Boekverslag : Thea Beckman - De Doge Ring Van Venetie
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1908 woorden.

Samenvatting



Het is 1397. Thomas een eenvoudige novice uit een klooster in Kempen, wordt uitgekozen om samen met broeder Matthias, een relikwie te gaan kopen in Venetië. Het klooster heeft een relikwie nodig om pelgrims en reizigers aan te trekken, die reizen het klooster nu meestal voorbij. Als die pelgrims in het klooster zouden overnachten,  kreeg het klooster meer giften.

Om de relikwie te kopen, wordt het tafelzilver van het klooster verpand.



Thomas is in het klooster gegaan omdat zijn ouders waren overleden, de oom waarbij het toen moest wonen kon hem niet onderhouden. Hij twijfelt over alles, en is soms helemaal niet zo vroom als hij hoort te zijn.



Thomas is blij dat Matthias meegaat, hij is groot en sterk en ook nog slim.

Thomas wil voordat hij weggaat eerst kennismaken met broeder Matthias, omdat hij eigenlijk nooit met hem gepraat heeft. Wel heeft Thomas gehoord dat Matthias een duister verleden heeft.  Matthias verteld hem dat hij al 5 jaar in het klooster zit.



Na 2 maanden van voorbereiding , kunnen broeder Matthias en Thomas op weg naar Venetië. Ze rijden op 2 ezels. Thomas op Dalila en Matthias op Samson. Ze hebben wat reisgeld gekregen en hebben veel harde koeken bij zich, die maanden goed blijven. Aan het eind van de eerste dag komen ze bij Maastricht. Daar komen ze een man tegen die Pieter heet. Hij zegt Matthias te kennen, maar Matthias schudt hem af. Thomas wil weten hoe het zit, en Matthias verteld dat het een oude kennis is, maar dat hij niet deugt. Die avond overnachten ze in een Benedictijnenklooster in Maastricht. De volgende dag gaan ze weer op pad. Maar opeens slaat Matthias een zijpaadje in en wijst Thomas een plek, en zegt dat hij daar moet graven. Thomas doet wat Matthias hem opdraagt, en graaft een kistje met goudstukken op. Matthias verteld dat hij dat van een oude man had gekregen die op sterven lag. Maar Thomas wist wel beter, Matthias had ze vroeger gestolen, en Pieter was zijn compagnon. Toen opeens staat Pieter voor hun en eist zijn deel. Matthias gooide een zilverstuk en terwijl Pieter  zoekt gaan ze ervandoor.



Na een paar dagen reizen komen ze bij Keulen, vanaf daar nemen ze een boot naar Koblenz.  6 dagen later zijn ze er. Ze vertrekken uit Koblenz en als de avond valt, willen ze in een klooster overnachten. Ze worden eerst niet binnen gelaten, omdat ze een andere paus aanhangen. Je hebt er een in Avignon en een Rome. Na veel bonzen op de deur mogen ze in de stal slapen. De volgende dag besluit Matthias om terug naar Koblenz te gaan en een schip te zoeken. Een tijd later vinden ze een schip, dat ze mee wil nemen tot Mainz. Na 7 dagen varen  zijn ze er.



Na een aantal dagen, rijden ze door het bos. Opeens staan er vier rovers tegenover hen. Dalila, Thomas ezel, zet het op een lopen. Thomas doet wat hij kan maar kan Dalila niet laten stoppen. 2 minuten later, stopt ze eindelijk. Thomas gaat snel terug om naar broeder Matthias te zoeken. Hij is bang dat er wat met hem is gebeurd. Hij vindt Matthias terug bij een vuur samen met de rovers. Ze krijgen wat te eten en gaan dan weer weg. Matthias verteld dat de rovers wilden biechten, en respect hebben voor geestelijken. Een paar dagen later komen ze in Augsburg aan, waar ze een konvooi vinden waarmee ze samen de Alpen over kunnen trekken. Er reist ook een rijke jongen mee die heilig wil worden. Matthias en Thomas worden in de loop van tijd goede vrienden met de jongen. Op een dag na een zware regenbui, valt een wagen van het konvooi in het ravijn. Ze hebben de ossen op tijd kunnen losmaken van de wagen, maar alle goederen liggen in het ravijn. 5 mannen gaan het ravijn in om de goederen omhoog te brengen, waaronder de rijke jongen. Alle goederen worden zo omhoog gehaald. Als ze de rijke jongen omhoog willen hijsen, scheurt zijn touw en valt hij in het ravijn. Thomas gaat naar beneden om te kijken of de jongen nog leeft. Beneden gekomen ziet Thomas dat de jongen nog leeft, maar er slecht aan toe is. De jongen biecht en Thomas vergeeft hem zijn zonden, wat hij niet mag omdat hij nog maar een novice is. De jongen overlijdt. Voordat Thomas weer naar boven gaat vindt hij nog een duur boek, met edelstenen ingelegd. Als hij bovenkomt geeft hij het boek aan Matthias, maar hij durft niet over zijn zonde te praten.



Een week later komen ze in Bolzano aan, vandaar gaat het regelrecht naar Verona. In Verona nemen ze afscheid van het konvooi. Ze gaan nu naar Padua om daar over te steken naar Venetië. In Padua gekomen nemen ze een boot naar Venetië. In Venetië komen ze een Franciscaner tegen: Broeder Inktvis (hij verzamelt inktvissen) Broeder Inktvis is een kleine monnik en heel aardig, ook al verstaan ze hem niet altijd.  Hij zegt dat ze wel in het Franciscaner klooster kunnen logeren. Om voor hun verblijf te betalen helpen ze bij de bouw aan de  nieuwe abdijkerk. In de volgende dagen, zijn ze steeds op zoek naar relieken. Alleen ze vinden niks. De ene is te duur, bij de andere is de afkomst twijfelachtig. Thomas praat af en toe met een koopmansdochter die naar hem staat te kijken. Ze heet Lucia en Thomas vindt haar het mooiste meisje dat hij ooit heeft gezien, (wat hij helemaal niet mag denken) en praat veel met haar. Thomas helpt vaak in de keuken in het klooster. Op een dag vindt hij in een vissenmaag een ring. Hij laat hem aan Broeder Inktvis zien en die verteld dat het de Doge ring is. De Doge gooit ieder jaar een ring in zee om de relatie tussen Venetië en de zee te bezegelen. Als de ring wordt teruggevonden, zal er iets ergs gebeuren. Ze besluiten het stil te houden, maar de bevolking komt er toch achter.



In de volgende week komen Matthias en Thomas bij een reliekenhandelaar die de schedel van Santa Juliana bezit. Hij wil hem verkopen voor 500 dukaten. Maar ze hebben maar 400 dukaten. Na veel afdingen door Matthias kunnen ze hem toch kopen. Van het geld dat Matthias had begraven kopen ze een reliekkastje. Dat kunnen ze over 1 week ophalen.De volgende week gebeurt er iets ergs. De pest breekt uit, ze vrezen dat Thomas de schuld gaat krijgen, omdat hij de ring gevonden heeft. De monniken houden Thomas verborgen totdat het kastje klaar is. Eindelijk is het kastje klaar. Matthias en Thomas vluchten in de nacht, om niet gezien te worden door de bevolking. Op het vasteland gekomen moeten ze nog 2 dagen wachten op hun ezels. Dan vertrekken ze naar Kempen. In Verona zoeken ze weer een konvooi om over de Alpen te trekken. Na de Alpen van München naar Mainz.  In Mainz bemachtigt Matthias een plaats voor hun op een vrachtschip richting Keulen. Thomas weet niet hoe Matthias daarvoor betaalt heeft. Van Keulen zonder problemen terug naar Kempen. Bij het klooster staan alle broeders op hun te wachten. Binnengekomen laat Matthias de reliek zien. Opeens pakte hij ook een boek met edelstenen erop. Thomas herkent het boek onmiddellijk. Dat had hij uit het ravijn gehaald toen de kar erin was gevallen. Matthias had het gewoon gehouden. De monnik zou hem blijven verrassen.



Eigen mening



Ik vond het een goed boek. Er zat genoeg spanning in, het was ook spannend geschreven in sommige stukken. Over de personen in het boek wordt te weinig verteld. Over de hoofdpersonen wordt nog wel wat verteld, maar over de personen die ze tegenkomen, kom je weinig te weten. Over de plaatsen die ze onderweg bezoeken had ook wel wat meer verteld mogen worden. Soms krijg je alleen een naam. Ik had ook wel wat meer willen weten over Matthias duistere verleden. Hun tijd in Venetië wordt in het boek een beetje te uitgebreid beschreven. Ze hadden wat meer over de reis moet vertellen, wat het spannendste stuk was. Er gebeurt genoeg in het boek om je aandacht erbij te houden, wat bij andere boeken vaak niet zo is. Er zit ook genoeg snelheid in het boek zodat het niet saai wordt.



Informatie over de schrijfster



Thea Beckman werd in 1923 in Rotterdam geboren. Over haar jeugd zegt ze zelf: 'Ik was een meisje, bovendien enig kind. Het was vanzelfsprekend dat ik thuis zou meehelpen in de huishouding. Studeren was er in die tijd voor een meisje niet bij. Als kind wilde ik nochtans van alles. Het liefst schrijfster worden of ontdekkingsreizigster.' Thea Beckman trouwde in 1945, en heeft drie (volwassen) kinderen. Sinds 1956 woont zij in Bunnik bij Utrecht. Toen haar kinderen groot waren, besloot Thea Beckman een oude droom in vervulling te laten gaan: ze ging psychologie studeren. In 1981 studeerde zij af in de sociale psychologie. Maar ook geschiedenis boeit haar bijzonder, vooral de Middeleeuwen, waarover volgens haar nogal wat misverstanden bestaan. Zij wordt niet zozeer gefascineerd door krijgsverrichtingen van ridders en koningen, als wel door het leven van het gewone volk, dat in die tijd weliswaar niet meetelde, maar er zeer nadrukkelijk wàs. Daarnaast heeft Thea Beckman nog een aantal hobby's: veel reizen, veel lezen, piano spelen en katten vertroetelen. Zelf heeft ze vier poezen en één kater. Ze begon al met schrijven in 1947, met verhalen in jeugdtijdschriften en journalistieke stukjes in kranten, maar pas in de jaren zeventig, toen de kinderen haar zorg niet meer nodig hadden, begon ze met het schrijven van boeken. En nu volgen de boeken elkaar snel op: elk werk weer totaal verschillend van het vorige. Veel van haar boeken zijn bekroond met Griffels of door de Nederlandse Kinderjury. Thea Beckman schrijft voor kinderen van alle leeftijden. Zo is De verloren schat een heel spannend verhaal voor de jonge lezers vanaf 6 jaar, terwijl De stomme van Kampen, voor de oudere jeugd is geschreven, maar ook veel volwassenen zeker zal aanspreken. Niet alleen de geschiedenis boeit Thea Beckman, maar ook de toekomst. Heel wat ideeën over politieke, sociale en economische problemen vind je terug in haar Thule-trilogie die zich in de toekomst afspeelt op het door vrouwen bestuurde eiland Thule. 'Ik ben erg op mijn onafhankelijkheid gesteld, ook in financieel opzicht. Daarom ben ik blij met dit beroep, het stelt me in staat mijn eigen brood te verdienen, in volle vrijheid, en zonder dat anderen mij vertellen wat ik doen moet. In feite is er niets interessants aan mijn beroep: je zit de hele dag moederziel alleen achter de schrijfmachine en dat is alles. En als je niet werkt, dan kijk je, je luistert, bestudeert, neemt op, pluist uit, je bent in alle stilte bezig met je verhaal, een boek. Ook tijdens het boodschappen doen of onder het stofzuigen!' In 1984 werd zij bekroond door de Vereniging van docenten geschiedenis en staatsinrichting in Nederland (VGN): zij kreeg de Huib de Ruyterprijs voor haar historische boeken, omdat zij daarmee een nieuwe impuls aan het geschiedenisonderwijs heeft gegeven.

De boeken van Thea Beckman zijn in vele talen vertaald, waaronder Engels, Spaans (Castiliaans, Catalaans, en Baskisch), Duits, Hongaars, Deens, IJslands, Fries, Japans, Fins en Russisch.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen