Boekverslag : Anke De Vries - Medeplichtig
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3954 woorden.

Zakelijke gegevens

Titel: Medeplichtig

Naam auteur: Anke de Vries

Naam uitgever en jaar van verschijnen: Lemniscaat en hij is in 1997 uitgegeven



Korte inhoud

Het boek gaat over Marcella, die ontdekt dat haar vader aan zij rechterhand twee stijve vingers heeft en ze vraagt waardoor dat komt eerst wil hij niet antwoorden maar ze zette door en toen vertelde hij haar dat hij negentien was en hij werd beschuldigd dat hij de jachtopziener van Bidernais te hebben vermoord. De Familie Bidernais loofde een grote som geld uit aan degene die de dader wist aan te wijzen. Jean Fabre ( de vader van Marcella ) was zelfs hoofdverdachte en twee andere jongens genaamd Hubert en Antoine. De opziener werd gedood door een kogel die uit de geweer van Jean kwam. Dat geweer hebben ze later in de bosjes gevonden. En dat was een keihard bewijs, maar Jean bleef ontkennen en zei dat hij de opziener zijn geweer heeft gegeven om hem voor hem schoon te maken. Haar vader zei dat ze werden opgepakt en werden verhoord door twee mannen. De ene heette Butard en die martelde mensen als je niet het juiste antwoord gaven wat hij wilde horen. Toen ze de martelingen zat waren bekende ze de moord te hebben gepleegd en dat ze het lichaam in het water hebben gegooid. Jean kreeg de langste straf en de andere twee een minder lange, want die waren volgens de rechter medeplichtig.Niemand durfde voor de drie jongens op te komen, behalve een vrouw genaamd Theresa Ponti. Die geloofde niet dat de drie jongens schuldig waren. Maar Theresa werd uit de rechtzaal gezet en kon haar baan als onderwijzer wel gelijk gedag zeggen, want de familie Bidernais was een machtig en rijke familie die vele gebouwen had. Ook het gebouw waar Theresa werkt. Dus Theresa werd ontslagen. Ook werd de Familie Fabre uit het huis gezet door de familie Bidernais, want het huis waar ze inwoonde was eigendom van de familie Bidernais. Marcella's vader zei dat hij er had leren leven en dat hij nu weer vrij was maar Marcella was het hier niet mee eens hun hele leven was veranderd door een leugen. Haar vader verdiende niet genoeg zodat haar moeder moest werken om de kosten te dekken haar vader kreeg nooit promotie en ook werd hij voor zijn overuren niet betaald. Daarom besluit ze naar Brac te gaan en uit te zoeken wie de echte moordenaar is/was. Via Theresa krijgt ze een baantje en onderdak bij Mathilde en Maurice. Mathilde was de vroegere verloofde van de vermoorde jachtopziener.

Als ze met de trein in Die een plaatsje bij Brac aankomt springt de koffer van de jongen voor haar open. De jongen baalt en ze raken aan de praat hij vraagt waar ze naar toe gaat en het blijkt dat ze alle bij naar Brac moeten. Als Marcella zegt dat ze naar de bus moet zegt hij dat ze met hem mee kan rijden want hij wordt toch gehaald en hij zegt dat hij Paul Bidernais heet Marcella schrikt en stamelt dat ze Marcella Fabre heet. Die avond logeert ze bij Theresa maar ze kan niet in slaap komen, de naam die ze altijd gehaat heeft en nu is ze verliefd. (Ze zouden elkaar later veel ontmoeten raken bevriend en/of verliefd, maar dat is niet belangrijk)

De volgende dag gaat ze naar Mathilde daar werkt ook een andere jongen Daniël hij laat haar alles zien de moestuin het terras enz. Op die zelfde dag worden er vreemde enveloppen zonder afzender rond gestuurd. De inhoud is een brief die brief bevatte slechts één zin namelijk deze: Wie is de èchte moordenaar van de jachtopziener Bertrand?

Deze brieven brengen heel wat te weeg in het dorpje, iedereen heeft het er over er komt zelfs een journalist naar Brac om een verhaal te schrijven over de gebeurtenissen van toen. Op maandag middag heeft Marcella altijd vrij dan gaat ze naar haar tante. Als ze op een avond terug komt hoort ze geruzie en dat er klappen vallen, ze gooit de deur open en roept: " Laat dat!" Maurice draait zich met een ruk om en komt met opgeheven arm op Marcella af. Marcella bleef staan met opgeheven hoofd en keek hem recht in de ogen Maurice liet aarzelend zijn arm zakken en ging naar de voordeur die hij met een klap dichtsloeg toen hij weg ging. Marcella zegt dat Mathilde niet mag toestaan dat hij haar slaat en anders weg moet gaan. Mathilde lachte kort en vreugdeloos en zei en waar naar toe dan wel? Marcella vraagt of ze geen familie meer heeft. Waarop Mathilde antwoord dat die haar zien aankomen en dat ze altijd alles zelf heeft moeten doen. En dat het voor weggaan nu te laat is. " En uw zoon dan?" vraagt Marcella want ze had gehoord dat de ruzie daarover ging. Ik heb hem nog nooit gezien snikt Mathilde. Marcella vraagt waarom niet. Waarop Mathilde zegt dat ze 18 jaar was en verloofd met Bertrand de opziener van Bidernais. Mathilde was zwanger van een kind toen Bertrand doodging. Zij is weggegaan en het kind een gezonde jongen afgestaan aan een echtpaar zonder kinderen. Mithilde en de stiefouders hadden de afspraak dat zei nooit contact zou zoeken zolang zij zouden leven, dat heeft zei ook nooit gedaan al koste het haar veel moeite. Een tijdje terug kreeg ze een brief van zijn moeder, want haar man was al een paar jaar dood en zij was ernstig ziek. Mathilde kreeg Henri (de zoon) zijn adres. Maar haar man verbood haar dat ze naar haar zoon mocht.

Een aantal dagen later sterft Theresa plotseling aan haar hartkwaal de hartkwaal waar Marcella niets van weet. Ze is gestorven achter haar schrijftafeltje en ze was bezig met een brief de eerste en enige woorden waren: Het is...

Als Marcella later die dag terug gaat naar Mathilde word ze gebracht door Paul. Hij vraagt of ze erg geschrokken is ze vertelt dat ze vanavond daar zou gaan eten. Paul zegt dat ze bij hem kan komen en Marcella vindt het wel goed.

Die avond hebben ze het over de familie van Paul. Paul zegt dat hij het gevoel heeft dat het hele dorp iets met zij familie te maken heeft. Marcella kon het niet meer in voor haar houden en zegt dat zei ook iets te maken heeft met zijn familie en vertelt het hele verhaal van haar vader en wat er toen die tijd was gebeurd. Zij verteld ook dat zij die briefen heeft rondgestuurd. Maar Paul snapt niet wat zijn familie er mee te maken heeft afgezonderd dat Bertrand hun jachtopziener was. Marcella vertelde dat zijn grootvader zoon grote beloning uitloofde en dat ze daardoor gehaast tewerk zijn gegaan en dus de eerste de beste verdachten zo hebben gemarteld tot ze bekenden. Ze vertelde alles wat ze in al die jaren te weten is gekomen en dat haar vader er nog steeds mee geconfronteerd word. Paul zegt dat hij alles zou doen om haar te helpen.

Als Marcella die avond bij Mathilde komt is Mathilde nog op. En ze zegt dat Marcella maar beter niet meer naar de Bidernais moet gaan omdat ze niet te vertrouwen zijn. En dat ze alleen op pleziertjes uit zijn. Waarop Marcella zegt net als bij u toen. Mathilde doet alsof ze van niets weet. Dan vertelt Marcella dat ze weet dat Mathilde's zoon een Bidernais is. Mathilde was verbijsterd en vroeg van wie ze het wist. Dan verteld Mathilde dat het een zoon van Michel is en dat ze het Bertrand de morgen van de moord het verteld heeft. En dat Michel en Bertrand een afspraak hadden voor de moord. Marcella vraagt of Mathilde, Michel soms verdenkt. Mathilde zegt alleen dat ze geen bewijzen heeft. Alleen die afspraak. Dan verteld Marcella dat ze de dochter is van Jean Fabre en dat Mathilde haar moest helpen op de waarheid boven water te krijgen.

De volgende dag stond er een stuk over Brac in de krant dat driekwart van de bladzijde vulde. Marcella zat in die zelfde dag in de trein naar Nyons om met de zoon van Mathilde te praten. Daar blijkt dat de zoon van Mathilde zich voor deed als journalist om wat meer te weten te komen over zijn familie. Ze vertelt hem waarom ze daar is en wie ze is als hij vraagt waarom zijn moeder niets wil weten van deze zaak antwoord Marcella dat hij niet de zoon is van Bertrand maar van Michel Bidernais. En dat zijn moeder niet wil dat iedereen dat weet. Ze vertelt hem ook van de verdenking van Michel. Henri en Marcella gaan terug naar Brac om met Paul, Mathilde en Michel te praten. Als ze in Brac komen, komen ze Paul tegen en Henri verteld dat ze halfbroers zijn en van de verdenking van hun vader.

Een tijdje later waren Henri en Mathilde bij Michel om te praten en daar kwam Marcella ook aan, Paul verwelkomde haar. Marcella zegt dat ze zijn vader moet spreken maar Paul zegt dat Mathilde en Henri er zijn Marcella zegt dat niets uit maakt ze gaan de kamer in. Daar vertelt Marcella dat ze weet wie Bertrand heeft vermoord. Want Theresa was daar achter gekomen vlak voor haar dood en had het nog aan haar vriendin verteld. En via die vriendin weet Marcella het nu ook. Ze zegt tegen Pauls vader dat zijn tweeling broer het heeft gedaan en dat er bewijs is. Er is een losse steen in het koetshuis daar achter ligt het vermiste horloge van Bertrand. Paul en Henri gaan kijken en ze vinden het. De volgende dag eist Henri een nieuw onderzoek. Ook had ze die dag met haar ouders getelefoneerd. Ze was bijna in huilen uitgebarst toen ze de stem van haar vader hoorde. Ze vertelde het hele verhaal wat ze te weten was gekomen. En haar ouders zouden de volgende dag komen halen. Ze ging de volgende dag met Paul haar vader en moeder ophalen van het station in Die.



Wie is de hoofdpersoon en met welke problemen kampt zij:

De hoofdpersoon is Marcella en het probleem waarmee ze kampt is dat haar vader ten onrechte is beschuldigd en probeert zijn onschuld te bewijzen.



Veranderd de hoofdpersoon door de gebeurtenissen:

Ja een klein beetje, want ze blijft vastberaden om de moord op te lossen. En in het begin wilde ze Paul zoveel mogelijk ontwijken, maar later deed ze dat niet meer, omdat ze te verliefd was.



Wie zijn de bijpersonen:

De bijpersonen zijn Henri, Paul, Theresa, Mathilde, Jean Fabre en Daniel



Hoe is de relatie tussen de personen:

De relatie tussen Paul en Marcella is dat ze verliefd zijn en dat ze in het begin niet veel van elkaar wilde hebben. De relatie tussen Daniel en Marcella is dat ze bevriend zijn. De relatie tussen Marcella en Theresa is heel goed, want Marcella mag Theresa tante noemen terwijl het haar tante niet eens is. De relatie tussen Marcella en Jean Fabre is dat het dochter en vader zijn.



Waar de gebeurtenissen zich afspelen:

Het verhaal speelt zich af in Frankrijk en in Brac en de omgeving van Lyon.



Wat is het genre?

detective.



Verklaar de Titel

De titel houdt denk in dat veel mensen in het dorpje medeplichtig zijn om wat Butard Jean Fabre en de andere twee verdachte heeft aangedaan. Terwijl ze ook hadden kunnen zeggen dat hij ze heeft gedwongen om het bekennen



Bespreking van de verhaalaspecten



Spanning:

Er wordt veel gebruik gemaakt van open plekken en dwaalsporen. Eerst dacht je dat het Pauls vader was, maar later bleek het zijn broer te zijn die de moord had gepleegd.



Personages:

De hoofdpersoon is Marcella. Zei is een echte doorbijter en een zelfverzekerd typje die zich niet laat gek maken. De Helpers van Marcella is Theresa en later komen daar Paul en Henri ook bij. De Tegenstander is Mathilde die maar niks wil zeggen over haar kind en daardoor vertraagd zij de oplossing. De tegenstander en de helpers kan je moeilijk beschrijven, want je komt weinig over ze te weten.



Thema:

Het thema waartoe dit boek hoort is moord en een beetje tot de liefdesthema’s



Opbouw:

Het verhaal wordt in de niet-chronologische volgorde, want er wordt gebruikt gemaakt van terugblikken en herinneringen.



Tijd:

De tijd waar het zich afspeelt is rond de jaren 80, want het was na de oorlog dat Jean werd veroordeeld en moet dus wel een paar jaar in de gevangenis hebben gezeten.



Vertelsituatie:

Het verhaal wordt in de alwetende situatie verteld, want het verhaal wordt verteld door de verteller die veel van de andere personen afweet.



Ruimte:

Het verhaal speelt zich af in Brac en de omgeving van Lyon.



Informatie over de auteur



Interview met Anke de Vries

Anke de Vries werd in 1936 geboren. Tijdens haar jeugd woonde ze op de Veluwe en ging ze naar de middelbare school in Ede. ‘Ik heb er weinig geleerd,’ vertelt Anke. ‘Alleen Nederlands vond ik leuk, ik kon me helemaal uitleven in de opstellen. Toen ik jaren later boeken ging schrijven, kreeg ik van mijn leraar Nederlands al mijn opstellen terug - hij had ze al die tijd bewaard!’

Toen Anke de Vries zeventien was ontmoette ze haar man, de Fransman Laurent Félix-Faure en drie jaar later trouwden ze. Voor Laurents werk moesten ze veel reizen en het gezin woonde in Pakistan, Griekenland en Frankrijk. Tegenwoordig woont Anke met haar man in Den Haag, maar ze gaan ook vaak naar Frankrijk.

Anke de Vries is begonnen met schrijven op aanraden van haar man. ‘Hij zag een schrijfster in me,’ vertelt Anke, ‘en hij heeft me altijd gestimuleerd.’ Zelf had ze nooit plannen in die richting, totdat ze op een dag bij de wasserette een advertentie zag voor een cursus creatief schrijven. ‘Ik heb me opgegeven en zo is het begonnen. Ik schreef en ik schreef en hield niet meer op. Ik was zo enthousiast dat ik na een tijdje een brief kreeg van de docenten of ik alsjeblieft niet zo snel wilde schrijven - ze konden het niet bijhouden! Tijdens die cursus schreef ik een verhaal over een jongen die heel graag wilde vliegen. Met dat manuscript ben ik naar Lemniscaat gegaan. Het werd mijn eerste boek: De vleugels van Wouter Pannekoek. Mijn man heeft de tekeningen ervoor gemaakt.’

Als kind hield Anke veel van lezen. Ze vond Alleen op de wereld een prachtig boek omdat het zo zielig was, maar dat boeken later zo’n belangrijke rol in haar leven zouden gaan spelen, had ze niet kunnen vermoeden.

Wat leek u dan een mooi beroep toen u kind was?

‘Ik had geen flauw idee wat ik later wilde worden. Wel had ik veel korte bevliegingen. Ik wilde een poosje niets liever dan schoonspringen van de allerhoogste duikplank. Maar ik had hoogtevrees - ik durfde nauwelijks van de lage duikplank en als ik sprong belandde ik altijd op mijn buik. Balletdanseres worden leek me ook wel wat, maar ook dat zat er niet in. Ten eerste mocht ik van mijn ouders niet op balletles en ten tweede was ik als kind veel te dik om een elegante ballerina te zijn. Ik heb ook nog een poosje over de kunstacademie gedroomd. Tegenwoordig maak ik collages dus die droom is nog een beetje uitgekomen. Sinds ik schrijf, kan ik al mijn heimelijke wensen kwijt in mijn boeken.’

Waar haalt u de ideeën voor uw boeken vandaan?

‘Ik schrijf over wat ik meemaak, hoor of lees. Door Laurent kreeg ik voor mijn huwelijk een Franse familie cadeau. Ik heb gemerkt hoe een andere cultuur je leven kan verrijken - daar kun je ook over schrijven.

Bepaalde delen van Frankrijk ken ik erg goed: ik ben vertrouwd met de sfeer, de geluiden, zelfs met de geur die in sommige dorpen hangt. Die indrukken heb ik proberen vast te leggen in een aantal van mijn boeken. Maar er zijn ook concretere aanleidingen voor een verhaal. Zo kwam ik op het idee voor Belledonne kamer 16 toen mijn zoon in de nalatenschap van zijn Franse opa een oud reisverslag vond.’

Het is voor Anke de Vries van belang dat ze haar onderwerpen en personages dicht bij huis zoekt. ‘Kinderen uit de buurt staan vaak model voor mijn boeken - ze herkennen zichzelf alleen nooit omdat ik hun naam en hun uiterlijk verander. De gebeurtenissen die ik in mijn verhalen beschrijf moeten voor mij herkenbaar zijn, ik moet er iets van af weten en me bij het onderwerp betrokken voelen, anders wordt het niks. Ik zou bijvoorbeeld nooit een boek schrijven over een ruimtevaarder of over een land waar ik nog nooit ben geweest, omdat ik onmiddellijk door de mand zou vallen. Lezers zijn heel kritisch, ze voelen het meteen als iets onecht is.’

Recensenten hebben wel eens opgemerkt dat onrecht een grote rol speelt in de boeken van Anke de Vries. ‘Dat klopt wel,’ zegt ze, ‘ maar er is ook nogal wat onrecht in de wereld, daar raak je nooit over uitgeschreven!’ Kladwerk en Blauwe plekken zijn daar voorbeelden van.

Het idee voor Kladwerk kreeg Anke toen ze een lezing gaf op een school waar net die nacht was ingebroken en waar van alles was vernield. Die gegevens verwerkte ze in haar boek.

In Blauwe plekken wordt het verhaal van Judith verteld, die door haar moeder wordt geslagen. Kindermishandeling hield haar al langer bezig, maar Anke aarzelde om zo’n zwaar onderwerp aan te pakken. Totdat ze op een dag een artikel in een tijdschrift las over een moeder die haar kind mishandelde. ‘Die vrouw sloeg haar kind omdat hij op haar broer leek die vroeger thuis altijd werd voorgetrokken. Door dat stuk ben ik begonnen met Blauwe plekken. Ik ben altijd enorm geboeid door de relaties die mensen met elkaar hebben en die soms op een onbegrijpelijke manier uit de hand lopen. Kindermishandeling is een voorbeeld van zo’n uit de hand gelopen relatie tussen mensen.’

Weet u van tevoren al precies hoe een boek gaat worden?

‘Nee, ik heb meestal geen duidelijk plan in mijn hoofd, maar voor ik begin met schrijven denk ik wel veel over het onderwerp na. Tegen de tijd dat ik mijn pen pak of achter de computer kruip, weet ik wie de hoofdpersoon is, hoe hij eruitziet, wat voor karakter hij heeft... ik probeer in de huid van mijn personages te kruipen.

Tijdens het schrijven kan er dan altijd nog van alles gebeuren: situaties ontstaan, mensen duiken plotseling op zonder dat ik weet waar ze vandaan komen. Die onverwachte wendingen maken het schrijven voor mij leuk en verrassend. Toen ik begon met Het geheim van Mories Besjoer wist ik alleen dat ik een boek wilde schrijven over een Fransman die in Nederland woonde en met wie iets aan de hand moest zijn. Al schrijvend is het boek ontstaan, ik moest het zelf ook ontdekken!’

Soms gaat het echter ook wel eens anders. Het prentenboek Mijn olifant kan bijna alles heeft Anke de Vries geschreven naar aanleiding van de schilderijen van Ilja Walraven en Memo zwijgt is gebaseerd op het scenario Mohammed zwijgt van Lou Brouwers voor de film De jongen die niet meer praatte, onder regie van Ben Sombogaart.

De boeken van Anke de Vries hebben altijd op een groot lezerspubliek kunnen rekenen. Ze zijn vele malen bekroond en er zijn vertalingen van gemaakt in het Duits, Frans, Engels, Fins, IJslands, Spaans (Castilliaans, Catalaans en Baskisch), Deens, Zweeds, Italiaans en Zuid-Afrikaans. Zelf is Anke ook een echte lezer: ‘Maar ik lees heel langzaam, zin voor zin, woord voor woord. Mijn man leest me elke ochtend voor. Dat deden we ook toen de kinderen nog thuis woonden, maar dan ’s avonds na het eten. Ook de zondagochtend was vaak een voorleesochtend. Die gewoonte zit er nog steeds in. Ik kan het iedereen van harte aanbevelen!’



De boeken

Sinds Anke de Vries in 1972 debuteerde met De vleugels van Wouter Pannekoek heeft ze een groot aantal boeken geschreven voor verschillende leeftijdsgroepen. Voor uitgeverij Zwijsen maakte ze boeken voor kinderen die net kunnen lezen, en lesboekjes. Bij uitgeverij Lemniscaat verschenen haar boeken voor kinderen met meer leeservaring, haar prentenboeken en haar jeugdromans.

In haar eerste boek had Anke de Vries nog ‘vleugels’ nodig om haar hoofdpersoon van alles te laten meemaken. In de boeken die daarna volgden, speelt de fantasie een minder grote rol; het zijn realistische verhalen die echt gebeurd zouden kunnen zijn. Haar prentenboeken voor kleuters hebben weer wél een fantastisch karakter.

De boeken van Anke de Vries zijn te verdelen in twee groepen: de boeken die in Nederland, en de boeken die in Frankrijk spelen. In de boeken die in Nederland zijn gesitueerd, staan vaak actuele problemen centraal: aantasting van het milieu, discriminatie, vooroordelen en kindermishandeling zijn daar enkele voorbeelden van.

De ‘Franse’ boeken hebben vaak de opbouw van een detective. Daardoor zijn ze spannend en blijf je als lezer steeds nieuwsgierig naar de afloop van het verhaal. Robert uit Belledonne kamer 16, Mark uit Weg uit het verleden, Marcella uit Medeplichtig en Patrick uit De rode handschoen komen alle vier iets op het spoor en gaan op onderzoek uit. Vaak speelt de Tweede Wereldoorlog daarbij een belangrijke rol. Alleen Opstand! vormt een uitzondering; dit verhaal geeft een sociaal tijdsbeeld van een streek in Frankrijk aan het begin van de twintigste eeuw.



- Mories Besjoer

- Vleugels van Wouter Pannekoek

- Belledonne kamer 16

- Bij ons in de straat

- Wedden dat ik durf!

- Weg uit het verleden

- Medeplichtig

- De Blauwe Reus

- Opstand!

- Memo zwijgt

- Fausto koppie

- Kladwerk

- De rode handschoen



De pers over Anke de Vries



‘Hoe dan ook, Het geheim van Mories Besjoer roept bij mij de beste herinneringen wakker aan spannende jeugdlectuur. In snel tempo volgen de gebeurtenissen elkaar op tot de verrassende ontknoping.’

Hans Vervoort over Het geheim van Mories Besjoer in Vrij Nederland



‘een prachtig, snelverteld en helder verhaal met niet overdadig veel, maar erg goede beschrijvingen van zo’n ingeslapen Frans dorp en zijn bewoners. Erg goed getroffen is ook de karaktertekening van Robert.’

NRC Handelsblad over Belledonne kamer 16



‘Op knappe wijze voert de schrijfster steeds meer personen ten tonele die op de een of andere manier een band met dat verleden hebben (…) Een goed geschreven, vlot lezend verhaal, waarin ook aan de menselijke kanten van slachtoffer én andere betrokkenen ruim aandacht wordt besteed.’

Wieke Goeman-Van Randen over Medeplichtig in de Leeuwarder Courant



Opstand! is geen droog, historisch verhaal geworden, maar een spannend boek waarin het heel gemakkelijk is om je te vereenzelvigen met Thomas. Anke de Vries laat ook hier weer zien hoe goed ze is in het schrijven van vlotte dialogen. Ze tekent heel scherp de Franse sfeer en het landschap.’

Selma Niewold over Opstand! in het Leidsch Dagblad



‘Anke de Vries schrijft vlot en makkelijk leesbaar (…) De manier waarop problemen worden opgelost, is knap bedacht en niet gezocht (…) Sterk is Anke de Vries in de typebeschrijvingen van de kinderen.’

Marijke Schouw over Kladwerk in de Wegener Gelderland



Blauwe plekken is een ijzersterk verhaal geworden. (…) Een boek dat mijns inziens tot het beste behoort dat deze schrijfster in haar ruim twintigjarige periode heeft geschreven.’

Koos Schulte over Blauwe plekken in het Bolswards Nieuwsblad



Eigen Mening

Ik vond het een supergaaf en leuk boek, want het spreekt me wel aan en ik hou van detectives. Ook vond ik het in het begin een beetje rommelig, maar later werd het wat duidelijker.

Ik vond het gedeelte dat Mathilde in elkaar wordt geslagen door Maurice en dat Marcella dan binnen komt en roept ‘laat dat’ een mooi stuk, want het was een erg spannend. Je wist niet precies hoe hij zou reageren, want hij kon ook Marcella gaan slaan. Maar hij deed dat jammer genoeg niet, want dat het verhaal een hele andere wending gegeven.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen