![]() |
Boekverslag : Maarten 't Hart - Het Woeden Der Gehele Wereld : Roman
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1567 woorden. |
hMotto: - "En het geschiedde op den weg, in de herberg, dat de Heere hem tegenkwam, en zocht hem te doden." (Exodus 4, vers 24) -Een muziekstukje genoteerd in muzieknoten. h (onder)Titelverklaring: op blz. 233 luisteren Alice en Alex naar cantate 80, waarin Bach het woeden der gehele wereld oproept en ook weer bezweert. Dit woeden der gehele wereld is een tegenstelling van de 2 vernietigende machten in dit boek: God en het heelal (voorgesteld door Sirius). Pas aan het einde van het boek schrijft Alex die kracht toe aan Sirius. Mottoverklaring: -In het hele verhaal is Alexander bang voor de Heere, die hem zocht te doden, omdat hij een keer bijna verzopen werd in een zwembad. En zijn hele leven bang is voor de moordenaar van Vroombout die wellicht terug zou komen om hem te doden. -Het muziekstukje heeft te maken met Alexander' s liefde voor (klassieke piano) muziek. Uitvoering: Grote Lijster, ISBN:9001-55018-5, Wolters-Noordhoff, Groningen 1998. Kaft: Gezicht van een jongetje: ene helft zwart-wit, andere helft roodachtig. Eerste druk 1998. 284 bladzijdes. Korte inhoud: zie uittreksel Genre: (psychologische) wordingsroman/ detective/ streekroman Thema: Het zoeken naar de moordenaar door Alex en (in ondergeschikte mate) het identiteitsprobleem van Alex. Motieven: -vervreemding: Alex voelt zich totaal niet thuis in zijn omgeving waar hij opgroeit -Vatersuchmotief: Alex zoekt zijn echte oorsprong en vind daarin Oberstein. -muziek: Alex houdt van muziek en bezoekt concerten (samen met Alice), muziek bezweert de angsten en onzekerheid die hij heeft. -schuldgevoelens: van Alex; hij verafschuwt ze om dat ze niet op hem lijken en voelt zich daardoor schuldig . -Spiegelmotief: Alex en Oberstein lijken veel op elkaar. Dit ontdekt Alex 2x: als hij de kleren van de moordenaar opzet en in de spiegel kijkt en als ze allebei in het spiegelende water kijken. -angst: Alex is bang dat de moordenaar terug zal komen om de laatste getuige te vermoorden. -detective: veel elementen zijn cliché; politie lost niks op en een 'snotneus' doet dat wel. Ook het einde is cliché: de getuigen worden verzameld en Alex wil de schuldige aanwijzen (hij heeft het echter wel fout). -godsdienst: de plaats van handelen is een zeer godsdienstig/ godsvrezend stadje. Vaak worden er stukken uit de bijbel geciteerd of nagespeeld. Personages: Alexander Goudveyl: Als kind had hij het gevoel er niet bij te horen, noch bij zijn klasgenoten noch bij zijn ouders/ wil weg van 't Hoofd/ voorliefde voor klassiek muziek/ speelt piano/ Alexander houdt een trauma over aan de moord en wil de moordenaar leren kennen Aäron Oberstein: Joodse componist, dirigent/ moest onderduiken na mislukte vluchtpoging/ vrouw (Ruth) gedood in WO2Þ tijdens die razzia wordt hun zoon door onbekenden geadopteerd/ hekelt Alex vanwege de verkrachting van een stukje van Mozart. Arendt Vroombout: was matroos op Majuba 2 van zijn broer Willem/ werd politie-agent/ werd gezien als 'fout' in de oorlog, omdat hij moest helpen bij razzia's (waarschijnlijk regelde hij het kind voor Alexander's ouders, vandaar dat geleende geldbedrag)/ bleef brieven schrijven na de oorlog om vergoeding te krijgen voor de logger/ homofiel en betaalt geld aan kleine jongetjes om hun piemel te mogen zien. Minderhout: apotheker/ gelooft niet in God/ kinderloos/ praat heel veel/ muzikaal/ vind Alexander aardig en vraagt hem op te passen door piano te spelen in zijn huis. Alice Keenids: Engelse/ pianolerares van Alexander/ opvarende van de Majuba 2/ wordt woedend als er gesproken wordt over toen. William Keenids: vriend en studiegenoot van Alexander/ kleedt zich vaak als vrouw/ stille jongen Herman Keenids: vriend van Alexander/ oudere broer van William/ hij was degene die Alexander aanzette tot het zoeken naar de dader, maar toen hij een vriendinnetje had ging hij niet meer om met Alexander/ vindt zichzelf zeer vergevend, omdat hij Janny en Alexander vergeeft (maar zij hebben niks gedaan). Yvonne Kogeldans: practicumassistente die verliefd wordt op Alexander en dat opdringerig laat merken/ veel make-up, lange nagels/ Alexander vindt haar eng en noemt haar (in gedachte) heks. Graswinckel: inspecteur bij de politie/ onderzoekt de moord op Vroombout./ denkt dat moordenaar ook zo'n man was die jongetjes grijpstuivers aanbiedt / leert Alexander veel over het heelal. Douvetrap: oudere, gebogen melancholiek man/ ook inspecteur/ heeft een mongooltje als zoon/ kan de zaak ook niet oplossen. Tijd(lagen): Het hele verhaal is een flashback van toen naar nu. Het verhaal is chronologisch met af en toe. Veel sprongen in de tijd (en grote ook). De vertelde tijd is ongeveer 35 jaar. (van 14-05-'40 tot ontknoping in '74). Plaats: 't Hoofd: een godsdienstig plaatsje aan de Nieuwe Waterweg. Leiden: daar studeert (en later: woont) Alex. Het huis van de Obersteins: hier wordt Alex een stuk meer onthuld. Het meer bij Alex' huis: hij komt daar achter de waarheid. Structuur: Het verhaal is met een gebeurtenis (in medias res): de vluchtpoging. Het boek is opgebouwd uit 3 delen: Proloog, verhaal en 'epiloog'. Het verhaal bestaat uit 35 getitelde hoofdstukken getiteld. Deel 3 is getiteld Sirius. Er zijn in feite 2 spanningsbogen: het identiteitsprobleem van Alex en de moordzaak. Aan het einde komt er wel een einde aan dat eerste (Alex weet nu dat hij de zoon van Oberstein is), maar niet aan de laatst genoemde. Perspectief: proloog: alwetende vertelsituatie. Het tweede deel is geschreven in een belevend en vertellend ik-perspectief. Men beleeft het verhaal door de ogen van Alexander. De verteller (Alex) is alwetend: laat ik niet op de zaken vooruit lopen. Het laatste deel is ook een ik-perspectief, maar niet meer alwetend. De 'ik' beleeft de gebeurtenissen voor het eerst. Taal en stijl: De woordkeus van schrijver is erg toegankelijk. Er wordt nogal wat verteld over de bijbel en muziek(stukken) wat mij bijna nooit wat zei. Er wordt ook 'Hoofds' gepraat, maar ook dat is duidelijk (het is in een hoofdstuk uitgelegd). 't Hart gaat op bepaalde zaken nader in (gewoontes, planten, dieren, sterrenkunde, etc) en dat heeft vaak een ironische bijklank. Bij emotionele gebeurtenissen echter is de stijl sober en zakelijk. Veel in deze roman is cliché, zoals bijvoorbeeld de karikaturale politiefunctionarissen: Graswinckel en Douvetrap. Ook de cocktailparty is cliché, het einde echter niet: je weet nog niet wie het heeft gedaan. Eigen leeservaring: Wat las dit boek lekker weg zeg! Het is heel luchtig geschreven en het plot is zeer intrigerend en ook ingewikkeld. Jammer dat op het laatst niet echt wordt gezegd, dat Alexander de zoon is van het ouderloze echtpaar, waar Oberstein zijn zwangere vrouw onderdook in de oorlog, want dat laat je als lezer toch een beetje aan het twijfelen. Ook vreemd is dat aan het einde van het boek nog steeds niet duidelijk is wie nou de dader was. Oberstein zegt dat iemand vanuit het pakhuis geschoten heeft op Vroombout, maar dan blijft het vreemd dat de moordenaarskleren bij Minderhout op zolder liggen. Het verhaalperspectief vind ik heel vernieuwend. Het is voor mij de eerste keer, dat ik een verhaal tegenkom, waarin de ik persoon vanuit het heden over het verleden praat en zo verteld tot aan het heden. Het is daarbij bovendien heel logisch dat het verhaal in de verleden tijd staat: dan is het ook echt gebeurd. Het gekozen perspectief liet je ook makkelijker meeleven met de hoofdpersoon. Ik heb vaak genoeg gedacht: fijn voor je, of: hoe kun je dat nou doen?! (dit was bij de vrijage met de heks). Dat geeft ook meteen een beetje inkijk in de geloofwaardigheid van de persoon, want je vrijt toch niet met iemand die absoluut niet mooi vind/ leuk?, net zo min dat je met iemand trouwt om de vader daarvan ooit eens te kunnen zien. Verder was de hoofdpersoon wel geloofwaardig. Over een van de bijpersonen wil ik iets kwijt: William. Al vanaf het moment dat ik las dat hij dwarsfluit speelde, dacht ik bij mezelf: het zijn toch meestal meisjes die op een dwarsfluit spelen? Vandaar dat ik het wel leuk vond toen bleek dat William altijd liever een meisje was geworden. Wat ik ook heel fijn vond aan dit boek, is dat de grote lijn zo duidelijk was te volgen: hiermee bedoel ik niet alleen de plot, maar ook alle motieven. Ze kwamen constant terug waardoor ze voor mij ook echte motieven vormden. Jaap Goedegebuure: 'Alles bij elkaar is Het woeden der gehele wereld een intrigerende roman, al duurt het vanwege de lange aanloop wel een tijd voordat de spanning er een beetje inkomt. Ook zal de lezer het voor lief moeten nemen dat de zeer op Maarten 't Hart gelijkende verteller allerlei zaken te berde brengt die met de intrige niets te maken hebben,(…)' (HP/ De tijd, 08-10-1993). Ik vind dat Goedegebuure wel gelijk heeft, wat de aanlooptijd tot de spanning, maar ik vind dat deze aanlooptijd ruimschoots goed wordt gemaakt door juist die uitweidingen. Deze waren dan niet altijd in het belang van het verhaal, maar ze waren zeer leuk of informatief. Gebruikte secundaire literatuur: ISBN: 90-6675-536-6, Eerste Druk '93, Walvaboek Laren, Gld, Eerste druk 1994, |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |