Ondertitel : of De koffieveilingen der Nederlandse Handelsmaatschappij Uitgever : Veen Uitgevers. (Amstel Klassiek) Vertaald? : Nee, oorspronkelijk Nederlands Druk :11e druk Jaar:1988 Jaar 1e druk : 1860 Titelverklaring: De titel "Max Havelaar" slaat op een man genaamd Max Havelaar. Havelaar (de centrale figuur) wordt in het boek uitvoerig beschreven. De man is zo belangrijk in het boek omdat hij voor de inlanders in het vroegere Nederlands-Indië opkomt. De ondertitel "of De Koffieveilingen der Nederlandse Handelmaatschappij" is de titel die Droogstoppel (een contrast met Havelaar) aan het boek wou geven. Multatuli gaf deze ondertitel omdat in die tijd de koffiehandel veel geld opleverde voor de Nederlandse Staat. Motto: In het begin van het boek wordt er een onuitgegeven toneelspel beschreven. Dit kan als de motto van het boek worden gezien. In deze onuitgegeven toneelspel wordt Lothario ervan beschuldigd Barbertje te hebben vermoord. De rechter veroordeeldt hem tot ‘ophanging’. De rechter is vastbesloten; zelfs als hij Barbertje in levende lijfe ziet blijft hij bij zijn besluit. Dit keer is de straf niet gebaseerd op moord, maar op eigenwaan. Dit motto heeft veel met het boek te maken. In dit toneelspel wordt er iemand (Lothario) onrecht aangedaan. In het boek zijn dit de inlanders in Indië. Ook is er een persoon met duidelijk veel macht in het toneelspel (de rechter). In het boek zijn dit de Nederlandse Staat en de Regent van Lebak. Opdracht: "Aan de diepvereerde nagedachtenis van Everdine Huberte Baronesse van Wynbergen, der Trouwe gade der heldhaftige liefdevolle moeder der Edele Vrouw." Baronesse Everdine Huberte Baronesse van Wynbergen was de vrouw van Multatuli. Na de opdracht volgt nog een franse citaat van Henry de Péne. (Franse journalist) Personen: Belangrijkste personen: Max Havelaar: Als eerst moet vermeld worden dat Max Havelaar een heel uitgebreid persoon is in het boek. Hij komt namelijk in 3 namen voor. In het boek wordt er gesproken van Sjaalman, Max Havelaar en Multatuli. Deze personen zijn één. Bij Sjaalman en Havelaar is dit direkt uit het boek te halen. Sjaalman is namelijk een aan de lage wal geraakte Havelaar. Multatuli is de pseudoniem van Eduard Douwes Dekker. Douwes Dekker heeft meegemaakt wat Havelaar in het boek meemaakt. Ook qua tijd zijn de personen verschillend. In de tegenwoordige tijd van het boek wordt Sjaalman beschreven door Droogstoppel. In de verleden tijd wordt Max Havelaar beschreven door Stern. Havelaar is 35 jaar oud. Hij is een man van Nederlandse nationaliteit. Een citaat van zijn uiterlijk: Hij was slank, en vlug in zijn bewegingen. Buiten zijn korte en beweeglijke bovenlip, en zijn grote flauw-blauwe ogen die, (…) , iets dromerig hadden. (…) zijn blonde haren hingen sluik langs de slapen. " ( blz 69). Havelaar is vooral kenmerkend door zijn gevoel voor rechtvaardigheid. Hij wil niemand onrecht aandoen en doet er alles aan om anderen te helpen. Dit karakter eigenschap heeft een positief punt: Hij helpt iedereen die hulp nodig heeft. Een negatief punt is dat hij zover kan gaan om mensen te helpen dat hij zelf in de problemen komt. In het boek wordt er een voorbeeld gegeven hoever hij kan gaan om mensen maar te helpen: "… doch waar anderen hulp behoefden, was hem ’t helpen, het geven een ware hartstocht." De lezer kan opmaken dat met ‘het geven’ geld wordt bedoeld. Een paar regels verder komt deze zin: "Acht dagen voor de geboorte van zijn kleine Max, bezat hij ’t nodige niet om ’t ijzeren wiegje te kopen waarin zijn lieveling rusten zou, en weinig tijds tevoren nog had hij de weinige versierselen zijner vrouw opgeoferd, om iemand bij te staan, die gewis in beter omstandigheden verkeerde dan hijzelf. (Beide citaten van blz. 84) Hier leest de lezer dat hij zijn gezin in de problemen brengt (niet met opzet, Havelaar was een goede man) doordat hij iedereen die naar hulp vraagt wil helpen. Andere karaktertrekjes van Havelaar zijn: gevoelig(valt uit het boek te halen door zijn hulp aan ierdereen), ijverig(doordat hij er alles aan doet om anderen te helpen), inteligent (valt uit het boek te halen door zijn verhalen die hij vertelt aan Duclari en Verbrugge en eerlijk. Zijn opvattingen over het leven, over kunst en cultuur, over de liefde enz. vertelt hij uitvoerig aan Duclari en Verbrugge tijdens een etentje. Zijn belangrijkste opvatting is dat er aan niemand onrecht mag worden gedaan. Bewijs uit boek: "Ik verzoek u nogmaals mij te beschouwen als een vriend die u helpen zal waar hij kan, vooral waar onrecht moet worden tekeer gegaan. (citaat uit blz. 99) Havelaar verandert in de loop van het verhaal. In chronologische volgorde veranderd hij van een avontuurlijke jongeman (Havelaar in zijn jonge jaren) naar een man die serieus is in zijn doen (Havelaar in lebak). De oudste Havelaar in het boek is de armere Havelaar in Nederland. Hij is in de problemen geraakt, niemand wilt hem meer in Indië omdat hij erg lastig is volgens de autoriteiten daar. Door dit alles is hij erg arm en draagt hij geen winterjas in de koude maanden. Hij heeft geen geld voor een goed huis voor zijn gezin. Om wat te verdienen is hij gaan schrijven over de tijd in Indië. De belangrijkste relaties van Havelaar zijn: - Met zijn gezin.
- Met zijn collega’s (Duclari en Verbrugge)
- Met de Regent (zijn ‘vijand’ in het boek)
Havelaar is een duidelijke Round-Character; hij wordt uitvoerig besproken, je komt achter veel van zijn karaktertrekjes en opvattingen. Ook wordt zijn leven uitvoerig besproken. Bijpersonen: Batavus Droogstoppel: Een laffe, egoistische, onbeschofte koopman. Droogstoppel is geen Round-Character maar een type. Droogstoppel zijn rol in het boek is vooral om een contrast te vormen met Havelaar. De lezer kan dan de situatie beter begrijpen. (Althans, dit was vooral voor mij een kenmerk om het boek beter te begrijpen) Zijn opvatting is vooral dat iedereen eerlijk moet zijn. Hij kan absoluut niet tegen romans, daar wordt toch alleen leugens verteld. Dat Droogstoppel erg onbeshoft is kon de lezer al in het begin van het boek lezen: Hij laat Sjaalman wachten voor de deur, want de deur zal vanzelf wel open gaan. Hij vindt ook dat de Javaan maar moet werken, want hij anders zal hij arm worden. Hij gebruikt hiervoor het geloof als excuus. Stern: Van Stern is niet veel beschreven, alleen dat hij een Duitser is en dat hij de zoon is van een zakenrelatie in Duitsland. Hij schrijft de Havelaar gedeeltes in het boek. Maar de lezer kan al snel erachter komen dat eigenlijk Sjaalman voor hem schrijft. Tine en Max: Dit is het gezin van Havelaar. Max wordt vooral als schattig beschreven. Tine wordt ook niet zo uitvoerig beschreven. Alleen dat ze een hart van goud heeft, zielsveel van Havelaar houdt en dat ze niet echt knap van uiterlijk is. Verbrugge: Verbrugge is de controleur van Lebak. Hij is vooral aardig, eenvoudig, hartelijk, mededeelzaam, hulpvaardig en gastvrij is. Verbrugge is de ondergeschikte van Havelaar. Duclari: Hij wordt vooral als moedig beschreven. Hij is de eerste luitenant van Lebak. Tijdens een etentje komt de lezer te weten dat hij wel Havelaar in het begin een rare snuiter vindt, maar al snel kijkt hij toch wel op tegen Havelaar. De Regent: Is een nette, beleefde oude man. Doordat hij veel schulden maakt buit hij het volk uit. Dit is Havelaars ‘vijand’. Een leuk citaat van zijn uiterlijk: "De regent had reeds zijn lippen en weinig tanden bruinrood geverfd met het speeksel zijner sirih…" (Blz. 62.) Tijd en Plaats: In welke tijd speelt het zich af? In het boek zijn er 3 tijdsniveau’s: -Rond 1842: De jonge avontuurlijke Havelaar in Sumatra. - Rond 1856: De volwassen Havelaar in Lebak
- Rond 1860: De arme Havelaar in Nederland. Dit is het heden.
Wat is de verteltijd? Ik heb er een week over gedaan om het boek te lezen. Het boek heeft 288 blz. waarbij de aantekeningen/noten van Marijke Stapert-Eggen zijn bijgeteld. Wat is de vertelde tijd? Ook kan de vertelde tijd in 3 groepen worden verdeeld: -De tijd van Sumatra: Dit speelt zich af rond 1842, dus ongeveer een jaar. - De tijd in Lebak: Dit duurt ook zo’n jaar. (De uitbuitingen van het volk duurden al veel langer.
- Het heden van het boek: duurt in totaal ook zo’n jaar.
Waar spelen de gebeurtenissen zich af? Bij elke tijdsgroep horen ook bepaalde plaatsen: -1842: Sumatra en omgeving. - 1856: Lebak, stukje Buitenzorg (Bogor)
- 1860: Dit speelt zich af in Amsterdam.
De omgevingen worden zeer goed beschreven, je kunt bij wijze van spreke Indonesië ruiken. Ook voor mensen die nooit in Indonesië zijn geweest kunnen een zeer goed beeld vormen van het landschap in Indonesië na het lezen van dit boek. Een zeer goed stuk uit het boek ging over het reizen in Indonesië omstreeks 1860. Dit stukje vind ik ook mooi beschreven, een ander goed stuk ging over de huizen in Indonesië. Ook kan de lezer uit de beschrijvingen opmaken dat Multatuli veel van het Indonesische landschap houdt. Wat zijn de tijdsverhoudingen? Het verhaal verloopt niet chronologisch. Ook bestaat het boek uit vele tijdsvertragingen. Deze tijdsvertragingen worden veroorzaakt omdat de schrijver de omgeving uitvoerig beschrijft en ook wordt de tijd vertraagd waneer Havelaar over zijn geschiedenis vertelt. Tijdsversnelingen zijn mij in het boek niet opgevallen. Het boek bestaat uit vele flash-backs; deze dienen om een beter beeld te krijgen van de situatie aldaar. Thema: Thema: Strijd tegen onrecht. Verklaring en bedoeling van het thema : De lezer zal in het begin van het boek niet meteen merken dat er sprake is van strijd tegen onrecht. Maar zodra het Max Havelaar gedeelte aan bod komt. (vanaf hfst 5) krijgt de lezer toch al een aanwijzing van de thema. Zo heb ik in hfst 5 deze aanwijzing van het thema gevonden: " Doch daar kwamen vreemdelingen uit het Westen, die zich heer maakten van het land. Ze wensten voordeel te doen met de vruchtbaarheid van de bodem, en gelastten de bewoner een gedeelte van zijn arbeid en van zijn tijd toe te wijden aan het voortbrengen van andere zaken, die meer winst zouden afwerpen op de markten in Europa (…) Hij (de Inlanders) gehoorzaamt zijn hoofden, men had dus slechts deze hoofden te winnen en hun gedeelte van de winst toe te zeggen,…( Blz 55) In dit stukje tekst worden dingen beschreven waar het boek eigenlijk om gaat: De mensen uit het Westen worden rijk van de Inlanders, dit doen zij door de hoofden van het volk onder de knie te krijgen. Deze gaan vervolgens hun eigen volk uitbuiten. In een ander stuk wordt er een aanwijzing gegeven dat Havelaar wil strijden tegen deze vorm van onrecht: Ik verzoek u nogmaals mij te beschouwen als een vriend die u helpen zal waar hij kan, vooral waar onrecht moet worden tekeer gegaan. (Blz 99) Hier vertelt Havelaar (na een prachtige toespraak aan de hoofden van Lebak) dat hij het onrecht grondig wil bestrijden. Om een beeld te geven hoe erg de toestand in Lebak is, wordt er in een (prachtige) verhaal over Saidjah en Adinda beschreven welk onrecht de mensen daar wordt aangedaan: Einge tijd daarna vluchtte Saidjahs vader uit het land. Want hij was zeer bevreesd voor de straf als hij zijn landrenten niet betalen zou… (blz 208) Nadat Saidjah vele buffels heeft gekregen van zijn vader, zijn ze net zo snel afgepakt door de hoofden voor de slachting. De hoofden hoeven hier niets voor te betalen. Saidjah krijgt voor de zoveelste keer een nieuwe buffel, deze buffel redt hem later van de dood, deze wordt echter weer afgepakt. In dit fragement vlucht Saidjahs vader omdat hij vele schulden heeft, de hoofden buitten hem immers uit. Hij is zelfs zo bevreesd dat hij vlucht voor de gevolgen. De bedoeling van de schrijver was om het onrecht die de Inlanders in Indië leden te bestrijden. Dit is hem jammergenoeg niet direct gelukt. (hierover later meer) Een (duidelijk) fragment waaruit de bedoeling van het boek wordt beschreven is dit: Goed, goed, alles goed! Maar… de Javaan wordt mishandeld! Want: wederlegging der hoofdstrekking van mijn werk is onmogelijk! Hoe luider overigens de afkeuring van mijn boek, hoe liever ’t mij wezen zal, want des groter wordt de kans gehoord te worden. En dit wil ik! (blz 256) In deze zin en in dit hoofdstuk zegt Multatuli wat hij met het boek bereiken wil; bestijding van het onrecht in Indië. (Hij heeft nog een doel, hierover later meer) Samenvatting en opbouw van het boek: Zoals al vermeld kan het boek in delen worden gesplitst, in schema: genre hfdst. schrijver hoofdpersoon - roman 1 1-4, 9-10, 16 Droogstoppel Droogstoppel
- roman 2 5-8, 11-16, 17-19 Stern (Sjaalman) Havelaar
- protest 20 Multatuli n.v.t.
Roman 1: 1-4: In deze hoofdstukken komt Batavus Droogstoppel aan het woord. Hij stelt zich zelf voor en vertelt wat zijn idealen zijn. Ook vertelt hij wat dingen van zijn jeugd waar hij te kennen geeft dat hij Havelaar als klasgenoot heeft gehad. In dit hoofdstuk komen Sjaalman (Havelaar) en Droogstoppel elkaar tegen. Sjaalman geeft Droogstoppel een pak met papieren mee waar dingen staan beschreven die Sjaalman heeft meegemaakt. Droogstoppel moet niets hebben van de arme Sjaalman. Later besluit hij van de papieren een boek te schrijven over de koffie cultuur. Hij krijgt hierbij hulp van Stern. 9-10 en gedeelte 16: Hier verteld Droogstoppel dat hij al het voorgaande niet mooi vond. Hij uit hier zijn mening dat het de eigen schuld is van de Javanen dat ze zo arm zijn. Ookheeft hij helemaal geen medelijden met de Javanen. In deze hoofdstukken komt ook de beruchte preek van ds. Wavelaar voor. Roman 2: 5-8: Hier worden Havelaar en zijn familie voor gesteld. Ook de Regent, Verbrugge en Duclari worden hier voor gesteld. Het hoofstuk bevat de geschiedenis van Havelaar van het begin van zijn loopbaan als asistent-resident is Lebak. Ook komt hier de toespraak voor die Havelaar ‘doet’ voor de hoofden van Lebak. 11-16: Hier komt het etentje in voor van Havelaar, Tine, Verbrugge en Duclari. Havelaar vertelt hier over zijn geschiedenis (oa over Sumatra) en over zijn mening over vele dingen. Zoals vrouwen, kunst en Indie. Ook begint hier de strijd tegen het onrecht die Havelaar voert. De beroemde parabel van de Japanse Steenhouwer komt ook hier in voor. 17-19: Hier komt het verhaal van Saidjah en Adinda in voor. Dit verhaal laat zien hoe de toestanden in Lebak zijn. Ook klaagt Havelaar de Nederlandse Staat in dit gedeelte aan. Protest: 20: Het eerste helft van dit hoofstuk zien we dat Havelaar onstlag neemt. Al zijn inzettingen waren tefergeefs. Het 2e gedeelte is voor Multatuli. Hij neemt het boek over van de schrijvers en neemt afscheid van ze. Stern laat hij goedkeurend achter. Droogstoppel wordt met harde hand uit het boek geschreven. Multatuli schrijft wat hij met het boek wil bereiken. Mening: Het verhaal vind ik zeer goed. Weinig boeken besteden namelijk aandacht aan de onderdrukking van de Indonesiers. Multatuli heeft het aangedurft om naast een mooi verhaal, een thema uit te werken die voor zijn tijd niet of nauwelijks werden beschreven. Een andere reden waarom ik dit zo’n goed verhaal vind is de manier waarop Multatuli de dingen beschrijft. Hij schenkt zoveel aandacht aan de omgeving, de mensen van Java. Wat ik wel moet bekennen is dat ik naast mooie (Parabel van Japanse Steenhouwer en toespraak van Havelaar), spannende (de strijd tegen de Regent) en ontroerende (Saidjah en Adinda) momenten ook saaie momenten heb gelezen. Eén van die saaie momenten waren sommige momenten tijdens het etentje die Havelaar organiseerde voor Verbrugge en Duclari. Overigens is het onderwerp wel begrijpelijk voor mij. Ik weet niet of dat komt door mijn Indonesische achtergrond of door mijn interesses in de Nederlandse Koloniale Geschiedenis, maar wat het voor iedere lezer begrijpelijk maakt is dat het over mensen gaan die anderen wat aandoen. Dit in positieve zin (Havelaar) en negatieve (Regent, Nederlandse Staat). Iedereen gaat met mensen om, iedereen weet dus ook wat de gedragsregels zijn. Vaak worden deze gedragsregels overschreden, zoals in dit geval, doordat het zo vaak gebeurd (moord, oorlog) wordt het vanzelf wel realistisch voor iedereen. Het einde liep zoals ik had verwacht, althans Havelaar gedeelte dan. Het was gewoon een onmogelijke taak om voor 30 miljoen mensen op te komen die voor de Nederlandse regering in die tijd niet belangrijk waren. Daarintegen vond ik de manier hoe het boek eindigde wel zeer origineel en onverwacht. Het boek verloopt eerst als een fictie, dan grijpt Multatuli in en brengt de lezer naar de werkelijkheid: "Havelaar doolde arm en verlaten rond. Hij zocht… Genoeg, mijn goede Stern! Ik Mutatuli neem de pen op. Gij zijt niet geroepen Havelaars geschiedenis op te schrijven. Ik heb u in het leven geroepen." Hier neemt hij van Stern afscheid. Een paar regels verder neemt hij van Droogstoppel afscheid: "Die Sjaalman en zijn vrouw… Halt, ellendig produkt van vuile geldzucht en godslasterlijke femelarij. Ik heb u geschapen… ge zijt opgegroeid tot een monster onder mijn pen…" Dit is gewoon zo knap bedacht. Eduard Douwes Dekker moest gewoon een inteligente man zijn geweest. Het thema van het boek vind ik zeer mooi en goed voor een boek uit die tijd. De schrijver gaat er diep op in. Alles in het boek heeft wel met het thema te maken. Ook zet het thema mij ook wel aan het denken. Het boek is wel in 1860 geschreven, er mag dan wel in die tijd veel onrecht aangedaan zijn. Maar ook in deze tijd wordt er zeer veel volken uitgebuit. Ook in deze tijd worden er mensen onrecht aangedaan. We moeten dit niet vergeten. Daarom moet iedereen op de wereld Max Havelaar eigenlijk lezen. Naast dat ze een prachtig boek onder ogen krijgen, gaan ze hopelijk ook nadenken dat uitbuiting gewoon niet kan in deze tijd. Ik ben na het lezen van het boek toch van mening veranderd. Ik dacht voordat ik aan Max Havelaar las, dat het een heel saai boek was dat, ook schrikte mij het jaartal af van wanneer het boek geschreven is. Ik dacht dat het zeer moeilijk was. Dit is ook wel zo, het boek is vaak erg moeilijk. Maar het ik beslist geen saai boek. Het is soms zelfs zeer grappig. Het begint eigenlijk al met Droogstoppel die steeds zijn naam en vestigingsplaats herhaald. Dit grappige, sarcastische blijft het hele boek eigenlijk wel. Een leuk voorbeeld van deze leuke schrijfstijl is het volgende citaat: "De koetsier klapte met de zweep, de lopers –in Europa zou men ,geloof ik, zeggen ‘palfreniers’ of liever, er bestaat in Europa niets wat met deze lopers overeenkomt – die onvergelijkbare lopers dan…" De bedoeling van het boek is naast de verbetering van de situatie in Indie ook nog herstel van zichzelf (Multatuli). Om dit doel te bereiken was de schoonheid van dit boek maar een hulpmiddel. Het tweeledig doel dat hij had voor het boek heeft niets van de inhoud beschadigd. Dit is toch wel knap. Jammer is dat het doel niet bereikt is wat betreft verbetering van de situatie in Indie. Over situatie heb ik daarnet al een stuk over geschreven. Deze situatie bestaat al sinds er mensen zijn. Er bestaat altijd een heersende klasse die de ondergeschikten uitbuiten. De situatie in het boek is dan ook erg bekend bij mensen. Ook zijn de personen zeer herkenbaar. Iedereen kan zich wel indentificeren met een persoon uit het boek. (de personen uit het boek zijn immers zelf afgeleid uit mensen uit de 19e eeuw) Over het taalgebruik kan er ook veel gezegd worden. We moeten niet vergeten dat ondanks de soms moeilijke Max Havelaar de taalstijl zeer vernieuwend was voor die tijd. Multatuli heeft het aangedurft om met de alledaagse spreektaal van de 19e eeuw aan te komen, alle schrijvers in die tijd gebruikten alleen de elite-taal in hun boeken, maar dit was de spreektaal van de 19e eeuw. Er is ondertussen zoveel veranderd dat onze taal veel verschild met de taal van Multatuli’s tijd. De mensen in de Max Havelaar spreken dus niet zoals de mensen spreken in onze tijd. Een voorbeeld van een gesprek van Max Havelaar: "Ik ben bij de regent geweest, zeide hij… dat is infaam… maar verraad me niet. - Wat? Wat moet ik niet veraden?
- Geeft ge mij uw woord geen gebruik te maken van wat ik u zeggen zal?
- Weer halfheid, zei Havelaar. Doch … goed! Ik geef mijn woord."
Dit is een voorbeeld van hoe de personen in Max Havelaar spreken. Maar als Douwes Dekker dingen beschrijft dan gebruikt hij soms woorden die ik niet ken. Ook gebruikt hij termen die niet meer worden gebruikt, of hij gebruikt spreekwoorden die niet meer worden gebruikt. Als conclussie kan ik zeggen dat ik Max Havelaar als mijn mooiste boek kan beschouwen. Het is op zo’n mooie manier allemaal beschreven. Soort Boek: Het boek behoort eigenlijk tot de fictie en de non-fictie. Van het eerste hoofdstuk tot en met het 19e hoofdstuk is het boek een fictie. Het is wel naar waarheid berust, zodat je kunt zeggen dat dit een non-fictie is. Ik denk echter dat het een fictie is. In de 2e helft van het 20e hoofstuk grijpt Multatuli in en brengt de lezer naar de werkelijkheid. Vanaf hier begint het non-fictionele gedeelte van het boek. Het boek is verder zeer realistisch, het is ook naar waarheid berust. Het boek is een duidelijke roman, het is te dik voor een novelle. Het boek behoort tot het genre historische/autobiografisch roman. Perspectief: Er is in het boek sprake van een meervoudige vertelperspectief. Dat zijn namelijk drie IK-vertellers; Droogstoppel, Stern/Sjaalman en Multatuli. Door deze meervoudige vertelperspectief krijgt de lezer betrouwbare informatie, er wordt immers drie meningen gegeven over het onderwerp (waarvan 2 positieve en 1 negatieve mening) zodat de lezer een hele brede mening leest van de schrijver. Spanning: Het boek is goed opgebouwd qua spanning. Er worden veel open vragen gesteld: De lezer zal voor hij mijn boek heeft uitgelezen, even goed als Verbrugge weten waarom die zaken zo bijzonder moeilijk waren. (blz 104) Een paar hoofdstukken (hfst 17) verder komt de lezer te weten wat die moeilijke zaken zijn; die moeilijke zaken zijn de getuigingen tegen de regent. Doordat niemand tegen de Regent wil getuigen vanwege angst, is het zo moeilijk om de regent te vervolgen. De lezer weet evenveel als de hoofdpersoon. De sfeertekening is belangrijk voor de spanning, de lezer kan zich zo beter in het verhaal verdiepen. Citaat: "…dat langer dan een zeer kort ogenblik beantwoordt aan ons verlangen naar het schone, omdat het niet beweegt. Dit geldt, geloof ik, ook voor beeldhouwwerken en schilderstukken. Natuur is beweging. Groei, honger, denken, gevoelen, is beweging… Stilstand is de dood!" Secundaire literatuur: - Encarta Windows 95 encyclopedie
- Literair werk uit de vorige eeuw (Eeuw & B.A Dijkstra)
|