Boekverslag : Jan Wolkers - Tung-fang Shuo Steelt De Perzik Van Onsterfelijkheid
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1310 woorden.

De Bezige Bij, Amsterdam (1980)

Titelverklaring:



De hoofdpersoon ziet in het Amsterdamse Rijksmuseum een schilderij met de titel: ‘Tung-Fang Shuo steelt de Perzik van Onsterfelijkheid’. De schrijver schrijft vervolgens: "Wie wil er niet de perzik van onsterfelijkheid stelen?". De hoofdpersoon, Ben Ruwiel, zou dat wel willen.



Het boek beschrijft de aftakeling van Ben , zijn vrouw en zijn hond. Het verhaal gaat over de onafwendbare komst van de dood.



De auteur:



Jan Wolkers wordt op 26 oktober 1925 in Oegstgeest geboren. Hij groeit op in een streng gereformeerd gezin, als derde van elf kinderen. Hij wordt vanwege slechte resultaten van de MULO gestuurd. Hij helpt eerst zijn vader in de winkel en heeft daarna een aantal verschillende baantjes: bijv. dierenverzorger, tuinman en lampenkappenschilder.



In de oorlog duikt hij onder. In 1944 sterft onverwacht zijn oudste broer. Dit grijpt hem erg aan, omdat hij zijn broer bewonderde vanwege diens protesten tegen hun vader. Na de oorlog studeert hij beeldhouwkunst in Den Haag, Amsterdam en Salzburg. In 1957 krijgt hij een beurs voor een stage bij Ossip Zadkine in Parijs. Hij debuteert in 1961 als schrijver met de verhalenbundel Serpentina’s petticoat. Kort Amerikaans (1962) is zijn eerste roman. Jan Wolkers roept met de ongeremde beschrijvingen van thema’s als sexualiteit, dood en geloof veel weerstanden op. In 1963 ontvangt hij de Novelleprijs van de stad Amsterdam, maar drie jaar later geeft hij het geld terug uit protest tegen het politieoptreden tegen de provo’s. Vervolgens weigert hij in 1982 de Constantijn Huygensprijs en in 1989 de P.C. Hooftprijs. Het Auschwitzmonument in Amsterdam is zijn bekendste sculptuur.



Een selectie uit zijn omvangrijke oeuvre:



Romans: Terug naar Oegstgeest (’65), Turks fruit (’69) en Brandende liefde (’81) en Kort Amerikaans (1962): allen verfilmd.



Verhalen: Gesponnen suiker (’63), 22 Sprookjes, verhalen en fabels (’85).



Essays: Tarzan in Arles (’91), Mondriaan op Mauritius (’97).



Literaire stroming:



Moderne Nederlandse literatuur.



Genre:



De perzik van onsterfelijkheid is een psychologische roman.



Samenvatting:



Op 5 mei 1980, in de ochtend, wordt Ben Ruwiel wakker. Hij voelt zich lamlendig en duf. De vorige avond had hij namelijk teveel gedronken. Zijn vrouw en zijn hond zijn er nog erger aan toe, dus staat Ben maar op en begint hij met de grote schoonmaak. Eerst doet hij de brommer van Corrie weg (ze had hiermee een ongeluk gehad). Daarna gooit hij alle drankflessen weg en gaat hij de keukenkastjes legen. Dan ziet hij een foto waarop Corrie en Henk staan: de foto is in Berkel gemaakt, waar ze ondergedoken zijn geweest. Ook vindt hij brieven van Henk aan Corrie.



Als Ben klaar is met schoonmaken, laat hij zijn hond Snoet uit. Hij denkt erover om de hond uit zijn lijden te verlossen: hij heeft onder andere last van een keiharde ontlasting. Ben bedenkt zich en legt hem weer bij Corrie op bed. Als Ben ook weer even in slaap valt, heeft hij een angstige droom met een heleboel herinneringen aan de oorlog. Als hij wakker wordt, realiseert hij zich dat de Canadese bevrijders van vijfendertig jaar geleden een intocht in Amsterdam houden. Ben wil er niets van weten, omdat die bewuste dag in 1945 voor hem geen echte bevrijdingsdag was. Hij denkt dat het voor iedereen veel beter was geweest als hij destijds gestorven was, en niet Henk.



Hij vertelt de wijkverpleegster Marianne Timmer over Henk, Corrie en zichzelf. Hij kijkt naar haar als ze met haar werk bezig is en heeft erotische fantasieën over haar. Hij besluit om toch maar even de straat op te gaan om iets van de veteranenintocht mee te maken. Overal ziet hij borden met de spreuk "Thank you boys". Hij krijgt spijt dat hij de brommer van Corrie heeft weggegooid en wil een nieuwe voor haar kopen. Die winkel is echter gesloten. In een nabijgelegen dierenwinkel koopt Ben pens voor zijn hond. Hij krijgt deze pens gratis, omdat de verkoper geroerd is dat Ben op bevrijdingsdag iets lekkers voor zijn hond koopt.



Samen met een Canadees gaat hij naar het Rijksmuseum. De Canadees geeft hem een geel filter, maar loopt daarna het museum in. Als Ben merkt dat hij het filter nog heeft, loopt hij terug naar het museum en gaat op zoek naar de Canadees. Tijdens zijn zoektocht komt Ben in de zaal met Aziatische kunst terecht. In deze zaal staat hij stil bij Tung-Fang Shuo, die de ‘Perzik van onsterfelijkheid’ steelt. In de zaal waar de Nachtwacht hangt, verwijt hij een aantal Duitse toeristen hun Nazi-verleden. Later, in een eetcafé, valt hij flauw tijdens het eten van een gebakken ei. Ben is echter snel weer op de been en gaat oververmoeid met een taxi naar huis.



Thuisgekomen pakt hij zijn fiets en zet Snoet achterop. Ben gaat naar zijn volkstuin. Ben kan het niet langer verdragen om zijn lieve hond zo te zien lijden. Hij besluit Snoet te doden: (hij klieft hem met een bijl in tweeën en begraaft zijn hond bij zijn volkstuin. Op de terugweg naar huis gaat hij nog een keer naar zijn stamcafé aan de Rijnstraat. Hij drinkt er koffie met cognac.



Thuisgekomen zakt hij bij de fietsenstalling in elkaar.



Tijd en tijdvolgorde:



Het verhaal wordt chronologisch verteld en speelt zich op één dag af: op 5 mei 1980. De gebeurtenissen spelen zich af van ‘s ochtends zes uur tot het (avond)journaal van acht uur



Plaats/ruimte:



Het verhaal speelt zich af in Amsterdam-Zuid. ‘s Ochtends in het huis van Ben en Corrie,



‘s middags in de binnenstad en het Rijksmuseum en ‘s avonds in de volkstuin van Ben.



Bens wereld speelt zich in een kleine ruimte af. Zijn leven draait alleen om Corrie en Snoet, de drank, de herinneringen aan zijn verzetsverleden en zijn volkstuin.



Karakterbeschrijving en -ontwikkeling:



Ben Ruwiel:



Hij is de hoofdpersoon en is ongeveer zestig jaar. Hij is hartpatiënt en mag zich niet teveel inspannen. Hij is al twintig jaar arbeidsongeschikt. Zijn enige hobby is de volkstuin. Hij heeft een flinke hoeveelheid zelfspot en is een buitenstaander. De beste jaren van zijn leven waren de jaren dat hij met zijn beste vriend Henk, en Corrie in het verzet zat. Hij is een rond karakter.



Corrie:



Corrie is in feite de ‘afwezige’ hoofdpersoon. Je krijgt haar niet te zien of te horen, ze spreekt in het hele boek maar één zin, maar is toch voortdurend aanwezig. In de oorlog stond ze bekend als ‘IJzeren Corrie’, maar ze veranderde van een vurige vrouw in een alcoholiste. Na de oorlog is ze met Ben getrouwd, die voor haar tweede keus was. Henk werd in de oorlog namelijk door een kogel getroffen. Ze is een rond karakter.



Onderlinge relaties:



Henk:



Hij was Bens beste vriend en verloofd met Corrie, die zwanger van hem was.



Marianne Timmer:



Zij is de wijkverpleegster van Corrie.



Snoet:

Dit is Bens negentien jaar oude bastaardhondje, die door Ben wordt verwend. Door middel van zijn hond laat Ben zien dat hij lief voor Corrie kan zijn, die hem geen liefde kan en wil geven. Snoet fungeert als een soort bemiddelaar tussen Corrie en Ben.



Geloofwaardigheid van het verhaal:



….



Thematiek:



Dood:



Het hoofdthema in dit boek zijn de dood en de onontkombare weg naar de dood: ‘de perzik van onsterfelijkheid’ bestaat immers niet. Het feestelijke Amsterdam geeft een verrotte aanblik, maar in de natuur is het niet beter. De natuur neemt wat haar toekomt, op het tijdstip dat het haar uitkomt.



Motto:



"You talk like a radical", I said. "I ain’t no radical", he said. "I’m sore. I been sore a long time".



Taalgebruik:



Net als in veel andere boeken maakt de auteur gebruik van zeer beeldend taalgebruik, zoals bijvoorbeeld in de vergelijking "slijmerig als een dooie schol". De hoofdpersoon denkt vaak in korte zinnen. Er zit ook veel humor en ironie in het boek. De dialogen met buitenlanders worden in de landstaal gevoerd.



Opdracht:



Het boek is opgedragen aan de musicus Willem Breuker.



Vertelsituatie:



De lezer leert de wereld van Ben Ruwiel door zijn waarnemingen, gedachten en dromen kennen.



Perspectief:



Wisselend perspectief: ik- en hij-perspectief..



Verhaalopbouw:



Het verhaal is onderverdeeld in drie delen: Ochtend (voorspel en uiteenzetting), Middag (de ontwikkelingen) en Avond (de afronding en ontknoping van het verhaal). Het verhaal is een drama in drie bedrijven.







Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen