Boekverslag : J.k. Rowling - Harry Potter And The Prisoner Of Azkaban / Harry Potter En De Gevangene Van Azkaban
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 7086 woorden.

Inhoudsopgave

Bladzijde 1: inhoudsopgave

Bladzijde 2: inleiding

Bladzijde 3 t/m 9: de samenvatting

Bladzijde 10 en 11: hoofdpersonen en bijfiguren

Bladzijde 12 t/m 14: over J.K. Rowling

Bladzijde 15: mijn mening

Bladzijde 16: begrippenlijst

Bladzijde 17: het Bronnenblad





Inleiding



Over het boek:

Harry Potter & de gevangene van Azkaban is uitgegeven door Uitgeverij De Harmonie te Amsterdam. Het boek heeft 326 bladzijdes in 22 hoofdstukken zonder enige illustraties.



Waarom ik het boek heb gekozen:

Ik heb het boek gekozen, omdat ik heel veel had gehoord over Harry Potter boeken van anderen, maar ik had er nog nooit een gelezen. Ik ben toen naar de bieb gegaan, maar ze hadden alleen deel drie dus nam ik deze.

Nu ik deze heb gelezen wil ik ook de andere boeken lezen, dus kunt u meer Harry Potter verslagen van mij verwachten.





De samenvatting:



Harry Potter is een tovenaar van 13 jaar oud die op Zweinstein (de Hoge School voor Hekserij en Hocus Pocus) aan zijn derde jaar gaat beginnen.



Het is nu zomervakantie en Harry heeft daar een hele erge hekel aan, want dan gaat hij naar huis, weg van Zweinstein. Hij woont dan bij zijn Oom Herman en Tante Petunia Duffeling, zij zijn Dreuzels (mensen zonder toverkunst). Het enige dat ze weten is dat Harry op een Zweinstein zit. Zij hebben een hekel aan Harry en hebben alleen aandacht voor hun dikke zoontje Dirk.



Op 31 Juli is Harry jarig en midden in de nacht is hij aan het werk voor school en merkt hij dat hij al een uur dertien jaar oud is. Voor de eerste keer in zijn leven is hij daar blij mee, want normaal krijgt hij geen brieven maar nu heeft hij 4 brieven per uil binnen gekregen. Een van die brieven is van zijn beste vriend Ron Wemel die hem feliciteert en meteen schrijft dat hij en zijn familie op vakantie zijn geweest en zijn oudste broer Percy tot Hoofdmonitor (leider van de klassenoudsten, herkenbaar aan zijn zilveren badge) is benoemd op Zweinstein. De tweede brief is van Hermelien Griffel, de beste vriendin van Harry. Zij feliciteert hem in die brief en vraagt of hij iets eerder naar De Lekke Ketel (een hotel in de Dreuzelwereld die alleen de tovenaars en heksen kunnen zien en ook de weg is naar de Wegisweg) wil komen om aan de Wegisweg (dit is de winkelstraat voor tovenaars in Londen)samen hun boeken te kopen. De derde brief is van Hagrid (hun leraar “Verzorging van Fabeldieren” op Zweinstein). Daar zit ook een groot pak bij en op het kaartje staat: gefeliciteerd Harry, wat in het pakje zit zal het volgende jaar goed van pas komen. Hij opent het pakje en er zit een dik boek in, “Het Verschrikkelijke Monsterboek” (dit boek is verplicht in het derde jaar voor Verzorging Voor Fabeldieren, dit boek moet vastgebonden worden of het verscheurt zichzelf of anderen) maar als hij het open wil maken wordt het boek wild en begint te bijten dus Harry bind het boek stevig vast en stopt het veilig weg. De laatste brief is van Zweinstein met een brief waarin staat dat de derde klassen dit jaar naar Zweinsveld (dit dorpje ligt vlakbij Zweinstein en wordt bewoond door Heksen en Tovenaars, het is de enige Dreuzelvrije plaats in heel Engeland) mogen, maar er zit ook een strookje in waarop ouders/verzorgers toestemming moeten geven.



De volgende ochtend komt Harry aan tafel om te ontbijten en de Duffelingen lijken Harry zijn verjaardag helemaal vergeten te zijn en doen alsof er niks aan de hand is. Dan komt Oom Herman ineens met de melding dat Tante Margot komt logeren en hij haar die ochtend nog gaat ophalen. Harry heeft een hekel aan Margot, want zij is helemaal verzot op Dirk maar heeft een hekel aan Harry. Als Oom Herman weggaat vraagt hij nog aan Harry of hij zich wel netjes wil gedragen, omdat hij in brieven heeft gezegd dat Harry op een school zit voor moeilijk handelbare kinderen. Harry zegt dan heel slim dat hij dat alleen doet als Oom Herman het strookje invult om naar Zweinsveld te mogen en dat belooft hij dan. Harry rent dan naar zijn kamer en verbergt al zijn toverspullen en kaarten zodat Tante Margot er niet achter kan komen dat hij een tovenaar is.



Als Tante Margot er is doet hij zijn uiterste best, zelfs wanneer Dirk een cadeautje krijgt en hij helemaal niets. Aan tafel begint Tante Margot op een gegeven moment dan over de ouders van Harry die inmiddels overleden zijn en vertelt van alles wat ze niet aardig vond aan Harry zijn ouders. Toen werd Harry het zat en roept de zwelbezwering (spreuk die er voor zorgt dat verschillende lichaamsdelen zich gaan opzwellen) op zodat Tante Margot als een ballon tegen het dak aan vliegt en bijna ontploft. Dan rent Harry weg en vertrekt door de Collectebus (noodvervoer voor gestrande heksen of tovenaars) te roepen. Harry weet niet dat de Collectebus bestaat, maar roept hem per ongeluk op door zijn toverhand uit te steken. Hij koopt een rit naar de Wegisweg en als hij daar aankomt, komt hij Cornelius Droebel (de minister van toverkunst) tegen, die blijkt niet boos te zijn over het incident met Tante Margot en zegt dat ze onmiddellijk geholpen is en dat ze haar alles door toverkunst hebben laten vergeten. Hij brengt Harry dan meteen naar de Lekke Ketel waar hij op kosten van het Ministerie van Toverkunst mag overnachten.



De volgende dag gaat Harry een kijkje nemen op de Wegisweg en ziet dan een prachtige nieuwe bezem “de Vuurflits” (een adembenemende bezem die in 10 seconden van stilstand naar 250 km/per uur kan komen). Elke dag komt Harry daar terug om de Vuurflits te bewonderen tot de dag dat Ron en Hermelien er zijn en ze hun boeken gaan kopen. Dan merkt Harry dat Ron en Hermelien ook het Monsterboek nodig hebben. Ze gaan wat drinken en dan terug naar De Lekke Ketel voor het eten. Die avond wordt Harry wakker en loopt naar beneden waar hij meneer en mevrouw Wemel hoort praten en Harry probeert mee te luisteren. Hij hoort dan dat Sirius Zwarts (de moordenaar van Harry zijn ouders) hem zoekt om hem te vermoorden. Harry is echter niet bang en luistert of ze nog iets zeggen, maar ze gaan naar bed en Harry vertrekt snel naar zijn kamer.



De volgende ochtend als ze gaan ontbijten moeten Harry, Hermelien en Ron zijn familie zich haasten, want ze gaan weer naar Zweinstein en ze zijn allemaal dol enthousiast. Als Percy zijn laatste spullen pakt schreeuwt hij het uit dat zijn zilveren penning (het bewijs dat hij Hoofdmonitor is) weg is van zijn nachtkastje. Hij beschuldigd Ron en later blijkt dat hij het ook gedaan heeft omdat Percy heel erg irritant tegen hem deed. Een uurtje later gaan ze met zijn allen naar perron 9 3/4 naar de Zweinstein Express (dit is de trein die de leerlingen naar Zweinstein brengt). In de trein gaan ze in een hokje achterin zitten waar alleen een man ligt te slapen. Als ze al een tijdje onderweg zijn komt er ineens een Dementor (bewaker van de gevangenis van Azkaban, de zwaarst bewaakte gevangenis voor tovenaars en heksen, de dementor draagt altijd een lange zwarte mantel met capuchon) binnen en Harry krijgt allemaal koude rillingen in zijn lijf en valt dan flauw. Als Harry bij komt is de man wakker geworden en heeft de Dementor weggejaagd en helpt Harry weer op krachten te komen door hem een stuk chocolade te geven. Hij blijkt hun nieuwe leraar “Verweer tegen de Zwarte Kunsten”, Professor Lupos. Als ze zijn aangekomen op Zweinstein komt Malfidius (medeleerling en aartsvijand van Harry) binnen met Korzel en Kwast (zijn bodyguards) en lacht hem uit omdat hij was flauw gevallen en snel wist de hele school het.



Als ze op Zweinstein zijn hebben ze een heerlijk diner en daarna worden ze naar hun kamers verwezen. Om op de kamer te komen moeten ze het wachtwoord zeggen en dan door een portretgat klimmen. Het nieuwe wachtwoord is Fortuna Major. Marcel Lubbermans uit Harry zijn klas vond het vreselijk om dat te horen want hij heeft het altijd moeilijk gehad met het herinneren van wachtwoorden. Die avond krijgen ze ook hun nieuwe rooster en het blijkt dat Hermelien elk uur 2 of meer vakken heeft en dat ze dat dus nooit zou kunnen, maar Hermelien blijft volhouden dat ze het best aan kan al heeft ze nog een paar extra vakken erbij genomen. Die avond moeten alle leerlingen vroeg naar bed, omdat school de volgende ochtend al weer begint.



Als Ron, Hermelien en Harry hebben ontbeten gaan ze naar hun eerste les van het jaar: Waarzeggerij. Ze moet daarvoor helemaal naar de top op de zevende verdieping. Als ze er aankomen zien ze al hun klasgenoten kijken waar ze heen moeten en dan valt er ineens een trap uit het dak en klimmen de leerlingen 1 voor 1 naar boven. Daar aangekomen zien ze Professor Zwamdricht bij de openhaard zitten en moeten ze bij ronde tafels gaan zitten. Harry, Ron en Hermelien gaan aan een tafel zitten en wachten af wat er die les gaat gebeuren. Dan legt professor Zwamdricht uit wat er dat jaar gaat gebeuren en ze maakt een eerste voorspelling dat er dit jaar 1 iemand zal afvallen. Ze beginnen die les dan met waarzeggen door middel van de overgebleven drab van theebladeren. Als Ron en Harry elkaars kopje lezen ziet Ron bij Harry een vaag beest en professor Zwamdricht loopt er naartoe. Zij schrikt zich dan wild en zegt dat het een Grim(een dier dat aangeeft dat je dood zal gaan) is. De hele klas schrikt dan en zijn blij als de les over is. De volgende les is Gedaanteverwisseling van professor Anderling en als die hoort wat er is gebeurd bij Waarzeggerij begint hij te lachen en zegt dat Sybilla Zwamdricht elk jaar voorspelt dat er iemand dood gaat en dat het nooit is uitgekomen. Nadat Harry dat weet is hij een heel stuk opgeluchter.



Na de lunch moeten ze naar Verzorging van Fabeldieren van Hagrid. Als ze daar zijn heeft Hagrid een hele speciale les voorbereid, want ze gaan leren op een Hiepogrief (een dier met lichaam, staart en achterpoten van een paard, maar voorpoten, vleugels en kop van een reuzen adelaar) moeten vliegen. Harry gaat dan eerst en vliegt door de lucht op de rug van de Hipogrief. Als Harry is geweest willen ook de andere kinderen het proberen, maar als Malfidius gaat scheldt hij de Hipogrief uit en het beest valt Malfidius aan. Malfidius overleeft het, maar is wel gewond aan zijn arm.



De volgende ochtend komt Malfidius pas weer terug de les in en dan gaan ze door naar Verweer tegen de Zwarte Kunsten van professor Lupos. Voor hun eerste les Verweer tegen de Zwarte Kunst gaan ze iets leuks doen en moeten ze naar de lerarenkamer. Daar staat een oude kast en professor Lupos zegt dan dat in die kast een Boeman(plaaggeest, te vinden in kleine donkere ruimtes. Als je er een vindt neemt hij de gedaante aan van je grootste angst. Hij is te bestrijden met humor)zit. Professor Lupos legt uit hoe ze een Boeman kunnen verslaan en ze gaan om de beurt de Boeman te lijf door Ridiculus te roepen. Als hun angst ze te veel wordt moeten ze aan iets leuks denken wat heel erg gênant is voor de Boeman zodat hij weer terug gaat in de kast. Bijna meteen was Verweer tegen de Zwarte Kunsten iedereen zijn lievelingsvak.



De volgende ochtend is de portretwachter van Harry en Ron uit hun slaapkamer verdwenen en ze horen bij het ontbijt dat ze die nacht is aangevallen door Sirius Zwarts. Iedereen is heel erg bang en de hele school wordt doorzocht door de leraren, maar na afloop is Sirius Zwarts verdwenen. Die dag (op Halloween) gaan de leerlingen voor het eerst naar Zweinsveld, maar Harry mag niet mee, omdat zijn toelatingformulier niet is ingevuld door zijn oom. Als iedereen weg is dwaalt Harry door de gangen van Zweinstein en komt hij professor Lupos tegen die vraagt of hij bij hem wil komen zitten voor een kopje thee. Harry gaat zitten en vraagt waarom hij niet de Boeman mocht uitdagen bij hun eerste les. Daarop antwoordt professor Lupos dat hij dat eigenlijk heel logisch vond, omdat hij denkt dat Sirius Zwarts dan ineens in de klas zou staan. Maar Harry zegt dat er dan een dementor te voorschijn zou komen en professor Lupos vindt dat heel erg merkwaardig. Dan komt professor Anderling binnen met een drankje voor professor Lupos en loopt weer weg. Als Harry weggaat gaat hij naar de leerlingenkamer om zijn huiswerk te maken. Die avond komen Ron en Hermelien terug van Zweinsveld en hebben van alles voor Harry meegenomen. Het meeste komt uit Zacherinis Snoepwarenhuis waar iedereen zo veel over had gezegd. En dan hoort Harry dat ze morgen niet tegen Zwadderich, maar tegen Huffelpuf Zwerkbal (een spel dat gespeeld wordt door 3 jagers, 2 drijvers, 1 wachter en een Zoeker) moeten spelen. Ze hadden dagen lang keihard getraind op de tactieken en strategie van Zwadderich en nu moeten ze ineens tegen Huffelpuf die een hele andere strategie heeft.



Harry kan maar niet slapen en denkt steeds maar aan de wedstrijd van die middag. Als het eindelijk ochtend is gaat hij ontbijten en hij moet die middag naar de wedstrijd. Het is een hele spannende wedstrijd en Harry ziet ineens de Gouden Snaai (een klein vliegend dingetje, als je dit te pakken krijgt is de wedstrijd pas afgelopen), Harry schiet eropaf, maar er komen ineens dementors binnen en Harry valt flauw en valt van zijn bezem. Van 15 meter hoogte valt hij naar beneden, maar professor Perkamentus kan zijn landing verzachten door hem af te remmen. Harry zijn bezem vliegt door en komt tegen de Beukwilg(een grote levende boom die alles verscheurt wat tegen hem aan komt) aan en wordt versnipperd.



Dagen gaan voorbij en de volgende wedstrijd is tegen Ravenklauw, maar Harry moet op een oud wrak vliegen dat hij van Zweinstein leent. Het is Februari en de leerlingen mogen een tweede bezoek aan Zweinsveld doen en alweer moet Harry op Zweinstein blijven. Als hij naar de leerlingen kamer wil gaan komt hij Fred en George Wemel (de oudere broers van Ron) tegen en die roepen dat hij moet komen. Harry vraagt waarom zij niet mee zijn gegaan naar Zweinsveld, maar George en Fred kennen het als hun broekzak en hoeven er niet zo nodig meer naar toe. Ze geven Harry een leeg stuk perkament en zeggen dat dit geen gewoon perkament, maar een betoverd perkament is. Het is de Sluipwegwijzer, een stuk perkament die 7 geheime gangen naar Zweinsveld laat zien. Ze geven hem aan Harry en zeggen dat zij de gangen al zo vaak gebruikt hebben dat ze hem niet meer nodig hebben. Harry vindt het heel erg aardig en gaat het proberen. Om de kaart te laten zien moet hij op de Sluipwegwijzer tikken en zeggen: “Snode plannen in de maak” en als de inkt weer moet verdwijnen moet hij zeggen: “Snode plannen uitgevoerd”. Harry loopt naar een beeld in de gang en kijkt op de Sluipwegwijzer of er iemand aankomt, maar de kust is veilig en hij roept “Dessendium”, waardoor de rug open gaat en er een tunnel te zien is. Harry volgt het pad en komt uit in de kelder van Zacherinus Snoepwarenhuis. Als hij naar boven gaat mengt hij zich in de menigte en ziet Ron en Hermelien ruziën wat Harry wel of niet lekker zou vinden. Harry komt ertussen en ze schrikken zich rot dat hij er ook is en vragen hoe hij daar is gekomen. Harry legt alles uit en ze lopen door naar een café om Boterbier te drinken. Dan horen ze de stemmen van Professor Perkamentus, Cornelius Droebel en Hagrid. Harry duikt snel onder de tafel en hoort ze praten over Harry. Ze hebben het er over hoe veel geluk hij had dat hij nog leefde en wat er was gebeurd met zijn ouders. Na afloop gaat hij weer terug alsof er niks is gebeurd en wacht tot alle andere kinderen ook terug komen.



De wedstrijd tegen Huffelpuf zet het Harry aan het denken of hij er iets tegen kan doen dat hij flauw valt als er een dementor in de buurt komt. Hij denkt aan professor Lupos die Verweer tegen de Zwarte Kunsten geeft, want die moet het wel weten. Harry vraagt of hij het hem kan leren en Harry moet ‘s avonds langs komen voor een les. Die avond gaat Harry naar het lokaal van professor Lupos en ziet een kist staan naast de professor. Er zit een Boeman in waarop Harry kan oefenen. Het is alleen een heel erg moeilijke spreuk die veel tovenaars niet eens kunnen. Als Harry hem ziet moet hij zich focussen op de meest gelukkige herinnering in zijn leven en Expectro Patronus roepen. De eerste 2 keer mislukt het en Harry valt flauw, maar de derde keer komt er een zilver sliertje uit de toverstaf van Harry die de dementor (de veranderde Boeman) wegjaagt. De les is over en professor Lupos is verbaasd dat hij zo ver is gekomen, maar het is nog geen echte Patronus.



De dag van de wedstrijd komt steeds dichterbij en de aanvoerder van het team van Harry (Plank, een jongen uit de zesde klas) vraagt of hij niet een andere bezem moet kopen in plaats van dat oude ding dat hij leent. Harry zegt dat hij dat nog wel gaat doen, maar doet nog niks. Die middag wordt er een pakje bezorgd voor Harry. Als hij hem open maakt ziet hij tot zijn grote verbazing dat hij een Vuurflits heeft gekregen, alleen zit er geen kaartje bij wie hem heeft gestuurd. Hermelien wordt achterdochtig zegt dat hij misschien behekst is of zoiets. Ze wil dat Harry hem eerst laat onderzoeken, maar Ron vindt het onzin en vraagt of hij er ook een keer op mag. Al snel gaat het gerucht door de hele school en vragen bijna alle kinderen of zij ook een ritje mogen maken op Harry zijn Vuurflits. Hermelien gaat naar professor Anderling en vertelt haar over de Vuurflits en ze is het helemaal met haar eens dat ze hem eerst moeten onderzoeken. Ze neemt de Vuurflits in beslag en zegt hem zo snel mogelijk terug te geven aan Harry.



Elke keer als ze Gedaanteverwisseling van professor Anderling hebben vraagt Harry wanneer hij de Vuurflits terug krijgt en steeds is er hetzelfde antwoord: ”als we klaar zijn met het onderzoek”, maar dat duurt nu al 2 weken en de wedstrijd tegen Ravenklauw komt dichterbij. Plank zegt dat hij het eens zou proberen, maar professor Anderling wordt alleen maar kwaad dat hij zich ermee bemoeide. De week voor de wedstrijd, na een hele maand onderzoek krijgt Harry de Vuurflits terug en er wordt bevestigd dat hij in orde is. In de wedstrijd gaat het heel erg goed en Harry schiet door de lucht. Al na 5 minuten ziet Harry de Gouden Snaai, maar dan komen er dementors op het veld en zonder er bij na te denken roept Harry dezelfde Patronus op die genoeg is om ze weg te jagen. Harry gaat snel door achter de Snaai aan en pakt hem waardoor ze de wedstrijd winnen. Het blijkt dat Malfidius, Korzel en Kwast verkleed waren om Harry te stoppen de Snaai te pakken.



Die avond gilt Ron het uit dat Sirius Zwarts aan zijn bed stond en die vlucht. De portret wachter bevestigt dat er iemand nar binnen was gekomen door het wachtwoord te zeggen en iedereen schrikt zich een ongeluk. Niemand kan die avond slapen en wacht tot de inspectie door de school is afgelopen en alweer is hij ontsnapt. Het blijkt dat Marcel Lubbermans het wachtwoord van deze week op een papiertje had geschreven en die weg was. Marcel kreeg straf en mocht dan ook niet mee naar het volgende bezoek aan Zweinsveld. Het derde bezoek aan Zweinsveld kwam dichterbij en Ron vroeg aan Harry of hij ook komt. Harry zegt dat er nu heel erg veel bewaking is op Zweinsveld en dat dat niet kan. Ron herinnert Harry eraan dat Harry een onzichtbaarheidmantel heeft geërfd van zijn vader en Harry gaat dan alsnog naar Zweinsveld. Als hij daar is doet hij van alles en koopt hij van alles. Als Ron en Harry wat rond lopen komen Malfidius, Korzel en Kwast aan en Harry gaat ze voor gek zetten en gooit modderballen in het gezicht van Malfidius, maar die ziet hem niet vanwege de mantel. Plotseling valt de capuchon van het hoofd van Harry en Malfidius ziet hem. Harry rent terug naar school in de hoop eerder te zijn dan Malfidius die hem wil verraden. Hij laat de mantel achter in grot voor het geval dat en als hij eruit is geklommen komt Sneep hem zoeken. Na een lang verhaal komt Harry er vanaf zonder problemen.



Intussen is in de afgelopen maanden een aanklacht ingediend tegen de Hiepogrief van Hagrid. Ze hebben verloren en de Hiepogrief wordt over 3 weken gedood door een beul. Harry, Ron en Hermelien hebben geprobeerd het tegen te gaan, maar het was niet genoeg. Ook komt de finale van het zwerkbal toernooi er binnen 2 weken en de ploeg is opnieuw heel erg hard aan het trainen voor de wedstrijd tegen Zwadderich. Ze moeten met 260 punten verschil winnen en dus moet Harry wachten met het grijpen van de snaai als ze 60 punten voor staan, want de snaai is 200 punten waard.



De dag van de wedstrijd is aangebroken en Harry is er helemaal klaar voor. Het is een hele spannende wedstrijd en als de ploeg van Harry 60 punten voorstaat ziet Harry de Snaai en gaat eropaf. Hij is te laat en hij moet weer verder zoeken. Een half uur later ziet hij Malfidius op de Snaai af schieten Harry gaat er zo snel mogelijk op af. Harry is net op tijd om de Snaai te pakken voor Malfidius. Griffoendor is kampioen en een voor groot deel is dat te danken aan Harry en zijn Vuurflits.



De voorspelling die profesoor Zwamdricht begin van dat jaar heeft gedaan komt uit, want Hermelien loopt de les uit en komt niet meer naar Waarzeggerij. Die avond gaan Harry, Ron en Hermelien naar Hagrid, want Hagrid zijn Hiepogrief wordt die avond onthoofd. Ze mogen daar eigenlijk niet komen, maar ze gaan toch, verstopt onder de mantel van Harry. Ze kloppen aan en gaan snel naar binnen. Ron, Harry en Hermelien krijgen een kop thee en moeten dan weg, want de beul, professor Perkamentus en Cornelius Droebel komen eraan. Ze gaan snel via de achterdeur weg en rennen terug nar Zweinstein. De rat van Ron is heel erg wild en Ron probeert in alle macht hem in zijn zak te houden. De mantel valt van hem af en Schurfie de rat ontsnapt. Ineens komt er een gigantische hond op Ron af en neemt hem mee naar de Beukwilg die ineens niets meer doet. Hij duikt een gang achter de beukwilg in en verdwijnt. Harry en Hermelien gaan er achteraan om hem te bevrijden en komen aan het eind van de gang in een huis terecht. Het is een oud huis op Zweinsveld waar niemand op durft te komen. Daar ligt Ron op een bed met een gebroken been. In de hoek zit Sirius Zwarts die een faunaat (een tovenaar die kan veranderen in een dier) blijkt te zijn. Knikkebeen is ook in de kamer en beschermt Sirius Zwarts als Harry hem wil vermoorden. Dan komt professor Lupos binnen en zegt dat voordat Harry dat doet, hij het hele verhaal moet weten. Hermelien zegt dat hij Lupos niet moest vertrouwen omdat hij een weerwolf is. Lupos bevestigt dat hij een weerwolf is en vraagt hoe Hermelien dat wist. Hermelien legt uit hoe ze dat wist, Lupos is onder de indruk van Hermelien en legt uit hoe hij de gang weet te vinden naar dit huis. Hij zag op de Sluipwegwijzer dat ze in de gang klommen en hij ging ze achterna. Lupos vertelde dat Sirius niet alleen Ron maar ook Pippeling, de oude vriend van Lupos en Sirius had mee getrokken. De rat van Ron was de gedaante van Pippeling als hij veranderde, want hij was ook een faunaat. Lupos dwingt Pippeling terug te veranderen en dan vertelt Sirius Zwarts het verhaal hoe Harry zijn ouders vermoord waren door Voldemort (de meest gevreesde tovenaar van alle tovenaren) en wie de schuilplaats had verteld aan Voldemort. Het bleek Pippeling te zijn en Zwarts was de peetvader van Harry. Even later kwam Sneep binnen en viel iedereen aan. Hij bond ze vast, maar Harry stond nog en pakte zijn toverstaf af. Toen iedereen weer vrij was, hadden ze Sneep buiten bewust zijn gebracht en voor Ron een brancard tevoorschijn getoverd. Ze gaan allemaal terug naar Zweinstein en gingen Pippeling aanklagen zodat Sirius Zwarts vrij was om te gaan en staan waar hij wil. Daar vraagt Zwarts aan Harry of hij bij hem wil komen wonen. Harry wil dat dolgraag en is heel erg blij dat hij niet meer bij de Duffelingen hoeft te wonnen. Boven worden ze aangevallen door dementors en Harry probeert Sirius en hemzelf te verdedigen. Het mislukt en hij heeft geen kracht meer over en valt flauw. Als hij wakker wordt ligt hij in de ziekenzaal en zijn ze gered door een mysterieuze man die een perfecte patronus opriep. Cornelius Droebel komt naar ze toe en vraagt of iedereen even weg wil gaan, omdat hij Harry en Hermelien wil spreken. Hij zegt dat ze Sirius kunnen redden van de kus van de dementor en zo doende iemand anders. Hij zegt tegen Hermelien: “3 keer moet genoeg zijn”. Hermelien legt uit aan Harry dat ze in de tijd kan reizen met een hangertje dat ze heeft. Zo kan ze ook alle lessen volgen. Ze gaan terug in de tijd en bevrijden de Hiepogrief van Hagrid voordat hij onthoofd wordt en wachten dan geduldig totdat ze uit de boom komen om Pippeling aan te geven. De dementors vallen aan en Harry wil zien wie die patronus opriep en beseft dat hij dat deed. Hij riep hem weer op en zag dat Sneep met de eer streek door te doen of hij alles gedaan had. Harry en Hermelien gingen op de rug van de Hiepogrief zitten en vlogen naar het raam van de cel van Sirius Zwarts. Ze bevrijdde hem en ze gingen snel terug naar hun bedden in de ziekzaal.



Een paar dagen later zijn de uitslagen van de examens en iedereen heeft goed gepresteerd. Als ze terug gaan naar perron 9 ¾ komt er uilenpost binnen voor Harry en er zit een brief aan de poot van de uil. Hij is geschreven door Sirius Zwarts die schrijft dat hij is gaan onderduiken, maar de plek niet zegt, want hij vertrouwt deze uil niet. Onderaan staat dat hij de Vuurflits aan Harry had gestuurd, dus Hermelien had voor een deel wel gelijk. Onderaan zit een losse strook waarop staat: “Ik Sirius Zwarts, Harry Potters voogd, geef hem hierbij toestemming om Zweinsveld te bezoeken”. Als ze aankomen ziet Harry Oom Herman staan, maar hij vindt het minder erg als normaal. Als ze vertrekken zegt Ron tegen Harry dat zijn vader misschien kaartjes kan krijgen voor het WK Zwerkbal dat die zomer gehouden wordt en Harry is nu heel erg blij.





Hoofdpersonen en bijfiguren



Hoofdpersonen:

Harry Potter is de enige hoofdpersoon waarvan je de gevoelens en gedachte mee kunt lezen.

Harry Potter is een jongen van 13 jaar die in de leer is een groot tovenaar te worden op Zweinstein, De Hoge School voor Hekserij en Hocus Pocus, maar hij woont in een Dreuzel familie en mag thuis niet oefenen op nieuwe toverspeuken of aan huiswerk werken. Harry heeft een bril, lang zwart haar en een litteken op zijn voorhoofd. Harry is eigenlijk altijd heel erg vriendelijk, maar aan het einde van het verhaal lichtelijk moordzuchtig, omdat hij Sirius Zwarts wou vermoorden omdat hij zijn ouders heeft verraden aan Voldemort.



Bijfiguren:

Er zijn heel erg veel bijfiguren, omdat ook de leraren rollen spelen.



Ron Wemel is de beste vriend van Ron en medeleerling, Ron helpt Harry met al zijn problemen. Hij woont bij een echte tovenaars familie.

Hermelien Griffel is de beste vriendin van Harry en is medeleerling, ze is heel erg slim. Ze heeft een hanger om meerdere vakken tegelijk te kunnen doen en is alleen maar bezig met haar huiswerk.

Sirius Zwarts is de man die ervan verdacht werd de ouders van Harry te hebben verraden waarna ze vermoord werden door Voldemort. Sirius Zwarts zat jarenlang vast in Azkaban, maar is ontsnapt en blijkt de peetvader van Harry te zijn.

Malfidius is medeleerling en aartsvijand van Harry, een echte klier.

Korzel en Kwast zijn de hele grote en gespierde bodyguards van Malfidius.

Marcel Lubbermans is een medeleerling van Harry en is heel erg slecht in het onthouden van wachtwoorden.

Voldemort is een gemene tovenaar en is meester van de zwarte magie. Hij heeft het gemunt op Harry en wordt door gewone tovenaars niet bij naam genoemd, hij wordt meestal Jeweetwel genoemd.

Cornelius Droebel is de Minister van het Ministerie van Toverkunst.

Peter Pippeling is een oude vriend van James Potter, Sirius Zwarts en Professor Lupos, maar hij verraadde James en Lilly Potter aan Voldemort.

Herman Duffeling is de oom van Harry die niets wil weten van tovenarij. Hij is directeur van een boormachinefabriek, Drillings.

Petunia Duffeling is de tante van Harry. De zus van Harry zijn moeder. Een echte kletskous.

Dirk Duffeling is het dikke neefje van Harry, zit alleen maar in zijn luie stoel voor de TV, als hij eruit komt is het om te eten.

Margot Duffeling is de dikke zus van Herman Duffeling, zij heeft een hekel aan de familie van Harry, behalve Petunia.

Percy Wemel is een oudere broer van Ron en is benoemd tot Hoofdmonitor op Zweinstein.

Fred en George Wemel zijn de iets oudere tweelingbroers van Ron, ze halen altijd kattenkwaad uit en hebben de Sluipwegwijzer aan Harry gegeven.

Molly Wemel is de moeder van Ron, Percy, Fred en George. Ze is altijd vriendelijk tegen iedereen en ziet Harry ook bijna als haar zoon.

Arthur Wemel is de vader van Ron, Percy, Fred en George. Hij werkt bij het Ministerie van Toverkunst.

James en Lilly Potter zijn de ouders van Harry die verraden waren en vermoord door Voldemort.

Remus J. Lupos is de leraar Verweer tegen Zwarte Kunsten van Harry. Hij draagt altijd een lelijke, slordige cape om. Vroeger was Lupos bevriend met James Potter, Sirius Zwarts en Peter Pippeling. Hij is een weerwolf en kon geen werk vinden totdat Albus Perkamentus hem werk aanbood.

Albus Perkamentus is het schoolhoofd van Zweinstein. Ze zeggen dat hij het beste schoolhoofd is die er ooit is geweest.

Severus Sneep is leraar Toverdranken op Zweinstein. Hij heeft een vreselijke hekel aan Harry. Hij is het hoofd van Zwadderich en trekt leerlingen van Zwadderich dan ook voor in de lessen.

Sybilla Zwamdricht is Harry zijn lerares Waarzeggerij. Haar favoriete bezigheid is het voorspellen van sterfteken.

Rubeus Hagrid is de leraar Verzorging van Fabeldieren van Harry.

Madame Poppy Plijster is de baas over de ziekenzaal. Zij weet raad met alle kwalen. Harry belangrijkste medicijn is chocola.





Over J.K. Rowling



Haar leven:

Joanne K. Rowling is geboren in Chipping Sodbury in Groot-Brittannië in 1965.Chipping Sodbury ligt vlakbij Edinburgh.



Joanne verhuisde 2 keer in haar leven. De eerste verhuizing was van Yate (Zuidelijk Engeland) naar Winterbourne. Joanne en haar vriendjes speelde vaak in Winterbourne. Twee van haar vriendjes waren broer en zus van elkaar en die heette van hun achternaam Potter.

De tweede verhuizing was toen Joanne 9 was. Ze verhuisde naar Tutshill, vlakbij Chepstow. Zij woonde daar op het platteland. Joanne vond het heerlijk om daar te wonen en langs de rivier te wandelen met haar zusje. Het ergste van haar nieuwe woonplaats vond ze haar school.



Tutshill Primairy School was een kleine en ouderwetse school. In de tafeltjes zaten zelfs antieke inktpotjes. De juf van Joanne, juf Morgan, gaf haar de kriebels. Op de eerste schooldag moest ze een rekentoets maken die ze helemaal niet kon. Ze haalde 0 van de 10 punten. Joanne werd voor in de klas gezet voor de juf. Het viel Joanne op dat de juf de slimste leerlingen links van de klas zette en de domste rechts, zij zat dan ook rechts in de klas. Na de lagere school van Tutshill ging Joanne naar Wyedean Comprehensive. Ze was niet zo goed in sport. Haar favoriete vak was Engels, maar andere talen vond ze ook leuk.



Schrijven vond Joanne het leukst om te doen.

“Het eerste verhaal dat ik ooit schreef was toen ik vijf of zes was, het ging over een konijn dat Rabit heette. Rabit kreeg mazelen en werd opgezocht door verschillende vriendjes, waaronder de reuzenbij, Miss Bee. Sinds ik dit verhaal heb geschreven wou ik al schrijfster worden, hoewel ik het bijna niemand vertelde. Ik was bang dat ze zouden zeggen dat dat toch niet zou lukken”. Op school vermaakte Joanne haar medescholieren in de lunch met vervolgverhalen. Toen ze ouder werd bleef ze schrijven, maar ze liet niemand ooit zien wat ze had geschreven, behalve grappige verhalen waarin mijn vriendinnen de heldinnen waren.



Joanne ging naar de universiteit van Exeter waar ze Frans ging studeren. Haar ouders hoopte dat ze, door talen te gaan studeren, goede carrière zou krijgen als tweetalig secretaresse. Maar Joanne zegt van zichzelf: “Ik ben een van de meest ongeorganiseerde mensen ter wereld en zoals ik later heb bewezen, een van de slechtste secretaresses ooit”. Ze zegt dat ze veel te druk was met het opschrijven van ideeën dan vergaderingen te volgen. Toen Joanne 25 jaar was begon ze met het schrijven van haar derde roman. De eerste twee gooide ze snel weg toen ze met haar derde begon, omdat ze toen merkte hoe slecht de eerste twee waren. Een jaar later vertrok ze naar Portugal om daar Engelse les te geven. Ze werkte ’s middags en ’s avonds en had dus ’s ochtends de tijd om te schrijven. Ze had het erg naar haar zin in Portugal en trouwde daar met een Portugese journalist en kreeg met hem een dochtertje. Haar nieuwe roman ging over een jongen die tovenaar was. Haar huwelijk mislukte en toen ging ze terug naar Engeland met een koffer vol Harry Potter verhalen. Ze ging in Edinburgh wonen, vlakbij haar zus Diana, Joanne werkte daar als lerares Frans. Ze stelde zichzelf als doel om haar Harry Potter boek af te maken en het gepubliceerd te krijgen. In 1996, een jaar nadat haar eerste boek af was, kocht Bloomsbury Joanne’s eerste boek, Harry Potter and the Philosopher’s Stone (Harry Potter en de Steen der Wijzen).



Over het schrijven van haar boeken:

Het idee van de Harry Potter boeken, Joanne zegt dat niet zij zich heeft gericht op toverkunst en magie, maar dat toverkunst en magie haar heeft gekozen.

Joanne heeft altijd gezegd dat ze niet direct beïnvloed is als schrijfster, behalve misschien door het boek The little white horse van Elizabeth Goudge. Dit was haar favoriete boek toen ze ongeveer 8 jaar was, en dit boek is ook een mengsel van de magische en de gewone wereld. Joanne heeft meestal al iets in haar hoofd, maar meestal verzint ze tijdens het schrijven er nog wel iets bij. Ze schrijft elke dag, soms 10 of 11 uur en soms maar 3 uur. Het is afhankelijk van hoe snel de ideeën boven komen. Harry Potter boeken moeten heel snel gelezen worden, want iets kleins wat in het eerste boek onbelangrijk lijkt te zijn is in een volgend deel heel erg belangrijk. Ondanks dat Joanne zegt ongeorganiseerd te zijn, schrijft ze alles op. Ze kent de verhaallijn van elk boek, en ze heeft alles al een keer eerder opgeschreven in een geheim dagboek dat ergens veilig is opgeborgen. Joanne heeft geen plattegrond van Zweinstein, omdat het erg moeilijk zou zijn de plattegrond te tekenen, de trappen en kamers blijven bewegen, maar Joanne zegt precies te weten hoe Zweinstein eruit ziet. De namen van de afdelingen van Zweinstein heeft ze van kotszakjes in het vliegtuig. Ze heeft een lijst gemaakt met rare namen en kiest daaruit de leukste voor in het verhaal.

Schrijvers gebruiken vaak bestaande mensen als inspiratie voor hun werk. Joanne Rowling is daarop geen uitzondering. Ron Wemel lijkt erg op een oude vriend van Joanne. Hermelien lijkt een beetje op haarzelf in haar schooltijd en ze heeft wel eens gezegd dat ze in een aantal opzichten op Harry lijkt en dat Harry in veel opzichten beter is dan zijzelf.



Joanne heeft gepland een boek te schrijven over elk jaar dat Harry op Zweinstein zit. Zweinstein duurt zeven jaar dus er komen zeven boeken. Omdat er nog geen universiteit voor tovenaars is zal er geen boek komen over de tijd op de universiteit van Harry. Er zullen hoe dan ook veel nieuwe wezens voorkomen in de nieuwe boeken, er zullen veel spannende avonturen plaats vinden. Ook zullen we te weten komen waarom sommige heksen en tovenaars in geesten veranderen als ze dood gaan, en wat Harry zijn ouders hadden gedaan voordat ze door Voldemort vermoord werden. Ook zal Schurfie de rat nog terug komen.

Joanne heeft het grootste gedeelte van haar leven geschreven. “Ik zou niet weten hoe ik prettiger had kunnen leven dan als schrijfster. En om eerlijk te zijn denk ik dat dat het enige is wat ik goed kan. Schrijven is leuk, maar het is ook hard werken. Laat dat harde werken je niet ontmoedigen. Als je zelf graag schrijver wilt worden moet je zelf eerst beginnen met veel lezen. Het zal je leren wat goed schrijven is en je woordenschat uitbreiden. Begin te schrijven over dingen waar je wat vanaf weet, over dingen die je zelf hebt meegemaakt, of over je gevoelens. Zo doe ik het ook.



Haar boeken:

Het eerste boek is “Harry Potter & de steen der wijzen”, hij is uitgebracht in September 1998. De engelse naam is “Harry Potter & the Philosopher’s Stone”.

Het tweede boek is “Harry Potter & de geheime kamer”, hij is uitgebracht in December 1998.

De engelse naam is “ Harry Potter & the Chamber of Secrets”.

Het derde boek is “Harry Potter & de gevangene van Azkaban”, hij is uitgebracht in September 1999. De engelse naam is “Harry Potter & the Prisoner of Azkaban”.

Het vierde boek is “Harry Potter & de Vuurbeker”, hij is uitgebracht in Juli 2000. De engelse naam is “Harry Potter & the Goblet of Fire”.





Mijn mening:

Ik vond het een erg leuk boek om te lezen, omdat het zo spannend geschreven is en dan wil ik hem het liefst in 1 keer uitlezen.

Het boek vond ik heel erg spannend, omdat er dingen gebeuren die je niet verwacht en Sirius Zwarts ineens voor het bed van Ron staat.

Het is makkelijk te begrijpen en te lezen, omdat er niet echt moeilijke woorden in staan, behalve woorden die helemaal niet bestaan, maar alleen bij het boek horen.

Het is natuurlijk een onwerkelijk boek, maar dat vind ik er eigenlijk ook wel leuk aan, omdat het dan eigenlijk meteen minder serieus is.

Het verloop van het verhaal is heel erg verrassend, omdat je ineens komt te weten dat niet Sirius Zwarts maar Peter Pippeling de ouders van Harry heeft verraden.



Een stuk uit het boek wat ik erg leuk vond was dat Griffoendor Zwerkbal kampioen werd, omdat in het hele verhaal over Zwerkbal wordt verteld.





Begrippenlijst

Tenslotte heb ik een begrippenlijst gemaakt voor de woorden die niet te begrijpen zijn als je het boek niet hebt gelezen.



Beukwilg, een grote levende boom die alles verscheurt wat tegen hem aan komt Boeman, plaaggeest, te vinden in kleine donkere ruimtes. Als je er een vindt neemt hij de gedaante aan van je grootste angst. Hij is te bestrijden met humor

Collectebus, noodvervoer voor gestrande heksen of tovenaars

Dementor, bewaker van de gevangenis van Azkaban, de zwaarst bewaakte gevangenis voor tovenaars en heksen, de dementor draagt altijd een lange zwarte mantel met capuchon

Dreuzels, mensen zonder toverkunst

Expectro Patronus, spreuk tegen dementors

Faunaat, een tovenaar die kan veranderen in en dier

Fortuna Major, het wachtwoord in het begin van het schooljaar om in het portretgat te komen de Gouden Snaai, een klein vliegend dingetje, als je dit te pakken krijgt is de wedstrijd pas afgelopen

Grim, een dier dat aangeeft dat je dood zal gaan

Hiepogrief, een dier met lichaam, staart en achterpoten van een paard, maar voorpoten, vleugels en kop van een reuzen adelaar

Hoofdmonitor, leider van de klassenoudsten, herkenbaar aan zijn zilveren badge

De Lekke Ketel, een hotel in de Dreuzelwereld die alleen de tovenaars en heksen kunnen zien en ook de weg is naar de Wegisweg

Ridiculus, spreuk die nodig is als je tegenover een Boeman staat

De Sluipwegwijzer, een stuk perkament die 7 geheime gangen naar Zweinsveld laat zien

Het verschrikkelijke Monsterboek, dit boek is verplicht in het derde jaar voor Verzorging Voor Fabeldieren, dit boek moet vastgebonden worden of het verscheurt zichzelf of anderen

Vuurflits, een adembenemende bezem die in 10 seconden van stilstand naar 250 km/per uur kan komen

De Wegisweg, dit is de winkelstraat voor tovenaars in Londen

Zweinstein, is de Hoge school voor Hekserij en Hocus Pocus.

de Zweinstein Express, dit is de trein die de leerlingen naar Zweinstein brengt

Zweinsveld, dit dorpje ligt vlakbij Zweinstein en wordt bewoond door Heksen en Tovenaars, het is de enige Dreuzelvrije plaats in heel Engeland.

De Zwelbezwering, spreuk die er voor zorgt dat verschillende lichaamsdelen zich gaan opzwellen

Zwerkbal, een spel dat gespeeld wordt door 3 jagers, 2 drijvers, 1 wachter en een Zoeker





Het Bronnenblad



De bronnen die ik heb gebruikt zijn:



·Het boek zelf

·Informatie over de schrijfster heb ik van het internet

·Ook heb ik informatie over de schrijfster uit een boekje dat ik uit de bieb heb: “een interview met J.K. Rowling”

·De plaatjes komen ook van het internet


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen