Boekverslag : W.f. Hermans - Ruisend Gruis
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1074 woorden.

W.F. Hermans, Ruisend gruis






De Bezige Bij, Amsterdam 1995.





109 blz.





1. Thema





Abstract: Hoogleraar wordt door zijn collega's belasterd.





Concreet: Fahrenkroch, Hoogleraar in de mineralogie, wordt door zijn collega's op de

universiteit in Groningen belasterd.





2. Motieven





Belastering


Fahrenkroch wordt o.a. door Birra belasterd.





Noodlot


Vanaf het begin af aan kan je al opmerken dat Fahrenkroch dood zal gaan en niet  

gered zal worden.





Dood


Fahrenkroch sterft, zijn dochter sterft, birra sterft.





Chaos


De opbouw van het Boek is onduidelijk/chaotisch en het verhaal is zelf ook chaotisch: bv.

als het Sandwichhuis instort en er een treinongeluk plaatsvindt en duizenden Russische

kindertjes uitelkaar liggen en bloeden.





Verwarring


Het boek is niet makkelijk te lezen omdat er twee verhalen doorelkaar heenlopen maar niet

in goed verband. Dit zorgt samen met de fantastische gebeurtenissen voor verwarring.





Fantasie


Door het hele boek staan irrealistische gebeurtenissen. Bv. de plotselinge plantengroei in

het universiteitsgebouw en de "handplanten" en het ruisend gruis in het

Sandwichhuis.





Kritiek


Het boek staat vol kritiek over de Groningse universiteit (O.a. omdat hij hier ontslagen

werd, wat volgens hem onterecht was.) en mensen uit de politiek: "Minister Pronk. Ja,

juist. Die met dat slappe stofzuigergezich."





Miskenning


"Professor Tochthol had het gemeentebestuur gewaarschuwd voor de vulkaanregen die op

deze plek zou ontstaan. En ja, hoor."





Hermans vond zichzelf een genie. Hij schreef ook het boek:"Ik heb altijd

gelijk."





Vandaar vond hij zijn ontslag bij de universiteit waarschijnlijk onterecht en

voeldezich miskent.





3. Perspectief





In het eerste hoofdstuk lijkt er een personale verteller aan het woord, maar vanaf het

tweede hoofdstuk treedt er steeds duidelijker een alleswetende verteller op de voorgrond.





Ook kan je opmaken dat de verteller ook de schrijver is (Hermans). Je ziet dat voor het

eerst op p. 32: "Maar nee, het volgende kan beter eerst aan de orde worden

gesteld." De alleswetende verteller weet echter niet alles. Zo laat hij in het midden

of Birra wel of niet wist wat er met Fahrenkrog gebeurde en of Birra voor of na

Fahrenkrogs ondergang gestorven is. Ook schrijft hij enkele keren: "Hier klopt iets

niet." (p.33).





4. Ruimte





Het verhaal speelt zich af in het Groningse landschap, de Universiteit en het AZG.





Het weer heeft overeenkomend invloed opp het verhaal. Zo komen er eerst donkere wolken

en vervolgens een treinramp. En voor dat Birra's busje verdwijnt in een gat in de snelweg

wword het landschap en weer zo omschreven (p.78):





"Sfeer in de landschappen!





Naderend onweer doet de blaadjes van de bomen, die eerst in angdstige afwachting

doodstil hebben gehangen , p;otseling omslaan en ritselen. Een hond blaft nadrukkelijk.

Zwarte wolkgevaarten naderen met een snelheid hoger dan die waarmee wolken zich gewoonlijk

verplaatsen. Een donkergrijze schadw vervreidt zivh over de weifen. Het gras wordt van

groen paars; bloemen verliezen hun kleur geheel. " enz.





5 Tijd / Opbouw





De geschiedenis beslaat een dag. er komen flashbacks voor,bv. wanneer Fahrenkrochs

vrouw sterft. Door het merkwaardige optreden van de verteller (omschreven in "4.

perspectief ") kun je het tijdsverloop niet helemaal reconstrueren. in feite lopen er

twee verhaallijnen door elkaar: Die van Fahrenkrochs ondergang em die van Birra's Dood.

Maar hoe je ze ten opzichte van elkaar moet plaatsen, kom je niet te weten. De twee

verhalen zelf worden wel chronologisch verteld.





6. Personen





Professor Fahrenkroch : Professor in de mineralogie op de Universiteit van Groningen.

Wordt belasterd door zijn collega's, o.a. Birra.





Lievestro Fahrenkroch :Fahrenkrochs dochter. Ze is erg zelfstandig en toont niet veel

liefde en verdriet, ook niet bij de dood van haar moeder.





Professor Birra : Hij domineert Rombouts en raapt altijd knoopjes en prutseltjes van de

grond waarmee hij zijn oude jasje in stand houdt. Een van zijn gewoontes die onder de

studenten agemeen bekend is.





Rombouts : Allang volwassen maar woont nog steeds bij zijn moeder. Na de dood van zijn

vader ging hij nooit meer na de tandarts en poetste ook zijn tanden niet meer. Hij had

alleen nog wat bruine stompjes als gebit. Na Birra's dood probeerde hij bij Birra's vrouw

aan te pappen maar zij moest later ook niets van hem.





7. Titelverklaring





Wanneer Fahrenkroch een gaatje in de muur boordt blijft er met een enorme kracht gruis

uit stromen. Overal kon hij het achter de muren horen ruisen. Zijn hele huis stroomt onder

en stort tenslotte in. Het gruis bleek vulkanisch materiaal te zijn. dat doordat

Fahrenkroch zijn huis toevallig op eenongelukkige plek stond de dubbele muren vulde.

Vandaar het sandwichhuis.





8. Taalgebruik





Eenvoudig taalgebruik, wel lange zinnen. Veel beschreven weinig actie.





9. Literaire en maatschappelijke context





Literaire context:





Dit boek is duidelijk naturalistisch geschreven. Fahrenkroch heeft geen enkele invloed

op wat er met hem gebeurt: Zijn huis stroomt vol met gruis. Hij dicht het gat, de stroom

is te sterk. Hij roept de hulp van mensen, ze helpen hem niet. Dan komt de brandweer, De

wagen pas niet over de smalle weg. Een brandweer man komt tevoet naar Fahrenkroch toe maar

neemt geen ladder mee, er wordt verder niet duidelijk gemaakt dat hij ooit noch bij het

huis is gekomen. Lievestro red haar vader maar toch sterft hij. Aan het onvermijdelijke

noodlot dat vanaf het begin van het verhaal er al aan zat te komen was niet te ontkomen.





Hermans schreef vaak boeken waarvan men al vanaf het begin kon verwachten dat de

hoofdpersoon zou sterven, het verhaal werd alleen dramatischer naarmate het vorderde.





Het boek is ook absuralistisch. Planten groeien uit stoelen in de universiteit,

Lievestro sterft volgroeid met "handplanten", Een huis stroomt vol met

vulcanisch as.





Hermans hoort ook bij de vijftigers. De generatie schrijvers die in de jaren '50 zijn

begonnen met schrijven, waaronder Jan Wolkers, Harry Mulisch en Gerard Reven.





Wat dit boek afwijkend maakt van zijn andere werken is dat het zo fantastisch is.

Noordnederlanders blijken te nuchter voor bizarre ontwikkelingen die nauwelijks iets met

de werkelijkheid hebben uit te staan . Dit genre -fantastische roman- wordt veel vaker bij

Vlaamse schrijvers beoefend, zoals: Hugo Klaus, Hugo Raas en Wart Ruiselink.





De maatschappelijke context:





Hermans heeft vroeger bij de Groningse universiteit gewerkt als lector in de fysische

geografie maar omdat hij haast geen colleges gaf omdat hij zich daar te geniaal voor vond

is hij ontslagen. Als wraak daarop heeft hij een paar boeken geschreven.(O.a.: "Onder

professoren."1975 en "Uit talloos veel miljoenen."1981) Ook dit boek hoort

daarbij. Hij bekritiseerd en spot met de Groningse Universiteit.





11. Eigen mening





Om een boek als dit een keer te lezen is wel leuk. Want het is een soort verrassing. Je

verwacht niet dat je een hoop fantastische gebeurtenissen krijgt te lezen. Maar als je van

tevoren weet dat een boek zo fantasievol geschreven is zou ik het niet gaan lezen. Je wilt

toch wat zinvols lezen.





Als je het boek leest, denk je dat je het niet snapt, want je ziet de samenhang van de

2 verhalen niet. Dus je denkt dat het moeilijk te lezen is. Maar het verhaal klopt ook

niet en dus kan je het helemaal niet begrijpen want Birra's verhaal en dat van Fahrenkroch

lopen onsamenhangend door elkaar heen. Je kan het niet begrijpen.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen