Boekverslag : Harry Mulisch - De Aanslag
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3178 woorden.

Bibliografische gegevens

Harry Mulisch

De aanslag

Amsterdam (uitgeverij: de bezige bij)

30e druk (1995

1ste druk: 1982

ISBN: 90-234-0801-2

Het verhaal telt 247 bladzijden (7-254)

Moto: Overal was het dag, maar hier was het nacht, neen meer dan een nacht.

(C. PLINIUS CAELILIUS SECUNDUS

Epistulae, VI, 16)



Samenvatting

Het proloog

Tijdens de tweede wereldoorlog woonde Anton van Steenwijk in Haarlem aan een kade. Hier stonden 4 huizen in de volgende volgorde: “welgelegen” (waar de familie Beumers woonden), “Buitenrust” (woonde de familie Steenwijk; Anton met zijn broer peter en zijn ouders), “Nooitgedacht” (woonde de Meneer Korteweg en zijn dochter Karin) en “Rustenburg” (woonde de familie Aarts waar de hele straat weinig contact mee had)



1ste episode 1945

In januari 1945 was Anton met zijn oudere broer Peter (17 jaar) en zijn ouders een spelletje aan het spelen toen er plotseling 6 schoten klonken. Peter keek naar buiten en zag dat er iemand was neergeschoten voor het huis van Meneer kortweg. Peter ging er heen en hij zag dat het Fake Ploeg was. Fake Ploeg was de hoofdinspecteur van de politie en lid van de NSB, een echte moordenaar. De zoon van Fake ploeg heette ook Fake Ploeg en had bij Anton in de klas gezeten. Toen kwamen meneer Korteweg en Karin naar buiten en versleepte het lijk van Ploeg voor het huis van Anton. Peter wilde tegen de zin van Anton en zijn moeder in het lijk weer terug leggen. Toen hij ermee bezig was kwamen de Duitsers eraan. Hij vluchtte met het pistool van Ploeg het huis van meneer Korteweg binnen. De Duitser doorzochten het huis van de familie Steenwijk en staken het toen in brand. Hij en zijn ouders werden gevangen genomen. Hij ging naar een andere plaats dan zijn ouders. Anton werd in Heemstede in een cel gestopt bij een gewonde vrouw. Hij heeft die vrouw nooit gezien omdat het te donker in de cel was. Ze praatte tegen hem over gebeurtenissen in het donker. Enkele uren later werd hij weer naar Haarlem gebracht en van daaruit werd hij met een konvooi naar Amsterdam vervoerd. Bij deze tocht kwam een officier tijdens een luchtaanval om het leven. Dat was voor Anton een tweede kennismaking met de oorlog in korte tijd. In Amsterdam aangekomen wordt hij opgehaald door zijn oom Peter.



2de episode 1952

Peter kwam na de bevrijding van zijn oom te weten dat zijn ouders waren vermoord op dezelfde avond van de aanslag. Pas in juni, 5 maanden na de aanslag, kwam hij erachter dat ook Peter die avond was vermoord. Nu 7 jaar na de aanslag had hij het gymnasium afgemaakt en was hij begonnen aan een doctorsstudie. Hij had helemaal niet meer aan de aanslag gedacht.

Op een dag kreeg hij een uitnodiging voor een studenten feestje. Hij ging erheen dit was de eerste keer sinds de aanslag dat hij weer in Haarlem kwam. Toen hij in Haarlem was voor het feest ging hij ook even langs zijn oude “huis”. Er stond nu alleen nog maar onkruid. Hij ging ook langs het huis van de Beumers. Daar werd hem verteld dat er een monument was geplaatst waarop de namen van zijn ouders stonden. Hij kreeg voor het eerst sinds de aanslag een angstig gevoel. Hij wilde snel weg uit Haarlem en nooit meer terugkomen.



3de episode 1956

Nadat Anton in 1953 afstudeerde en zich specialiseerde in anesthesie ging hij op kamers wonen. Op een dag in 1956 waren er rellen in de straat van Anton tegen het communisme. Aan deze rellen deed ook Fake Ploeg mee, de zoon van de doodgeschoten Fake Ploeg. Ze groeten elkaar en Fake ging met Anton mee naar binnen. Ze kwamen aan de praat over zijn vader. Fake verdedigde zijn vader met alles wat hij in zich had en gaf de communisten de schuld voor de dood van zijn vader. Anton zei dat het zijn vaders eigen schuld was, maar dat het wel begrijpelijk was dat hij het voor zijn vader opnam. Fake was het hier niet mee eens en werd boos. Hij gooide een steen door de kamer van Anton waarbij een spiegel brak. Vervolgens rende hij weg, toch kwam hij weer terug om te zeggen dat hij het nooit zou vergeten dat Anton hem op de basisschool een keer te hulp was geschoten.



4de episode 1966

In 1961 trouwde hij met Saskia de Graaff., die hij op een vakantie in Londen ontmoet had en waar hij met een blik in haar ogen meteen verliefd op geworden was. In 1962 werd hun eerste kindje geboren, een dochter, Saskia. In 1966 ging hij met zijn vrouw en zijn schoonouders mee naar een begrafenis. Zijn schoonvader van was bevriend geweest met deze man die een belangrijke verzetstrijder was geweest. Toen hij aan een tafel zat hoorde hij een man praatte over een moord die hij en een vriendin van hem hadden gepleegd. Hij beschreef hierbij precies de 6 schoten die Anton had gehoord op de nacht van de aanslag. Anton kwam aan de praat met deze man die Takes bleek te heten. Takes had liever gehad dat de moord niet was gepleegd. Dit was niet omdat de familie van Anton was vermoord maar omdat zijn vriendin, Truus Coster, die meehielp met de actie, was opgepakt en vervolgens was vermoord. Takes hield van Truus ook al had hij een vrouw en 2 kinderen. Anton begon te huilen omdat hij dacht dat Truus de vrouw uit de cel geweest moest zijn. Op een of andere manier had hij zijn helen leven lang gezocht naar die vrouw. Even later kwam hij erachter dat Saskia op Truus leek. De volgende dag ging hij naar Takes om daar met hem over Truus en zijn familie te praten. Toen hij die dag een foto van Truus te zien kreeg zag hij in de ogen van Truus dezelfde blik als die van Saskia. Ze praatten een tijd over de aanslag. Als Anton vertelt over Truus en hem in de cel kan hij zich niet meer herinneren wat Truus tegen hem had gezegd. Toen Anton weer boven bij Takes in de kamer kwam staarde Takes voor zich uit. Een oude verzetsvriend van Takes had zelfmoord gepleegd omdat Lages, een oorlogsmisdadiger, was vrijgelaten.



laatste episode 1981

In 1967 scheidde hij van Saskia. Een jaar later trouwde hij met Liesbeth. Weer een jaar later werd hun zoon Peter geboren. Hij bezat een paar huizen. Een in Toscane, een in Amsterdam zuid en een in Gelderland. Hij besloot als Peter het huis uit ging om voorgoed naar Toscane te verhuizen. Toen hij 40 was kwam hij in een crisis die zijn hoogtepunt en tevens ook zijn einde bereikte in Toscane. Toen zijn dochter Sandra 16 was wilde ze graag naar de plaats waar haar opa, oma en oom waren vermoord. Liesbeth en Saskia vonden dat een slecht plan. Toch nam Anton Sandra mee naar het huis waar hij in had gewoond toen de aanslag werd gepleegd. Tot zijn verbazing bleek er nu een bungalow te staan. Takes had hij nooit meer gezien alleen een keer op tv in 1980. Ook Fake Ploeg had hij niet meer gezien wel zag hij regelmatig busjes met de opdruk FAKE PLOEG SANITAIR BV rijden.

Op een morgen had Anton erge tandpijn. Hij besloot naar de tandarts te gaan maar die wilde hem alleen helpen als hij mee deed aan de demonstratie tegen atoombewapening. De tandpijn was zo erg dat hij toch besloot, tegen zijn zin in, om me mee te doen aan de demonstratie. Hij liep samen met peter mee, maar algauw zag peter een klasgenoot en liep Anton in zijn eentje. Hij kwam ook zijn dochter Sandra tegen met haar vriend Bastiaan, maar ook die waren algauw weer weg. Toen gebeurde het: er kwam een vrouw die hem begroette. Het was Karin Korteweg. Ze vertelde dat haar vader het lijk van Ploeg had verplaats uit liefde voor zijn hagedissen waar hij zoveel van hield nadat zijn vrouw was overleden. Peter was bij hun het huis binnen gevlucht en had hun bedreigt. De Duitsers hadden hun huis doorzocht en Peter dood geschoten. De volgende dag waren opeens de hagedissen gewoon hagedissen voor meneer Korteweg en heeft hij ze dood getrapt. Kort na de bevrijding zijn meneer Korteweg en zijn dochter Karin verhuist naar Nieuw-Zeeland.

Dan geeft Karin ook de verklaring waarom ze Ploeg niet voor het huis van Aarts hadden gelegd, daar hadden ze immers minder contact mee en zij waren maar met ze tweeën. Bij Aarts waren Joden ondergedoken.



Vertelinstanties

De vertelinstantie is een personale-hij-verteller want je bekijkt het hele verhaal door de ogen van Anton en het is wel in de hij vorm geschreven. Je krijgt geen gedachtes van andere te weten en hij verwijst ook nooit naar de toekomst.

Blz. 78 “tegen etenstijd……was ingericht” je kunt in deze zin hij veranderen in ik, zij in wij en zijn in mijn.

Blz. 223 “In de tweede…….hij demonstreren” ook hier kun je hij in ik veranderen.

Behalve in het proloog wordt er gebruik gemaakt van een andere vertelinstantie. Dit is de auctoriale vertelinstantie. Ik heb hiervan maar 1 voorbeeld kunnen vinden maar deze is wel erg duidelijk. (blz. 7 “Ook al….. het buitenzijn,”) Dit is een vooruitwijzing naar de aanslag. Dit kan een personale-hij-verteller niet en een auctoriale verteller wel.



Personages

Anton Steenwijk is de hoofdpersoon in het boek. In het begin is hij 12 en aan het einde is hij 48 jaar. Het is een round character want zijn karakter wordt anders. Toen hij klein was, was hij erg verlegen en later wordt hij steeds verstandiger. (blz. 98 “Wat ben jij toch een verstandige jongen”) Volgens opmerkingen van andere verandert zijn uiterlijk weinig in de loop der jaren. (blz. 93 “Weet je dat je eigenlijk helemaal niets verandert bent?”). Hij had donker bruin haar met bruine ogen zijn huid had een notenkleurige huid. (blz. 17 “Anton het…..donkerder was”). Zijn broer Peter en zijn ouders spelen eigenlijk maar een kleine rol voor Anton in het verhaal ook vanwege het vroeg overlijden in het verhaal van deze mensen. Zijn oom Peter en zijn tante voeden hem na de aanslag op. Hij is 2 keer getrouwd, zijn eerste vrouw heet Saskia zijn tweede vrouw heet Liesbeth. Na het eerste huwelijk gaat hij nog wel veel om met Saskia. Met Saskia heeft Anton een dochter gekregen; Sandra. Met Liesbeth een zoon; Peter.Verder gaat Anton veel om met Takes die hem zijn verhaal over de aanslag verteld. Ook Truus Coster speelt een belangrijke rol in het leven van Anton.

Zijn vader is vergelijkbaar met Anton zowel innerlijk als uiterlijk. (blz. 17 “Anton het….donkerder was”) Hij is ook erg rustig want hij zegt erg weinig gedurende het verhaal. Hij werkte als griffier in een arrondissementsrechtbank. (blz.16 “was maar…. De arrondissementsrechtbank”)

Zijn broer en zijn moeder behandel ik ook samen omdat deze veel overeenkomsten hebben zowel innerlijk als uiterlijk. Ze hebben allebei blond haar en blauwe ogen (blz. 17 “Peter had….zijn moeder”) Ze hadden allebei veel moed. (blz. 28-29 “Ze hebben…… wij het”) dit is een vertoon van moed van Peter, (blz. 163 “Het kwam……Duitsers aanvloog” ) Hier toont Anton’s moeder veel moed.

Over Cor Takes valt te zeggen dat zijn schuilnaam Gijs is.

Saskia, zijn eerste vrouw, wordt weinig over verteld behalve dat ze zoveel op Truus Coster lijkt.

Ook over Liesbeth, oom en tante, Sandra en Peter valt weinig te vertellen.



Ruimte

Als eerste ruimte beschrijf ik de straat van Anton Steenwijk. Deze fysische ruimte beschrijf ik omdat ik dit de belangrijkste plaats van het boek vind. Hier vindt de aanslag plaats. (Blz. 6,7 en 8) Hij woont aan een kade van ongeveer een 100 meter lang. Er staan 4 huizen met de namen: Welgelegen, Buitenrust, Nooitgedacht en Rustenburg. De straat gaat na die 100 meter over in een gewone straat. De straat is gemaakt van stenen met een visgraat motief.

Ik heb als tweede ruimte gekozen de cel waar hij met Truus Coster in zit. In deze ruimte speelt ook de psychische ruimte een rol. Het was een kille cel wat natuurlijk staat voor het beroerde gevoel dat Anton had na de aanslag. (blz. 44 “Benedenwas… koud was”) Het was ook erg donker in de cel (blz. 44 “Terwijl Anton…..niets meer”) dit zorgde er natuurlijk voor dat hij Truus niet kon zien en dat zorgde in zijn latere leven voor nog wat opschudding. Verder heeft Anton een paar paardendekens bij hem in de cel en zit hij op een brits. (blz. 44 ‘ De agent… muur stond”)



Tijd

Het verhaal is in chronologische tijdsvolgorde geschreven. Er vinden geen flashbacks plaats. Het verhaal speelt zich af in de tweede wereldoorlog en de 35 jaar erna. Het verhaal is geschreven in 247 bladzijden. Het verhaal speelt zich af over een tijd van januari 1945 (blz 15 “Het was januari 1945”) tot de tweede helft van November (blz. 223 “In de tweede helft van November 1981”), dit is dus een periode van 36 jaar en iets meer dan 10 maanden.



Motieven

- Het lot is een verhaalmotief in het verhaal. Als Ploeg ergens anders was neergeschoten was de familie van Anton niet vermoordt. Hier is een goede overeenkomst met het motto. Door het lot gebeurde dat het dat bij Anton voor het huis de aanslag gebeurde dus dat het nacht werd, neen meer dan nacht. Was de aanslag bij iemand anders voor de deur gebeurt was het bij iemand anders donker geweest, neen meer dan donker. (blz 162 “omdat mijn……te verwachten”) Takes bedoelt hiermee dat het niet uitmaakte voor welk huis Ploeg neer werd geschoten. Als hij maar ergens werd doodgeschoten dan spaarde ze daarmee veel levens ook al zouden er sommige worden vermoord door de Duitsers. Hier geeft hij mee aan dat het, het lot is dat Ploeg in zijn straat is doodgeschoten. (blz. 250 “nee, niet daarheen daar zitten joden”) als er bij de andere buren van Karin geen joden hadden gezeten was er waarschijnlijk niks met de familie van Anton gebeurt. Het was dus weer het lot dat het zo moest zijn.

- Vuur is een leidmotief. Het komt meerder malen voor: (blz. 40 “meteen daarop…..rieten dak”) Ze zetten het huis van Anton in de brand, een voorbeeld van gevaar wat Anton meemaakt. (blz 65 “Het vuur en dit ijzer - dat was oorlog”) Hij heeft het weer over een gevaar dat Anton meemaakt en er komt tevens ook het woord vuur in voor”. (blz. 129 “Er gleed…..wolk roet”) Er dreigde gevaar doordat Fake Ploeg een steen gooide. Hierdoor ontplofte er iets in de kachel, dit heeft ook iets met vuur te maken. Je kunt dit misschien in verband brengen met het moto. Door te denken dat het vuur (behalve licht) het enigste licht is in de duisternis. Het moto luidt “….neen meer dan een nacht” het vuur komt dus in de nacht voor en tevens ook de aanslag. (Dit motief heb ik van www.scholieren.com de uitleg erbij komt niet van internetcollege)

- De steen is een leidmotief, want zijn leven heeft veel te maken met stenen. Hij heet Anton Steenwijk en er komt vaak een dobbelsteen voor. Het verwijst naar het toeval. Als je met de dobbelstenen gooit is het toeval dat je zes gooit ofzo. Het was ook toeval dat Ploeg in de straat van Anton was neergeschoten. Ook gooit Fake Ploeg een steen door de kamer van Anton. (Blz. 7) “Ver, ver....van Haarlem”, het is hier duidelijk dat hij Steenwijk heet, in zijn naam komt steen voor. (blz. 128 “Fake haalde…..de spiegel”), hier gooit Fake Ploeg een steen. (blz. 24 “In die …… het bord”) Net als Anton een dobbelsteen wil gooien en dus dat hij bijna weet welk aantal ogen hij deze keer bij toeval heeft gegooid wordt er bij toeval in zijn straat iemand vermoord. (Het motief heb ik van een verslag van www.internetcollege.nl de uitleg komt er niet vandaan)

- De muziek is een leidmotief. Elke liedje wat wordt gedraaid heeft een betekenis in het verhaal. (blz 86 “Thanks for the memory”) Hij hoort op het studenten feestje, wanneer hij weer voor het eerst in Haarlem is sinds de aanslag, dit liedje. Dit betekent “dank je voor de herinnering” en het is ook een herinnering aan de aanslag voor hem omdat zijn vrienden het over een oorlog hebben. (blz. 150 “It’s been a hard day’s night”) Dit wordt gespeeld bij de eerste ontmoeting tussen Anton en Takes. Het verwijst naar de zware avond en betekenis van die avond van de aanslag voor het leven van Anton en Takes. (blz. 203 “Red roses for a blue lady”) Dit lied wordt gespeeld wanneer Anton en Takes foto’s van Truus Coster aan het bekijken zijn. Takes was verliefd op deze vrouw, Anton was verliefd op een vrouw die veel op deze vrouw leek.



Thema

“Het lot bepaalt je leven”

Anton is zijn hele leven ermee bezig om de aanslag te verwerken. Eerst probeert hij het te doen zonder er ook maar een moment aan te denken. Later lukt dat niet omdat hij er constant aan herinnert wordt. Het was het lot dat Ploeg voor zijn huis werd doodgeschoten. Daardoor veranderde zijn leven. Hij werd dokter net zoals zijn oom. Misschien was hij als zijn ouders niet waren vermoord het zelfde beroep gaan doen als zijn vader. Het was het lot dat het lijk van Ploeg voor hun huis werd neergelegd omdat er bij de andere buren joden waren ondergedoken.



Mening

Ik vond het een zeer realistisch boek. Het was alleen niet wat ik van het boek verwachtte, dit wil niet zeggen dat het niet aan mijn verwachtingen voldoet. Ik had verwacht dat het boek de tijd na de aanslag in de oorlog zal beschrijven en niet na de oorlog. Het boek begon niet zo sterk met de zin “Ver, ver weg in de tweede wereld oorlog woonde een zekere Anton Steenwijk. Dit klinkt net als: “Er was eens……..,” een soort sprookje. Dat zinnetje zal wel een extra betekenis hebben maar die kwam nou niet direct bij me op, ik denk dat het weergeeft dat het maar een kleine gebeurtenis in die grote oorlog. Ook staat er in het begin van de episodes een jaartal. Het begin van het hoofdstuk begint echter niet in die tijd maar een tijd ervoor, dit is soms wel verwarrend lezen. Er zijn dus wat minpunten maar toch vind ik het een goed boek, want alles wat wordt beschreven zit wel weer een diepe gedachten achter. Als je kijkt naar de motieven bijvoorbeeld. Als je leest dat er een liedje wordt gedraaid dan lees je erover heen maar als je dan nog een paar keer dat tegen komt ga je toch naar de teksten kijken. Je ziet dan “Thank you for the memory” oftewel dank je voor de herinnering. Dit verwijst meteen naar de gedachten van Anton. Het einde vond ik het sterkste punt. Als je het boek bijna uit hebt denk je dat je gewoon nog ff een uitleg krijgt waardoor alles op een rijtje wordt gezet wat er nou precies is gebeurt. Dit gebeurt ook maar er komt een grote verassing waar je nauwelijks aan had kunnen denken; Dat er joden waren ondergedoken bij Aarts.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen