Boekverslag : Yvonne Keuls - Jan Rap En Z'n Maat
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3267 woorden.

Titel en Auteur.

Jan Rap en z’n maat is geschreven door Yvonne Keuls.



Jaar van uitgave.

Eerste druk: 1977

Ik heb de 22e druk gelezen.

Het boek is door Ambo uitgegeven.



Aantal bladzijden.

Het boek heeft 242 bladzijden.



Datum boekverslag.

Datum nu: 27/01/2003

Inleverdatum:



Typering.

Het boek is een psychologische roman. De personen hebben niet echt bestaan, maar hebben wel de eigenschappen van personen die Yvonne Keuls in het opvanghuis is tegengekomen. Yvonne heeft er 21 samengesteld. Je krijgt veel te horen over de gevoelens van de personen.



Samenvatting.

Het verhaal speelt in een opvanghuis. Dat opvanghuis is opgericht door een aantal mensen. Dat zijn ook meteen de leiders. Het huis kan rondkomen door sponsors en giften van mensen.

Er komen een aantal mensen naar het opvanghuis toe. Ze willen opnieuw beginnen, uit hun problemen komen of ze kunnen nergens anders naartoe.

De eerste die binnenkomt is Joop. Hij heeft al 2 zelfmoordpogingen gedaan. Hij ligt in het ziekenhuis en weet niet waar hij daarna naartoe moet. Yvonne zoekt hem vaak op. Zijn arm is verlamd. Hij krijgt een goede band met Yvonne. Langzaam maar zeker leert hij zijn arm weer te bewegen. Dat is een soort van zijn motivatie om te leven.

Vervolgens komt Janneke. Ze wordt door haar vriend Ben mishandeld. Ze is helemaal overstuur en niet van plan om te blijven. Toch krijgen de begeleiders haar zover dat ze even blijft. Ze komen erachter dat Janneke zwanger is. Zijzelf wil abortus, maar haar vriend Ben wil een gezinnetje. Als Ben komt, gaat ze toch weer met hem mee.

De volgende dag komen Gemma en Charrie. Beide hebben ze in veel tehuizen gezeten. Charrie is als de dood voor de politie. Charrie kan in zijn eentje niet slapen en legt zijn matras steeds naast het bed van Gemma. Na een poosje kan Gemma bij een hondentrimmer terecht. Ze staat al snel weer op de stoep. Hij bleek ook een bordeel te hebben.

Twee dagen later zijn Lenny en Klaasje gekomen. Lenny is gevlucht uit een psychiatrische inrichting (ze zat daar door zelfmoord en drugs). Haar moeder wil helemaal niets van haar weten, wat ze maar niet kan verwerken. Steeds gaat ze bij haar moeder op bezoek en steeds komt ze weer heel teleurgesteld terug.

Klaasje komt uit het ziekenhuis. Zijn pleegmoeder kon het niet meer aan en had hem gedwongen een pakje shag te eten. Lenny heeft veel problemen met iedereen. Als ze boos is smijt ze alles wat ze kan vinden door de kamer.

Pieter komt binnen. Hij steelt veel, en heeft ook nog eens luizen. Als hij er een tijdje is, komt hij met een gestolen videorecorder. Hij gaat het samen met Ruud terugbrengen. Hij heeft een enorme schuld bij een dealer, en vandaar komt hij niet uit dat wereldje. Het opvanghuis betaalt de schuld af.

Op de dag dat Joop uit het ziekenhuis komt, komen ook Ali en Derek.

Ali is een erg agressief meisje. Ze is weggelopen uit een kindertehuis.

Derek is een overdreven homo, die constant aandacht wil. Hij zorgt ook voor veel conflicten, want niemand kan zijn gezeur aanhoren.

Er word aan Gemma duidelijk gemaakt dat ze therapie nodig heeft om beter met mensen om te kunnen gaan (ze heeft haar moeder ontmoet, maar kan het niet aan). Derek gaat ook weg. Hij gaat als ‘boy’ bij twee mannen in huis tot hij iets anders heeft. Een paar dagen later staat hij weer op de stoep.

Cor komt een paar dagen later. Hij kruipt meteen in de grote stoel, waar hij niet meer uitkomt. Hij is aan de drugs, en erg onberekenbaar.

Charrie mag op een manege gaan werken. Hij heeft het altijd over zijn vader uit Duitsland die heel veel met paarden deed.

Een paar dagen later valt Cor Tymen aan met een mes. Niemand gewond, maar het is duidelijk dat Cor af moet kicken. Hij gaat zelf naar een afkickcentrum, en hij komt de rest van het boek niet meer terug.

Dan komt het witte-huizenplan. Een huis met kamers voor de kinderen die nergens heen kunnen. Ze wonen daar onder begeleiding van studenten sociologie.

Ali, Pieter, Joop, Klaasje en Lenny gaan daar wonen.

Dan komen Laura en Maaike. Zij zijn thuis weggelopen doordat hun vader misbruik van ze maakte. Maaike heeft abortus gehad en daardoor problemen met haar Surinaamse ex-vriend. Laura gaat in huis bij een lerares. Maaike blijft in het opvanghuis om rustig te kunnen studeren.

Gemma loopt weg van de instelling waar ze leert om te gaan met mensen. Ze gaat toch weer snel terug.

Nico komt. Hij wordt door een maatschappelijk werker gebracht. Zijn moeder is dood en zijn vader verwaarloost het gezin. Veel ruzie.

Lenny kan ik een bejaardenhuis gaan werken, voor Derek is een opleiding gevonden, en Ali en Klaasje hebben ook werk.

Dan komen Hannes en Hanneke. Ze kunnen geen seconde zonder elkaar. Hanneke is zwanger. Ze zijn gevlucht door de bemoeizucht van Hanneke’s ouders. Ze zijn bang dat de ouders veel te veel invloed zullen hebben.

Arnold en Louis komen. Arnold heeft een zelfmoordpoging gedaan. Hij gaat al snel weer terug naar zijn vriend. Louis heeft last van driftaanvallen. Hij is erg sterk en sloopt het hele huis als hij boos is. Als het echt uit de hand is gelopen gaat Louis naar een crisiscentrum, en gaat het opvanghuis voor een week dicht. De mensen worden allemaal ergens ondergebracht. Alleen Yvonne blijft wachten op Gemma die eindelijk de puntjes bijeen heeft, zodat ze een weekendje naar ‘huis’ (het opvanghuis) mag.



Tijd.

De gebeurtenissen zijn in de verleden tijd opgeschreven.

De verhaaltijd is van 1 december t/m 18 maart. Dus ongeveer 15 weken.

De leestijd is ongeveer 7 tot 8 uur.

In het boek zitten geen opvallende versnellingen of vertragingen.

Ook flashbacks zitten er niet in. Alles is chronologisch verteld.



Ruimte.

Alle gebeurtenissen spelen zich af in het opvanghuis.

Er zijn niet echt plaatsen waar je van een belangenruimte kan spreken, maar er is wel een naam die me opviel. Een jongen die Pieter Juweel heette. Hij was altijd aan het stelen. Vond ik wel een toepasselijke naam, maar het is geen belangenruimte.



Personen.

Leiding:

- Yvonne. Zij is de hoofdpersoon. Het is haar dagboek dat je leest. Ze heeft drie kinderen, en zelf heeft ze een erg fijne jeugd gehad. Ze is lief, meelevend en realistisch. Ze maakt bij de kinderen in het opvanghuis veel los, en bijna iedereen vertrouwt haar.

- Tymen. Hij is coördinator van het opvanghuis. Hij is 26 jaar. Hij is een sterk voorstander dat alles overlegd word. Ook als dat eigenlijk niet mogelijk is, en er snel beslissingen genomen moeten worden. Veel kinderen hebben moeite met hem, zonder echte reden

- Bas. Hij is ook een coördinator. Hij is 46 jaar oud. Hij is net als Tymen voorstander van alles bespreken. Hij is een sociaal werker.

- Ina. Zij is zorgzaam en erg lief voor iedereen. Ze schiet wel snel in de stress, maar neemt uiteindelijk toch de goede beslissingen. Ze is erg betrokken bij de kinderen. Ze heeft kinderrecht en psychologie gestudeerd.

- Klaas. Klaas is eigenlijk onderhoudsman, maar omdat de kinderen hem erg vertrouwden heeft hij een vaste aanstelling gekregen. Hij heeft zelf een achtergrond van kindertehuizen, en daarom begrijpt hij de kinderen zo goed. Hij is erg realistisch en soms een nogal sarcastisch.

- Ruud. Hij is de drugsspecialist. Hij was zelf aan de drugs, en weet er alles vanaf. Ook kent hij iedere dealer in de stad, en de meesten zijn zelfs bang voor hem.

- Rem. Van hem hoor je niet veel. Hij loopt stage in het opvanghuis. Hij studeert psychologie.

- Koen. Hij is erg rechtvaardig. Kan het goed met de meeste kinderen vinden. Hij heeft vaak ruzie met Tymen en Bas. Koen vindt namelijk dat je zelf snel beslissingen moet kunnen nemen. Wat hij ook gewoon doet. Daarna krijgt hij altijd op zijn kop van Tymen en Bas.

- Tim. Hij is de rustigste van het stel. Hij kan iedereen tot rust brengen. Hij heeft veel ervaring met het soort kinderen die in het opvanghuis komen. Hij heeft een hele tijd buurtwerk gedaan.

- Elly. Van haar hoor je heel weinig. Ze is net klaar met de sociale academie. Ze loopt een beetje met iedereen mee. Ze is niet echt standvastig. Toch is ze wel erg goed voor de kinderen.

- Lissy. Daar hoor je ook niet veel over. Ze is erg zorgzaam en betrokken. Ze is duidelijk in wat ze vindt en wil, maar overdrijft niet.



Kinderen:

- Joop. Hij is 22 jaar oud. Hij heeft twee keer geprobeerd zelfmoord te plegen, maar dat is twee keer niet gelukt. Als hij in het ziekenhuis ligt, is zijn arm verlamd. Langzaam leert hij deze weer te bewegen. Dat geeft hem levenskracht. Zo gauw alles met die arm weer okee is, stort hij weer in. Hij wordt erg eenzaam en probeert weer zelfmoord te plegen.

- Janneke. Zij is maar heel kort in het opvanghuis geweest. Over haar hoor je niet heel veel. Ze is zwanger en wordt door haar vriend geslagen. Daarom weet ze niet of ze het kind wel wil houden. Als haar vriend (Ben) naar het opvanghuis komt, gaat ze toch weer met hem mee terug. Ze kijkt overal erg somber tegenaan. Ze maakt moeilijk vrienden met de andere bewoners.

- Gemma. Gemma is als een van de eersten in het opvanghuis. Ze komt op mij een beetje als het moedertje van het stel over. Ze scheldt en vloekt veel. Ze heeft in het opvanghuis al snel een eigen plekje veroverd. Ze heeft veel moeilijkheden met mensen omgaan. Dat is de conclusie van dokter Margriet. Daarom gaat ze naar Bloemendaal (naar een groep waar ze ook bij woont, en daar leert ze beter met mensen om te gaan). Gemma praat aan een stuk door. Ze is erg aanwezig. De andere bewoners kijken een beetje tegen haar op.

- Charrie. Hij is 16 jaar. Afgestaan door zijn vader en moeder. Zijn moeder wil hem terug, maar zijn stiefvader niet. Hij heeft het de hele tijd over zijn echte vader. Die woont in Duitsland (daarom komt hij Charrie nooit opzoeken. Denkt Charrie). Die vader zou veel met paarden doen. Dat wil Charrie ook graag. Hij stottert erg veel. Hij heeft ook een omgekeerd ritme; hij slaapt overdag en ’s nachts is hij wakker.

- Klaasje. Hij is ook 16 jaar. Hij is in het opvanghuis terechtgekomen omdat zijn pleegmoeder hem een pakje shag had laten eten. Hij is erg gehecht aan Klaas (zijn naamgenoot). Hij helpt Klaas altijd met vanalles te maken. In het begin was hij erg agressief, maar later vertrouwde hij de mensen en deed hij normaler.

- Lenny. Zij is 26 jaar. Ze is door drugs en problemen in een inrichting gekomen. Daar is ze weggelopen. Nu zit ze in het opvanghuis omdat ze nergens heen kan. Ze wil graag met bejaarden werken. Als ze haar zin niet krijgt gaat ze hard gillen en met dingen gooien. Ook blijft ze naar haar moeder gaan. Die moeder moet niets van haar weten en verzint steeds iets om haar niet binnen te laten. Lenny blijft maar naar haar moeder toegaan, en krijgt steeds weer een teleurstelling te verwerken.

- Pieter Juweel. Hij is 22 jaar. Hij steelt veel. Ook moet hij drugs dealen omdat hij een grote schuld bij een dealer heeft. Vroeger stal hij nooit zoveel. Hij kan zelf niet meer uit de problemen komen, maar dat wil hij wel. Hij wil op zichzelf wonen en werken voor zijn geld.

- Derek. Hij is een homo. Heel overdreven. Hij is snel geïrriteerd. Bij zijn vader en moeder kon hij niet terecht. Vandaar dat hij naar het opvanghuis ging. Hij heeft veel ruzie in het huis, omdat mensen zijn gezeur niet kunnen uitstaan.

- Ali. Zij is 16 jaar. Weggelopen uit een kindertehuis. In het begin vertrouwt ze niemand, en is erg agressief tegen iedereen die bij haar in de buurt komt. Ook zij wil graag op zichzelf wonen. Maar ze wil niet alleen zijn. Ze wil wel iemand om zich heen.

- Cor. Hij is 19 jaar. Hij had heel lang een vriendin, maar toen het uitging wist hij niet wat hij moest doen. Op straat is hij niet goed geworden (door drugs) en is na behandeling door de GGD naar het opvanghuis gekomen. In het begin vertrouwt hij helemaal niemand. Hij zit in een stoel met zijn buideltje (met wat geld en wat pillen) en zegt niets.

- Mia. Zij is nooit echt in het opvanghuis geweest. De ouders belden naar het opvangcentrum voor advies. Mia liep de hele dag met zelfmoordneigingen. De ouders waakten om de beurt bij haar. Ze ging naar het crisiscentrum. Daar pleegde ze zelfmoord.

- Laura. Zij is 17 jaar. Een zusje van Maaike. Ze zijn samen naar het opvanghuis gekomen omdat de toestand thuis niet meer ging (incest).

- Maaike. Zij is 18 jaar. Ze had een Surinaamse vriend. Ze had een abortus gehad, maar die vriend was het daar helemaal niet mee eens, en hij bleef haar lastig vallen. Het werd uitgepraat onder leiding van iemand van het opvanghuis. Dan wou Maaike ook haar examen halen. Ze kon in het opvanghuis beter studeren.

- Nico. Hij is 18 jaar. Nadat zijn moeder was overleden gaat zijn vader altijd naar de hoeren. Nico kan dat absoluut niet hebben. Hij heeft daar de hele tijd ruzie over met zijn vader. Hij kan het niet meer aan en komt in het opvanghuis. Met een maatschappelijk werker en begeleiders van het opvanghuis wordt het contact tussen hem en zijn vader weer wat beter.

- Hannes en Hanneke. Zij zijn 18 en 16 jaar oud. Ze zijn samen naar het opvanghuis gekomen omdat ze de bemoeienis van Hanneke’s ouders zat waren. Hanneke is zwanger. Het lijkt wel of ze niets zonder Hannes kan doen. Hannes is op van de zenuwen door de baby. Ze zijn een stabiele factor die enige rust veroorzaken in het geheel.

- Arnold. Hij is na een zelfmoordpoging in het opvanghuis gekomen. Hij had in Amsterdam een vriend. Derek zag hem wel zitten en dringt zich erg aan hem op. Arnold gaat er al snel weer vandoor.

- Edje. Hij is 16 jaar oud. Als hij zich rot voelt gaat hij onder de douche staan. Omdat hij nogal ontspoord is (inbraken, stelen) moest hij van zijn moeder naar een internaat. Daar is hij weggelopen. Hij ziet het allemaal niet meer zitten. Het internaat vindt het niet zo’n probleem. Ze vinden een afkoelingsperiode wel goed voor hem.

- Thomas. Hij is 18 jaar. Op school ging het eerst allemaal erg goed. Toen ging hij aan de drugs omdat hij eenzaam was. In het opvanghuis weten ze hem zover te krijgen dat hij naar een afkickkliniek gaat.

- Louis. Hij is 19 jaar. Hij is erg groot en bedreigend voor veel mensen in het huis. Hij heeft een paar keer een foute trip gehad, en hij heeft vaak last van woedeaanvallen. Omdat hij zo groot en sterk is, sloopt hij dan echt het hele huis. Hij wil niemand pijn doen, maar hij heeft zichzelf niet in de hand. Als hij zo’n aanval krijgt, gaat hij met Tim in de kelder flesjes tegen de muur kapotgooien.



De verhoudingen tussen de leiders is opzich wel goed, alleen zijn ze in twee groepen opgesplitst. Ze hebben verschillende ideeën.

In de groep zijn de verhoudingen (op enige uitbarstingen na) erg goed. Ze zitten tenslotte allemaal in ongeveer hetzelfde schuitje. Ze hebben wel steun aan elkaar. Er zijn soms ook wel uitbarstingen, maar die worden snel weer vergeten. Derek en Louis zijn een beetje de onrustveroorzakers.



Vertelwijze.

Het boek is in dagboekvorm geschreven. Je krijgt iedere dag beschreven door Yvonne. Je leest wat er allemaal gebeurt erg uitgebreid.

Structuur.

Het boek heeft 56 dagen uitgebreid beschreven.

Het boek begint met een beschrijving van de kamer van Yvonne in het opvanghuis.

Het einde is open. Het opvanghuis gaat voor een week dicht. Dan gaan ze met een nieuw doel opnieuw beginnen. Iedereen (kinderen, leiders) vraagt zich af of ze wel weer open zullen gaan. Dat is voor de lezer ook de vraag. Ik zou best een vervolg willen lezen als dat er was geweest.



Motieven.

Hulp (daar komen alle kinderen voor naar het opvanghuis)



Problemen (dit is wel het belangrijkste motief. Ieder kind in het opvanghuis zit daar vanwege problemen. Thuis, met zichzelf, vanalles. De kinderen komen daar om van die problemen af te komen. Ze willen geholpen worden.)



Eenzaamheid (daar hebben de meeste kinderen mee te maken. Ze zijn door hun familie afgestaan, en hebben in kindertehuizen gezeten.)



Vriendschap (in het opvanghuis leren de kinderen weer mensen te vertrouwen. Er komen vriendschappen uit. Het zullen geen vriendschappen voor het leven zijn, maar het is een begin.)



Woede (veel kinderen zijn gefrustreerd en kunnen daar niet goed mee omgaan. Ze worden agressief. Er gaat ook veel kapot in het opvanghuis. En dan vooral door Louis)



Liefde en aandacht (dat is wat elk kind daar nodig heeft. Dat hebben ze in de tehuizen niet echt gehad. Ze willen het niet zeggen, maar stiekem willen ze dat wel. Ze gaan ook allemaal naar Yvonne toe, die als de knuffelbeer overkomt.)



Ruzie (dat komt heel veel voor. Veel mensen liggen met elkaar overhoop. De leiders, maar ook de kinderen. Dan is het meestal een ruzie tussen een van de cliënten en een leider. Veel kinderen accepteren het gezag niet.)



Zichzelf overwinnen (dat is voor veel kinderen het doel. Ze willen zelfstandig worden en bijvoorbeeld van de drugs af. Ze willen opnieuw beginnen.)



Thema.

Kinderen die van hun problemen af willen, komen naar het opvanghuis om geholpen te worden.



Titel.

Jan Rap en z’n maat.

Als Gemma naar Bloemendaal gaat, moet ze op een formulier invullen door wie ze is opgevoed. Omdat ze in allemaal kindertehuizen heeft gezeten vult ze in: ‘Jan Rap en z’n maat.’ Dit geldt voor bijna alle kinderen. Ze hebben in verschillende tehuizen gezeten, en zijn door veel verschillende mensen opgevoed.



Mooiste gedeelte.

Het mooiste gedeelte vind ik dat het opvanghuis dichtgaat, en dat Yvonne op Gemma blijft wachten. Als Gemma aankomt ziet ze alleen Yvonne. Ze schrikt heel erg. Ze vindt het vreselijk dat het opvanghuis dichtgaat. Ook al is het maar tijdelijk. Gemma gaat op het stoepje zitten en wordt rood. Yvonne schrikt. Dat kan bij Gemma zoveel betekenen. Maar ze kiest het goede. Ze moet lachen en is blij dat Yvonne op haar heeft zitten wachten. Yvonne gooit een steentje naar Gemma’s hoofd, en ze rennen weer als eerst gillend achter elkaar aan over straat.



Andere boeken over ongeveer hetzelfde thema.

Daar heb ik me niet echt in verdiept.

De boeken die ik voor Nederlands dit jaar ga lezen/heb gelezen zijn wel allemaal van Yvonne Keuls;

- De moeder van David S.

- Het verrotte leven van Floortje Bloem.



Mening over het boek.

Ik vind het een erg mooi boek. Het is mooi beschreven. Ik kon me heel goed in de leiders en kinderen inleven. Het moet ook vreselijk geweest zijn wat die allemaal hebben meegemaakt. Het taalgebruik was ook niet te moeilijk, en het verhaal was dus erg pakkend.



Vergelijking.

Als ik het boek vergelijk met het boek: ‘Het verrotte leven van Floortje Bloem’ zie ik wel een paar gelijkenissen. Zowel Floortje als de kinderen in dit boek zijn door hun ouders verstoten. Allemaal zijn ze ongelukkig.

Een verschil is dat het met Floortje niet echt heel goed afloopt (aan de drugs, niemand die haar helpt), en dat het opvanghuis er juist is om mensen te helpen.

De schrijfstijl is wel hetzelfde. Allebei makkelijk te lezen, zonder al te veel lastige woorden.

Ikzelf vond dit boek beter. Het boek over Floortje Bloem vond ik op het laatst een beetje saai worden. Dat is met dit boek helemaal niet het geval. Dat komt denk ik doordat er steeds nieuwe personen bijkomen. Iedereen heeft een uitgesproken duidelijk karakter.

Ik vond het beide mooie boeken, maar dit boek vond ik leuker om te lezen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen