Boekverslag : Franz Kafka - Das Schloss / Het Slot
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3991 woorden.

Boodschap

1. Thema




Een man stelt alles tevergeefs in het werk om de -vrijwel onzichtbare- gevestigde orde in de maatschappij waar hij terechtgekomen is te doorgronden en haar werking te onderzoeken, wat hem uiteindelijk nauwelijks zal lukken.



Motieven:

* Grondmotief: zoektocht: K. is voortdurend op zoek naar uitleg over de heren van het slot, hoe ze te werk gaan en wat hun invloed is op het dorp. Hij ontdekt al snel zelf hoe traag en vruchteloos hun werk wel is wanneer hij bekendmaakt dat hij de landmeter is, maar bij het slot 'bekend' is als de assistent van de oude landmeter. K. wordt gevraagd toch te fungeren als landmeter en K. aanvaardt dit voorstel. Er wordt K. een zeer onpersoonlijke brief afgeleverd die al een paar jaar eerder tot de landmeter gericht lijkt te zijn.

Hij gaat ook op zoek naar het slot zelf, maar hoe dichter hij bij het slot wil komen, hoe moeilijker hem het gemaakt wordt en hij lijkt niet meteen dichter te komen.



* 'praktische' liefde: K.'s relatie tot Frieda lijkt slechts praktisch te zijn. Dit blijkt uit het feit dat hij haar niet meteen mooi vindt, maar eerder interessant door het feit dat Frieda Klamm kent, nog sterker, Klamms geliefde is en Klamm een 'mythische' heer van het slot is. K. hoopt zo in contact te komen met het slot.

Frieda op haar beurt gebruikt K.'s desinteresse en afwezigheid om via K.'s assistenten terug op een goed blaadje te staan met het Slot en Klamm om zo haar job als buffetjuffrouw terug te krijgen (De waard vindt de aanwezigheid van de heren van het slot immers zéér belangrijk).

De relatie voorheen tussen Frieda en Klamm berustte ook niet geheel op echte liefde: Frieda was niet opvallend mooi of had geen bijzondere gaven, maar door de geruchten die de ronde deden over haar en Klamm naar haar hand te zetten verwierf ze aanzien bij haar klanten. Klamm vond het niet meteen nodig te ontkennen dat hij in staat was een jong meisje het hof te maken...



* ongenode gast: In het dorp is de boerenstiel een frequent uitgeoefende job. K.'s aanwezigheid als landmeter duidt volgens hen op een herverdeling van de gronden waardoor hij een beetje geschuwd wordt.

Het slot is echter wel blij met de komst van K. die als het ware gratis promotie is voor het slot en ze houden hem dan maar aan het lijntje door hem assistenten te sturen die ervoor moeten zorgen dat hij zijn leed nergens anders gaat zoeken.

K wordt niet echt met open armen onthaalt bij de gewone bevolking. De landbouwers houden zich strikt aan de regels en gastvrijheid hoort daar niet bij. ze willen K niet in hun buurt. Daar K. als landmeter bij het slot hoort, zijn ze niet echt happig om contact op te zoeken met hem.

* vrijheid: Terwijl het de dorpelingen ontbreekt aan vrijheid, kan K. gaan en staan waar hij wil (behalve het slot), maar de dorpelingen zijn allesbehalve gastvrij. (b.v.: bij zijn komst mag K. niet in het dorp overnachten daar hij geen vergunning heeft, maar wanneer hij de landmeter blijkt te zijn is dit niet langer nodig.)

Behalve Olga, één van de 'meisjes Barnabas', die niet geheel tevreden is met de situatie waarin haar familie is verzeild geraakt door toedoen van haar zus Amalia. De vader gaat 2 jaar lang voor het slot kamperen om Amalia's fouten goed te maken, maar weet niet goed wat hij goed moet maken.

K krijgt een job als concierge op de school van de burgemeester en een onderwijzer. Verwacht wordt dat K zijn job vervult en zijn vrouw en assistenten helpen. Ze slapen in een van de twee klaslokaal en moeten verdwijnen zodra de school begint. K moet de tuin verzorgen, reparaties doen, de lokalen verwarmen, onderhouden en boodschappen doen voor de onderwijzer en de onderwijzeres, maar neemt zijn job niet erg serieus en laat soms eten op de lessenaar staan of doet gewoon niets als congiërge de hele dag, maar gaat praten met Olga (één van de meisjes Barnabas) en terwijl hij geen arbeid verricht krijgt K. een brief van Klamm dat hij zeer tevreden is over zijn werk als landmeter.

K voelt zich bekeken en besluit zijn assistenten, die de opdracht kregen K bij te staan en zich goed te laten voelen, te ontslaan. K. vindt dat hij dit zomaar mag, want hij heeft helemaal niet om hun hulp gevraagd.



2. Centrale Idee (Thesis)



CI: De mens is onherroepelijk gekluisterd aan onbegrijpelijke verplichtingen door zijn afkomst en omgeving. Deze verplichtingen worden niet in vraag gesteld en bestraft door het collectieve besef van het slechte: wie ze niet nakomt wordt door iedereen gemeden om geen slechte indruk op te wekken bij anderen en de gevestigde orde niet ontevreden te stemmen.

De houding van de auteur ten opzichte van deze idee: Kafka laat merken dat het niet zeer logisch vindt dat mensen zomaar alles aanvaarden en probeert (via K.) in te gaan tegen de heersende overheden. (b.v. wanneer K. een proces-verbaal ontvangt doet hij zich zelfs de moeite niet de brief te openen. Zijn assistenten weet hij steeds af te wimpelen of geeft hen zelfs een slag in het gezicht.)

De hiërarchie komt ook zeer duidelijk aan bod in het slot: hoe hoger de functie, hoe minder van hen te zien is en hogere ambtenaren laten zich niet in met veel lagere functionarissen. (Wanneer je iemand je een hogere ambtenaar wil bereiken, moet je dit doen door te beginnen bij zijn laagste klerk en zo hopeloos trachten bij de hogere te komen, wat uiteindelijk toch niet lukt, maar op die manier weet de gevestigde orde je toch een aantal jaren bezig te houden.)



Relatie met historische en literaire context:

Kafka's proza behoort tot de 20ste eeuwse existentialistische probleemroman:

* surrealistisch: Ontsporingen van de gebruikelijke logica: 'kan men zonder God leven?' is een vraag die men zich begon te stellen in Kafka's tijd. In het slot: dorpelingen zijn niet geheel tevreden over de werking van het slot, maar zouden toch niet zonder haar kunnen leven daar het slot hen een ingebeelde belangrijkheid en mythisch karakter voorspiegelt.

De grenzen tussen werkelijkheid en droom, waarheid en leugen, rechtvaardigheid en onrecht zijn moeilijk te trekken waardoor de dorpelingen zomaar alles slikken wat het slot hen voorschotelt en voorkauwt.

K praat wel over de wagen met het instrumentarium, zijn vrouw en kinderen, maar maakt er zich niet echt zorgen om. Hij papt de tweede avond zelfs aan met de kelnerin Frieda en laat het niet na haar ten huwelijk te vragen. Wat niet echt vanzelfsprekend is en wijst op het feit dat K. de waarden van het katholieke geloof niet zo serieus neemt, waardoor we meteen aan de echtheid van zijn bewering dat hij de landmeter is kunnen twijfelen. K beweert dan wel landmeter te zijn, maar levert daar geen enkel schriftelijk bewijs van.

Het slot zit vol ambtenaren, secretarissen en andere parasieten, maar deze leveren niet echt merkbaar werk.

Het dorp heeft 2 herbergen: een voor het gewone volk en een voor de heren van het Slot om zich op het vrouwelijk schoon te botvieren.

Er is maar 1 seizoen: altijd winter, sneeuw en er rijden geen treinen en slechts een beperkt aantal auto's.

Kafka's wereld is een wereld naast, onder, boven of tussen, maar zeker niet ín onze wereld. Hij bevat alles wat van de werkelijkheid is afgeleid, maar in werkelijkheid niet bestaat.

K bevindt zich op het einde van het boek en zijn zoektocht even ver van het slot als in het begin.

Kafka wilde de politieke en sociale toestanden in Tchoslowakije, het katholiek-joodse geloof en de gevoelens van de mens uit zijn tijd in de verf zetten (bronvermelding: Het Slot-Franz Kafka, NRC Handelsblad 29/10/1982, 10/12/1982, De Standaard 26/11/1983, De Groene Amsterdammer 6/3/1985), waarin hij geslaagd is door de duistere symbolen als het slot en de ambtenaren van het slot, tegen wie men niet kan spreken en die als het ware onzichtbaar blijven voor de gewone dorpelingen, te gebruiken.



expressionistisch: vervreemding van zijn omgeving en menselijke onmacht(tegenover een bureaucratische maatschappij en het metafysische noodlot): de dorpelingen weten niets van het slot en leggen zich daar gewoon bij neer. Zo zullen zij zich nooit onnodig bij de vertrekken van de assistenten in het herrenhof begeven omdat hen dat steeds zo werd ingeprent.

Voor K. vormen het dorp en de weg naar het slot een labyrint waar hij niet tot de kern (het slot) lijkt te komen en hij slechts slentergewijs een stapje dichter bij 'de waarheid' komt.

De dorpelingen zijn zeer pessimistisch, ze hebben geen zicht op toekomst of iets maken van hun leven.

De kritische analyse vd menselijke conditie staat centraal in de existentialistische probleemroman. K. begrijpt bijvoorbeeld niet hoe het kan dat Barnabas, die bijna elke dag op het slot aanwezig is, nooit geprobeerd heeft een hogere aan te spreken of iets te weten te komen. Hij begrijpt ook niet hoe de dorpelingen zo'n ontzag kunnen hebben voor de heren van het slot als ze hen amper gezien hebben (in vraag stellen van het niet zelf geziene vgl. 'ongelovige Thomas') en wanneer het slot eigenlijk niets concreets doet voor de dorpelingen.

De waardin van de herberg ontfermt zich over Frieda en beschuldigt K ervan dat hij Frieda uit haar gelukzalige toestand heeft gehaald. De dorpelingen nemen aan dat alles van het slot sowieso goed en al de rest slecht is.

Alles in het dorp wordt in twijfel getrokken in 'het slot': De liefde van K voor Frieda en omgekeerd, het belang en de functie van het slot, is K écht een landmeter of niet? op een bepaald moment vraagt hij zichzelf af wie hij is (depersonalisatie).

De mensen uit het dorp staan voor de protype zoekende, vereenzaamde mens. In 'het slot' brengt kafka het wezen van de 20ste eeuw tot uiting.



Bouwstenen

1. Hoofdpersonages




K.



1. Relatie thema - hoofdpersonage:

K. merkt gedurende zijn eerste uren in het dorp al de impact van het slot op de dorpelingen en is geïntigeerd door de autoritaire invloed van een mysterieuze overheid. Hij besluit op onderzoek uit te gaan en probeert de werking van het slot te doorgronden, maar dit lijkt hem, hoe harder hij probeert, almaar minder te lukken.



K. probeert ook alles wat enigszins met het slot te maken heeft door te krijgen, zoals bijvoorbeeld het incident tussen Amalia en Sortini door met Olga te praten. Hij onderzoekt ook de situatie van Barnabas die hem het best ontving en hem 2 brieven van het slot bracht.



K. denkt dat hij via Frieda, door haar relatie met Klamm, meer te weten kan komen over het slot, maar stuit uiteindelijk op de ontdekking dat hij gebruikt werd door diegene waarvan hij dacht dat hij hield en dat Frieda de geruchten over haar en Klamm misbruikte om haar 'standing' als buffetjuffrouw veilig te stellen.



K.is niet welkom bij de plaatselijke bevolking, maar dit laat hem echter koud. Hij houdt voet bij stuk dat hij de werking van het slot verder zal onderzoeken.



K. is betrekkelijk vrij door zich uit te geven voor landmeter. Het slot verwachte een paar jaar eerder een landmeter en kan nu eindelijk afgeraken van de brieven gericht tot de landmeter. K. hoeft zich geheel niet te verantwoorden voor zijn inactiviteit, noch te identificeren als zijnde de eigenlijke landmeter.



2. Spanningsverhouding hoofdpersonage - andere personages:

Barnabas, een bode tussen het dorp en het Slot, of denkt dat althans (hij krijgt immers alleen nutteloze boodschappen te berichten), laat K even in zijn huis om te eten te drinken en op positieve te komen. Hij vertolkt min of meer een adjuvante rol, daar hij de enige is die zorgt voor -al dan niet geheel onpersoonliujke- communicatie tussen het slot en K.



De heren van het slot blijven onzichtbaar (behalve Klamm) en onbereikbaar voor K. en regelen zowat al het reilen en zeilen van een doods dorp, zij zijn de bazen van het slot, die sowieso tot de hoogste rang behoren en tot wie je niet mag en kan spreken. De landmeter hield vele ambtenaren bezig, wat de enige en onbelangrijke verbintenis tussen K. en het slot inhoudt. Zij vormen een belangrijk deel van het uiteindelijke doel van K., maar blijven standvastig onbereikbaar. we kunnen dus stellen dat zij de antagonisten zijn.



. Olga neemt K. mee naar een herberg waar Frieda, de kelnerin, ontmoet. Olga is ook de zus van Amalia, beide zussen van Barnabas. Hun familie werd van hoog aanzien naar afgunst gedoemd door Amalia die heel consequent, maar abrupt reageerde op een brief van Sortini, een van de belangrijke en mysterieuze heren van het slot. Voor K. is ze een medestander daar zij hem heel wat kan vertellen over de heren van het slot en vooral Sortini. Hij is er uiteindelijk niet zo veel mee, maar tracht hen ook wat te helpen.



Frieda toont K Klamm, een hoge piet van het slot en tevens haar vriendje, via een gat in de muur van zijn bureau. K besluit meteen beslag te leggen op Frieda en laat het niet na haar meteen ook ten huwelijk te vragen. K wil met Klamm over Frieda praten, maar krijgt van een secretaris van Klamm te horen dat hij hem nooit zal ontmoeten. Frieda verlaat K omdat ze denkt dat hij iets heeft met Olga en redeneert zo dat hij haar toch niet meer nodig heeft omdat K zijn plannen om Klamm te spreken en naar het slot te gaan heeft laten varen.

Het verhaal eindigt met een konversatie tussen de waardin en K waaruit we kunnen concluderen dat ze terug (net als vroeger) Klamm's vriendinnetje mag zijn.

Eerst was ze voor K. een medestander omdat K. hoopte dat ze hem dichter bij Klamm zou brengen, maar uiteindelijk hield ze hem aan het lijntje en was ze een antagonist.



Het Slot (Das Schloss)

Het verhaal


K komt na een lange tocht aan in het dorp en gaat naar een herberg waar hij van plan is in een strozak de nacht door te brengen. Het slot bezit echter het volledige dorp en K heeft een vergunning nodig voor zijn verblijf. K zegt dat hij landmeter is voor de graaf en heeft bijgevolg geen vergunning nodig. Er werd een landmeter verwacht en K heeft meer vrijheid als landmeter: hij slaapt en eet goed en zal goed betaald worden.

Het slot zelf heeft pronk noch praal en er heest een mysterieuze sfeer rond het slot, de graaf en de personen van het slot. K gaat op weg naar slot, maar lijkt niet echt dichterbij te komen. Hoe hardnekkiger K poogt het Slot te bereiken, des te krachtiger wordt hij afgewezen.

Niemand wil iets met het slot te maken hebben,

K's assistenten (tweeling) zijn gearriveerd, maar beschikken niet over de nodige apparatuur en weten niets van landmeten af, doch K blijft professioneel.

De heren van het slot blijven onzichtbaar en regelen zowat al het reilen en zeilen van een doods dorp. K heeft meer ontzag voor de boeren, de waard en de gewone man dan voor de mensen en zijn bazen van het slot, die sowieso tot de hoogste rang behoren en tot wie je niet mag en kan spreken. Wat van het slot komt is korrekt en wordt niet in vraag gesteld, K is echter een vreemdeling en is bijgevolg overtollig, niets.

Barnabas, een bode tussen het dorp en het Slot, of denkt dat althans (krijgt alleen nutteloze boodschappen te berichten), laat K even in zijn huis om te eten te drinken en op positieve te komen. Olga neemt hem mee naar een herberg waar K Frieda, de kelnerin, ontmoet. Ze toont K Klamm, een hoge piet van het slot en tevens haar vriendje, via een gat in de muur van zijn bureau. K besluit meteen beslag te leggen op Frieda en laat het niet na haar meteen ook ten huwelijk te vragen. K wil met Klamm over Frieda praten, maar krijgt van een secretaris van Klamm te horen dat hij hem nooit zal ontmoeten. ,

K moet naar gemeentehuis en hoopt daar meer inlichtingen te krijgen over zijn toestand en het slot. De burgemeester ligt in bed, hij is ziek en verteld K dat het dorp geen landmeter nodig heeft. Vroeger was er wel nood aan een landmeter, maar bij de aanstelling van de landmeter verstreken vele jaren en verwaterde het hele idee. De burgemeester geeft min of meer toe dat het slot een fout maakte, maar zegt dat men dat moet aanvaarden, want het is perfect en men kan het niet zeggen dat het slot een fout maakt. De landmeter hield vele ambtenaren bezig en de boeren zien niets goed in landmeter omdat zijn komst duidde op de herverdeling van de gronden.

Alle contacten met het slot lijken schijn of zijn onduidelijk. Directe communicatie met het slot gebeurt via de telefoon, waardoor men niet zeker is of men de juiste persoon aan de lijn heeft.

Frieda verwijt K dat hij haar alleen wou gebruiken om in het slot te raken en dat hij door toeval met haar in contact en haar als eerste de beste gebruikte om zijn doel te bereiken.

De dorpelingen zijn bang om uit het gareel te stappen. iedereen weet alles, maar niemand zegt iets. Wanneer Amalia, de zus van Olga en Barnabas een brief van Sortini ontvangt en die verscheurt, wordt het gezin vervloekt en genieten de schoenmaker en zijn gezin geen aanzien meer in het dorp. De vader probeert alles goed te maken, maar weet niet goed wat hij goed moet maken.

Frieda verlaat K omdat ze denkt dat hij iets heeft met Olga en redeneert zo dat hij haar toch niet meer nodig heeft omdat K zijn plannen om Klamm te spreken en naar het slot te gaan heeft laten varen.

Het verhaal eindigt met een konversatie tussen de waardin en K waaruit we kunnen concluderen dat ze terug (net als vroeger) Klamm's vriendinnetje mag zijn.

(open einde)



FranzKafka



Of: 'Waarom Franz Kafka zich volledig in zijn slot verschanste'



Franz Kafka werd in 1883 in Praag geboren en bleef voor het overgrote deel van zijn leven bij zijn ouders wonen. Hij kon niet opschieten met zijn ouders die voortdurend aanmerkingen op hem maakten, hoewel hij het niet naliet te koketteren met de haat-liefde die hem aan zijn ouders ketenden. Zo schreef hij ooit een brief naar vader van maar liefst zestienduizend woorden, maar gaf hem aan zijn moeder.

Kafka's vader nam zijn zoon zijn vegetarisme niet in dank af daar zijn vader het beroep van slager uitoefende.

Wanneer Kafka reeds de leeftijd van 30 bereikt had controleerde zijn moeder hem nog steeds op het bezit van brieven en confronteerde hem dan met de inhoud wanneer die volgens haar noemenswaardig was.

Vader en moeder apprecieerden het geschrijf van zoonlief allerminst. Ze vonden het nog schrikwekkender dat Kafka, die zich desalniettemin driemaal verloofde, niet trouwde.

In 1924 vond de schrijver op 40-jarige leeftijd de eeuwige rust in het ouderlijk huis door een aanslepende longziekte.

Voor zijn dood was Kafka zo goed als onbekend, maar verwierf in de laatste jaren 30 wereldwijde naambekendheid.

Kafka was ervan overtuigd dat hij niets van waarde had voortgebracht en zijn leven ten onrechte volledig aan het schrijven had opgeofferd, een van de redenen waarom hij niet veel publiceerde, ook zijn longziekte gebruikte hij als excuus.

Kafka was zich bewust van zijn schrijverstalent en beschouwde zijn totale eenzaamheid en geïsoleerdheid als een kreatieve waarde.

Hij was ambtenaar aan een instituut voor sociale verzekeringen, wat volgens hem niet samenging met schrijven, waardoor Die Verwandlung, Der Prozess en Das Schloss, naast Amerika Kafka's derde en laatste roman, onafgewerkt bleven.

Kafka had iets tegen 'leuren' met zijn werk, doch ene Max Brod probeerde toch bij enkele tijdschriften en uitgevers iets van Kafka te publiceren en bleef dit doen, ook na Kafka's dood. Hij ging de geschiedenis in als 'vriend van Kafka'.

Kafka's uitgever stimuleerde hem alles behalve, terwijl hij over "mijn auteur" sprak als hij het over Kafka had nadat deze wereldberoemd was geworden,

Hij schreef veel in zijn tijd toen hij door ziekte op vervroegd pensioen moest gaan en in Berlijn woonde, maar vernietigde het dan weer of werkte het niet af omdat hij niet tevreden was over het neergepende, terwijl net die boeken (bv. Das Schloss en Der Prozess) hem wereldberoemd maakten,

Nog voor de originele teksten persklaar waren overleed Kafka en werden de teksten herwerkt om ze leesbaar te maken.



Over Het Slot...

De thema's van het boek zijn:

-mens is onherroepelijk gekluisterd aan onbegrijpelijke verplichtingen door zijn afkomst en omgeving.

-ontsporingen van de gebruikelijke logica, kan men zonder God leven? Alles is twijfel: liefde van K voor Frieda, belang en functie van het slot. Is K écht een landmeter of niet? op een bepaald moment vraagt hij zichzelf af wie hij is (depersonalisatie).

-De grens tussen werkelijkheid en droom, waarheid en leugen, rechtvaardigheid en onrecht.

-De mensenuit het dorp staan voor de protype zoekende, vereenzaamde mens.

Vermoed wordt, dat K staat voor Kafka zelf. De roman is een soort wens van Kafka. Hij deed als het ware aan therapeutisch schrijven om zijn (seks-)leven te compenseren, maar bracht tegelijk ook het wezen van de 20ste eeuw tot uiting.

Is K een oplichter? Dan toch niet meer dan de dorpelingen die hem wantrouwen en de ambtenaren van het slot die hem voor de gek houden. Men vermoedt dat hij enkel een low-budget reizende landloper was die het landmeter-zijn als een welkome smoes gebruikte. We vernemen in het boek niets over honger of slaapproblemen, dus dat zat ook wel snor...

K is een welkome gast voor het Slot, daar K als het ware gratis publiciteit vvor hen is. Ze houden hem met brieven aan het lijntje en zien er met behulp van K's assistenten op toe dat hij zijn heil niet elders gaat zoeken.

K praat wel over de wagen met het instrumentarium, zijn vrouw en kinderen, maar maakt er zich niet echt zorgen om. Hij papt de tweede avond zelfs aan met de kelnerin Frieda en laat het niet na haar ten huwelijk te vragen.

K beweert dan wel landmeter te zijn, maar levert daar geen enkel schriftelijk bewijs van en men biedt hem alleen een job aan als conciërge op school. Ook aan het slot zit een geurtje: het zit vol ambtenaren, secretarissen en andere parasieten, maar deze leveren niet echt merkbaar werk.

Het dorp heeft 2 herbergen: een voor het gewone volk en een voor de heren van het Slot om zich op het vrouwelijk schoon te botvieren.

Er is maar 1 seizoen: altijd winter, sneeuw en er rijden geen treinen, noch auto's.

Kafka's wereld is een wereld naast, onder, boven of tussen, maar zeker niet ín onze wereld. Hij bevat alles wat van de werkelijkheid is afgeleid, maar in werkelijkheid niet bestaat.

K bevindt zich op het einde van het boeken van 261 pagina's (oorspronkelijk 417 pagina's) even ver van het slot als in het begin.

Een vermoedelijk en mogelijk einde had kunnen zijn: K zou toch een zekere erkende positie verwerven, waardoor hij gedeeltelijke genoegdoening zou krijgen. Om zijn sterfbed verzamelden zich de dorpsbewoners en juist toen arriveerde van het slot de beslissing dat K weliswaar geen recht had in het dorp te wonen, maar dat men hem op grond van bepaalde bijkomstige omstandigheden hem toestond er te leven en te werken. Maar waaraan? Terwijl K nooit even slaafs, nederig, noch angstig of kruiperig stond tegenover de heren van het slot als de rest van de dorpelingen.



Persoonlijk

Blijdschap vervult mijn ziel dat ik het hardnekkig heb volgehouden een boek van Kafka te verslinden, maar hij zal zeker en vast niet tot mijn favorieten gaan horen daar het boek door mij saai bevonden werd en ik het absoluut geen aanrader vind voor anderen.

Het boek zal me vast en zeker bijblijven.

Bij dit soort boeken is het angenamer óver het boek iets te lezen, dan het boek zelf te lezen. Kafka wilde de politieken en sociale toestanden in Tchoslowakije, het katholiek-joodse geloof en de gevoelens van de mens uit zijn tijd in de verf zetten, waarin hij geslaagd is door de duistere symbolen als het slot en de ambtenaren van het slot, tegen wie men niet kan spreken en die als het ware onzichtbaar blijven voor de gewone dorpelingen, te gebruiken.

Ik heb het boek in één stuk uitgelezen daar ik in tijdnood kwam en ben reeds 5 dagen als een kluizenaar tot 2 uur in de nacht actief geweest. Ik vind van mezelf dat ik de komendenachtrust wel verdiend heb...
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen