Boekverslag : Johan Daisne - De Trein Der Traagheid
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2360 woorden.

Bibliografie
Jaar van uitgave: 1950.
Isbn: 90-290-6028x


Samenvatting
Korte inhoud:

Johan is met de trein op weg naar huis. Hij dommelt even in. Als hij wakker wordt blijkt dat alle treinreizigers slapen. Hij voelt zich beklemt in zijn stoel en hij besluit op zoek te gaan naar niet-slapende mensen. Wanneer hij opstaat stoot hij tegen iedereen aan maar niemand wordt wakker. Als hij door de wagons loopt en blijkt dat alle mensen in de trein slapen vraagt hij zich af of hij niet de verkeerde trein heeft genomen. Opeens ziet hij het brandende puntje van een sigaar en een gestalte. De gestalte is professor Hernhutter. Ze vertellen elkaar dat dit een vreemde gewaarwording is en ze komen erachter dat hun horloges om half zeven stilgevallen zijn. Ze zien dan een jonge jongen hun kant op komen, hij rent heel hard. Zelfs zo hard dat hij hen voorbij gelopen zou zijn als Johan geen brandende sigaret voor zijn voeten had gegooid. De jongen is student en heet Val. Hij gaat naar de machinist om erachter te komen wat er aan de hand is. Als de trein vaart mindert en stopt stappen Johan en de professor uit. De professor denkt dat Val ook uitgestapt is en hij heeft gelijk. De trein rijdt weer verder maar ze stappen niet in. Ze besluiten over de weides te lopen richting de lichtjes. Dit wordt een lange tocht waarbij de tijd stil lijkt te staan. De professor maakt een theorie over de bizarre gebeurtenis waarbij hij drie opmerkelijke dingen aan het licht brengt. Ten eerste zijn ze alledrie in slaap gevallen, ten tweede dachten ze voordat ze in slaap vielen over het leven na. Het derde “toevallige” is dat bij alledrie de tijd om half zeven stilgevallen is. De professor gebruikt in de theorie die hij maakt meccano als voorbeeld van de bouwstenen van het leven. Hij vertelt over de wet der traagheid en psychische reflex en aan de hand van deze twee wetten verklaart hij hun toestand. Hij heeft bedacht dat ze slachtoffers zijn van een treinongeluk maar dat hun hersenen dat nog niet toe willen geven. Val merkt dan op dat ze nu in wezen hun eigen lot zouden kunnen bepalen. Plots zien ze een herberg en ze besluiten er naar binnen te gaan om de honger te stillen. Ze zijn erg verbaasd als blijkt dat niemand hun taal spreekt. Ze eten en drinken wat en Val raakt lichtelijk aangeschoten. Hij laat de mensen een kaarttruc zien en iedereen klapt voor hem. Dan laat de kelner een verbazingwekkende kaarttruc zien en de professor is erg onder de indruk ervan. Val krijgt de hartenvrouw als kaart (die de dood betekent). Hij opent het bal met de meest opmerkelijke juffrouw in de herberg. Als Johan hier een opmerking over maakt tegen de professor blijkt dat ze de vrouw anders zien. Johan beschrijft de vrouw van de professor en de professor beschrijft zijn vrouw. De professor stort helemaal in als Val zegt dat hij ook de vrouw van de professor ziet. Opeens klinkt er een bel van een buurttram en Val voelt zich geroepen om mee te gaan. Hij stapt in en Johan blijft bij de professor die totaal van de aardbodem verdwenen lijkt. Als Johan zich omdraait staat de juffrouw die met Val danste pal voor hem en hij vraagt haar wie ze is. Ze is een zuster en ze vertelt hem dat hij slachtoffer is van een treinongeluk maar dat hij niets mankeert. Als hij rondkijkt merkt hij dat de “herberg” een infirmerie in een hotel is, hij ziet professor Hernhutter in shocktoestand zitten en Val is dood.

Titelverklaring:
De trein der traagheid. Het treinongeluk gebeurde om half zeven maar in overeenstemming met de wet der traagheid leven de gedachten van de overlevende slachtoffers nog even voort alsof ze nog steeds in de trein zaten.
De wet der traagheid houdt in dat een beweging nog voortduurt ook al is de motor afgezet.

Thema:
De grens tussen leven en dood. De schrijver laat middels het boek blijken hoe hij over de dood denkt. Hij laat de lezer er ook over nadenken door enkele vragen onbeantwoord te laten, zoals de vraag “waarom gaat Val met de tram mee?”. De schrijver beschrijft hoe drie generaties mannen met de naderende dood omgaan.

Motieven:
- De wet der traagheid:
Een beweging in de hersenen duurt nog voort ook al is de eigenlijke beweging al stil gezet.
De drie mannen leven voort in een soort schemerzone tussen leven en dood. Alles wat ze meemaken gebeurt eigenlijk in het echt. De tocht naar de herberg is eigenlijk de tocht in de ambulance naar ziekenhuis. De andere taal in de herberg laat zien dat het werkelijke verborgen zit achter de gebeurtenissen. De professor zakt in de herberg in en in werkelijkheid is hij in een shock. De tijd staat in de werkelijke wereld niet stil maar in hun wereldje wel. Ook schemert het en normaal is dat niet zo. Alles gebeurt als het ware buiten hun belevingswereld.

- Symbolen:
Het brandende lichtpuntje staat als symbool voor het leven. De professor rookte een sigaar en Johan snakte naar een sigaret. Val kon alleen gestopt worden omdat Johan een brandende sigaret voor zijn voeten gooide. Het is ook een lichtpuntje in het donker.
Van alle slapende passagiers in de trein zijn de sigaretten uit, je zou dus kunnen veronderstellen dat zij dood zijn.
De hartenvrouw is in werkelijkheid de zuster. Ze betekent leven of dood en in het geval van Val was ze de dood.
Het mineraalwater is symbool voor het bloed wat ze toegediend krijgen. Val heeft na het dansen een paar zweetdruppels op zijn bovenlip en in werkelijkheid is dat bloed.
Alle passagiers die in de trein zijn blijven zitten of later nog in de tram gestapt zijn, zijn dood.
Je zou dus kunnen zeggen dat trein en tram ook symbolisch staan voor de reis naar wat er na de dood komt.

-Naamsymbolisme:
Een persoon heeft soms een naam die helemaal bij hem past(qua levensstijl).
Professor Hernhutter: des herens hoede.
Val: toeval, sommige dingen berusten op het toeval, althans ze lijken daarop te berusten. De tijd staat bij alledrie om half zeven stil. In werkelijkheid is dit geen toeval maar het tijdstip waarop ze verongelukten. Val legt zelf uit dat ze hun eigen lot zouden kunnen bepalen als ze de theorie van professor Hernhutter voor waar zouden aannemen. Toch is hij juist degene die overlijdt.
Val: de val van … het einde van iets. De dood.

-Psychisch automatisme:
Dit is een theorie die uitlegt dat een proces al bezig is voordat men het resultaat ziet.
Val is dus eigenlijk aan het sterven voordat hij werkelijk dood is.

-Het lot:
Als ze de theorie van professor Hernhutter voor waar hadden aangenomen hadden ze hun eigen lot kunnen bepalen. Val was dan niet in de tram gestapt en de professor had zich misschien niet zo van zijn stuk laten brengen. TENZIJ alles voorbestemd was. Dat is dan ook hetgeen waar de lezer over na gaat denken.

-Meccano:
Dit staat voor de vraagstukken in het leven. Je kunt proberen om met meccano het leven na te bouwen maar meer dan nabouwen kun je niet. De zin erachter krijg je niet te pakken. De mens heeft ook niet de bouwmiddelen om erachter te komen.

-Bijna dood ervaringen:
Johan en de professor hebben een bijna dood ervaring maar ze weten dit niet totdat ze bijkomen. Pas na de gebeurtenis kan Johan erover nadenken. De professor is in shock.

Personages en hun onderlinge relaties:
(+ rangschikking naar sympathie)

Hoofdpersonen:
- Johan Daisne. Ook al is het verhaal fictief, hij vertelt het vanuit zijn eigen “ik”. Het is dus niet autobiografisch, hij gebruikt gewoon zichzelf als karakter.
Johan is een leraar. Hij is een introvert persoon omdat hij zelf niet veel zegt hij laat het bedenken van theorieën over aan de professor ook al weet hij er net zoveel vanaf. Hij wordt door Val gezien als een grote broer. Johan ziet professor Hernhutter als groot voorbeeld en als vadertje.
Hij behoedzaam en heel zorgzaam, hij wil niet dat Val zijn jas vergeet als hij in de tram stapt.

- professor Hernhutter:
Hij is als een soort vadertje voor de twee. Van de drie generaties lijkt hij ook het wijste. Hij is erg onderzoekend en wil overal een verklaring voor hebben. Omdat die er niet is zakt hij in en raakt in een shock. Hij spreekt zijn gedachten hardop uit maar zijn gevoelens laat hij niet al te duidelijk blijken. Hij is daarom een introvert persoon. Hij is erg sympathiek en let goed op Val. Hij heeft nog steeds veel verdriet over het verliezen van zijn vrouw.

- Val:
Hij is als het jongste broertje. Hij is een jonge student die veel lol wil maken en soms zelfs roekeloos. Hij is een echte levensgenieter en ook behulpzaam, hij helpt professor Hernhutter over de sloot. Hij is een extrovert karakter.

Opmerking: in moeilijke tijden gedragen mensen zich heel anders dan normaal en in dit geval zaten ze alledrie in hetzelfde schuitje en werkten ze goed samen. Verder worden de karakters niet uitgebreid besproken omdat dat van minder belang is als het vertellen van het verhaal. Ze worden precies zo ver uitgediept dat er een beweegreden voor de handelingen van de karakters naar voren komt. Bijvoorbeeld: Val is roekeloos en gaat met de tram mee ook al weet hij niet waarom. De professor wil voor alles een uitleg hebben en als blijkt dat er geen wetenschappelijke verklaring voor alle gebeurtenissen is, zakt hij in.

Bijfiguren:
De juffrouw van de herberg: Zij is in werkelijkheid zuster. En zo is er voor ieder personages een andere, werkelijke identiteit.
De kelner van de herberg: De anesthesist.
De waard: De dokter.
De gasten: De patiënten.

Perspectief:
Het verhaal beleeft de lezer door de ikfiguur. Het is een (fictieve) navertelling van een treinongeluk en zou dus door niemand anders geschreven kunnen zijn omdat alle passagiers in de trein dood zijn (of in shock).
Verder heeft het perspectief nog een kenmerk. Namelijk dat je de verborgen gedachten en emoties van de andere personages niet leert kennen. Waarom zakt professor Hernhutter in? De lezer kan wel raden maar het is niet zeker. Waarom lacht Val geforceerd als hij in de tram stapt? Dit geeft ook een mysterieus en spannend sfeertje aan het boek. De lezer gaat hierna ook nadenken over de dood en wat er met je gebeurt na de dood.

Ruimte:
Eerst in de trein. Hier beleeft de lezer samen met de hoofdpersoon de bedrukte en grimmige sfeer van de situatie. Iedereen zit dicht op elkaar en ze slapen allemaal. Dit is bijna claustrofobisch.
Buiten is het schemerig, dit geeft een mysterieuze sfeer en het geeft ook de donkerte van de naderende dood aan.
Als het ongeluk gebeurd is symboliseert de looptocht naar de herberg de rit in de ambulance en de herberg de infirmerie. De infirmerie is eigenlijk een hotel wat vlug omgebouwd is tot een tijdelijk ziekenhuis. Hierdoor ontstaan niet alleen bij de hoofdpersonen verwarring maar ook bij de lezer, de lezer voelt de verwarring van de personen. De brabbeltaal van de mensen in de herberg is hier een goed voorbeeld van.

Tijdsverloop:
- Het verhaal speelt rond 1950. Dit is echter niet relevant omdat het verhaal zich eigenlijk in alle tijden af zou kunnen spelen.
- Het is helemaal chronologisch naverteld. Johan vertelt (fictief!) over het treinongeluk.
- De tijd in het verhaal zelf staat stil, zolang de personages zich in de schemerzone bevinden. Ze hebben dan absoluut geen besef van tijd. Half zeven blijft dan ook de enige tijdsindicatie. In werkelijkheid is dit het tijdstip waarop de trein botste.
- De werkelijke tijd: de tijd buiten de schemerzone. Dit zullen waarschijnlijk enkele uren geweest zijn. Dit is de tijd die de reddingsinstanties nodig hadden om de lichamen te bevrijden en medisch te behandelen.

Afloop:
De ontknoping is bizar. Alle gebeurtenissen die de personages meemaken blijken vervormd geweest te zijn. Terwijl ze een avontuur beleefden werden ze eigelijk gered uit een verongelukte trein. Als Johan ziet dat Val niet meer leeft en dat de professor in shock is gaat hij als gebroken man weg.

Genre:
“De trein der traagheid” is een magisch-realistische roman. De schemerzone tussen leven en dood is geen alledaags onderwerp. De wet der traagheid wordt hier op een uiterst grimmige en originele manier uitgelegd. Bovendien is het een mysterieus boek omdat je weet dat er iets niet klopt maar je kunt niet meteen zeggen waarom het niet klopt.
Daarnaast is dit wel de meest letterlijke opvatting van magisch realisme: de werkelijkheid boven de echte, eigen werkelijkheid.

Motto:
“Aan Jean van Kalck die “met 13 aan een tafel” uitgaf en ontijdig aan onze vriendschap werd ontrukt. Doch de trein keert altijd terug, traag maar zeker.”.
Met die laatste zin kan hij veel dingen hebben bedoeld. Deze lijkt ons het meest waarschijnlijk: Vroeg of laat, ook voor ons komt de dood. In dit geval is de trein een terugkerend verschijnsel: iedereen die dood gaat, gaat met de trein mee.
Nog iets opvallends is dat in het verhaal de jongste (Val) dood gaat. Dat is dus ook een ontijdige dood.

Samenvatting recensie:
- Bron: De Gelderlander.
- Publicatiedatum: 03-01-1969
- Recensent: P. Ouwendijk.

Samenvatting van de mening van de recensent:
“Un soir, un train” is een goede verfilming van “De trein der traagheid”. Johan Daisnes proza heeft over het algemeen een feministisch ondertoontje maar voor de trein der traagheid maakt de recensent een uitzondering. Stijl en verbeelding bezitten een bewonderenswaardige soberheid. Het is een diepzinnige en mysterieuze novelle. Je treedt in Daisnes novelle gewoon in een andere wereld.
Dit is alles wat in de recensie verteld wordt want het gaat meer over de verfilming van het boek. Toch heb ik er een mening uit kunnen halen dus was de recensie toch bruikbaar.

Mening over de recensie:
Ik weet niet of andere boeken van Johan Daisne een feministische ondertoon hebben maar het lijkt me onlogisch. Ik ben het met de recensent eens dat het een mysterieuze en diepzinnige roman is.
De recensent noemt het een novelle maar op de kaft staat roman. Volgens mij zit het verhaal er tussenin.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen