Boekverslag : Multatuli - Max Havelaar Of De Koffieveilingen Der Nederlandsche Handel-maatschappij
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2475 woorden.

Titelbeschrijving



*De Auteur: Multatuli

**De titel: ‘Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij’

De uitgever: AD. Donker / Rotterdam

Uitgeverij Jaar van uitgave: 1860

Aantal bladzijden: 272



*Multatuli is het pseudoniem van Eduard Douwes Dekker. Dit pseudoniem betekent ‘Ik heb veel gedragen’. Hij wordt geboren op 3 maart 1820 in Amsterdam. Na een onvoltooide middelbare schoolopleiding, wordt hij in 1838 aangenomen bij het Nederlands bestuur in Indië (nu Indonesië).



In deze periode schrijft hij zijn eerste werken, waarvan bijna niets wordt gepubliceerd. Hij vervult verschillende ambtelijke functies in Indonesië. Bij het zien van de misstanden en armoede, neemt hij zich voor om de ideale bestuursambtenaar te worden. Hij trouwt in 1846 met Everdina Huberta, baronesse van Wijnbergen.



Na een aantal conflicten met zijn meerderen, neemt hij drie jaar verlof in Nederland. Als hij terugkeert naar Indië, wordt hij in 1856 benoemd tot assistent-resident in Lebak. Daar dient hij een klacht in tegen de regent Karta Natta Nagara, een inlandse bestuurder. Deze maakt op allerlei manieren misbruik van zijn positie, door zijn volk af te persen en uit te buiten. Douwes Dekker wil zijn aanklacht pas toelichten na de afzetting van de regent. Zijn superieur accepteert dit niet en laat hem overplaatsen. Dit heeft tot gevolg dat Douwes Dekker ontslag neemt.



Achteraf blijkt de aanklacht niet ongegrond te zijn.

Douwes Dekker gaat in 1857 terug naar Nederland, twee jaar later volgt zijn vrouw. Het gezin zit financieel aan de grond. Om zijn eergevoel te herstellen en om het lot van de inlanders te verbeteren, schrijft hij het hele verhaal op. In enkele weken schrijft hij de roman Max Havelaar, of de koffijveilingen van de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Aanvankelijk komt het boek, onder de naam Multatuli, uit in een versie, waaruit belangrijke namen en data zijn verwijderd. Daarmee wordt de bewijskracht van het werk een stuk kleiner.



Pas na de derde druk krijgt Multatuli de kans om dit te herstellen. Na de uitgifte van dit werk is Douwes Dekker een verbitterd man geworden. De rest van zijn leven brengt hij door met gokken, zwerven, bedriegerijen en huwelijksproblemen. Nog voor de dood van zijn vrouw, heeft hij een relatie met Mimi. In 1887 overlijdt hij in Nieder-Ingelheim. In 1950 is een begin gemaakt met het uitgeven van de Volledige Werken.



Deze uitgaven bevatten de literaire werken van Multatuli en de brieven en documenten die hij geschreven heeft. In 1978 wordt een standbeeld van Multatuli opgericht in Amsterdam.

Andere werken: De bruid daarboven (1864, drama); 7 bundels Ideeën (van 1862 tot 1877) en De geschiedenis van Woutertje Pieterse (1890).



** Max Havelaar is de hoofdpersoon van het boek. De ondertitel slaat op een boek, dat Droogstoppel samen met Stern over de koffiecultuur wil schrijven. Deze koffiecultuur levert de Nederlandse Staat namelijk zeer veel inkomsten op. Droogstoppel, een makelaar in koffie, krijgt hiervoor de manuscripten van Sjaalman. De titel van het boek moet worden: De koffijveilingen der Nederlandse Handel-Maatschappij.







Motivatie boekkeuze



In module zeven ging hert over literatuur uit de negentiende eeuw tot 1880. De keuze aan boeken uit deze periode is niet erg groot. Het meest voor de hand licht het boek ‘Max Havelaar’ van Multatuli. Dit boek is het bekendste. De leraar heeft ook nog een aantal andere boek aangereikt, maar het lag eigenlijk al vast dat de hele klas ‘Max Havelaar’ zou gaan lezen. Dit is dan ook gebeurd. Het was geen kwestie van een leuk boek uitkiezen, maar het ging om het beste boek.



Korte samenvatting van de inhoud



Het boek begint met een inleiding, een Onuitgegeven toneelspel. Lothario staat in dit stuk voor de rechter. Hij zou Barbertje hebben vermoord. Na deze daad zou hij hem in stukken gesneden en gezouten hebben. Getuige is Barbertje zelf, die beweert dat Lothario een goed mens is. Toch wordt Lothario ter dood veroordeeld en opgehangen. Hij heeft een te hoge dunk van zichzelf.



Het echte verhaal begint na deze inleiding. Droogstoppel is makelaar in koffie. Hij wil een boek gaan schrijven over zijn handel. Dan ontmoet hij een oude schoolvriend, Max Havelaar. Droogstoppel noemt hem Sjaalman, omdat hij geen jas draagt, maar een ‘soort sjaal die over zijn schouders hangt’. Sjaalman vraagt hem of hij een pak manuscripten wil verwerken en uitgeven. Droogstoppel komt er achter dat hij wel een paar delen uit dat pak kan gebruiken en neemt het aan. Hij laat zijn medewerker Stern de belangrijkste delen uitzoeken. Maar Stern maakt eer verslag van de belevenissen van Max Havelaar, in plaats van een verhaal over de koffiehandel van Droogstoppel.



Max Havelaar is werkzaam in Lebak in Indië. Hij is daar assistent-resident en ziet dat het slecht gaat met de Javanen. Max Havelaar vindt het zijn plicht de misstanden in Lebak aan te pakken. De regent, een inlandse leider, buit zijn eigen volk uit en is ook schuldig aan de slechte situatie van de Javanen. Hij laat ze onbetaalde arbeid verrichten op zijn land. In het archief van de voorganger van Max Havelaar staat dit vermeld. Ook de resident van Bantam, Slijmering, weet hiervan.



Droogstoppel heeft commentaar op het verhaal over Lebak, hij vindt het oninteressant. Droogstoppel vindt dat er een ‘meer solide’ hoofdstuk in het verhaal moet. Hij beschrijft een preek van dominee Wawelaar.

Hij komt er achter dat Stern poëzie voordraagt. Droogstoppel is puur materialistisch ingesteld, hij vindt ‘zwevend’ taalgebruik, dat in poëzie gebruikt wordt, maar niks. Hij laat Stern voor straf een aantal gedichten analyseren.



Max Havelaar wil de misstanden in Lebak aanpakken, maar de regent wil nergens van weten. Max Havelaar beschrijft in het verhaal van Saïdjah en Adinda de leefomstandigheden in Lebak. Max Havelaar besluit de regent aan te klagen bij Slijmering. Slijmering wordt omgekocht door de regent en hij vraagt Max Havelaar zijn aanklacht in te trekken. Maar Max Havelaar doet dat niet, zodat de zaak bij de Gouverneur-generaal terechtkomt. Max Havelaar neemt ontslag en wacht op een reactie van de Gouverneur-generaal. Maar hij krijgt geen reactie.



Aan het einde van het boek neemt Multatuli zelf het woord en stuurt Stern en Droogstoppel weg. Hij heeft die personages niet meer nodig. Hij legt de twee doelen van zijn boek uit: ‘Ik wilde in de eerste plaats het aanzijn geven aan iets dat als heilige poesaka (erfstuk) zal kunnen bewaard worden voor Max en zijn zusje, als hun ouders zullen zijn omgekomen van ellende.’… ‘En in de tweede plaats: ik wil gelezen worden. (door staatlieden, letterkundigen, handelaren, Gouverneurs-generaal in ruste, enz.)



De eerste persoonlijke reactie



Ik ben het eens met de mening van Droogstoppel in het boek, hij vond het verhaal van Max Havelaar oninteressant. Ik vind het ook oninteressant, maar dan het hele boek. Het komt waarschijnlijk omdat ik mij de omstandigheden in de negentiende eeuw niet kan voorstellen. Daardoor komt het ook dat ik het een saai boek vind. Omdat er twee verhaallijnen door elkaar heen lopen en er later nog een derde bij komt, vind ik het ook een ingewikkeld boek.



Doordat dit boek een stukje geschiedenis is, er wordt de toestand van de negentiende eeuw beschreven, is het boek leerzaam. Het boek is wel somber, omdat het steeds over de slechte omstandigheden in Indië gaat.



De verdiepingsopdrachten



 De relatie met de politieke achtergronden. Als de door jou gelezen tekst duidelijk relaties heeft met de politieke achtergronden, moet je die uitwerken.

Max Havelaar is een boek dat de misstanden van die tijd aan de kaak wil stellen. Het politieke gezag in Indië hing aan elkaar met corruptie, bijvoorbeeld de regent die de resident van Bantam omkoopt, en uitbuiting en vriendjes politiek. De hoge pieten boeide het niet. Max Havelaar kreeg geen reactie op de aanklacht tegen de regent van de Gouverneur-generaal. In die tijd had Nederland nog geen parlementaire democratie, de macht lag dus nog bij de welgestelde burgerij, die waren de residenten en Gouverneur-generaal.



 De relatie met de sociaal-economische achtergronden. Ga na hoe je de gelezen tekst in verband kunt brengen met de sociaal-economische achtergronden van het tijdvak.

Veel Europese landen, waaronder Nederland, hadden koloniën. Die landen gebruikte de koloniën, zolang ze er zelf maar door vooruit gingen. De koloniën werden vaak uitgebuit. Door de invoering van het cultuurstelsel werd van de inlandse bevolking nog meer gevraagd. De inlandse vorsten, regenten, moesten land reserveren voor de Europese markt, maar ze moesten zelf voor arbeiders zorgen. Multatuli wilde dit veranderen. Het thema van het boek is dan ook “de altijd durende strijd van de eerlijke man tegen macht en gezag”.



 De relatie met de culturele achtergronden. Ga na welk verband er bestaat tussen de gelezen tekst en de culturele achtergronden van het tijdvak.

Ik vond het een ingewikkeld boek, ik heb geen verband kunnen vinden tussen de culturele achtergronden en de gelezen tekst.



 De relatie met literaire stromingen en genres. Let daarbij vooral op de hoofdstromen Romantiek en realisme. Leg beargumenteerd uit of de tekst tot de Romantiek of tot het realisme (idealistisch of objectief) behoort. Leg ook beargumenteerd uit tot welk (sub)genre jij door jou gelezen tekst rekent.



Multatuli was een Romanticus. Hij legde de nadruk op het gevoel. Hij leefde mee met de inlandse bevolking van Java en wilde de wantoestanden daar oplossen. Deze Romantische ideeën kom je in het boek volop tegen. Het is ook een beetje realistisch, Multatuli wil de toestand op Java aan de kaak stellen door de ware situatie te schetsen.

Er zijn verschillende genres, die van toepassing zijn op Max Havelaar. Het is zowel een autobiografische dubbelroman als een sleutelroman.





Eindoordeel

De uitgebreide persoonlijke reactie



Onderwerp

 Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst? Omschrijf het onderwerp in enkele woorden of één zin.

Het is een aanklacht tegen de wantoestanden.



 Vind je het onderwerp boeiend, interessant? Waarom wel/niet?

Ik vind het een oninteressant onderwerp, omdat het in het verleden plaatsvindt. Als het over hedendaagse wantoestanden zou gaan kon ik me er nog wel wat bij voorstellen, maar nu is het te ver van mijn bed.





 Vind je dat de schrijver het onderwerp goed uitwerkt of vind je dat het onderwerp oppervlakkig, zonder veel uitwerking en diepgang wordt beschreven? Leg uit waarom wel/niet?

In het boek komen de wantoestanden goed naar voren, Multatuli beschrijft alles goed o.a. door verhalen. Ook de weerstand van Max Havelaar daartegen is duidelijk terug te vinden in de tekst.



Gebeurtenissen



 Vind je dat de gebeurtenissen de belangrijkste rol spelen of de gedachten en de gevoelens van de personage? Wat is je oordeel daarvoor?

Ik vind de gedachten en de gevoelens van de personage het belangrijkste in een verhaal, omdat de gedachten en de gevoelens van een personage de gebeurtenis veroorzaken en laten verlopen zoals die verloopt.



Personages



 Vind je de personages in dit boek herkenbaar en ‘levensecht’? Waarom

Nee, dit komt doordat het boek uit de negentiende eeuw komt en de personages dus ook, die personages zijn verjaard en dus niet meer levensecht. Ze waren in de negentiende eeuw waarschijnlijk wel levensecht.



 Vind je dat je je goed kunt verplaatsen in een van de personages? In welk personage? Vind je het belangrijk bij een boek dat je je goed in een personage kunt verplaatsen? Waarom?



Ook hier geld dat het tijdsverschil een probleem is, daardoor kan ik me niet in de personages inleven.

Ik vind het belangrijk dat ik me goed in een personage kan verplaatsen, want als ik een personage voor me zie dat kan ik beter begrijpen waarom een personage die beslissing neemt of waarom een personage dat doet.



 Vind je de beslissingen van de personages begrijpelijk en aanvaardbaar? Welke wel en welke niet? Waarom?

De beslissingen zijn wel aanvaardbaar. Ik kan goed begrijpen dat Max Havelaar iets wil gaan doen tegen de slechte omstandigheden die er zijn. Dat wordt nu ook nog gedaan.



Opbouw



 Vind je het verhaal ingewikkeld van opbouw? Zo ja, wat vind je ingewikkeld aan de opbouw?

Ja, k vind het verhaal moeilijk van opbouw, dit komt doordat er drie verhaallijnen door elkaar lopen.



 Zitten er veel terugblikken (flashbacks) in het verhaal? Vind je dat prettig of vind je dat vervelend?

Er zitten een handje vol terugblikken in het boek. Het is goed dat deze erin staan, want dat geeft namelijk een goed beeld van de omstandigheden. Dat maakt de personages beter te begrijpen.



 Zie je de gebeurtenissen door de ogen van één personage of zie je de gebeurtenissen vanuit verschillende personages? Vind je de manier waarop je in dit boek gebeurtenissen ziet, geslaagd of niet? Waarom?

Er worden twee verhalen verteld, de een door Droogstoppel en de ander door Stern, later overgenomen door Multatuli. De twee verhalen zijn wel in een ik-perspectief geschreven, een meervoudig ik-perspectief dus.



Dat je het verhaal steeds door verschillende ogen ziet, maakt het wel ingewikkeld. Het had beter niet zo kunnen zijn, maar dat geeft wel goed de twee deling weer. Je kunt het van twee kanten bekijken.



Taalgebruik



 Vind je het taalgebruik in dit boek moeilijk of niet? Wat vind je moeilijk aan het taalgebruik?

Het taalgebruik is niet moeilijk. Ondanks dat het boek uit de negentiende eeuw komt, is het Nederlands goed te lezen. Het Nederlands van toen lijkt al veel op het Nederlands van tegenwoordig. Er zitten alleen af en toe oud Nederlandse woorden in die ik niet begreep, maar er stond dan een vertaling bij, onder aan de bladzijde.



 Leverde de tekst veel problemen op door ingewikkelde beeldspraak, symbolische verwijzingen of ‘duister’ taalgebruik? Hoe heb je die problemen opgelost?



Er zaten geen problemen door ingewikkelde beeldspraak, symbolische verwijzingen of ‘duister’ taalgebruik in de tekst, er waren alleen oud Nederlandse woorden in de tekst die ik niet begreep, maar die werden vertaald dus was dat geen probleem.



 Vind je het taalgebruik passen bij de personages en het onderwerp? Waarom?

Ja, het taalgebruik past bij het denkbeeld van het personage. Bijvoorbeeld Droogstoppel, hij vindt zich erg goed en zo praat hij ook, hij praat een beetje deftig.



Evaluatie



Ik ben niet van mening veranderd. Ik vindt het boek nog steeds oninteressant en saai. Oude werken spreken mijn totaal niet aan. De andere oude boeken die we moesten lezen, vond ik ook al niks. Ik nog duizend van dit soort boeken, maar ik zal het niks blijven vinden. Het komt door de manier van vertellen, dat is heel anders dan bij moderne literatuur.



Het onderwerp sprak mij ook al niet aan, het is niet spannend en het maakt niet nieuwsgierig. Dat maakt hert lezen van dat boek ook niet leuk. Je pikt dan ook minder van het boek op. Het was daardoor erg lastig om te lezen. Ik heb wel een duidelijke (negatieve) mening over het boek, dat heb ik goed beschreven. Met de verdiepingopdrachten had ik meer moeite. Omdat ik minder van het boek heb opgepikt en omdat ik de stof moeilijk vond, heb ik het met bloed, zweet en tranen weten te maken.



De verbanden die ik moest leggen, kon ik niet of nauwelijks uit de tekst halen. Het is dus ook de vraag of ik het goed heb gemaakt.



Dit was het ergste en moeilijkste boekverslag ooit. Ik ben blij dat het voorbij is. Ik kan moeilijk zeggen wat ik anders zal doen, eigenlik bijna alles. Ik wil er niet langer bij stil staan en dat ga ik dus ook niet doen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen