Boekverslag : Boudewijn Buch - De Kleine Blonde Dood
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1654 woorden.

Auteur Boudewijn Büch

Titel De kleine blonde dood

Verschenen in 1994 (18e druk)

Eerste druk 1985

Uitgave De Arbeiderspers Amsterdam



De kleine blonde dood vind ik een heel bijzonder verteld boek. Twee verhalen lopen door elkaar heen en worden bovendien niet chronologisch verteld. Het springt steeds naar een andere tijd. Dit zorgt voor een zeer bijzonder effect. In het ene verhaal gaat het over de vader van Boudewijn en zijn jeugdjaren. In het andere verhaal gaat het over herinneringen aan zijn zoontje Micky. Steeds bij het begin van een volgend hoofdstuk moet je opnieuw achter komen wanneer het zich afspeelt en wie er in dit deel van het verhaal voorkomen. Dit maakte het verhaal interessant. Het maakte goed duidelijk dat zijn vader veel invloed heeft gehad op het hele verdere leven van Boudewijn en hoe zijn eigen opvoeding invloed heeft gehad op de manier waarop hij zijn zoontje later opvoedde. Ik kreeg de indruk dat hij het allemaal aan het verwerken is, door telkens andere gedeeltes uit het verleden op te roepen.



Het verhaal



Het boek begint met een schoolreisje in Boudewijn zijn jeugd, ze gaan naar een gebied vlak aan de grens. Zijn vader verbiedt Boudewijn om over de Duitse grens te komen. Hij doet dat omdat hij joods is en in de oorlog heeft moeten vluchten de Duitsers. Hij is helemaal anti-Duits. Als hij hoort dat Boudewijn toch in Duitsland is geweest wordt hij woedend. De vader van Boudewijn heeft vaak woede aanvallen. Boudewijn maar ook zijn moeder en broer leidden ontzettend onder zijn woede aanvallen. Er zijn weinig mensen die veel verdriet hebben als de vader van Boudewijn sterft door zelfmoord. Boudewijn vindt de dood van zijn vader wél ontzettend erg.



Het tweede verhaal gaat over Boudewijn en zijn zoontje Micky. Boudewijn en Micky beleven samen allerlei dingen. Mieke, de vrouw van Boudewijn, is vaak dronken. Boudewijn besluit dat Micky voorlopig maar bij hem moet wonen. Als Boudewijn voor een paar dagen naar Parijs toe gaat logeert Micky bij een vriendin van Mieke, Gerda. Boudewijn verbiedt haar om Mieke bij Micky te laten, maar ze doet het toch. Bij Mieke thuis knapt een gezwel in de hersenen van Micky en daarna valt hij ook nog van de trap. Als Boudewijn terugkomt uit Parijs ligt Micky in coma. Hij scheldt eerst Mieke helemaal verrot en gaat daarna naar het ziekenhuis, waar hij beseft dat Micky zal sterven.



Titel



De kleine blonde dood slaat op het zoontje van Boudewijn, Micky, die sterft als hij nog maar vijf jaar oud is. Het verhaal van Micky is niet het belangrijkste van de twee verhalen in het boek. De jeugd van Boudwijn speelt een grotere rol. Daarom is het niet helemaal logisch dat Büch deze titel heeft gekozen. Wel is Micky heel belangrijk voor hem geweest. In dit boek speelt de relatie vader-zoon een belangrijke rol. Eerst in Boudewijns jeugd en later is Boudewijn zelf vader. Daarom is het misschien iets minder gek dat Büch heeft gekozen voor deze titel. Hij had het in zijn jeugd altijd erg moeilijk met zijn vader en probeert deze vaderrol nu beter te vervullen. Hij wil boven zijn eigen vader staan, omwille van zijn zoontje.



Analyse van Perspectief



Het boek 'De kleine blonde dood' is duidelijk geschreven in een ik-perspectief. Je zit als het ware De hele tijd in het lichaam van Boudewijn. Zowel met de belevenissen met zijn vader, als met zijn zoontje Micky kijk je door de ogen van Boudewijn. Hierdoor heeft het verhaal iets persoonlijks, je wordt er echt bij betrokken omdat je zelf alles meemaakt zoals de hoofdpersoon alles meemaakt.



Het hele boek wordt in de in de verleden tijd verteld. Telkens door de ogen van Boudewijn. Omdat de schrijver van het boek ook Boudewijn Büch is, ben je geneigd te denken dat alles waar gebeurd is, maar dat is niet zo.



Autobiografisch



Het boek 'De kleine blonde dood' is autobiografisch maar er zijn ook heel wat dingen bij verzonnen. De schrijver Boudewijn Büch is niet dezelfde persoon als de Boudewijn Büch in 'De kleine blonde dood'.



Boudewijn zit tijdens het verhaal een jaar in een inrichting. In het echt heeft hij ook een jaar in een inrichting gezeten omdat hij 'gek' werd thuis. Dat kwam mede door de slechte relatie van zijn joodse ouders, als er ruzie was ging hij lang zitten gillen. Wat ook waar is, is dat zijn vader vaak woedeaanvallen had. Naar de dood van zijn vader ben ik behoorlijk lang op zoek geweest, maar na lang zoeken heb ik wat gevonden. In het boek pleegt zijn vader zelfmoord. Op sommige sites op internet, staat dat de vader van Boudewijn ook echt zelfmoord heeft gepleegd. Maar op de sites van zowel de volkskrant als op de site van literatuur in Nederland stond iets anders. Ik denk dat deze bronnen redelijk betrouwbaar zijn. Volgens deze versie had Boudewijns vader geen zelfmoord gepleegd, maar is hij in 1975 overleden aan een hartinfarct.



De plaatsen waar het boek zich afspeelt, zijn dezelfde als de plaatsen waar Boudewijn echt is opgegroeid en geleefd heeft.



Iets wat weer totaal verzonnen is, zijn de belevenissen met het zoontje Micky, want hij heeft helemaal geen zoontje gehad.



Persoonlijk



Doordat we alle gebeurtenissen in dit verhaal meemaken door de ogen van Boudewijn heeft het verhaal iets persoonlijks. Je krijgt inzicht in de manier waarop hij tegen dingen aankijkt. "De kleine blonde dood" trof mij vooral door de vele herkenbare alledaagse dingetjes. De ontroerende en grappige momenten in het boek tussen 'Boud' en Micky bijvoorbeeld. Als ze samen op stap zijn in Artis en Micky een grote tijger ziet zegt hij: "Wordt onze poes ook zo groot, Boudewijn?" waarop de schrijver antwoordt: "Als jij haar genoeg eten geeft wel, ja." (pag. 24) Wat als gevolg heeft dat Micky de kat bijna laat omkomen aan de hongerdood. Boudewijn Büch laat Micky op vertederende wijze dingen vertellen, waarbij hij kleine dingen tot iets groots weet te maken zoals jonge kinderen dat doen. Ook erg leuk zijn de opmerkingen waarmee Büch de spot drijft met zichzelf. Een mooi voorbeeld is het verhaaltje dat de zuster aan Boudewijn verteld om hem te laten inzien dat hij zijn zoontje moet laten gaan.



"Kent u dat geval van die jonge vrouw die in coma raakte na een foute narcose? (…)

Haar vader heeft jarenlang aan haar bed gezeten. Die man is er gek van geworden.

Hij heeft, geloof ik, zelfs een boek over zijn dochter geschreven."(pag. 119)



Uit dit stukje blijkt dat Büch zichzelf niet te serieus neemt (hij schreef zelf een boek over zijn kind) en ondanks de problemen die hij in dit boek verwerkt heeft toch nog de komische kant ervan kan zien. Dit doet hij vaker.



Schuld



In "De kleine blonde dood" is speelt een thema een grote rol. Schuld. Ook de thema's dood, oorlog en homoseksualiteit komen erin voor maar deze zijn minder belangrijk dan de schuld. Boudewijns vader lijdt aan een oorlogstrauma. Hij voelt zich schuldig omdat hij de oorlog heeft overleefd en zijn broers en zussen niet. De moeder van Boudewijn voelt zich schuldig omdat zij haar kinderen blootstelt aan de onbeheersde woedeaanvallen van haar man. Ook de hoofdpersoon zit met een schuldgevoel. Boudewijn vindt dat hij zijn vaderschap niet op kan vervullen zoals het zou moeten ("Heb jij wél een vader", vraagt Micky hem).



Gekheid



"Ik kan niet naar gekte, dementie en andere zotheid kijken. Ik word daar letterlijk

doodsbang van." (pag. 46)



Naast schuld speelt ook gekte een grote rol in het verhaal. Wat is nou precies gekte? Wanneer is iemand gek? De vader van Boudewijn was duidelijk niet zoals anderen. Hij was zo geobsedeerd door 'zijn' oorlog dat hij er gek van is geworden en dit reageert hij af op de mensen in zijn omgeving. De broer van Boudewijns vader heeft ook psychische problemen.



"In het jaar van mijn geboorte kreeg mijn vader van het Rode Kruis een brief waarin stond

dat zijn broer in staat van totale gekte was aangetroffen, ergens in Duitsland" (pag. 102)



Deze oom van Boudewijn heeft zijn 'gekte' waarschijnlijk net als zijn vader opgedaan tijdens de oorlog en hij wordt opgenomen in een inrichting. Boudewijn komt in zijn leven nog dichter in aanraking met gekte dan alleen door zijn relatie met zijn vader en zijn oom. Hij wordt zelf een poos ondergebracht in een jeugdinrichting. Volgens hemzelf niet omdat hij gek was.



"Niet omdat ik gek was maar omdat mijn ouders het gek vonden dat ik gek werd van hun

huwelijksleven. Als mijn vader met een stoel of kachelpook mijn moeder te lijf ging, ging ik

schreeuwen. Vanwege dat eigenaardige gedrag werd ik eerst naar een kinderpsychiater

gebracht" (pag. 81)



Als het inderdaad zo is gegaan als Boudewijn hier beschrijft, vraag ik me inderdaad af wie er hier nou gek zijn. Wanneer Micky sterft gaat gekte weer spelen. Boudewijn blijft maar bezig met de dood van zijn zoontje. Verschillende mensen waarschuwen hem hiervoor, onder andere de zuster die het verhaaltje verteld over de vader die zelfs een boek schreef.



Mijn oordeel



Ik vond "De kleine blonde dood" een mooi boek. Het heeft een interessante structuur doordat er twee verhalen door elkaar heen lopen en niet chronologisch worden verteld. Ik kreeg hierdoor de indruk dat Büch het allemaal aan het verwerken is, door telkens andere gedeeltes uit het verleden op te roepen. Doordat het boek in het ik-perspectief is geschreven wordt de lezer persoonlijk betrokken bij het verhaal. Deze persoonlijkheid is nog groter omdat de schrijver verteld over dingen waar hij zelf mee worstelt. Het boek is ook gedeeltelijk autobiografisch. De thema's schuld en de angst voor gekte zijn ook interessant. Büch schrijft niet te ingewikkeld en in gesprekken weet hij heel goed de spreektaal te gebruiken. Dit alles bij elkaar maakt "De kleine blonde dood" tot een goed boek.



Bronvermelding



1. Büch B. (1994), De kleine blonde dood, Amsterdam, De Arbeiderspers.

2. Boll M., Kritisch literair lexicon, november 1986.

3. Internet: www.schrijversnet.nl

4. Internet: zoekresultaten van +"kleine blonde dood" +buch op www.lycos.com.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen