Boekverslag : Johan Diepstraten - Zwendelaars?
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 4360 woorden.

A: Zakelijke gegevens.



Titel: Zwendelaars

Auteur: Johan Diepstraten

Naam van de uitgever: uitgeverij Elzenga te Amsterdam

Jaar van uitgave: 1999

Aantal bladzijden: 95

Titelverklaring: De ouders van David hebben ooit, in hun studentenleven, iemand in de val gelokt, en die man is teruggekomen en noemt hun bedriegers, m.a.w zwendelaars.



B: Geef een korte duidelijke uitleg waarom je het boek gekozen hebt.



Ik was van een aantal boeken de achterkant aan het lezen en de achterkant van dit boek leek me wel leuk, dus daarom heb ik het gekozen.



C.1: Een persoonlijke reactie.



Het was een heel af en toe een onduidelijk boek, want de gebeurtenissen liepen af en toe door elkaar.

Het was een begrijpelijk boek, want als ik in de schoenen van David had gestaan, had ik de zaak van de zwerver ook niet helemaal vertrouwd. Ik zou ook op onderzoek zijn uitgegaan denk ik.

Het was een makkelijk boek, want er stonden nauwelijks moeilijke woorden in.

Het was een spannend boek, want ik wou heel de tijd terwijl ik het boek las weten of David het raadsel zou oplossen.



C.2: Samenvatting van de inhoud.



Op de begrafenis van zijn vader, ziet David een zwerver. De zwerver kijkt alsmaar naar hem en laat met een gebaar zien dat hij een briefje in zijn zak heeft dat hij aan David wil geven. Dan stapt Hendrik Ouwerling, de oom van David, op de zwerver af en zegt dat hij moet weggaan. ‘Hij was een schoft’ zei de zwerver luidkeels. Zijn stem klonk over de hele begraafplaats. Toen ging hij weg, dacht iedereen, maar even later klinkt het ‘oplichters’,‘zwendelaars’ en ‘ik heb de bewijzen’ over de begraafplaats. Toen stoof Oom Hendrik op de man af en gaf hem drie stompen in zijn gezicht.

David voelde in zijn zak. Er zat een brief in, de brief die de zwerver op en neer in zijn zak stook. De zwerver had de brief onopvallend in David’s zak gestopt. Dit stond er in de brief:



Beste David,



Je kent me niet, maar ik moet je dringend spreken

Over iets van vroeger wat voor jou heel belangrijk is.

Kom na de begrafenis naar het monument van de onbekende soldaat in het Slingerlandbos. Honderd meter verderop staat ene boswachterwoning waar ik tijdelijk woon. Je hoeft niet aan te bellen, de deur staat altijd open.

Laat dit briefje niet aan je moeder zien. Marijke Ouwerling en haar confrères houden al veertien, vijftien jaar de deksel op de doofpot.

Tot vanmiddag,

Hans van Lelyveld



David was niet gegaan die middag.



Elke dag als David op zijn kamer zit, verschijnt de zwerver buiten op het bankje voor David’s huis om in zijn kamer te kunnen kijken, wachtend totdat David ervoor verschijnt. David belt de politie en die komt de zwerver weghalen.



Vanaf de dag dat David het briefje had gelezen had hij zich afgevraagd hoe de zwerver de voornaam van David’s moeder wist. Hij vroeg zich ook af wat de zwerver bedoelde met confrères. Toen David voor de zoveelste keer het briefje las, begon hij na te denken over de zwerver: er was iets met die zwerver, was het de blik in z’n ogen of toch die glimlach. Hij zag er haveloos uit, maar iets klopte er niet aan hem. Dat wist David bijna zeker.



David besluit om samen met Saskia, een goeie vriendin van hem, de zwerver op te zoeken in zijn boswachterwoning. Ze komen hem onderweg een eind verderop lopen. Er komt een witte sportauto voorbijgereden. Vlak achter Hans van Lelyveld remt de auto en dan gaat het gas vol open. De auto rijdt de zwerver hard aan. David en Saskia fietsen terug, tot bij de zwerver. Die is nog even bij bewustzijn en zegt ‘David, in de woning ligt een boek, dat is voor jou.’ David zegt ‘dat komt wel een keer.’ De zwerver schudt met zijn hoofd en zegt ‘Alles staat erin. Over Marijke en Marc en Paul en over…’ Weer zegt David ‘dat komt wel een keer.’ ‘Ze zeiden dat ik alles moest wissen. Dat heb ik gedaan. Maar je kunt het vinden. Niks zeggen, ssst. Zijn ze hier?’ ‘Wie bedoelt U?’ zegt David. ‘Ze gonzen in mijn hoofd. Ze zijn er weer.’ Hij maakte slaande bewegingen naar zijn hoofd. ‘Weg, weg jullie.’ Zijn ogen draaiden even en richtten zich toen weer op David. ‘Het moet er zijn. Ergens. In het Blauwe Huis. Daar moet je het zoeken. Waar ik woon. Niet in de computer. Dat mocht niet van ze. Dan zouden ze heel boos worden. In het boek staat alles. David, lieve David, lees het.’ Toen verloor hij het bewustzijn en kwam niet meer bij.



Rechercheur Koen van der Wiel wordt op de zaak gezet. Hij krijgt daarbij hulp van Maurits Verkerk, een technisch rechercheur. Ze zijn er snel achter dat het om een moord gaat en dat de auto een oud type sportwagen moet zijn, en dus gaat er een oproep uit naar de surveillanceauto’s, die iedere oldtimer moeten melden. Ze weten ook al dat Hans van Lelyveld een zus heeft, Tineke van der Does-van Lelyveld genaamd.



Thuisgekomen geven David en Saskia het briefje aan z’n moeder. Die wordt kwaad, omdat ze het niet eerder hebben laten zien. Ze wordt boos op Saskia omdat het zogenaamd haar idee zou zijn.



Ze praten over Hans van Lelyveld en zo komen ze uit bij de vraag: hoe hebben Marijke, Marc, Paul en Hendrik hem leren kennen? ‘We woonden in hetzelfde studentenhuis. Hij was verliefd op mij,’ zei Marijke.



De volgende dag gaan David en Saskia naar de boswachterswoning van Hans van Lelyveld. In de boekenkast in het huis vindt David een boek, genaamd Zwendelaars. Alleen op de eerste pagina van het boek stond iets geschreven: Door Hans van Lelyveld; opgedragen aan David. Dan kijken ze op de computer, daar vinden ze ene aantal mappen, ze klikken op WP-Zwendel. Toen verscheen er een brief van Hans van Lelyveld aan een uitgever. Daar stond in:



Geachte heer Bergwerf,



Aan het einde van ons plezierige telefonische onderhoud beloofde ik u de definitieve versie te sturen van mijn roman Zwendelaars. Eén van de hoofdpersonen, de bekende strafpleiter Marc Ouwerling, in het boek de romanpersoon Mr. De Leeuw, is overleden. Om die reden moet ik de inhoud aanpassen.

Een andere reden is dat ik op dit moment overweeg om heropening van mijn zaak te bepleiten bij de officier van justitie. Ik ben op het spoor van nieuwe feiten en wacht derhalve de ontwikkelingen even af.

Niettemin ben ik zeer verheugd dat u zo positief heeft gereageerd op mijn roman. Ik zal u dan ook, naar het zich laat aanzien op korte termijn, het aangepaste manuscript zenden.



Vriendelijke groet,

Hans van Lelyveld



David print de brief uit. Ze vinden een fototoestel waar ze het rolletje uithalen.



Koen van der Wiel kan geen spoor vinden de auto, maar ze verdenken Marijke en Hendrik van de moord op Hans van Beeldveld.



David gaat naar de begraafplaats. Daar is de zus van Hans van Lelyveld ook, en die spreekt David aan. Ze vertelt hem dat hij een bloeiend adviesbureau in Rotterdam heeft, maar dat hij een paar weken geleden opeens was verdwenen. Ze vertelt David ook dat Hans van Lelyveld een ziekte had.



David liet de foto’s ontwikkelen en liet ze aan Saskia zien. Hij vond een foto van zichzelf, twee van zijn familie (David’s vader, moeder, oom Hendrik en de vader van Saskia, Paul de Zeeuw), het advocatenkantoor dat de familie samen had, het huis van David, een studentenflat, Het Blauwe Huis, een gerechtsgebouw, een foto met een plaatsnaambordje waar Kralingen op stond. ‘Daar zaten onze ouders op school,’ zei Saskia. In een studentenflat in Kralingen. Ze vonden nog één foto, met een krantenartikel erop. Daar stond in:



Student pleegt fraude



Rotterdam – Het openbaar ministerie van Rotterdam is gisteren een omvangrijke fraude op het spoor gekomen. De officier van justitie heeft de aanhouding gelast van de voortvluchtige economiestudent Hans van L., die verdacht wordt van frauduleus handelen.

De vermoedelijke verblijfplaats van de voortvluchtige is het Spaanse eiland Mallorca. Interpol is ingeschakeld.

De fraude werd ontdekt na een anonieme tip. De tipgever stuurde documenten, spaarbankboekjes en bandjes met telefoongesprekken waaruit blijkt dat Hans van L. de oplichtingzaak helemaal alleen heeft opgezet.

Het artikel is van veertien jaar geleden. Er viel David nog iets op, namelijk dat Hans van Lelyveld werd aangegeven op de dag van David’s geboorte.



Koen van der Wiel had weer iets ontdekt en besloot om samen met Martin Verkerk het advocatenkantoor op een onrechtmatige manier af te luisteren en vingerafdrukken te nemen.



David had ontdekt dat er twee rechtszaken zijn geweest, de eerste zaak is de fraudezaak en over de tweede zaak kunnen ze niet veel vinden, behalve dat Hans van Lelyveld David’s moeder voor de rechter heeft gesleept. Ze besluiten om ’s avonds samen de processtukken van de tweede zaak op te zoeken in het advocatenkantoor. David wist waar de reservesleutels van het kantoor lagen, dus ze braken in bij hun eigen vaders en familieleden. Ze vonden in de archiefkamer een map met de naam Hans van Lelyveld erop. Ze kopieerden de hele map, maar bij het kopieerapparaat hing een camera, wat David niet wist. De inbraak was geregistreerd. Koen van der Wiel kwam in actie en David en Saskia moesten mee naar het politiebureau. Daar werden ze verhoord en weer vrijgelaten, maar ze hadden wel een afspraak met Koen van der Wiel gemaakt dat ze hem zouden helpen bij het oplossen van de moordzaak. Van der Wiel had zijn kaartje gegeven en David had beloofd hem te bellen als hij weer iets op het spoor was gekomen.



Koen van der Wiel had ontdekt dat de tweede rechtszaak van Hans van Lelyveld, het ging om een klein gerechtelijk akkefietje, over een man die niet werd erkend als biologische vader. Maar dat was niet interessant volgens van der Wiel en hij concentreerde zich op de fraudezaak.



De volgende dag op het bureau luisterde van der Wiel eerst de gesprekken af die de vorige dag op het advocatenkantoor waren gevoerd. Hij kon niks ontdekken.



David ging die dag naar het kerkhof om bij de begrafenis van Hans van Lelyveld te zijn. Hij deed alsof hij voor zijn vader kwam zodat hij op een willekeurige bezoeker leek. Na de begrafenis kwam Tineke van Lelyveld op David afgestapt en zei dat ze nodig moesten praten, maar David rende weg.



Een week na de begrafenis van Hans van Lelyveld kwam er een brief voor David binnen. Hij opende hem en las hem met grote ogen. Dit stond er in.



Beste David,



Het is moeilijk om deze brief te schrijven. Maar het is nog moeilijker voor jou om dit te lezen.

Nadat ik hoorde van de dood van jouw vader heb ik lang nagedacht. Moest ik blijven zitten op mijn advieskantoor in Rotterdam of moest ik stappen ondernemen? Ik heb besloten om naar het zuiden af te reizen en te kijken wat er in de tussenliggende veertien jaar is gebeurd. Toen ik op het journaal zag dat de bekende strafpleiter Marc Ouwerling plotseling was overleden, kwam alles weer boven. Op de dag van mijn aankomst heb ik ene woning in het bos gekocht. Dat leek me ene veilige schuilplaats. Mijn dure pakken heb ik in Rotterdam achtergelaten. Het leek me beter om me in oude kleren te hullen. Met ene ongeschoren gezicht zou niemand me herkennen. Ik heb jou en je familie bespioneert. Ik kende iedereen natuurlijk al, van vroeger. Maar nu zag ik ze weer. Ik heb zelfs foto’s van iedereen genomen. Als ik weer terug ben in Rotterdam zal ik ze gebruiken voor mijn roman. Ik heb een boek geschreven dat als werktitel draagt: Zwendelaars. Het gaat over het verleden. Het gaat over jouw familie. Het is opgedragen aan jou.

Laat ik het uitleggen. Ooit ben ik door Marijke, Marc en Hendrik en Paul te pakken genomen. Ze hebben me aangegeven bij de politie. In de roman leg ik uit op wat voor gemene manier ze te werk zijn gegaan. Met open ogen ben ik in hun val getrapt.

Het boek is mijn kant van de zaak. Ik ben het nu aan het herschrijven. Een uitgever is geïnteresseerd.

Op de begrafenis van je vader heb ik mij misdragen. Dat had ik niet moeten doen. Maar alle woede en agressie die ik veertien heb onderdrukt, kwamen in één klap naar boven. Ik heb het niet uit vrije wil gedaan, maar kreeg er een opdracht voor. Dat leg ik je nog wel een keer uit. Dom? Jawel, want ze weten nu dat ik er ben. Ze zullen alles in het werk stellen om mij tegen te houden.

Daar hebben ze hun redenen voor. Tijdens de begrafenis heb ik een briefje in je zak gestopt. Al veertien jaar houdt jouw familie de gebeurtenissen van vroeger geheim. Jij mag zeker nooit achter de waarheid komen.

Dat je niet op mijn verzoek bent ingegaan, kan ik begrijpen. Mijn gedrag op het kerkhof is niet goed te praten. Het spijt me. Omdat ik je niet te spreken krijg, schrijf ik deze brief. Ik weet alleen niet zeker of ik hem zal versturen.

Maar op een dag kom je toch achter de waarheid en daarom kun je die beter uit mijn mond horen.

Ik weet alleen niet hoe ik het precies moet zeggen.

Op deze manier dan: met Marijke, jouw moeder, heb ik een relatie gehad. Een liefdesrelatie.

Jij bent mijn zoon.

Je moeder ontkent het, zelfs voor de rechtbank toen ik haar ene proces aandeed om jou terug te winnen. Maar voor mij is het zeker. Jouw moeder heeft de rechtszaak tegen mij gewonnen. Dat betekent dat ik geen contact met jou mag opnemen. Het schrijven van deze brief is zelfs strafbaar.

Nu je dit weet, kun je misschien begrijpen waarom ik zo emotioneel reageerde.

Hoe nu verder? De rechter heeft bepaald dat je de waarheid niet eens mag weten. Jouw familie verbiedt ieder contact. Ik heb geen mogelijkheid om mijn verhaal te doen. Daarom heb ik het boek Zwendelaars geschreven. Alleen voor jou.

Ik heb foto’s gemaakt van de locaties en de personen. Het is mijn geschiedenis, die daarmee ook de jouw is geworden. Ik hoop dat je het boek zult lezen.

Eens kom je op de leeftijd dat je zelf mag beslissen of je met mij wilt praten. Tot die tijd wacht ik af.

Hartelijke groeten, uit het diepst van mijn hart,

Hans van Lelyveld



Saskia leest de brief voor de zoveelste keer en zegt dat het niet kan, maar David is nergens meer zeker van. Saskia zegt dat David met zijn moeder moet gaan praten, maar dat doet hij niet. Hij zegt tegen Saskia, jouw vader, mijn moeder en oom Hendrik zitten in de problemen en daarom wil ik niet met mijn moeder praten.



De zaak zat muurvast. Het tappen van de telefoon bij het advocatenkantoor had niks opgeleverd.

Toen belde David naar van der Wiel en vertelde hem over de brief. Ze maakten een afspraak om op bezoek te gaan bij de uitgever van het boek Zwendelaars. Saskia ging ook mee. Toen ze aankwamen bij de uitgeverij gingen ze met de heer Bergwerf praten, de man aan wie de brief van Hans van Lelyveld was gericht. Van der Wiel zei dat ze graag het script zouden inzien van Zwendelaars. Ik ook, zei Bergwerf, ik heb nooit een script gekregen. Bergwerf liet een paar brieven zien die Hans van Lelyveld aan hem had geschreven. Bergwerf had wel een korte samenvatting van het boek. ‘Dat is een belangrijk bewijsstuk’ zei van der Wiel nadat hij het had doorgelezen. In de samenvatting stond niet hoe Marijke, Paul, Marc, en Hendrik van Lelyveld erin hadden geluisd, maar dat konden ze samen wel bedenken. Marijke is zwanger geworden van Hans, maar trouwde met Marc. Tegen de rechtbank had Marijke gezegd dat Hans haar tegen haar wil in had verleid. Dat was een motief. Toen ze het verhaal hadden gelezen haalde van der Wiel een sleutelbos uit zijn broekzak. Die had hij van Tineke van Lelyveld gekregen, die ook haar volledige medewerking verleende. Het waren de sleutels van een chique herenhuis. Daar aangekomen zagen David en Saskia een portret van Hans van Lelyveld hangen. David vroeg zich af of er overeenkomsten waren. Ze gingen zoeken naar het complete boek van Zwendelaars. Dat vonden ze niet. Van der Wiel ging boven kijken en wat hij daar aantrof had hij nog nooit gezien, een kamer met allemaal foto’s van David. Saskia had ook iets gevonden, namelijk rekeningen van een psychiatrische inrichting die Het Blauwe Huis heette. Het was gevestigd in Kralingen. Opeens herinnerde David het zich, Hans van Lelyveld had er vlak voor zijn dood nog iets over gezegd. ‘Hebben we daar niet ook een foto van?’ Vroeg Saskia. David knikte. Van der Wiel besloot om naar de inrichting te gaan, terwijl Saskia en David naar een concert van Sting gingen, waar ze kaartjes voor hadden gekocht. Toen van der Wiel bij de inrichting aankwam had de arts die Hans van Lelyveld behandelde hem al verwacht. Hij vertelde dat Hans van Lelyveld stemmen in zijn hoofd hoorden die hem opdrachten gaven, o.a. om zin zoon terug op te eisen. ‘Maar dat hebben we kunnen tegenhouden’ zei de arts. Van der Wiel vroeg naar het boek. ‘Misschien hebben we wat’ zei de arts. Hij kwam terug met de dikke map van Hans van Lelyveld en daar zat een pakket in, samengebonden door een lint. Van der Wiel was opgelucht, eindelijk had hij het manuscript van Zwendelaars gevonden.



Saskia stopte met de zaak en vertelde alles aan haar vader. Daar was David niet blij mee, want Saskia’s vader kon ook wel eens bij de moord betrokken zijn geweest. De volgende dag waren alle advocaten op de hoogte van het onderzoek. Ze lieten het kantoor onderzoeken op afluisterapparaten en poeder voor de vingerafdrukken. Dat was onzorgvuldig uitgewist door Maurits Verkerk. Alles was snel gevonden. De advocaten belden van der Wiel op en zeiden dat hij zicht moest terugtrekken uit de zaak, omdat hij anders met vervroegd pensioen zou gaan. Dus dat deed van der wiel op één voorwaarde: een gesprek bij Paul de Zeeuw thuis.



Die avond bij de Zeeuw thuis.



Van der Wiel had een aantal kopieën gemaakt van Zwendelaars. Marijke wist het al lang, want dat had Hans van Lelyveld haar gestuurd. Het was oude koek zei ze. En ze wist ook van de kamer. De advocaten weten dat van der Wiel altijd met Maurits Verkerk samenwerkt, en van der Wiel neemt de verantwoording op zich van de afluisterapparaten en de vingerafdrukken, maar dat helpt niet. De advocaten zeggen dat van der Wiel daar niet slim genoeg voor is en zeggen ook dat van der Wiel nog van hen zal horen.



David geloofde zijn moeder nu wel en hij had het boek in één ruk uitgelezen. Hij kon wel spannend vertellen die van Lelyveld, dacht David bij zichzelf.



De volgende dag ging hij naar Saskia. Om voor de zoveelste keer haar fotoboek te bekijken. Hij had alle foto’s al zo vaak gezien, maar nu viel hem bij één foto iets op. Een witte sportauto. Hij wou er mee naar van der Wiel gaan. Maar Saskia kon hem nog tegenhouden.



Die avond denkt David er nog over na, over die witte sportauto die hij op de foto had gezien. Hij haalde uit de kast bij hem thuis een heleboel fotoalbums, die hij één voor één doorzocht, op zoek naar een witte sportauto. Bij één foto stopte hij even. Op de foto stond oom Hendrik met een witte sportauto op de achtergrond.



David dacht na, en kwam tot de conclusie dat of Paul de Zeeuw of oom Hendrik iets met de dood van Hans van Lelyveld te maken had. Hij ging met een smoes weg van thuis, op weg naar oom Hendrik. David wou het niet, maar hij werd naar de schuur naast het huis gezogen. En wat hij daar zag, de witte sportauto. De moddersporen waren nog redelijk vers.



’s Avonds geeft Saskia een feest. David wil het niet zeggen tegen Saskia, maar praat zijn mond voorbij. Hij zegt dat hij de witte sportwagen heeft gezien bij oom Hendrik. Als ze naar huis gaan, zegt hij zijn ontdekking tegen zijn moeder. Die zegt dat oom Hendrik al twintig jaar niet meer in die auto heeft gereden. Hij vertelt ook van de moddersporen. Zijn moeder gaat akkoord als hij vertelt dat hij naar van der Wiel wil gaan, maar voordat zijn moeder meegaat wil zij hem nog iets laten zien. Honderden brieven met dreigementen krijgt David te lezen. Hij schrikt ervan. Nadat hij ze had gelezen vroeg zijn moeder of hij nu nog naar van der Wiel wou gaan. Als hij dat zou doen zou hij het advocatenkantoor kapotmaken, maar een week nadat zijn moeder dat had gezegd begon hij weer te twijfelen. Uiteindelijk ging hij toch naar van der Wiel. Oom Hendrik zou nu veroordeeld worden. Saskia en David moesten ene getuigenverklaring komen afleggen, maar Saskia wilde de naam van het advocatenkantoor hooghouden. Zij wou de moord helemaal niet oplossen. Ze kwam naar David toe om de verklaringen op elkaar af te stemmen. Dat lukte ze, ze hadden afgesproken dat ze zouden zeggen dat ze een sportauto hadden gezien, alleen de kleur hadden ze niet onthouden. Het moest lukken, ze hadden alles ingestudeerd. Toen ze de verklaring hadden afgelegd, werden ze door van der Wiel vergeleken. ‘Dit is knap,’ zei hij. Tot in de details hadden ze een identieke verklaring afgelegd. ‘Alsof jullie overlegd hebben’ zei van der Wiel. Koen van der Wiel praatte zijn mond voorbij en zei dat Marijke Ouwerling de hoofdverdachte was. Toen wou David een nieuwe verklaring afleggen. In de verklaring had hij verteld over de witte sportauto die bij oom Hendrik stond. En daar gingen ze toen heen.



Twee weken nadat Hendrik Ouwerling was opgepakt voor de moord op Hans van Lelyveld, kwam er een brief binnen voor David. Van een notaris uit Rotterdam. Dit stond er in de brief.



Geachte heer Eidhof



Bij deze deel ik u mee dat ik geen prijs stel op de erfenis van de heer Hans van Lelyveld. Het aan mij toebedeelde bedrag van 750.000 duizend gulden(340.335,16 Euro) kunt u zenden aan de andere erfgenaam, mevrouw Tineke van Lelyveld-Van der Does.

Hoogachtend,

David Ouwerling



Zo kwam alles tot een goed einde.



C.3: Leeservaring.



Onderwerp: vraag nummer 1: spreekt het onderwerp je aan? Is het een onderwerp waar je al eens over nagedacht hebt? Heeft het boek je nieuwe kanten van het onderwerp laten zien?



Het onderwerp biologische vaders spreekt me wel aan, alhoewel ik er nog nooit over nagedacht heb. Het boek heeft me zeker nieuwe kanten van het onderwerp laten zien, namelijk dat de man die zich voor jouw vader uitgeeft ook een geheel andere man kan zijn, en niet je echte biologische vader.



Gebeurtenissen: vraag nummer 6: beschrijf een gebeurtenis die de meeste indruk op je gemaakt heeft en waarom.



Op de begrafenis van Davids vader loopt een zwerver rond. Ik beschrijf het fragment precies zoals het in het boek staat weergegeven.

Hendrik Ouwerling liep op de zwerver af. Wegwezen jij, gebaarde hij. De zwerver maakte een slaande beweging.

‘ Hij was een schoft.’ De stem van de zwerver klonk luid over de begraafplaats. ‘ Dat mag iedereen weten.’

David schrok. Zijn vader? Een schoft?

Oom Hendrik gaf de zwerver een stomp in zijn gezicht en trok hem aan zijn arm mee. Even later stond hij weer naast de moeder van David. ‘ Dit was de laatste waarschuwing.’

Zijn moeder knikte.

‘ De Heer geeft en de Heer neemt,’ sprak de priester plechtig. ‘ Hij heeft het lichaam van Marcus Antonius Ouwerling na 43 jaren tot Zich genomen. In de naam van de Vader en de Zoon en…’

‘ Oplichters,’ klonk het luid over de begraafplaats. ‘ Zwendelaars. Ik heb de bewijzen.’

Oom Hendrik maakte zich los uit de kring rouwende mensen en holde in de richting waar vandaan de stem kwam. Niemand lette meer op de priester.

De zwerver maakte aanstalten om weg te rennen. Hij hinkte naar de gietijzeren poort. Maar oom Hendrik was sneller. Drie keer raakte hij de zwerver vol op zijn gezicht.

De zwerver zat op zijn knieën en beschermde zijn ogen met zijn handen. Oom Hendrik trok hem overeind en schudde hem door elkaar alsof hij met ene lappenpop aan het stoeien was. Daarna wierp hij het weerloze lichaam van zich af en sloeg het stof van zijn kleren. De zwerver bleef languit op het grindpad liggen.



Deze gebeurtenis heeft indruk op mij gemaakt, want je gaat een begrafenis niet zo ruw verstoren, maar het is ook onzin om die zwerver helemaal verrot gaat slaan.



Personages: vraag nummer 2: hebben de personages eigenschappen die je bewondert, gewoon vindt of verafschuwt?



De personages hebben allemaal hun eigen karakter, maar David heeft wel het beste karakter. Daarom bewonder ik hem ook, en met name zijn doorzettingsvermogen om en de moord en de vraag over zijn biologische vader op te lossen.



Bouw: vraag nummer 5: vind je dat de bouw van het verhaal goed past bij het onderwerp?



De bouw past goed bij het verhaal vind ik persoonlijk, maar het werd af en toe wel ene beetje onduidelijk, want dan liepen de gebeurtenissen door elkaar.



Taalgebruik: vraag nummer 1: vind je het verhaal lastig om te lezen? Hoe komt dat?



Zo af en toe was het wel lastig om het verhaal goed te volgen, maar over het algemeen was het heel goed te volgen. Dat het soms niet goed was te volgen, is te wijten aan het feit dat er sommige gebeurtenissen door elkaar liepen.



C.4A: Verwerkingsopdracht voor het leesdossier.



Bespreekopdracht voor het leesdossier: vraag nummer 3: bespreek hoe het komt dat het verhaal spannend is. Laat zien welke open plekken er worden gebruikt.



Het verhaal wordt spannend gehouden doordat er redelijk wat open plekken worden gebruikt. Een voorbeeld daarvan is: in het middenstuk ongeveer, bij de brief van Hans van Lelyveld uit het hiernamaals, daar doemt de vraag op of Marc Ouwerling nu wel echt de biologische vader is. Dat is één van de vele open plekken in het verhaal.



Schrijfopdracht voor het leesdossier: vraag nummer 14: schrijf een ander slot voor het verhaal.



Als de rechtszaak tegen Hendrik Ouwerling begint, heeft Hendrik Ouwerling nog een troef achter de hand waarmee hij zijn onschuld aan kan tonen. Uiteindelijk blijkt dat Paul de Zeeuw de auto heeft gestolen en hem onopvallend weer heeft teruggezet in de schuur van Hendrik Ouwerling. Uiteindelijk wordt Paul de Zeeuw veroordeeld en Hendrik Ouwerling vrijgesproken. Het advocatenkantoor blijft bestaan en krijgt nog vele rechtszaken.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen