Boekverslag : Tessa De Loo - De Meisjes Van De Suikerwerkfabriek
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2735 woorden.

Auteur: Tessa de Loo, pseudoniem van Johanna Martina (Tineke) Duyvené de Wit

Titel: De meisjes van de suikerwerkfabriek

Uitgever: De Arbeiderspers, Amsterdam

ISBN: 90 70038 68 4

Jaar van 1e uitgave: 1983



Het boek dat ik heb gelezen is uitgegeven in 1984.

De genres van de verhalen zijn liefde en vriendschap.



Motivatie van keuze

Ik heb dit boek uitgekozen omdat ik op de tv wel eens van de schrijfster gehoord heb. Verder heeft mijn moeder dit boek een keer gekocht, dus het stond bij ons thuis in de boekenkast. Ik hoefde dus niet naar de bieb speciaal voor een boek voor literatuur.

Ik vind het wel leuk om af en toe een boek te lezen dat uit meerdere verhalen bestaat. Daarom heb ik dus dit boek genomen.



De samenvattingen van 2 verhalen uit het boek.



De meisjes van de suikerwerkfabriek

De hoofdpersoon in dit verhaal is de ikpersoon, waarmee het niet zo goed gaat op school.

Ze besteedt volgens haar ouders teveel tijd aan haar vriendje Ruud en andere zaken die niets met school te maken hebben. Op een dag hebben haar ouders een gesprek met haar dat ertoe leidt dat ze moet gaan werken. Ze komt te werken op de dropafdeling in de suikerwerkfabriek. Ze reist samen met drie andere vrouwen elke dag op en neer naar de fabriek. Die vrouwen zijn Cora, Trix en Lien. Cora eet elke dag een doos bonbons leeg, die ze de vorige dag uit de fabriek heeft meegenomen. Ze is een vrolijke, sterke vrouw met een fors uiterlijk. Trix is de mooiste van het stel. Zij is getrouwd en ze heeft vaak problemen met haar man. Lien is de stilste en zit de hele reis te breien. Zij vindt het tijdsverspilling om in de trein niets uit te voeren. Omdat Trix, Cora en Lien al zo lang in de fabriek werken hebben ze zich een treincoupé toegeëigend, en zogauw de ikpersoon de vrouwen heeft ontmoet mag ze ook in de coupé meereizen.

De vrouwen maken in de trein veel mee, maar op een dag gebeurt er iets dat ze nooit zullen vergeten.

Als ze op een ochtend weer eens in de trein zitten komt er een jonge conducteur binnen. De maandkaart van de ikpersoon is net die dag verlopen en de conducteur wil haar een retourtje laten betalen. Daar zijn de vrouwen het niet mee eens, omdat de andere conducteurs over zoiets nooit zo moeilijk deden. Als de conducteur ook nog een boete uitschrijft wordt Cora boos en pakt ze zijn brilletje af. Ze wil hem pas teruggeven als hij de boete en het retourtje verscheurt. Dat doet hij niet en zijn pet wordt ook afgepakt. Deze wordt uit het raam gegooid. Dan wordt de conducteur helemaal uitgekleed totdat hij in zijn blootje staat. Trix begint hem overal te zoenen maar ze houdt daarmee op als ze ziet dat hij in de schoot van Cora ligt te huilen. Bij het eerstvolgende station zetten ze hem uit de trein, hij is nog steeds naakt.

De vrouwen zijn alle vier even verbaasd en verwonderd over wat ze gedaan hebben. Zij zijn de enigen die van het voorval afweten en ze besluiten om het aan niemand verder te vertellen.

De titel van dit verhaal is De meisjes van de suikerwerkfabriek omdat de vrouwen in de suikerwerkfabriek werken. Ze worden door de drie oudere conducteurs die op de lijn dienst hebben ‘de meisjes’ genoemd. Dus vandaar de titel.



Op hoge hakken

Het verhaal gaat over Berber en haar vriend Richard. Zij gaan op reis met een boot met nog een heleboel andere mensen. Ze gaan naar het eilandje Paxos aan de Ionische zee. Op het eilandje aangekomen blijkt het een rustig eilandje te zijn en ze besluiten er gelijk met z'n tweeën een hele wandeling te gaan maken. Ze gaan naar een strandje waar niemand anders te bekennen is. Nu zijn ze eindelijk met z'n tweetjes. Ze gaan zwemmen in het meer bij het strandje. Ze blijven die dag op het strandje en aan het eind van de middag gaan ze weer terug, want om 8 uur 's avonds vertrekt de boot terug.

Berber loopt op hoge, witte schoenen en op het rotsige landschap is dat niet echt handig. Haar voeten zitten vol met blaren. Onderweg gaan Berber en Richard ergens iets drinken en pleisters halen voor Berber. Zij heeft hele zere voeten en Richard is heel chagrijnig. Berber denkt dat dit door haar komt, doordat dat zij niet leuk genoeg is. Ze lopen verder en tegen 8 uur ‘s avonds komen ze bij het dorpje aan. Bij de haven aangekomen is er nog niemand en de boot is er ook nog niet. Ze wachten even en zeggen tegen zich zelf dat de boot iets later is en dat de andere mensen ook iets te laat zijn. Dan denken ze dat de boot al weg is. Na een uur wachten gaan ze naar het café achter de haven. Ze vragen daar of de boot al weg is en ze krijgen te horen dat de boot de volgende morgen om 8 uur pas komt. Ze blijven even in het cafeetje wachten en daar ontmoeten ze George. Het is een heel aardige jongen en hij zegt een slaapplaats voor hen te hebben. Ze lopen met hem mee. Weer moeten ze over allemaal rotsen, door zand en door grind. Berbers voeten kunnen niet meer. Eindelijk bij de bestemming aan gekomen krijgen ze te horen dat ze niet welkom zijn. Nu moeten ze weer helemaal terug door dat rotsige landschap. Berber kan niet meer. Richard en Berber krijgen van George 2 dekens en ze gaan op een strandje slapen. Berber slaapt die nacht helemaal niet. De volgende ochtend gaan ze vroeg weer terug naar de haven. Berber frist zich even op met het water uit de haven en ze voelt zich weer heel goed. Haar schoenen, die 'rothakken’, laat ze op de haven staan. Op de boot zijn Richard en Berber weer helemaal verliefd en Berber is heel gelukkig. Als ze weg varen ziet ze de schoenen als 2 steeds kleiner wordende witte stipjes.



De titel is Op hoge hakken omdat Berber tijdens het hele verhaal op hoge hakken loopt. Haar voeten zitten hierdoor vol met blaren en zijn helemaal kapot. Ze wordt echt gek van die schoenen en aan het eind van het verhaal laat zij ze achter op het eilandje. Dat is zeg maar symbolisch voor de vrijheid die zij tot zich neemt.



In deze realistische verhalen gaat het steeds om de strijd tussen het individu en het collectief, om het conflict tussen de kinderlijke belevingswereld en de kille, vijandige wereld van de volwassenen.

In alle zes verhalen is er sprake van machtsverhoudingen tussen kind en volwassene, man en vrouw en/ of werknemer en werkgever waarbij de ene partij de andere onderdrukt, vernedert, niet begrijpt of geen blijk van affectie geeft.



Persoonlijke reactie

Ik vond de verhalen interessant en leuk om te lezen, omdat het niet langdradig verteld is. Je leest gewoon door omdat het verhaal zo verteld is dat je jezelf helemaal in kunt leven in de verschillende situaties. De aparte verhalen waren niet zo ingewikkeld, doordat er niet zoveel ‘tijd’ was om uitgebreid alles te omschrijven, want dan zou het een heel dik boek worden. Het verhaal bleef makkelijk om te volgen. Ook spreekt het onderwerp mij wel aan: conflicten met anderen en met jezelf. Doordat ik niet zoveel verwachtingen had voordat ik het boek heb gelezen viel het mij niet tegen. Het is leuk dat het boek uit verschillende verhalen bestaat en niet uit 1 verhaal. Normaal vind ik dat minder leuk om te lezen, maar bij dit boek had ik daar geen last van. Dat komt denk ik doordat het best wel vlot is geschreven. Je moet de verhalen eigenlijk wel 2 keer lezen, omdat je dan pas in de gaten hebt wat de moraal van het verhaal is. Dat vind ik zelf in ieder geval. De verhalen namen soms een onverwachte wending aan, dat houd het boek spannend. Bijvoorbeeld de belangrijkste gebeurtenis in De meisjes van de suikerwerkfabriek is dat opeens de conducteur wordt uitgekleed. Dat vind ik zelf wel een grote wending van het plagen naar het erge. Ik vind veel personen in het boek heel echt, doordat ze zo goed beschreven worden. Dat is in alle verhalen zo. Daardoor kon ik mij goed inleven en werd het werkelijk. Ik zag de gebeurtenissen eigenlijk door de ogen van de hoofdpersoon, dat is erg leuk. Het taalgebruik is niet moeilijk. Volgens mij hoef je geen woordenboek in je hoofd te hebben om dit verhaal te kunnen begrijpen. Dat past wel bij de verhalen. Ik vond het een leuk boek en ik zou het best nog een keer willen lezen zonder dat ik er een verslag van hoef te maken.



Over de schrijfster

Tessa de Loo is het pseudoniem van Johanna Martina (Tineke) Duyvené de Wit. Ze wordt geboren op 15 oktober 1946 in Bussum. Tijdens haar middelbareschooltijd schildert en tekent ze veel. Ook schrijft ze vaak opstellen en na het eindexamen gaat ze Nederlands studeren in Utrecht. Op twintigjarige leeftijd trouwt ze en na vijf jaar krijgt ze een zoon, Joris. Ze schrijft in die periode weinig. Het stadsleven benauwt haar en ze verhuist naar de Achterhoek, waar ze als lerares werkzaam is. Ze pakt haar studie op, maar besluit toch schrijfster te worden. Ze verhuist naar Pieterburen, Groningen, in 1980 na haar scheiding. In 1994 vestigt De Loo zich in Portugal, waar ze, naar eigen zeggen, een nieuw werk schrijft. Haar pseudoniem is ontleend aan de Texelse achternaam van haar grootmoeder.

In 1983 debuteert de schrijfster met de verhalenbundel De meisjes van de suikerwerkfabriek. Daarvan worden 46.000 exemplaren verkocht en het boek ontvangt de Anton Wachterprijs en het Gouden Ezelsoor. Haar eerste roman Meander verschijnt in 1986. De novelles Het rookoffer (1987) en Isabelle (1989) worden minder goed ontvangen bij de critici. Zij vinden dat er te veel clichés in gebruikt worden.

De tweeling, de roman die in 1993 verschijnt, wordt een enorm verkoopsucces. Binnen een jaar worden meer dan 130.000 exemplaren verkocht van deze roman, waarin de relatie tussen Nederlanders en Duitsers na de oorlog centraal ligt. Tessa ontvangt hiervoor de Publieksprijs voor het Nederlandse boek en de internationale Otto von der Gablentz-prijs. Deze laatste prijs wordt uitgereikt aan mensen die zich verdienstelijk maken op het gebied van objectieve informatievoorziening over de Bondsrepubliek Duitsland.



Verdiepingsopdracht

Ik had eigenlijk geen verwachtingen voordat ik het boek gelezen had, omdat niet van alle verhalen het onderwerp op de kaft stond. Ik wist dus niet van alle verhalen waar ze over gingen en dan is het moeilijk om iets te verwachten. Mijn moeder heeft het boek zelf ook gelezen en zij vond het een leuk boek. En ik heb wel meer leuke boeken gelezen die mijn moeder vroeger ook leuk vond. Dus ik verwachtte wel een beetje dat het boek leuk was om te lezen. En dat was het ook. De titels van de verhalen zeiden me eigenlijk niet zo veel. Hooguit dat het verhaal bijvoorbeeld over meisjes gaat die in een suikerwerkfabriek werken. Maar bij De Grote Moeder denk ik nou niet gelijk aan een verhaal over een indianenkamp. Dus de verwachtingen die ik had waren niet allemaal juist en het boek sloot niet helemaal aan bij de weinige verwachtingen die ik had.

Ik denk dat ik het boek zo leuk vond omdat ik zo weinig verwachtingen had. Ik vind het van de ene kant wel leuk dat mijn verwachtingen uitkomen als ik een boek lees, maar aan de andere kant is dat best wel saai. En ik had bij dit boek weinig verwachtingen dus het zat tussen die 2 kanten in. En daardoor zal ik het boek wel zo leuk hebben gevonden.

Het boek heeft niet zoveel open plekken, daardoor is het niet zo heel erg spannend. En de open plekken die er zijn die worden gauw ingevuld, dus er zijn naar mijn mening geen grote spanningsbogen. Dus die kan ik dan moeilijk beschrijven.

De verhalen hebben geen open einde, dat vind ik in ieder geval. Als je een beetje nadenkt weet je hoe alles in elkaar zat in het verhaal en zijn alle open plekken die er waren ingevuld. Die waren er weinig vind ik, dus er is dan sowieso weinig kans op een open einde. Ik kan mij niet herinneren dat ik nog vragen had nadat ik het boek uit had. Ik ben daar wel tevreden over, want dan denk je een keer niet zoveel na als je een boek gelezen hebt.

Het geeft meer voldoening als ik een boek heb gelezen met een gesloten einde. Dan heb ik tenminste echt het gevoel dat het boek uit is, anders weet ik nog niet wat er allemaal nog gaat en kan gebeuren.

Het boek was niet heel spannend, maar dat heb ik net ook al uitgelegd. Dat komt doordat de onderwerpen niet zo spannend zijn en doordat er maar weinig open plekken zijn. Maar het was toch leuk om te lezen, daarvoor hoeft het niet altijd spannend te zijn.

Het boek dat ik heb gelezen behoort tot fictie, proza en literatuur, omdat ik denk dat veel mensen het boek met plezier hebben gelezen of zullen lezen. Verder is het wel mogelijk dat de verhalen echt gebeurd zijn, maar dat de schrijfster de gebeurtenissen naar haar eigen hand heeft gezet. De volle breedte van het papier wordt gebruikt dus het is ook proza.



Evaluatie

Ik vond dit echt een leuk boek. Achter alle verhalen zat een gedachte, en die zou kunnen zijn dat je spijt kan krijgen van alles wat je doet. En bij andere verhalen dat je soms dingen moet doen, ook al heb je daar totaal geen zin in. Er is goed over de verhalen nagedacht door de schrijfster en dat uit zich in 6 goede verhalen. Het boek is leuk om te lezen en door de achterliggende gedachten nog leerzaam ook. Ik zou het mensen aanbevelen om dit boek eens te lezen.

Mijn persoonlijke reactie is niet echt veranderd nadat ik de verdiepingsopdracht heb gemaakt. Ik vind de verdiepingsopdracht eigenlijk een beetje onzin, omdat ik het nutteloos vind om na te denken over de open plekken en spanningsbogen die een boek heeft. Dus mijn mening is niet veranderd.

Ik ben redelijk tevreden over het uitvoeren van de beschrijvingen. Ik heb het 1e verhaal, De meisjes van de suikerwerkfabriek gekozen omdat dat ook de titel van het boek is, en Op hoge hakken omdat dat verhaal mij ook wel aansprak. Ik vond het moeilijk om te kiezen tussen de dingen die ik wel zou opschrijven en welke niet. Dus om te bepalen wat de moeite waard was om in de samenvatting te vermelden en wat niet. Ik vind dat het mij wel goed is gelukt om de samenvattingen te maken.

Ik vond het lastig om de verdiepingsopdracht te maken, omdat ik tijdens het lezen niet zo let op de open plekken en spanningsbogen. Als ik daar alleen op zou letten weet ik niet eens waar het verhaal over gaat. Dus als het niet uitgebreid genoeg is kan ik daar niet zoveel aan doen. Want het lijkt me ook niet zo nuttig om alle bladzijden nog eens na te gaan alleen om te kijken welke spanningsbogen waar voorkwamen. Ik vind dat ik dan mijn tijd beter kan besteden aan het lezen van een ander boek. Ik vind wel dat ik de verdiepingsopdracht goed heb uitgevoerd. En het was een beetje een vage opdracht, want ik vind dat heel veel vragen precies op hetzelfde neerkwamen. Dus dat ik precies hetzelfde antwoord kon geven. Dat kan aan mij liggen, maar ik heb die dubbele antwoorden er niet ingezet.

Ik vond eigenlijk niets verwarrend of onduidelijk aan het boek. Het boek was niet zo moeilijk. Dat is ook wel een keer leuk om te lezen; als het niet zo moeilijk is.

Ik geloof dat ik alle kennis wel voldoende beheerde om deze opdracht te maken. Ik moest alleen even nakijken wat de beschrijvingen van de woorden literatuur, proza en fictie precies waren.

Ik ga de volgende keer niet weer een boekverslag maken van een boek met meerdere verhalen. Het boek was wel leuk om te lezen, maar je moet er wel 2 verslagen voor maken. Ik vind het leuker om aparte verhalen te lezen als het niet voor school bedoelt is maar gewoon voor de lol. Dat vind ik sowieso leuker, want het heeft mij tot nu toe heel veel tijd gekost om dit boekverslag te maken. En dan is het net of het boek op het laatst toch iets minder leuk is.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen