Harry Mulisch, De procedure
Leesverslag Nederlands: De Procedure van Harry Mulisch.
A Analyse
1a
Gegevens Boek
Titel: De Procedure
Schrijver: Harry
Mulisch
Druk: 1e Druk
Uitgever: Uitgeverij De
Bezige Bij, Amsterdam
ISBN: 90 234 37144
1b Eerste druk:
1e druk: 1998
stroming:
2a Soort Roman
Het is een
psychologische roman, het verhaal gaat hoofdzakelijk over een man, die uit levenloos
materiaal iets levends heeft gemaakt (een eobiont), maar die door ontdekking, behalve roem
en rijkdom, ook nog een hoop problemen krijgt. In het verhaal staat de verwerking van die
problemen centraal. Verder is het een scheppingsverhaal (God schiep de Aarde in 7 dagen),
eigenlijk zitten in het verhaal 2 scheppingsverhalen, die veel overeenkomsten hebben. De
schepping van de eobiont en de schepping van een golem(=groot, levend stenen beest) in de
middeleeuwen(1592).
2b
Titelverklaring
Titel: De Procedure
De Procedure slaat op de procedure die
nodig is om dingen te maken, voor het maken van een eobiont is kennis van biochemie nodig,
voor het maken van een Golem is kennis nodig over De Schepping. Ook beschrijft Mulisch hoe
hij romans maakt.
Ondertitel: geen
Motto: geen
Opdracht: geen
Indeling: het boek telt 301 bladzijden,
opgedeeld in 3 aktes, die samen 12 stukken bevatten.
Samenvatting: (van internet)
Akte A 'Het spreken'
Eerste stuk 'De mens'
Van achter zijn schrijftafel geeft Mulisch zijn visie op het ontstaan van de mens.
Hij heeft het over de schepping volgens de bijbel: Genesis 2:7: 'Toen vormde JHVH de mens
uit kleiaarde en blies levensadem in zijn neus; zo werd de mens een bezield wezen'
(verwijzing naar mythe Prometheus). Daarna heeft hij het over de schepping volgens 'Het
boek van de schepping' (Sefer Jetsirah) waarin van uur tot uur beschreven staat hoe een
golem gemaakt wordt. Dit boek wordt verder uitgewerkt door de hoofdpersoon en hij geeft de
lezer een kijkje in de keuken bij het maken van een golem.
Tweede stuk 'Het personage'
In het begin van dit stuk geeft hij aan dat alleen de werkelijk geïnteresseerde lezer nu
nog bij de hoofdpersoon blijft. Opmerkelijk is dat Mulisch zich gelijk wil stellen met
God: hij vindt zichzelf een imitatio dei (kopie van God) en onthult zijn naam van de
hoofdpersoon: Victor Werker. Als schrijver vraagt M. zich een aantal dingen af:
1. Wat is een goede schrijver? Zelf vindt hij zich een oeuvreschrijver, waarbij alles wat
hij schrijft ook bewust geschreven wordt.
2. Wie vertelt er een verhaal? Volgens M. is het verhaal de eigenlijke verteller, een
echte schrijver heeft nooit iets te vertellen gehad: alleen zijn verhalen hebben iets te
vertellen. M. geeft aan dat zijn vergissing (hij dacht dat de verteller een verhaal
vertelde) vergelijkbaar is met die van God (God dacht dat hij een 'zeer goede' schepping
had gedaan, maar later moest dat nog twee keer hersteld worden, zondvloed en Jezus, en de
aarde wacht nu op de derde gebeurtenis).
3. Hoe kan zo'n bestaande en tegelijker tijd niet-bestaande verteller verklaard worden?
Dat moet een scheppende God zijn. M. vergelijkt het tot stand komen van een verhaal met de
geboorte van een kind. Maandenlang heeft de moeder het kind gemaakt zonder te weten hoe
zij dat deed. Misschien bestond alles al voordat de schrijver het schreef... de schrijver
is misschien alleen een intermediair in een proces.
Na deze overwegingen beschrijft M. de hoofdpersoon: hij is lang en slank, knap, hoog
voorhoofd, zachte ogen, krachtige neus, brede fijnzinnige mond, golvend donkerblond haar,
iets te lang misschien, grijzend aan de slapen, slanke behaarde handen die lijden aan
vitiligo (vingers en handruggen zijn lijkbleek, alsof hij ze tot de polsen in de dood
heeft gedoopt). Bij zijn beschrijving van de hoofdpersoon denkt hij ook aan de
hoofdpersoons ex-vrouw Clara Veith (tegen de veertig), nu de vriendin van een gevierd
bariton: Dietrich Jäger-Jena. Het wordt duidelijk dat Victor(de hoofdpersoon) haar mist.
Derde stuk 'De golem'
Het verhaal van Victor Werker wordt onderbroken om terug te gaan in de tijd. Hij
verplaatst het verhaal naar Praag waar rabbi Jehudah Löw ben Bezalel op 16 februari 1592
bij koning Rudolf II (keizer van het Heilige Roomse Rijk) ontboden wordt. Rudolf II vraagt
hem een golem (ongevormde klomp, kunstmatige mens, ideale bediende) te maken. Met het
maken van een golem wordt de schepping van Adam herhaald. Löw zegt toe in ruil voor een
goede behandeling van het Joodse volk in Praag op lange termijn. Samen met zijn schoonzoon
rabbi Isaac ha-Kohen onderzoekt hij alle bestaande geschriften en vooral de Sefer Jetsirah
(boek van de schepping). Op de 70-ste verjaardag van Löw wil hij dan eindelijk een golem
maken. De naam heeft hij al: Jossile Golem (mannelijk). Maar het werk schiet maar niet op.
Zelfs de vrouw van Isaac verlaat hem met medenemen van hun drieling omdat Isaac teveel
tijd kwijt is met Löw aan het bestuderen van het ritueel om een golem te maken. Als Löw
jarig is begint het karwei. Hij reciteert het tweede hoofdstuk uit de Sefer Jetsirah en
daarna kneedt hij uit de rivierklei een persoon dat lijkt op Isaac helemaal compleet, maar
zonder navel (de golem heeft immers geen moeder). Dan beginnen zij gezamenlijk tegen de
klok in om het beeld te lopen, maar Isaac maakt een klein foutje bij de recitaties. Dit
wordt zo goed en zo kwaad mogelijk door Löw hersteld en later zakken ze beiden uitgeput
neer naast de klomp klei. Na enige tijd wordt de klomp warm en begint het te stomen en te
gloeien. Het is ze gelukt! Maar er klopt iets niet. Er is iets misgegaan. Het wezen krijgt
vrouwelijke borsten en de penis blijkt niet van vlees en bloed, maar van gebakken klei. De
fout is dat niet de schepping van Adam is geïmiteerd, maar die van Lilith. Dus is de naam
niet Jossile, maar Mensjele Golem. Het is nog steeds nacht en ze kunnen nergens terecht
met hun golem (vgl. Josef en Maria met Jezus). Isaac blijft dan bij Mensjele Golem slapen
om de wacht te houden, maar Löw wordt gewekt door geschreeuw: Mensjele heeft Isaac
omgebracht met een mes, waarschijnlijk omdat hij haar wilde verkrachten. Löw kan dan nog
maar één ding doen: Mensjele tot klei doen wederkeren. Dit doet hij door een letter weg
te vegen van haar voorhoofd. Hij sjouwt de resten van Mensje le in een zak naar de
Altneuschul en zet de zak op zolder neer. De sleutel haalt hij uit de deur en zegt: 'hier
mag nooit meer een sterveling komen, de trap moet afgebroken worden'.
Vierde stuk 'Victor Werker'
We komen terug bij de hoofdpersoon. Victor Werker wordt eind november 1951 verwekt door
een hooggeplaatste militair die getrouwd is met de 10 jaar jongere portrettiste Gretta
Rector die dolgraag een kind wilde. Over de naam worden ze het uiteindelijk eens: Victor
of Marlene. Als de weeën beginnen staat Ferdinand Werker haar met raad en daad bij. Hij
is een voorbeeldige vader die met de assistentie van mevrouw Bloch er het beste van
probeert te maken. Maar de ontsluiting blijkt niet genoeg. Ze moeten naar het ziekenhuis,
waar Ferdinand per sé bij de bevalling wil zijn. Dit mag en uiteindelijk is hij ook
degene die de navelstreng doorknipt. (Mevrouw Bloch zorgt er ook voor dat Victors moeder
haar overtollige melk afgeeft ten behoeve van een vroeggeboren drieling...)
Akte B 'De Zegsman'
Vijfde stuk: Eerste schrijven
Akte B opent met een aantal brieven aan Aurora (godin van de dageraad) de dochter van
Victor en Clara. In de eerste brief, gericht aan Clara, maar geschreven voor Aurora, staan
een aantal mysterieuze zinnen die gaandeweg het verhaal opgehelderd worden. De
hoofdpersoon is part-time docent/onderzoeker aan de universiteit van Californië,
Berkeley, biologie-departement. Hij vertelt over zijn moeder die hem vertelt dat hij nog
drie broers heeft, zgn melkbroers (een drieling, vgl. de drieling van Isaac en Esther), na
het gesprek wil hij ze gaan opsporen. Hij geeft aan dat zijn geboorte samenviel met twee
belangrijke gebeurtenissen: de uitvinding van DNA en een microbiologisch experiment om aan
te tonen hoe het leven op aarde was ontstaan. Dit is de wetenschappelijke
geboortehoroscoop van Victor Werker, hij is de moderne microbiologie. Later geeft hij aan
dat hij eigenlijk schrijver had willen worden, maar nu scheikundige/bioloog is geworden
(vgl. Mulisch; wilde eigenlijk scheikundige worden). Terloops maken we kennis met Brock,
technisch assistent van Werker die na de grote ontdekking van Werker ook geëerd wilde
worden. Hij vertelt zijn levensloop aan zijn dochter. Hoe hij leefde met zijn vader en
moeder, de scheiding op achtjarige leeftijd. Hij blijft bij zijn vader wonen en ontwikkelt
zich. Als hij gaat studeren leest hij Double Helix van James Watson, de uitvinder van DNA.
Dan kan hij zijn liefdes combineren: scheikunde en ontcijferen. Bij zijn afstuderen is
zijn vader gepensioneerd en verwaarloost hij zichzelf. Zijn moeder is naar de VS
geëmigreerd met Aldo Tas, een filmmaker, die later overvallen en vermoord zou worden .
Hij geeft aan dat hij een verhouding heeft met Astrid Rost van Tonningen. Zij vader kan
die naam niet uitstaan i.v.m. het NSB-verleden die aan deze naam kleeft. Zijn verkering
raakt dan ook snel uit. Na Astrid komt Bea, maar al snel wordt zij de vriendin van
Ferdinand Werker en moet Victor uitzien naar iemand anders. Nummer drie is de moeder van
Aurora, Clara Veith. Victor ontmoet haar door een kleine vergissing bij het kijken van de
klok in een treinstel. Drie jaar lang zal zij zijn vriendin zijn, zolang als het duurde om
de eobiont die Victor had bedacht tot ontwikkeling te brengen. Als laatste wordt het
duidelijk dat hij de brieven schrijft aan Aurora, maar zendt aan Clara als een soort
boetedoening, een poging om vergeven te worden voor de vergissingen die hij gemaakt heeft
in hun relatie.
Zesde stuk 'Tweede schrijven'
Vanuit een hotel in Venetië schrijft Victor dat de drieling is gelokaliseerd: Albert,
Marnix en Sjoerd Dodemont (vgl. de mythe van Europa waarin Zeus een drieling verwekt:
Radamanthys, Minos en Sarpedon). Hij is daar voor een congres met de titel 'Origins of
life in the universe'. Hij is daar de keynote-spreker (vgl. sleutel met de sleutel van
Löw en later de sleutel van de kamer van Aurora). Dan komen ook weer de gedachten bij hem
op dat zijn medewerker Brock hem het succes niet gunt, dat Brock eigenlijk degene denkt te
zijn die het applaus moet incas-seren. Hier geeft hij ook de titelverklaring: 'Hij was
mijn medewerker, een hele goede, ik ben de laatste om dat te ontkennen, maar zowel het
eerste idee als het ontwerp van de procedure en de beslissende synthese staat op mijn
conto en niet op het zijne.' Hij heeft het hier over de procedure die gevolgd moet worden
om een eobiont te maken. Later vertelt hij dat zijn referaat als keynote-spreker goed is
ontvangen en dat hij in het rijtje thuishoort van grote Nobelprijs winnaars, waarbij hij
aanstipt dat het mogelijk is om twee Nobelprijzen te ontvangen in twee verschillende
categorieën. Hij filosofeert door en komt tot de conclusie dat alles er eigenlijk al is,
maar dat er personen moeten zijn om het naar buiten te brengen. (M.a.w. alle boeken ter
wereld en in de toekomst bestaan al, alleen de intermediar moet nog geboren worden, zo
zijn dus ook alle uitvindingen al gedaan enz.) Hij gaat het schrijven van een roman
vergelijken met het ontwikkelen van zijn eobiont: een boek schrijft zichzelf zoals de
eobiont in feite ook een organisme is dat zichzelf bouwt. Hij geeft ook aan dat hij de
formule heeft gevonden om een roman te schrijven: via brieven aan Aurora. Hij vindt dat
het boek moet bestaan uit twee delen. Deel 1: het genetisch mechanisme. Dat het DNA dat
Aurora heeft versmolten DNA is van Victor en Clara. Dit legt hij op een
populair-wetenschappelijke manier uit alsof hij een opzet maakt voor zijn roman, compleet
met schema's enz. Deel 2: Victor Werker zelf. Hij zal uitleggen dat hij een primitief
organisme heeft geschapen uit het RNA (nog ouder dan DNA) via een primitieve
eiwitsynthese. Als hij klaar is met zijn technische verhandelingen geeft hij aan dat hij
het boek zal noemen: Aurora's key to life. Vanaf dat moment zegt Victor echt aan een roman
te werken. Hij spijbelt zelfs om zijn roman een literair motto mee te geven. Het liefst
iets uit 'Frankenstein or the modern Prometheus' hij is benieuwd hoe Mary Shelley haar
Frankenstein een creatuur laat maken. Hij wijdt echter zover uit over Shelley en haar
nazaten dat hij zich voorstelt zélf verstrikt te zijn in het fatale web van scheppingen.
Als hij gaat eten in een restaurant raakt hij aan de praat met een vreemdeling aan wie hij
meedeelt dat hij eigenlijk een dochtertje had moeten hebben. Geschrokken van zijn eigen
mededeling staat hij op en verlaat het restaurant.
Zevende stuk 'Derde schrijven'
Vanuit Cairo schrijft Victor dat hij met DNA-onderzoek aan mummies bezig is. Hier komt hij
tot de ontdekking dat hij bezig is de Gordiaanse knoop te ontwarren: hij die de knoop kan
losmaken zal wereldheerser worden. Hij vergelijkt het losmaken van de knoop d.m.v. de
stang die door de dissel en het juk los te trekken met de verhouding van Victor en Clara.
Later gaat hij naar de piramide van Cheops, het logo van onze planeet. Daar daalt hij af
in de piramide tussen de toeristen en beseft dat hij binnenin een gebouw zit waar alle
gevoel van richting en tijd verdwenen zijn.
In de brief van vrijdag 23 september wordt duidelijk wie Aurora precies is en hoe de
relatie tussen Victor en Clara was. Terwijl Clara steeds angstige voorgevoelens heeft
wuift Victor deze weg. Totdat Clara bij de dokter is geweest en hoort dat haar kind
zichzelf heeft opgeknoopt aan de navelstreng. Uit medelijden wil Victor dan met haar
trouwen, maar Clara weigert. Het kind moet via de natuurlijke weg geboren worden. Victor
en Clara maken een wandeling langs het strand waar Victor steeds gedachten krijgt die met
het leven te maken hebben. Als na drie dagen de weeën beginnen gaat Victor met Clara naar
het ziekenhuis. Hij blijft steeds bij haar maar op het moment suprème vlucht Victor: 'de
fabrikant van de eobiont, de wereldberoemde levenmaker slaat op de vlucht als de dood aan
de orde is'. Terug in de verloskamer treft hij Clara aan met Aurora in haar armen, met een
druppel moedermelk ter hoogte van haar borsten: de dood en het leven tegelijk.
Clara zegt bij thuiskomst zijn angst te begrijpen en samen begraven ze Aurora op het
kerkhof. Aurora is gestorven zonder te zijn geboren. De hoofdpersoon geeft daarna aan dat
hij geen tijd meer zal besteden aan het schrijven van 'Aurora's key to life' maar dat hij
zich richt op de brieven aan haar. Samen met Clara vertrekt Victor naar Arles om bij te
komen van de afgelopen weken, maar op een ochtend komt hij terug in het hotel en vindt
daar de afscheidsbrief van Clara met de mededeling dat zij weg is en nooit meer terugkomt.
De reden voor het vertrek is dat Victor niet bij de geboorte van Aurora wilde zijn. Er was
iets stuk dat niet meer gemaakt kon worden. Hij mag geen telefonisch contact meer met haar
opnemen. Bij thuiskomst blijkt er nog niets van Clara's spullen verdwenen te zijn maar
ligt er wel een brief met de mededeling dat hij de eobiont betaald heeft met het leven van
zijn eigen dochter en dat hij weldra zelf aan de beurt zal zijn.
Victor zit nog steeds in Egypte waar hij op een ochtend in Jeruzalem aankomt na een
spannen de tocht met een vliegtuig. Hij merkte namelijk op dat tijdens het vliegen een
motor in brand stond. Dit geeft hij door aan de purser waarop er actie wordt ondernomen
zonder paniek te veroorzaken. Tijdens deze actie raakt Victor in paniek en schrijft een
afscheidsbrief waarin hij om vergiffenis vraagt aan Clara. (Deze scène heeft Mulisch in
het echt meegemaakt, maar, naar hij zegt, kan hij zich niet meer herinneren wat er op het
briefje stond...)
Akte C 'Het gesprek'
Achtste stuk 'Avond'
We zijn in Werkers huis, een (door Clara Veith) verbouwde basiliek, waar Victor zich
opmaakt om zijn melkbroeders te ontvangen met een diner. Dat diner wordt gemaakt, gebracht
en geserveerd door een catering service met Frank en Felia als ober en kokkin. Het is de
voor laatste dag voor de uitreiking van de Nobelprijzen en Victor kán een telefoontje
krijgen uit Zweden. Als om 19.30 uur de gebroeders Dodemont binnenkomen wil hij ze over
hem laten oordelen als een soort rechtbank. Bij het keuvelen over het verleden komen ze
tot een aantal gemeenschappelijke zaken waarvan er één uitspringt: de drieling zit in de
boekenbusiness, waarop Victor de opmerking maakt dat genen eigenlijk ook boeken zijn (en
hij dus ook in de boeken zit...). Wanneer er naar kinderen gevraagd wordt antwoordt Victor
naar eerlijkheid dat hij evolutionair geen succes is, maar zwijgt over de werkelijke
toedracht. Als ze aan tafel gaan krijgt Victor een telefoontje, maar het blijkt verkeerd
verbonden te zijn. Tijdens het diner gaat het over de huiselijke omstandigheden en geeft
Victor toe dat hij ook geen vrouw heeft. Hij is daarmee het tegenbeeld van zijn
melkbroeders. Hij laat de drieling oordelen over de verbroken relatie met Clara en laat
hen oplossingen aandragen. Victor koestert nog hoop dat Clara ooit terug zal komen omdat
haar broer bij het uithuizen van haar bezittingen de secretaire heeft laten staan. Maar de
broers kunnen geen definitieve oplossing geven, maar wijzen er wel op dat Victor haar op
kan bellen. Als de gasten bij het weggaan eigenlijk even de moeder van Victor willen
bellen om haar te bedanken weigert Victor dit. Hij verwacht immers een telefoontje uit
Stockholm.
Negende stuk 'Nacht'
Tijdens de nacht vraagt Victor zich af waarom hij zijn dochter verlaten heeft. En dus
waarom zijn vrouw hem verlaten heeft. Zijn er psychoanalytische redenen? Hij geeft aan dat
zijn moeder hem op achtjarige leeftijd heeft verlaten en dus verlaat hij zijn dochter: het
verlaten heeft hij nu zelf in de hand; de rekening met zijn moeder is vereffend. Maar via
zijn brieven wil hij nog steeds dat Clara terugkomt. Zo piekert hij verder en stelt zich
tot drie keer toe voor hoe een telefoongesprek met Clara zou kunnen verlopen. De vierde
keer toetst hij het hele nummer in. Een antwoordapparaat aan de andere kant. Victor
spreekt het bandje in en legt de hoorn neer. Onmiddellijk heeft hij spijt van zijn daad,
maar hij kan niet meer ongedaan worden gemaakt. (vgl. mythe Orpheus en Euredice). Hij zet
een plaat op Orfeo ed Euredice van Gluck. De uitvoerende bariton is Dietrich Jäger-Jena,
al die tijd al in zijn huis zonder dat hij het wist...
Tiende stuk 'Ochtend'
(vgl. mythe Orpheus en Euredice stuk 10, 11, 12) Als Victor Werker in de ochtend opstaat
moet hij denken aan het bandje dat hij heeft ingesproken bij Clara. Hij gaf haar daarin te
kennen dat hij haar iets belangrijks mee te delen had. Hij wil dat herroepen en toetst
weer haar nummer, maar plots hoort hij twee mannenstemmen praten over een op handen zijnde
moord. Dit is de opdrachtgever die een ander instructies geeft over de te volgen route en
hoe hij zijn slachtoffer moet neersteken. Victor doet aangifte bij de politie, maar met de
minimale informatie die hij aandraagt krijgt hij te horen dat ze niets kunnen doen tot het
ogenblik dat de moord heeft plaatsgevonden. Wel vertelt de politie dat het telefoongesprek
binnen een straal van 1000 meter van zijn huis plaats heeft gehad. Teleurgesteld gaat hij
naar een restaurant waar hij met behulp van de kaart zijn aanwijzingen nog eens natrekt en
tot de conclusie komt dat hij zelf op pad moet gaan.
Elfde stuk 'Middag'
Op weg naar het theater waar hij denkt dat de aanslag zal plaatsvinden rijdt hij met de
tram door een mistige binnenstad en hij stapt uit om te voet verder te gaan naar de
overkant van de rivier (de Styx?) en komt voorbij een steen met een vignet van een leeuw
met twee staarten (Cerberus?) om daarna het kerkhof op te gaan, achter een verdacht
individu aan. In iedereen ziet hij nu een potentiële moordenaar. Als hij toch naar huis
wil gaan komt hij langs hotel Excelsior (Hades?) om daar aangesproken te worden door een
oude bekende met zwarte hoed en cape (Hermes) met twee vrouwen aan zijn zij die hem vragen
om iets mee te drinken in hotel Excelsior. Daar vraagt de bekende, Kurt Netter, hem een
opname van een discussieprogramma bij te wonen, een tribunaal waarin beslist wordt welke
twaalf grootheden op twaalf verschillende gebieden deze eeuw de grootste prestatie in
Europa hebben geleverd. Deze uitzending gaat over kunst, wie is de grootste (scheppende)
kunstenaar van de eeuw. De grootste literator is al bekend: Kafka. Tijdens de uitzending
komen er verschillende filosofische discussies los tussen de leden van het panel. Als Kurt
Netter aan de beurt is merkt hij op dat de hele discussie wel gaat over kunstenaars, maar
dat er geen enkele beeldhouwer bij zit. Netter refereert nog aan Pygmalion van Ovidius,
maar al snel daarna komt hij met een kandidaat die bij alle leden van het panel de mond
laat openvallen: Victor Werker: scheppend kunstenaar, beeldhouwer van vlees en bloed.
Victor staat vol verbazing op en kan zijn gedachten niet ordenen in wanhoop rent hij het
gebouw uit, de straat op.
Twaalfde stuk 'De afspraak'
Terug in de basiliek gaat hij eten in een Italiaans restaurant. Daar overdenkt hij zijn
leven en komt tot de conclusie dat hij een sprong moet maken in zijn leven: Aurora's key
to life schrijven en dan naar Canada emigreren of iets van die strekking. Hij wil
verdwijnen, onzichtbaar worden. Hij loopt naar huis waar hij de huismeester tegenkomt. Na
een verplicht praatje zegt Werker met een smoesje dat hij een afspraak heeft en naar huis
moet. Thuis ordent hij zijn gedachten nog een keer en komt tot de hernieuwde conclusie dat
hij door moet gaan met zijn werk. Hij verzinkt in gedachten en komt terug op aarde als hij
merkt dat hij naar de sleutel kijkt die Aurora's kamer kan ontsluiten. Hij neemt de
sleutel en steekt deze in het slot. Op het moment dat hij de sleutel wil omdraaien gaat de
bel. Hij opent de voordeur en tegelijkertijd gaat zijn zaktelefoon af. Wie is het Clara of
Stockholm? Victor Werker zal het niet weten. Na de ontsluiering van het leven maakt hij
ook kennis met de dood. De Gordiaanse knoop ontwart...
2c
Historische Tijd
In Akte A is een heden
(Mulisch aan zn schrijftafel) en het derde stuk (De Golem) speelt van 1592 tot +-
anderhalf jaar later. In stuk 4 (Victor Werker) staat de geboorte van Victor
beschreven(vanaf 1951)
Akte B zijn enkele
brieven, alle geschreven in 1994 (12 jan. tot 1 okt.)
Akte C is later dan de
brieven, maar niet in de toekomst, dus tussen 94 en 98.
In het verhaal komen
vele flash-backs en verwijzingen voor naar de schepping, Adam & Eva en andere bijbelse
gebeurtenissen.
2d
Vertelde Tijd
Het hele verhaal sinds
de schepping v/d aarde tot nu.
Het Victor
Werker- deel van 1951(zn geboorte) tot nu
= 47 jaar
2 e
Chronologisch
Het verhaal is
niet-chronologisch en discontinu. Er zijn vele flash-backs (naar schepping of naar 1592)
en ook worden er grote stukken tijd overgeslagen.
2f
Ruimte
Het verhaal speelt zich
af in Californië, Venetië, Caïro en bij hem thuis in Nederland. Hij reist veel en
schrijft brieven tijdens zijn reis.
Thuis woont hij in een
speciaal appartement in een gebouw, die de vorm heeft van een basilisk, hij woont op de 5e
verdieping. Op blz. 216:De hogere verdiepingen, met imposante, fel gekleurde
zuilenstelsels aan de pilaren en zuilen verankerd, zijn verdeeld in tientallen
appartementen. In het appartement zijn 2 belangrijke kamers: De gesloten kamer van
Aurora(die tot de laatste blz. gesloten blijft en nooit beschreven wordt) en de werkkamer,
waar Victor meestal zit, deze is groot en zwaar ingericht, met rode
vloerbedekking(waarin een plas bloed niet zou opvallen) en Perzische tapijten
aan de muren. De ruimte is om de sfeer te versterken.
2g
Relaties.
Vader Ferdinand Werker----- Moeder Gretta
|
Jager-Jena --------
Clara----------- Victor
Werker
- 3 broers Dodemont
|
Aurora
Brock
2h
Karakterisering
Victor Werker (=round), de hoofdpersoon van het verhaal, hij is biochemicus, die een
Nobelprijs nominatie kreeg voor zijn beste ontdekking: Een zelfstandig levend wezen
opgebouwd uit niet- levend materiaal (de eobiont). Hij heeft een hoge sociale klasse, hij
spreekt bij internationale symposiums, hij weet veel van klassieke muziek etc. Hij weet
niet hoe hij in de moeilijke situatie verder moet, hij twijfelt veel. Hij moet zijn dode
dochter, compenseren d.m.v. de eobiont. Hij liep weg, toen zijn vrouw beviel
van hun dode dochter.
Clara, Victor Werkers ex-vrouw, die nu samenwoont met de zanger Jager-Jena. Ze vindt het
heel erg dat Victor wegliep, van de bevalling (hij had beloofd dat ze zich er samen
doorheen zouden slaan) en wil hem daarom niet zien.
Victors ouders(=flat). Victors vader is militair en zijn moeder is portrettiste. Ze zijn
bij elkaar omdat ze niks met elkaar gemeen hebben. Zijn moeder had te veel moedermelk, dus
is wat afgestaan aan de familie Dodemont.
3 Broers Dodemont(=flat), ze kregen van Victors Moeder moedermelk, daardoor voelt Victor
zich emotioneel verbonden met de heren Albert, Marnix en Sjoerd Dodemont (eeneiige
drieling) en nodigt ze uit om bij hem te komen eten. Bij het eten vraagt hij ze om advies.
Jager-Jena(=flat), nieuwe man van Clara, is een Weense bariton, verder blijkt Victor er al
jaren een plaat van te hebben.
Brock(=flat), de jaloerse assistent van Victor, die vindt dat hij te weinig eer voor zijn
werk heeft gekregen, hij is ook de enige die niet juichte, toen de eobiont werd
gecreëerd. Victor denkt enkele malen, dat Brock iets kwaads met hem in de zin heeft.
(Brock is tevens de naam van een jaloerse vriend van Spiderman, al betwijfel ik dat
Mulisch hem expres heeft gegeven).
Aurora, de dode dochter van Victor en Clara, ze hing zichzelf op aan de navelstreng en
werd dood geboren. Victor schrijft brieven aan Aurora, om zijn vrouw weer terug te
krijgen.
2i
Vertelsituatie
Het verhaal begint met
een alwetende verteller, Mulisch zelf begint over het vak schrijver te vertellen en over
de schepping met daarbij 3 additionele overwegingen (zulk soort woorden deden
het niet goed in het Internet forum, zgn. Mulisch-achtig gebrabbel), daarna worden de
verhalen in een personale vorm verteld. De brieven zijn natuurlijk in de
ik-persoon.
2j Open
gesloten einde
Het verhaal heeft een
gesloten einde, op de laatste pagina wordt Victor vermoord. Al blijven er wel wat vragen
over, voornamelijk wie de opdracht heeft gegeven om hem te vermoorden en wie tijdens de
moord belde.
3a
Thema
Dat het scheppen van
leven toch ook een hoop problemen oplevert.
3b
Motieven
Zoals in de Aanslag en
De Ontdekking van de Hemel zitten er ook in De Procedure zeer veel motieven. De
belangrijkste:
1. De slechte assistent:
Zowel in het verhaal van de Golem, als het Victor Werker- verhaal maakt de
assistent het leven van de schepper moeilijker. In het Golem -verhaal maakt de
assistent de verspreking zodat de golem een vrouw wordt, verder zou de assistent mogelijk
de golem misbruikt hebben en daarom zou de golem 3 mensen vermoord hebben. In Victor
Werker- verhaal zit Brock, die behalve niet blij is met Victor, hem ook misschien
heeft vermoord.
2. De afgesloten kamer:
Nadat Aurora (in romeinse mythologie Godin van de dageraad) sterft wordt afgesproken, dat
de kamer van haar op slot gaat en blijft, op het moment dat Victor de sleutel van de deur
omdraait, belt de moordenaar aan. De golem wordt opgesloten op de zolder.
3.1 Beginnen en eindigen
van het leven met krak. Het leven begint als de vader de navelstreng doorknipt
en eindigt met de klik van de stiletto.
style="margin-left:4.0cm;text-indent:-14.15pt;mso-list:l0 level1 lfo1">3.2 De gordiaanse
knoop, het raadsel van het leven. Victor weet zowel hoe je leven kan scheppen (eobiont) en
als hij sterft weet hij ook het geheim van t sterven. De laatste alinea van t
boek(het laatste wat Victor denkt voordat hij sterft): Victor Werker is gelukkig.
Het licht van een verblindende dageraad omgeeft hem. Ik ben onsterfelijk, denkt hij,
terwijl zijn ogen breken. Degene die de gordiaanse knoop ontwart zou onsterfelijk
worden. Dageraad = Aurora
4. A M SH, de eerste letters van de 3
aards -moeders, de 3 letters staan in Het Boek van de Schepping, omdat ze
nodig zijn, voor God, om leven te scheppen. Tevens ook de voorletters van Albert, Marnix
en Sjoerd Dodemont, die met Victor in verband komen, omdat ze dezelfde moedermelk hebben
gehad. Verder maakt Mulisch even duidelijk dat zijn moeders namen (Alice M. Schwarz) ook
hetzelfde beginnen en dat hij ook een imitatio dei (kopie god) moet zijn.
5. Vele verwijzingen naar klassieke en
bijbelse verhalen, zoals de route die Victor naar de stad loopt (zie samenvatting).
6. Overeenkomsten Mulisch/ Victor Werker
zijn er ook, het verhaal met de moeders (zie punt 4.), maar ook zijn beide vaders
militair. Ze zijn beide scheppers.
4a
Vergelijking andere boeken.
Na een beetje te hebben
rondgekeken op Internet, valt op dat Mulisch zichzelf vaak in het verhaal betrekt (De
Ontdekking van de Hemel en Mulisch Universum), dat er redelijk veel motieven in zijn
verhalen zitten (De Aanslag, Ontdekking van de Hemel) en dat Mulisch vaker over religieuze
onderwerpen schrijft (De Ontdekking van de Hemel)
B
Leesbeleving
Structurele argumenten
Ik heb De Procedure met
veel plezier gelezen. Het boek is apart, maar wel goed opgebouwd. Eerst vertelt Mulisch
zelf een beetje, daarna schrijft hij een soort voorverhaaltje, die veel
overeenkomsten heeft met het hoofdverhaal. Deze manier van opbouwen zorgt
ervoor dat je op het eerste gezicht onbruikbare informatie krijgt, dat later allemaal
perfect op zn plaats valt. Net zoals in De Aanslag is bijna geen enkele zin
overbodig en zit alles met elkaar verbonden. Wat ik ook wel leuk vond, zijn de stukjes
informatie die opeens worden gegeven en die later worden gekoppeld aan het totale verhaal.
Zo legt Victor Werker in een brief uit wat het verschil is tussen ABC en ABC (de schreef,
die de tekst plezieriger leesbaar maakt), zo wordt uitgelegd hoe DNA-editing gaat: een
beetje knippen en plakken om zo iets beter te maken, terwijl de hoofdinhoud hetzelfde
blijft. Met de ruimte is niet veel gedaan, het geeft aan in wat voor een soort milieu
(rijk onderzoekers) het verhaal zich afspeelt. Verder is de structuur verduidelijkt
doordat het perspectief wisselt. In Akte A spreekt Mulisch je aan, in Akte B schrijft
Victor enkele brieven aan Carla en in Akte C wordt het verhaal personaal verder verteld.
Dit zorgt voor afwisseling en voorkomt dat het boek saai wordt. De spanning wordt in het
verhaal steeds iets opgebouwd, tot het climax in de laatste 2 bladzijden. Eerst dacht ik:
Waarom moet de hoofdrolspeler nu weer dood?, maar teruglezend bleken er toch
wel wat voortekenen in de lucht te hangen (haat Brock, Fundamentalisten, plotseling willen
afronden van allerlei problemen in Victors leven en het vreemde telefoontje)en werd het
een logische afsluiting. Dit einde vond ik dus goed.
Realistische argumenten
Het boek is niet echt
realistisch, het verhaal over de Golem is natuurlijk gewoon verzonnen (zoals het hele
boek) en kan nooit echt zijn gebeurd. Ook het Boek der Schepping (Sefer
Jetsirah) kan verzonnen zijn, als het zon belangrijk boek is , als in het verhaal
verteld wordt, is het vreemd dat het mij totaal onbekend is. Verder is de Chemische
Wetenschap nog lang niet zover dat ze uit iets levenloos iets levends kan maken. (Ook,
volgens de atheïsten, heeft de hele schepping niet plaatsgevonden, maar we zitten
natuurlijk op een RK-school, dus heb ik t maar tussen haakjes gezet) Eigenlijk
vindt ik dat helemaal niet zo erg, anders had het boek zn onderwerp (de scheppingen)
toch wel erg uitgekleed geworden. Iets leuks aan dit boek is juist dat het een soort
toekomstvisie geeft over de vooruitgang van de wetenschap. De onmogelijke gebeurtenissen
worden wel realistisch verteld.
Vernieuwingsargumenten
Voor mij was dit boek
vrij vernieuwend, het toespraakje aan het begin had ik nog nooit eerder gezien. Dat was
trouwens voor een keertje leuk, maar het zou vreselijk zijn als elke schrijver aan het
begin van het boek zn hart luchtte over zn eigen problemen en hoe goed hij wel
is(imitatio dei). Op internet werd Mulisch geregeld afgekraakt over dat hij toch wel
arrogante opmerkingen maakt, zeker over zichzelf, maar ik kon daar over het algemeen wel
om lachen, het is voor mij niet storend. Ook de hoofdpersoon (een scheikundige / bioloog)
is vrij origineel, nog nooit kwam ik zoveel wetenschappelijk onderzoek in een boek tegen.
Meestal zijn hoofdrolspelers (als ze van een goed milieu komen) advocaat, leraar,
historicus of muzikant (iets in die strekking), maar bèta - mensen komen maar weinig
voor. Hier in dit verhaal gelukkig wel.
Morele argumenten
In hoeverre mag een mens
voor God spelen en de schepping nadoen? , is een van de vragen, die vrij centraal staan in
het verhaal. Want alhoewel het lijkt alsof het boek niet een mening daarover heeft, loopt
het voor beide scheppers slecht af. De schepper van de Golem verliest twee van zijn
vrienden (vermoord door de Golem) en Victor Werker sterft zelf (en zn dochter
sterft). Echter is het verhaal vrij objectief (natuurlijk door hoofdpersoon een beetje
voor de onderzoekers kant) geschreven, zonder moraliserende opmerkingen. Terwijl daar
absoluut ruimte voor was geweest aan het begin van het boek, maar dat laat Mulisch zeer
verstandig achterwege.
Emotivistische argumenten
Waar ik zeer blij mee
was, is dat het boek (gedeeltelijk) over wetenschappelijk onderzoek gaat en daarbij nog
over de richting waarin ik later wil gaan studeren. Zon ontdekking doen als Victor
Werker doet, is wel een ideaal voor mij. Dit zorgde er bij mij voor dat ik me al snel ging
inleven in de hoofdpersoon. Daarbij wordt in dit boek het contrast geloof ßà wetenschap
over het onderwerp goed uitgelicht, want de Golem is een Joodse schepping, terwijl de
eobiont een puur wetenschappelijke schepping is. Over deze twee scheppingen worden de
voor- en nadelen bekeken.
Intentionele argumenten
Ik heb geen interview
e.d. met Mulisch over dit boek gelezen, wel las ik in een biografie(tje) dat Mulisch ook
zeer gefascineerd is over geloof en wetenschap (en de combinatie). Maar wat Mulisch
bedoelingen met dit boek zijn, weet ik niet (behalve dan een goed verhaal schrijven).
Stilistische argumenten
Mulisch heeft voor mij
een klein minpuntje, hij heeft weleens de neiging om opeens vrij vaag te gaan schrijven.
(Dit kan trouwens ook te maken hebben met mijn taalkundige capaciteiten - goh, ik lijkt
Mulisch wel). Opmerkingen als: Het gaat niet over machinemensen, maar over de
aanmaak van kunstmatige mensen van vlees en bloed, die de mensheid met het oorspronkelijke
protoplasma naar het leven staan(blz. 133), maar meestal valt daar wel
mee te leven. Ook citeert hij een hoop klassieke werken, die bij mij (en ik denk ook
andere Nederlanders) niet altijd bekend zijn. Voorbeelden zijn: Flaubert, Dostojevski,
Gogol en Nietzsche (de eerste en laatste komen me trouwens bekend voor). Van mij mag hij,
maar het maakt het werk wel minder toegankelijk, terwijl het gewoon een goed verhaal is.
Verder gebruikt Mulisch tussen de regels door allerlei verwijzingen, die (als ze opgemerkt
worden) het verhaal een extra toegevoegde waarde geven en die het boek, voor mij, een
literatuurstatus geven.
Ruud Schoemaker 6VC
(ik hoop dat u de 12
paginas, bijna 100 alineas, een kleine 6000 woorden en de 30000
tekens met plezier heeft gelezen)
|