Boekverslag : Anke De Vries - De Rode Handschoen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1594 woorden.

Samenvatting:

Het boek speelt zich af in Frankrijk, 1944 tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als op een dag Isabelle met haar moeder in zijn dorp Mirac komt wonen, ze zijn beiden Joods. Isabelle wordt de vriendin van Patrick. Ze zijn altijd wel te vinden bij het meertje. Op een dag komt Isabelle niet opdagen in de schoolbus. Patrick is erg ongerust, vooral als de Milice in de bus opduikt. Hij krijgt een brief in zijn handen geduwd door een onbekende man. Er wordt hem de taak opgedragen om zo snel mogelijk de brief op het juiste adres af te leveren. Patrick spijbelt van school en wanneer hij de brief overhandigd wordt hem duidelijk dat het gaat om een Joodse man die meteen vlucht. Nog geen 5 minuten later rammelt de Milice al op de deur.

Aan het einde van de dag gaat hij langs Isabelles huis en vindt hij de achtergelaten rode handschoen. Het teken van Isabelle aan hem dat zij, haar moeder en madame Renaud opgepakt zijn door de Duitsers. Madame Renaud is zelf niet Joods. Alleen Patrick weet dat Isabelle (in het echt Sarah Hirsch) en haar moeder Joods zijn). Patrick is radeloos. Patrick zoekt hulp bij zijn oom. Zijn oom Bernard Duval, notaris, vertelt hem de volgende dag dat ze op het politie bureau vastzitten. Hij zou er alles aan doen hen vrij te krijgen. Bernard Duval staat in het dorp bekend als hulp voor de Joden om hen aan valse papieren te verschaffen en ze te kunnen laten onderduiken.

De volgende dag krijgt Bernard Duval hen vrij voor een flink bedrag. De notaris had de moeder van Isabelle met zijn familie eerder al ontmoet in de kerk. Hij schrok toen hij zag dat zij zijn ex was. Bernard Duval laat hun met nog een ander gezin vluchten naar Zwitserland met Japard (politieagent) die hen zal begeleiden door de bergen. Patrick is beduusd als hij dit nieuws hoort wanneer als blijkt dat ze al vertrokken zijn en hij geen afscheid meer kon nemen van Isabelle. Zijn oom vertelt aan Patrick dat Isabelle hem zal schrijven.

Claire, de zus van Vincent, vindt op straat een Joods jongetje waarvan zijn ouders opgepakt zijn. Hij heet Joseph en wist op tijd te ontsnappen aan de Duitsers. Hij krijgt bij Claire onderdak waar hij niet lang veilig is. De vader van Claire en Vincent, dokter Gustave, wordt opgepakt omdat hij iemand uit het verzet beter had gemaakt. Joseph vindt onderdak bij een vrouw waarbij Patrick de brief een poos terug heeft afgeleverd. Claire is de beste vriendin van Isabelle. Daarom kan Patrick goed met haar over Isabelle praten.

Vincent vraagt aan Patrick, wanneer zijn vader is opgepakt, of Joseph bij hem onderdag kan vinden. Samen brengen ze Joseph op de fiets naar Mirac waar ze op hun weg de Milice tegenkomt. Patrick komt erachter dat hij met één van het stel bevriend is. Maar Vincent vertelt hem dat dat helemaal niet zo het geval is en dat hij hem af en toe tegenkomt in het café.

Wanneer Duval bij zijn zuster Suzanne (Patricks moeder) langskomt, merkt Duval Joseph op en krijgt Suzanne de volle laag. Zijn zuster verdedigd zich door Duval aan haar overleden Joodse man te herinneren.

Wanneer Bernard Duval naar de kapper gaat om zich te laten scheren, veert hij op uit zijn stoel waarneer hij van de kapper hoort dat Japard wordt vermist.

Nicolas, jager van beroep, krijgt een onderduiker bij hem in huis: monsieur Jaques en is marktkoopman. Monsieur Jaques vertelt Nicolas en Gustave over de notaris.

Het blijkt dat Bernard Duval samenwerkt met de milice, de Franse politie die samenwerkt met de Duiters. Hij levert Joden over aan Japard, die hen ’helpt vluchten’ naar Zwiterserland. Onderweg schiet hij ze dood. Bernard Duval laat Japard het vuile werk opknappen en pronkt zelf met hun bezittingen. In het geval van Isabelle kwam hem het goed uit om te beweren dat hij het voor Patrick deed en zo een held werd voor hem. Maar op hun tocht door de bergen raken Isabelle en haar moeder een eind van de groep vandaan doordat Isabelles moeder ernstig was toegetakeld op het politiebureau. Ineens hoorde ze verderop schoten en raakt het Joodse gezin om het leven en raakt Japard in het gevecht ernstig gewond.

Nicolas, Gustave en Monsieur Jaques gaan diezelfde avond naar het huis van de notaris. Gustave die regelmatig Duval tegenkomt op werkgebied kon onopgemerkt die middag vragen of zijn vrouw Gaby die avond ging bridgen. Gustave belt die avond bij de notaris aan en overvalt hem met zijn geweer. Die avond vermoord de dokter hem in zijn werkkamer. Ze doen net of het op zelfmoord is gebleken wanneer de dokter zijn doodverklaring vastlegt.

Meteen gaan alle verhalen over de notaris de ronde in het dorp. En vertelt de kapper iedere klant over zijn aanvaring met de notaris toen hijzelf over Japard begon. Maar niemand komt achter de dood van Bernard Duval.

Patrick en Vincent worden vrienden en spelen veel met Joseph en leren hem hoe hij zich moet verstoppen wanneer de Duitsers hun huiszoekingen komen doen. Ook tante Gaby past veel op Joseph. Nicolas merkt hen op tijdens een van zijn strooptochten. Hij levert enkele keren wild af bij Gaby en verraad Joseph niet.

Dan krijgt Patrick een brief van Isabelle.



Titelverklaring:

Wanneer Isabelle met haar moeder vanuit Parijs in Mirac komen wonen raken Isabelle en Patrick bevriend. Isabelle heeft haar diepste geheim aan Patrick toevertrouwd dat zij Joods zijn. Als teken voor Patrick zal Isabelle haar rode handschoen achterlaten wanneer ze werd opgepakt door de Duitsers.



Personages:

- Isabelle: Joodse vluchtelinge, vriendin van Patrick. Ze is erg sterk, gevoelig, stemmingwisselend.

- Patrick: zijn Joodse vader is overleden. Is goed bevriend met zijn oom Bernard. dapper, verlegen erg verliefd op Isabelle.

- Claire: dochter van Gustave. Vriendin van Isabelle. Ze is erg zorgzaam, heeft een goede band met haar moeder.

- Vincent: halfbroer van Claire. Erg stoer maar diep in zijn hart een goede jongen. Is een klasgenoot van Patrick en raakt bevriend met hem.

- Joseph: kleine Joodse onderduiker. bang, onrustig.

- Bernard Duval: notaris.werkt in het geheim samen met de Milice, Franse politie die samenwerkt met de Duitsers. Hij regelt zijn zaakjes goed, is een man die zijn afspraken nakomt. Is onrustig, bescheiden en beleefd.

- Gustave: dokter. Zegt wat hij vindt. Betrouwbaar.

- Nicolas: een zware roker. Jager. Zeer hulpvaardig, betrouwbaar.

- Monieur Jaques: marktkoopman, Joodse onderduiker, eerlijk, oprecht en humoristisch.

- Suzanne: moeder van Patrick, zus van Bernard. Zorgzaam, eerlijk, zegt wat ze denkt.

- Kapper: houdt van een praatje, praat graag over andere mensen, kletser, druk.



Eigen mening:

Ik vind het opzet van het boek zeer goed. Naarmate in het verhaal kom je erachter dat er een heel verhaal tussen de personages samenhangt. Het is een spannend en meelevend verhaal. Verraad, verdriet, meeleven, benijdt, racisme, haat en liefde spelen in dit verhaal een grote rol. Het is een zeer makkelijk boek om te lezen maar je moet je gedachten er wel goed bij houden om niets te missen. Er gebeurd zeer veel in dit boek. Ik vind het spannend om te lezen hoe de gebeurtenissen rond Bernard Duval en Isabelle verloopt. Ook kun je goed met Joseph, Isabelle en Patrick meeleven hoewel ik nooit in een oorlogssituatie ben geraakt. Bovendien vind ik dat sommige gebeurtenissen niet altijd voorspelbaar zijn.

Normaal kies ik nooit een boek over de Tweede Wereldoorlog maar dit boek vind ik spannend door de spanning rondom de Jodenvervolging van de angst van de Joodse mensen.

Het grootste anti-climaxmoment vind ik het einde van het boek. Het heeft een open einde waar ik nooit van hou. Hoewel je toch weet dat Isabelle en haar moeder veilig zijn, en misschien het hele dorp achter de waarheid rondom de moord van de notaris komt, wil ik weten hoe het verhaal met Isabelle en Patrick in de toekomst zal verlopen.



Anke de Vries

Anke de Vries, geboren op 5 december 1936 te Sellingen (Groningen), groeide op in Gelderland, op de Veluwe.

Na de lagere school ging Anke naar de Mulo, de voorloper van de MAVO, want dat vond haar vader wel voldoende.

Na haar schooltijd begon ze samen met haar broers een drogisterij in het dorp waar ze woonde. Ook maakte ze veel reizen naar o.a. Griekenland en Frankrijk. In 1957 trouwde ze met de Fransman Laurent Felix- Faure. Ze woonde met hem een aantal jaren in het buitelland, o.a. in Pakistan. Sinds 1963 woont ze in Den Haag. Ze heeft een zoon en twee dochters gekregen.

Na een cursus schrijven verscheen in 1972 haar eerst boek. Anke de Vries heeft tot nu toe 9 kinderjury prijzen gewonnen.

Toen ze eenmaal met schrijven begon , liet ze veel van haar verhalen in de Franse omgeving spelen. De typisch Franse sfeer brengt bovendien haar fantasie op gang.

Enkele voorbeelden van haar jeugdboeken zijn: Blauwe plekken, Kladwerk, Medeplichtig, Weg uit het verleden en Opstand! In totaal heeft Anke de Vries maar liefst 58 boeken geschreven.

Anke de Vries vindt het heel belangrijk dat de lezer zich in haar verhaal kan plaatsen. Om dat te bereiken geeft ze haar verhaalpersonen opvallende eigenschappen en laat ze hen dingen denken en doen die voorspelbaar en geloofwaardig zijn. Anke hoopt dat de lezer met het meeleven van de personen iets toevoegt aan eigen ervaringen. Wat haar interesseert is hoe bepaalde mensen hun problemen oplossen. Bij het schrijven vraagt ze zich steeds af hoe iemand zich in een bepaalde situatie zal gedragen.

Met de rode handschoen wil Anke de Vries als doel een mooi verhaal vertellen, en het geven van een boodschap: je moet niet iedereen op z’n uiterlijk en z’n gedrag naar buiten beoordelen, want achter ieder persoon verschuilt van binnen zich een heel ander persoon.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen