” zei mevrouw Versteeg vriendelijk. “Dag mevrouw,” mompelde Daan. Hij had geen zin in een praatje, hij had belangrijker zaken aan zijn hoofd. Maar mevrouw Versteeg dacht daar blijkbaar anders over. “Ik hoor dat jullie een uitstapje gaan maken?” Daan knikte. Goed zo, dacht hij. Opa had zich kennelijk keurig van zijn opdracht gekweten. Hij gaf een bons op de deur. “Veel plezier dan maar,” wenste mevrouw Versteeg. “Dank u wel,” zei Daan. De deur ging open, en hij glipte naar binnen. (na dit fragment wordt de dader gevonden.)



E. Auteur.



Levensbeschrijving:



1950, 7 maart: geboren in Sneek 1976: getrouwd in Friesland met

1979: geboorte van haar dochter Inger.

1987: 1e korte verhaal gepubliceerd.

1990: 1e boek voor beginnende lezers verschenen bij uitgeverij Zwijsen.



Soort boeken: detectives en speurders



Onderwerpen: vriendschap en eenzaamheid



Andere boeken:Kortsluiting, De tweede viool, Een muis met klauwen, Een bezem in het fietsenrek, Bevroren tijd en Eiland in de wind.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen