Boekverslag : Evert Hartman - Het Bedreigde Land
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 660 woorden.

Thema.

wraak:
Mattanja wilde zijn vader wreken omdat de Filistijnen hem hadden gedood en Mattanja wilde zijn moeder en zusje bevrijdden uit de handen van de Filistijnen omdat ze anders werden verkocht als slaven.

Spanning.

Retardering:
de verteller wil de spanning vergroten door de oplossing, het juiste antwoord steeds uit te stellen. Zoals: een schaap scharrelde naar hem toe, snuffelde aan zijn kleren en blaatte zacht of de schittering veranderde van zilver in oker, daarna in paars en violet of zijn tuniek was wit met blauw, zijn gordel eenvoudig zwart, maar de schede van zijn zwaard was rijk versierd of het huis was kleiner dan dat van Mattanja, maar hetzelfde ingericht: een vloer van aangestampte aarde, verdeeld in een hoger en lager gedeelte, waar twee geiten rondscharrelden of op zijn hoofd had hij een gesteven linnen muts, waar grijzend haar onderuit krulde.

Vooruitwijzing:
de verteller suggereert hoe het zou kunnen aflopen.
Zoals: Mattanja zag de stofwolk het eerst of een bundel zonlicht straalde tussen de bomen door en ving de massebe in een glans van zilver, was het misschien God zelf die als een geest op de wind naar hem toekwam? of ze sloegen linksaf en bestegen de heuvel van Kirjat-Jearim op het moment dat een verre, gillende kreet tot hen doordrong of "Die man heb ik eerder gezien,"zei Seres of omdat jullie te laf zijn om je tegen die onbesneden honden te verdedigen, kijk naar wat die dappere jongens vandaag gedaan hebben.

Figuren.

Hoofdfiguur is Mattanja die ontsnapt aan de dood als de Filistijnen het dorp aanvallen. Mattanja heeft een sterke persoonlijkheid en is nergens bang van.
Bijfiguren: Uria is de broer van Mattanja, Uria is bezorgd om zijn broer. Elon is de neef van Mattanja, Elon hoedt de kudde schapen van zijn vader. Kemuël is een koopman die twee keer het leven redt van Mattanja, door hem kon Mattanja zijn moeder en zusje bevrijdden.
Maächa is Mattanja's moeder die na de redding heel ziek is, maar door een kruidendrank beter wordt. Ze is heel bezorgd om Mattanja.
Uzza is hoofd van het dorp Kirjat-Jearim. Meraja is Uzza's broer en profeet van het dorp. Hun karakter is heel verschillend. Koning Saul is hoofd van het land, soms is het een man met een zacht karakter en soms is hij heel woest, alsof demonen in hem hebben plaatsgenomen.
Eliam woont in Gedera, maar gaat met Mattanja en zijn familie mee.
Tirza is Mattanja's zusje die samen met haar moeder wordt gevangen genomen door de Filistijnen. Batséba is de dochter van Eliam die verliefd wordt op Uria. Seres is de zoon van Eliam die nooit moe wordt en voor niets bang is, hij kan heel snel lopen.

Tijd.

Het is een chronologisch verhaal zonder flash-backs; wel enkele terugwijzingen zoals: Weet je niet meer dat ze toen ruzie kregen en dat wij zijn kruiken kapot hebben geslagen. Die man is toen met die jongens meegegaan. of De mannen van Bet-Horon hadden immers ooit samen met die van Kefina tegen de Filistijnen gevochten.
Het verhaal is niet kort in tijd, enkele maanden.

Ruimte.

  1. De schuilplaats in de bakoven en het dorp Kerifa.
    In de schuilplaats zat Mattanja veilig, in het dorp niet omdat ze daar aan het vechten waren.
  2. Het huis van Eliam en de rest van het dorp Gedera.
    In Eliams huis waren Mattanja en zijn familie veilig omdat daar de wet van de gastvrijheid telde, maar sommigen wilden ze weg omdat ze bang waren dat de Filistijnen hun zouden aanvallen.

Perspectief.

Het is een objectief hij-verhaal.
We zien het gebeuren, niet door de ogen van één van de betrokkene: de verteller staat buiten het verhaal.
Hij is als schrijver almachtig, hij doet in het verhaal wat hij wil.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen