Boekverslag : Maarten 't Hart - De Jacobsladder
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1766 woorden.

Samenvatting
Samenvatting:

Adriaan Vroklage wordt door zijn moeder naar een tante gestuurd om melk en eieren te halen. Daar ontmoet hij een ver nichtje, Klaske. Hij is verliefd op haar. Als hij ’s avonds thuis komt, krijgt hij te horen dat iedereen denkt dat hij ’s middags dodelijk verongelukt was. Later blijkt dat het een andere jongen is geweest die in het water was gevallen. Het was Jan Ruygveen. Adriaan krijgt een heel erg schuldgevoel. Hij voelt zich verantwoordelijk voor Jans dood. Hij besluit om een boetedoening te doen. Hij sluit vriendschap met Jans broer Anton.MEESTER???? Anton komt uit een streng gezin. Z’n vader gelooft erin dat er geen genade in de kerk gepreekt mag worden. Thuis mogen ze niks. Niet schaken, fotograferen. Adriaan komt vaak bij Anton. Ook gaat hij verschillende malen met hem naar de kerk.
Adriaans vader is koster in de gereformeerde kerk. In die kerk komt er een nieuwe dominee. Hij heeft rare gewoontes. Hierop wordt in de kerk explosief gereageerd. Een deel is tegen, en een deel voor de nieuwe dominee. Er ontstaat een kerkscheuring. Omdat Antons vader ook de oude dominee gesteund heeft, moet hij de kerk uit. Dit betekent ook dat hij zijn baan als koster kwijtraakt.
Dhr. Ruygveen scheidt zich af van zijn gemeente en sticht een nieuw kerkgenootschap.
Adriaan gaat naar de LTS. Hij heeft al veel minder contact met Anton. Hij ontdekt dat Anton condooms gebruikt. Als hij erachter komt dat Anton met zijn broer Job op hun zus Hendrikje ‘oefenen’, schrikt Adriaan heel erg. Dit leidt tot het einde van het continue contact tussen Adriaan (de jongen die door zijn boetedoening een sterk gevoel voor goed en fout heeft en niet meedoet met zijn leeftijdgenoten) en Anton.
Adriaan gaat werken als universeel- slijper. Dit werk vindt hij niets aan. Omdat hij bijna geen vrienden heeft (boetedoening) gaat hij vaak op zijn racefiets erop uit.
Op een gegeven moment hoort hij van Anton dat Hendrikje weg is gelopen. Dit komt door haar vader. Ze wordt prostituee in Delft. Anton vraagt aan Adriaan of hij eens naar Delft wil fietsen om te kijken hoe het met Hendrikje gaat. Als hij daar dan arriveert, schrikt hij zich kapot. Hij vertelt aan Anton wat hij gezien heeft, onder voorwaarde dat hij het niet tegen Job zou zeggen, die het met het vertrek van Hendrikje erg moeilijk had. Dit doet Anton wel, wat als gevolg heeft dat Job zich verhangt.
In de fabriek waar Adriaan werkt, gaat er wat fout. Een medewerker komt hierbij om het leven. Men zegt dat Adriaan de oorzaak van deze fout is.
Omdat hij dit werk helemaal zat is, gaat hij bij de marine. Hij komt alleen in aanmerking met het beroep ‘wasser’. Hij maakt een lange zeereis. Hij vormt een contrast met de andere zeelui. Adriaan doet niet mee aan verschillende volgens Adriaan niet-geoorloofde bezigheden, terwijl de anderen hier volop van genieten.
Adriaan ontmoet op de boot sergeant-majoor Terwal. Deze is erg trots op de wapens die het schip bezit. Als hij dit aan Adriaan vertelt, vraagt Adriaan, die het nut en het plezier van alle dingen in de wereld niet ziet: “Hoe kunt u nou trots zijn op een wapen?”. Kort daarna pleegt Terwal zelfmoord, door over boord te springen.
Als ze weer in Nederland aankomen, staat zijn familie en Anton op de kant te wachten.
Kort daarna komt hij tijdens een fietstocht een meisje tegen, dat hem helemaal niet kent. Het is Klaske. Adriaan gaat bij haar in het gekkenhuis werken. Ze worden verliefd op elkaar. Alleen Adriaan mag van zichzelf dit niet laten merken. Dit komt niet overeen met zijn levenswijze (boetedoening).
In het huis komt hij de vader van Anton tegen. Dhr. Ruygveen is helemaal gek geworden. Zijn vrouw is aan een ziekte gestorven en Anton wil naar het buitenland. Dit kan Ruygveen allemaal niet aan. Ruygveen wil steeds met Adriaan over zijn gezin praten. Op een gegeven moment zegt hij dat Jan niet zomaar in het water was gevallen, maar dat hij zelfmoord had en daarom gepleegd had. Jan had een brief achtergelaten, waarin hij schreef dat hij geen vrienden zo verdrietig was. Als Rugveen dit verteld, wordt Adriaan getroffen (“Leerjongetje”, zei Ruygveen geschrokken, “wat is het, het lijkt wel of de nepen door je hart gaan.”). Hij is dus helemaal niet schuldig aan het feit dat Jan in het water gevallen was! Zijn boetedoening is dus helemaal voor niets geweest!

Onderzoek van de verhaaltechniek

1. De schrijfstijl

Maarten ’t Hart schrijft zeer leuk. Je leest het boek echt in een zucht uit. Dit komt mede doordat er allerlei extreme situaties in het boek voorkomen. Het verhaal is denk ik nog nooit in het echt voorgekomen. Ik geloof niet dat door de strengheid van een vader een heel gezin uiteenvalt of zelfs verdwijnt.
Het verhaal is ook niet ingewikkeld geschreven. Wat dit boek ook leuk maakt, is dat de schrijver veel dialogen gebruikt om zijn personen zo goed mogelijk weer te geven.
Zoals ik al gezegd heb, is de schrijver wel erg overdreven. De verschillen tussen de kerken worden heel erg overdreven weergegeven. De scheuringen in de kerken zullen niet zo plotsklaps ontstaan zijn zoals ’t Hart het beschrijft. En ook de aanleidingen zullen de echte aanleidingen niet geweest zijn. De houding en overtuiging zoals de vader van Anton die heeft, zal wel nooit voorkomen. Door deze dingen kun je zien dat de schrijver niet echt positief tegenover de kerk staat. De schrijver maakt de gebruiken van de kerken ook belachelijk. Bijvoorbeeld dat ze het avondmaalsbrood aan de eendjes gaan voeren en niet opeten, omdat de dominee er een zegen op gelegd heeft.
De sfeer in het boek wordt uitermate goed beschreven. Doordat ’t Hart zo goed de sferen van de situaties laat voelen, lijkt het net alsof jezelf ook in het verhaal voorkomt, in de vorm van de hoofdpersoon. Dit maakt de stijl van ’t Hart zo geliefd.

2. De ruimte (plaats en tijd)

Plaats
Het verhaal speelt zich vooral in Maassluis af. Het is een dorp waar de sociale controle optimaal is. De kerken overheersen de samenleving. Iedereen praat erover. De ruimtes waar Adriaan als hoofdpersoon voorkomt zijn best verschillend. In de klas op de basisschool doen zich enkele situaties voor. In Rozenburg, de plaats waar Klaske woont (later weggevaagd door industrieën), komt Adriaan in het begin van het boek om eieren te halen. Ook is de plaats aan de waterkant erg van belang, want daar stierf Jan Ruygveen. De kamer van Adriaan is ook een betrekkelijk belangrijke ruimte. Hier luisterde Adriaan de gesprekken die in de kerkenraadkamer gevoerd werden af. De boot, waarmee Adriaan en zijn opa gaan varen, terwijl gesprekken voeren.
Van minder belang is de werkplaats op de LTS. Hier komt Adriaan achter het merkwaardig gedrag van Anton. De werkplaats waar Adriaan later als slijper werkt, waar ook iemand om het leven komt. Het bordeel waar Hendrikje staat in Delft. Deze situatie heeft ook veel invloed op Adriaan en anderen gehad. Natuurlijk moet ook het marineschip genoemd worden, waar Adriaan als wasser werkt. Het verhaal eindigt in het huis waar hij werkt met Klaske. Hier komt hij Ruygveen weer tegen.
Dit waren de belangrijkste ruimtes waar het verhaal zich afspeelt.

Tijd
Het verhaal speelt zich vermoedelijk af in de jaren ’60. Dit denk ik omdat de opa van Adriaan zegt dat hij al twee scheuringen (in de gereformeerde kerk) heeft meegemaakt. Een in 1944 en een in 1926. En Adriaan (ongeveer 12 jaar) heeft deze scheuringen niet meegemaakt. Ook weet ik dat in 1967 de volgende afscheiding in de Gereformeerde Kerk heeft plaatsgevonden, dus zal het verhaal zich rond 1960 hebben plaatsgevonden.
Het boek neemt ongeveer 10 jaar in beslag.
- in het begin in Adriaan 11 jaar
- op de LTS is hij tot zijn 16e jaar (de oudsten waren 16 jaar)
- daarna gaat hij werken, dit doet hij toch wel 2 jaar
- na gekeurd te zijn voor de marine gaat hij 9 weken op reis
- dan is hij 1 week in Den Helder
- Daarna gaat hij een jaar varen
- Als hij thuis komt worden er nog ongeveer 5 maanden beschreven
Het verhaal wordt chronologisch verteld.
Het boek heeft een inleiding. Het leven van Adriaan lijkt op het moment dat het boek begint ook te beginnen. Zijn leven krijgt een wending. Hij gaat een treurige tijd tegemoet.
Het boek heeft een gesloten einde. Adriaans probleem is opgelost. Hij gaat samen met Klaske het leven vervolgen.

3. De verhaalfiguren

Adriaan Vroklage
Dit is de hoofdpersoon. Hij is een rustige jongen die niet veel vrienden heeft. Nadat Jan Ruygveen verdrinkt, voelt Adriaan zich schuldig aan zijn dood. Hij besluit uit boetedoening een treurig leven te gaan leiden. Hij doet niet mee aan de dingen die voor jonge jongens normaal zijn. Later ziet hij zelfs niet meer de leuke dingen van het leven. Zijn moeite met de maatschappij vergeet hij als hij gaat fietsen. Hij moet dan zijn aandacht volledig bij het stuur houden.
Adriaan raakt bevriend met Anton, de broer van Jan. Hij voelt er zich verplicht toe om toch nog iets voor zijn schuld te kunnen boeten. Met Anton schaakt hij veel. Dit doen ze zonder bord, omdat ze bij Antons vader geen spellen mogen doen. Op een gegeven moment wordt Anton beter dan Adriaan.
Met zijn opa praat hij ook veel. Hij gaat naar hem toe om over de maatschappelijke en kerkelijke problemen te praten.
Er overlijden veel mensen in het boek. Het lijkt steeds wel dat Adriaan de oorzaak van dit alles is. Dit roept ook veel vragen bij Adriaan op.
Aan het eind van het verhaal wordt het probleem van Adriaan opgelost, doordat Ruygveen tegen hem zegt, dat Jan zelfmoord had gepleegd.
Adriaan is ook verliefd aan het eind van het boek. Maar hij onderdrukt dit, omdat zijn geweten dat zegt. Maar als zijn probleem opgelost is, laat hij zijn verliefdheid aan Klaske en anderen merken.

Anton Ruygveen
Anton is een stille, stroeve, norse jongen. Tenminste, dit staat in het begin van het boek. Adriaan kent hem dan nog niet. Anton heeft ook weinig vrienden. Net als zijn broers en zussen. Dit komt omdat ze niks van thuis mogen. Adriaan krijgt na enige moeite te doen, contact met hem. Anton vertelt hem dan, dat hij wel snel geen vriend van hem zal zijn, omdat het altijd met nieuwe vrienden zo gegaan was. Doordat zijn vader altijd zo apart tegen zijn nieuwe vrienden doet, verliest hij ze meestal snel.
Op de LTS gaat Anton zich heel anders gedragen. Hij zegt weinig tegen Adriaan en doet verdachte dingen.



Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen